Zonnesteek tijdens het snorkelen. - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Zonnesteek tijdens het snorkelen. - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Zonnesteek tijdens het snorkelen.

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

09 Maart 2025 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Nog twee delen om weer up-to-date te zijn.

Deel 1: Ik vaar met N. in zijn Piroque naar Nosy Tanikeli. De Piroque is een kano van 5,5 meter lang met een outrigger, een stabilisator, aan een kant. De kano is gemaakt van houten planken. N. heeft er een buitenboordmotor aangehangen maar ik vraag of we ook kunnen gaan zeilen. Ja, de wind is gunstig, dus legt de mast, de spriet en het zeil aan boord.Nosy Tanikeli is een klein eilandje. Het is een beschermd natuurreservaat. Ik kan het van hieruit zien liggen. Het is 13 kilometer ver.

We vertrekken na het ontbijt. Eerst varen we een stukje op de motor want er is nog weinig wind. Dan komen we in de windzone en zeilen we een uur en daarna valt de wind opnieuw weg. Het vierkante zeil met de twee masten wordt ingerold en we gaan verder met de buitenboordmotor. Het zeilplan is heel eenvoudig maar zeer efficient en veilig. Het zeil is een vierkante lap stof van vier bij vier meter. Het is in banen gestikt en de randen zijn versterkt met een nylon touw. De mast en de spriet zijn twee boomstammetjes van 5 meter lang. De mastvoet is een dik stuk hout in de kiel van de boot waarin een paar holletjes zijn gemaakt. De onderkanten van de mast en spriet zijn taps gemaakt en staan losjes in die holletjes.

Een halve meter boven de mastvoet is een stevig bankje met aan weerszijden versterking aan de zijwanden van de boot. Daar leunen de mast en de spriet tegenaan. Een stukje touw eromheen houd de mast en de spriet op hun plaats. Het geheel staat op zijn eigen gewicht en doordat mast en spriet naar buiten leunen tegen de bootwanden en iets naar voren tegen het bankje blijven ze uit zichzelf staan en vormen een grote V. Het zeil hangt met twee hoekpunten aan de mast en aan de spriet. De hoekpunten van het zeil zijn heel eenvoudig met een stuk touw aan de mast en aan de spriet vastgeknoopt. Aan de bovenhoek van het zeil waar het aan de mast zit kan nog een achterstag geknoopt worden of een vallijn als je het zeil supersnel wil kunnen laten zakken. Gewoonlijk wordt het zeil om de mast gerold en worden mast en spriet uit he mastvoet getild en platgelegd op de outrigger als je niet meer wilt zeilen. Aan de onderste hoekpunten van het zeil zitten touwen als bedieningslijnen die aan de boot geknoopt worden. Geen katrollen en geen klemmen, maar gewoon een paar slagen om een rond stuk hout en een knoop erop. Zo’n vierkant zeil kan tot halve wind varen, dus 90 graden op de windrichting. Aan deze kant van Madagascar is het normaal dat de wind smorgens uit het oosten komt en smiddags uit het westen. Je kunt dus gemakkelijk langs de kust in Noord-zuid richting varen of smorgens een eind de zee op en smiddags terug naar het strand. Na twee uur varen bereiken we het eilandje Nosy Tanikeli. Er is een receptie waar je toegang moet betalen. Er zijn snorkelspullen te huur en je kunt een wandeling maken naar een vuurtoren en onderweg kameleons en Lemuren zien als je geluk hebt. Voederen is verboden. Ik betaal de toegang en ik huur snorkelspullen. Het valt een beetje tegen wat er onderwater te zien is. Het koraal is niet gezond en er zijn weinig kleuren en weinig vissen te zien.

Na een kwartiertje snorkelen schrik ik me dood. Er is iets mis met mijn ogen. Ik zie ineens dubbelbeelden en flitsende beelden en gebroken beelden. Ik kan niet meer gewoon zien.Het is heel beangstigend en ik ben blij dat N. bij mij is en mijn arm grijpt. Wat zou er zijn? Ben ik gestoken door een zeedier. Ik ben wel tussen watdrijvende bladeren gezwommen maar ik heb niks gevoeld. Behalve dat ik angstig ben voel ik ook geen pijn in mijn hart. Mijn ademhaling is ook niet verstoord. Ik sluit mijn ogen en dat geeft iets meer rust. Maar als ik ze weer open doe begint het opnieuw. Het is net alsof de wereld een televisiescherm is waarvan de stroomdraad los contact maakt. Af en toe zakt het weg en zie ik weer normaal maar dan begint het opnieuw. We gaan langzaam terug naar het strand. Ik ben blij dat N. bij mij is want ik ben bang dat ik ineens bewusteloos zou kunnen worden. Maar ik voel me niet ziek of onstabiel in mijn lichaam. Alleen mijn ogen. In een kwartier tijd krijg ik nog wel tien van zulke momenten dat mijn visie een minuut of langer volkomen verstoord is. Ik kan dan niet eens meer zien waar ik ben. Als ik mijn ogen sluit trekt de verstoring soms weg, maar ook niet elke keer. N. begeleid mij langzaam naar het strand. Daar zoeken we schaduw en verkoeling onder de bomen. Het gaat langzaamaan beter tot ik geen nieuwe verstoring van mijn visie meer voel.

Gelukkig dat ik me verder niet ziek voel. Ook mijn hartslag is normaal en mijn ademhaling. Wat kan dat nu geweest zijn ?

Het enige dat ik kan bedenken is een zonnesteek. Maar ik heb zoiets nog nooit eerder ervaren en ik heb ook geen internetbereik om erover te lezen. N. gaat nog verder snorkelen en ik blijf bij de receptie om met hen te praten in de schaduw en een fles water erbij.

Als N .terug komt gaan een wandeling maken door het bos. Onderweg zie ik een prachtige Cameleon. Zijn lichaam is twee kleuren blauw en zijn kop is orange met geel en rood gespikkeld. Hij beweegt heel langzaam dus ik heb mooi de tijd om hem te fotograferen. We zien geen Lemuren. “Die liggen om deze tijd te slapen”. Er is een bezoekerscentrum met een fotogalerij en er is een vuurtoren waar je in mag. Mooi uitzicht daar en er zijn borden die vertellen wat er in de verte te zien is. N. heeft veel ervaring met zeilen hier. Heeft ook gewerkt op jachten en kan navigeren. Mayotte is het dichtsbijzijnde eiland op 140 kilometer pal west. Mayotte is Frans en dus deel van de EU. De kust van Mozambique is ongeveer 400 kilometer. Vanaf Richardsbay naar hier is ongeveer 1400 kilometer. Maart en april zijn hele goede maanden omdat het dan rustig weer is met een kalme zee. Dit noorden van Madagaskar zou voor mijn boot geweldig zijn. De afstanden hier zijn niet groot. Er is veel beschutting van talloze eilanden en onnoemelijk veel strandjes en baaien waar je met mijn boot tot dichtbij het strand kan komen om naar de kant te lopen.

We lopen terug en gaan met de boot en de snorkelspullen naar de andere kant van het eiland. Daar zijn betere koralen. Ik hou nu mijn hoed op tijdens hef zwemmen. We zien een mooie schildpad onder water en een grote Batfish. Hij is wel 30 cm lang en 25 cm hoog.

Terug in de boot varen we om het eilandje heen en brengen dan de snorkelspullen terug naar de receptie. Er is nu ook een priveejachtgearriveerd: een Nautilus 40 catamaran met een franse vlag erop. Wij hijsen het zeil en varen met een heerlijk windje in de rug in twee uur tijd terugnaar het restaurant op de rotsen.

Daar heeft de vrouw van N. heerlijke krabben met rijst klaargemaakt. Een koud biertje erbij hebben we zeker verdiend.

Deel 2:

Ik heb al een week lang geen internet kunnen kijken. Dat is wel lastig. Ik ga nu met N. in zijn Piroque nog een keer naar het restaurant C’est la Vie om te kijken of ze daar nu internet hebben. We gaan met de buitenboordmotor. De motor blijkt eigendom te zijn van de Eiland-raad: de Association. Hij kan per dag gehuurd worden voor 4 Euro. N. is de bestuursvoorzitter van de Eiland-raad. Hij weet dus heel veel van wat er op het eiland gebeurd.

Gelukkig is er nu wel internet met een WiFi- verbinding. We nemen een drankje erbij en ik heb wel een uur nodig om de emails en Whatsapp en de YouTubes bij te werken. Gelukkig net op tijd om wat antwoorden te geven.

Dan gaan we terug naar de boot en we varen om het eiland heen naar het dorpje waar ik de eerste keer geweest ben. N. vind het leuk om een rondje door het dorp te lopen en ook om de natuurwandeling te maken naar de Lemuren (deze lemuren zijn Maki). Ik hoef alleen toegang voor mijzelf te betalen. We krijgen bij de receptie citronella-olie want het stikt hier van de muggen.

De gids is een jonge man die opvallend goed engels spreekt. Hij is vrijwilliger want hij wil graag zijn taal oefenen. Hij leert van google translate en hij heeft een Amerikaans accent.

Met enige moeite wordt de groep Maki’s wakker geroepen en ze komen op de bananen af. N. heeft er duidelijk plezier in. Hij is dit zeker niet gewend. We zien de schildpadden niet en er is ook maar een enkele slang.

Maar we zien wel een prachtige Cameleon en die komt ook op je arm lopen. Zijn nageltjes grijpen in je vlees, want zijn “handjes” met een duim, zijn gemaakt om tegen takken op te klimmen. Bij de souvernier stalletjes koop ik een klein tafelkleed met een bloemmotief van de Ylang Ylang. Ik koop ook een kleine Piroque, die keurig bijeen gebonden is en zo in de koffer past. Thuis moet de outrigger en de mast gemonteerd worden. Dan zie ik een leuk geëmailleerd theekopje met schildpad motieven. Het lijkt me: Made in China, maar toch heel leuk in de kleuren van Madagascar. Zou de rest van deze souveniers ook uit China komen?

We lopen door het andere deel van het dorp. Het is de hele dag al regenachtig dus voor mij wel heerlijk koel. Er zijn hier al wat moderne gebouwen, waaronder een groot nieuw hotel. Jammer als er teveel geknoeid wordt met bouwstijlen, dan gaat de sfeer snel verloren. We gaan wat eten in een restaurantje dat hier al tientallen jaren bestaat. De eigenaar is een hele dikke Fransman en zijn Madagassische vrouw. De pilaartjes van het restaurant zijn beelden van houtsnijwerk.

Na het eten lopen we langzaam terug naar de boot en we varen het hele eiland om totdat we weer bij ons plekkie aankomen. Overal zie ik bebouwing. Vooral bij ieder stukje strand of op rotsen. Het zijn meestal hotels. Van eenvoudige constructies met bladerdakjes tot hele dure, maar wel prachtig in het landschap gebouwd. Het hele eilandje rond zullen er naar schatting wel zo’n honderd hotels zijn. Volgens N. wonen er 2000 inheemse mensen. De gezinnen zijn groot, vooral bij de katholieken. Ik zie bijna geen toeristen want het is laagseizoen. In de Europese zomermaanden zal het hier wel heel druk zijn.

Terug bij ons restaurantje eten we opnieuw krab met rijst. Het zijn mangrove-krabben en ze zijn heel lekker, maar wel lastig om het vlees eruit te krijgen.

Vannacht komt er een storm met heel veel regenbuien. Ik sluit de zijdeur en slaap onder een dubbelgevouwen laken. Gelukkig heeft dit huis een zinken dak dus alles blijft droog in mijn kamer.

De volgende morgen begint het opnieuw heel hard te regenen. Tot het middaguur kan ik alleen een beetje op bed liggen en mijn foto’s bekijken en bewerken.

Ik probeer ook een vogelboek te lezen: Oiseaux des Iles de l’ocean Indien. Madagaskar, Maurice, Reunion, Rodrigues, Seychelles et Comores. Mooi om de plaatjes van die vogels te zien en korte stukken text erbij te lezen. Er zijn 212 inheemse soorten die nergens anders voorkomen. Maar er zijn in deze enorme archipel van eilanden (2000 bij 2000 kilometer) ook weer soorten die alleen op bepaalde eilandjes wel maar niet op de andere eilanden voorkomen. De grote vliegende zeevogels vindt je natuurlijk overal, maar bepaalde insecteneters en soorten die bloemennectar of vruchten eten zijn niet over alle eilanden verspreid. Ook soorten uilen niet. Ik vraag me af hoe dat kan. Zijn deze soorten niet per ongeluk met schepen meegekomen of door een hurricane meegevoerd? En zijn ze misschien vanwege hun geringe aanvangspopulatie door inteelt of door bevruchting met lokale soorten een nieuwe soort geworden? Daar zou Darwin met zijn theorie van natuurlijke selectie en competive advanges nog een snavel-puntje aan kunnen zuigen, toch?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 107
Totaal aantal bezoekers 390178

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: