Vrij.26- zo.28. In en op het water. - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Vrij.26- zo.28. In en op het water. - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Vrij.26- zo.28. In en op het water.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

29 Juli 2019 | Nederland, Nederland

Vrijdag 26 juli. Vanmorgen is de wind Zuidwest en een lichte bries met vlagen wind tot 3 BF. Ik maak bij de caravan twee handgrepen voor de optreklijnen van de motorophanging en rij dan naar het strandje voor de club en loop naar de boot. Ik vaar VAYANA nog een keer naar strandje. Het is nog een uur voor hoogwater. Ik begin er al wat routine in te krijgen en gooi precies op tijd het achteranker tegen de windrichting uit zodat beide rompen mooi haaks op de vloedlijn blijven en ze allebei gelijkmatig droog kunnen vallen. Dan ga ik naar de administratie en betaal de nog openstaande rekeningen van liggeld en lidmaatschap. Ik vind het liggeld veel te duur voor wat ik ervoor krijg en praat erover met de manager maar hij zegt dat zij daar niks aan kunnen doen. Alleen voor anker gaan voor de club zou een aanzienlijke besparing geven maar op dit moment durf ik nog niet een aantal maanden VAYANA zo achter te laten. Dan loop ik door naar de winkel en vraag aan de eigenaar of ik mijn motor nog een keer bij hem mag stallen. Gelukkig mag dat. Ik koop er ook 20 meter dunne nylonlijn van 2 mm dik. Als ik terug ben bij VAYANA is het water precies genoeg gezakt om twee houten stammetjes onder de skeggen te plaatsen. De skeggen beschermen de roeren. Ze staan er net voor en zijn net zo diep. Er staat wel wat wind maar door de ankerkettingen voor en achter heel kort te houden blijft VAYANA toch goed op haar plek liggen. Ik begin aan de achtertrampoline. Daar heb ik een stuk opengesneden slang om de dyneema spanlijn gemaakt als een bescherming van de rand en die ga ik met de 2 mm lijn omwinden want als ik over die rand op en afstap duw ik de slang steeds los. Het is nog een uur werk om die 4 meter slang om de paar centimeter vast te rijgen. Als het klaar is en het water twintig centimeter gezakt is ga ik nog een keer de de waterlijn met schilderstape afplakken want ik wil vooral het midden nog vier centimeter hoger hebben voor als ik boot straks ga beladen met brandstof en water enz. Het water zakt heel traag. Misschien doordat het opgestuwd wordt door de wind die is aangewakkerd en pal in de haven staat. Als het voldoende gezakt is om “comfortabel” onder de achterbeam te kunnen werken haal ik de borglijn voor de motorophanging eruit en ik vijl de gaten door de beamfairing iets groter lijm er beschermingen in en maak de borglijn opnieuw op de lengte die ik hebben wil. Zo dat is eindelijk helemaal goed. Ik heb de borglijn nog iets meer lengte gelaten voor geval ik de motor nog verder moet laten zakken bij grote golven anders wordt de schroef van de motor door de bewegingen steeds boven water getild. Ik ga met de antifoulingverf de nieuwe waterlijn smeren. Ik moet dus steeds onder de trampolines en de beams doorkruipen met in een hand ofwel de rol tape en dan weer de emmer kraanwater en dan weer de pot verf. En dat voor beide rompen. Dit is geen zeilen, dit is boot-camp. Dan is het water voldoende gezakt om op de plekken waar de dollies gestaan hebben het zand weg te graven ( ook weer aan binnenkanten onder de trampolines) en de verf daar schoon te spoelen en er de laatste antifoulingverf op te smeren. Dus weer drie keer kruipen: met de schep, de emmer en de verfpot. Maar ik ben tevreden met het resultaat. Nu miet het drogen tot het water weer opkomt. Dan maak ik de nieuwe handgrepen aan de optreklijnen en borg die handgrepen. Het begint al te schemeren en het water komt alweer op maar ik ga ook de trampolinerand aan de voorkant nog omrijgen met de 2 mm lijn. Dan snel alles opruimen want nu is het echt donker. Ik rij terug naar de camping, ga er douchen met mijn zoute kleren nog aan en scheren, haren wassen en rij dan terug naar de club voor de vrijdagbarbeque. Ik heb mijn beddegoed meegenomen en om half tien stap ik nog net met droge voeten aan boord van VAYANA om daar te gaan slapen.

Zaterdag 27 juli. Vanmorgen wordt ik wakker op VAYANA. Ze ligt weer vast met de boegen op het strand dus ik kan met droge voeten afstappen. Het is half 8 en ik heb met Gordon afgesproken om met zijn catamaran Yapluka te gaan zeilen. Als ik op het parkeerterrein van de club ben komt hij net aanrijden. We lopen naar Yapluka toe en drinken koffie en praten. Waar komt de naam Yapluka vandaan? De vorige eigenaren waren Fransen en Yapluka is een straat-uitdrukking van het franse I’ll a plus ca ? Dat betekent zoiets als: Is er nog meer dan dit? Op het dek van Yapluka blijven onze voetstappen als zwarte sporen achter. Aan de overkant van de haven is een kolenterminal en als de wind van die kant komt waait het kolenstof over de jachthaven en de omringende huizen heen en laat overal een zwarte stoflaag achter. De kolen wordt geëxporteerd naar China en India. Ken en zijn vrouw Sally komen net langsvaren. Ze willen naar Kaapstad varen en vandaar hun nieuwe boot terugvaren naar de Falkland Eilanden. Als de wind zo gunstig blijft als vandaag kunnen ze in 4 dagen naar Kaapstad zeilen. De boot ligt prachtig in het water en vaart heel licht op de motor. We wisselen nog even emailadres uit en dan varen ze door. Goede Vaart ! Na een uurtje maken wij de landvasten los en varen de haven uit. Er staat net genoeg wind om de motoren uit te zetten en we varen onder zeil het grote water op. Heerlijk die ruimte om je heen. Op twee mijl uit de haven bereiken we een plek waar een paar boeitjes liggen. Het stinkt hier enorm. Die boeitjes geven aan dat hier een gebroken rioolpijp ligt die het rioolwater van de stad zo de zee in spoelt. Je wordt er gewoon ziek van de vreselijke lucht en het duurt wel 10 minuten voor we voorbij de misselijk makende stankzone gevaren zijn. Als we ook deze laatste groet van iemand anders’ verdienmodel achter ons hebben gelaten trekt de wind aan en varen we bij 15 knopen windsnelheid met 6 knopen bootsnelheid de zee op. We kijken uit naar walvissen maar zien voorlopig nog niks. Ze migreren vooral langs de 50 meter dieptelijn waar een rif onderwater ligt maar er zijn er ook wel in de haven zelf gezien. We kruisen een aantal malen op in Noordelijke richting tussen de 50 meter dieptelijn en de kust. Intussen eten we wat sandwiches die Gordon heeft meegenomen van huis. Zo’n autopilot is wel heel gemakkelijk. Hij maakt een vislijn klaar en gooit die overboord. Hij gebruikt geen hengel maar een sleeplijn op een rol. De sleeplijn zit vast aan een stuk touw en een elastiek en daarmee aan de boot. Als er een vis het kunstaas zou pakken hoef je boot niet stil te leggen om je hengel te pakken, maar de vis vecht met het elastiek totdat hij het niet meer volhoudt en je hem kunt binnentrekken. Gordon heeft al diverse vissen zo gevangen en de vangstlokaties opgeslagen in zijn kaartplotter. Hij vertelt nog dat hij met iemand anders ging varen die wel een hengel gebruikte en dat man die met hengel en al overboord werd getrokken toen ze een vis aan de lijn kregen. Hij kon de boot wel snel keren maar voordat je iemand weer gevonden hebt ben je toch al een heel eind verder. Met een catamaran iemand uit zee opvissen is gelukkig niet zo moeilijk maar ze moesten de hengel loslaten want de vis dreigde de man onder water te trekken. Tegen de middag doen we een tweede rif in het grootzeil want er is voorspeld dat de wind zal gaan aantrekken tot 25 en 30 knopen. Dat is geen fijne wind om tegenin op te kruisen, maar wel een mooie wind om mee terug te varen op een ruime koers. Ja, daar komt de wind versnelling. We maken eerst nog een slag met halve wind en varen daarbij 8 knopen snelheid. Dan nemen de golven toe en we varen met ruime wind en oplopende golven in de richting van de haven. Nu halen we wel snelheden van 8-9 knopen. Op de 50 meter dieptelijn zien we nu diverse keren walvissen. Je ziet hun adem als een fontein boven de horizon of je ziet ze met hun enorme borstvinnen boven het water zwaaien en op het water slaan. Of je ziet alleen hun rug boven het water uitkomen. Ik maak nog wat foto’s maar zo mooi als van die springende walvissen de vorige keer zijn deze niet. Dan komt er een boven water op minder dan 50 meter van de boot. Dat is wel even schrikken zo’n enorme plons van bruisend water. Het gebeurde net aan de andere kant van de boot dus ik heb alleen nog een foto van het schuimende water, een plek zo groot als de boot zelf. De golven zijn nu inmiddels flink groter geworden en we varen met een lekkere snelheid terug naar de havenmond. Ik denk nog aan Ken en Sally, zij zullen met deze wind in de rug wel een geweldige eerste zeildag hebben met hun lichte en snelle aluminium boot. We halen de vislijn binnen. Dan moeten we even de koers verleggen om te wachten tot een groot vrachtschip naar binnen is en dan varen wij ook het rustige water tussen de havenhoofden in. We strijken de zeilen en varen op de motor de jachthaven in. Met twee motoren die je ook met hun schroefrichting tegen elkaar in kan laten draaien is het aanleggen wel heel gemakkelijk. De boot keert om zijn eigen as. Zo dat was een heerlijke zeiltocht. We ruimen op en spreken af om 7 uur in de bar van de club. Ik loop eerst even naar VAYANA die nog rustig op het strandje ligt en dan rij ik met de auto naar de camping. Andere kleren halen en er is nog even tijd om de nieuwe V-snaren op spanning brengen nu ze ingelopen zijn, want bij het starten hoorde ik ze nog weer piepen. Dan rij ik terug naar de club. We praten aan de bar met Norman, die veel jaren naar Mozambique gevaren is en 8 jaar daar in Vilanculos gewoond heeft en met sportvissers gevaren heeft. Hij raad af om via Inhaca te proberen naar het Noorden door te varen. Het oversteken van de baai van Maputo lukt niet met zuidenwind omdat je dan richting de kust geblazen wordt. Alleen met noordenwind kun je om die kaap heenvaren maar als je dan verder noordelijk door wil varen heb je weer een zuidenwind nodig. Hij vindt dat je moet kiezen: of naar Inhaca en de baai van Maputo of naar het noorden en dan niet de baai van Maputo invaren maar direct door tot aan Zavora. Vanaf Zavora wordt alles veel gemakkelijker te plannen. Ik bedank hem hartelijk. Dan wordt het eten gebracht: een lekkere halve kip met frietjes. Dan haal ik nog wat spullen uit de auto en loop naar VAYANA. Ik kan nog net met droge voeten opstappen en ga dan onderzeil, ja, in de kajuit !

Zondag 28 juli. Vannacht om twaalf uur werd ik wakker. VAYANA drijft. Als ik morgenochtend wil varen moet ik nu van het hoge water gebruik maken om van de strand af te komen. Ik til de ankers op en de boot drijft op de noordoosten wind van het strandje vandaan. 25 meter verder laat ik het voorste anker weer zakken met de 15 meter ketting eraan en ik wacht een half uurtje om er zeker van te zijn dat het anker goed vast zit. Achter mij liggen nog twee jachten voor anker en ik wil natuurlijk niet te dicht bij hen komen. Dan ga ik weer slapen tot ik om half acht wakker wordt. Het is zondagochtend en lekker rustig buiten. Ik wil wegvaren maar ook hier is het water nog te ondiep en alleen met de vaarboom lukt het om VAYANA in beweging te krijgen en haar naar dieper water te te leiden. Dan start ik de motor en vaar de jachthaven binnen naar de steiger. Ik vaar met een ruime boog erin en nu met genoeg ervaring om zelf met een lijn in de hand over te stappen op de steiger en VAYANA vast te leggen zonder hulp. Het gaat perfect. Op het allerlaatste heb ik nog de motor in zijn achteruit gezet met hele lage toeren zodat ik de boot alleen maar vast hoef te houden en ze niet met de boegen tegen de steiger aan duwt. Met de pikhaak vis ik de overige lijnen van de steiger en maak die ook vast. Dan rij ik met de auto naar de camping en ik ga er ontbijt met koffie klaarmaken. Ik haal de auto bijna helemaal leeg en organiseer de spullen daarin. Wat moet er nog terug naar de caravan? Wat kan er naar de boot en wat moet er nog naar de boot? Wat kan er in de auto blijven en wat moet mee naar Nederland ? Om twee uur hou ik op voordat ik te moe wordt en ik rij naar VAYANA en start de motor en vaar het kanaal in. Door de elastieken aan de helmstokken kan ik de roeren loslaten en met langsaam draaiende motor vaart VAYANA rustig tegen de windrichting in en kan ik de zeilen hijsen. Ik voer vol grootzeil en de kleine genua. Dan even keren en de motor kan uit. Ik til de motor nu veel verder omhoog en ik zeil met een leuke snelheid het kanaal uit langs alle aangemeerde jachten. Buiten de jachthaven draait de wind naar een aan-de-windse koers. Er staat op het vrije water een windsnelheid van 15 knopen maar er zijn vlagen nog wat meer. Als ik het open water van de havenmond nader worden de opgestuwde golven steeds steiler en korter. VAYANA is zo licht dat ze niet in de golven duikt maar er vrolijk overheen hobbelt. Ik hoor helemaal geen gebonk van de golven tegen de rompen zoals op Yapluka. Het hobbelt wel maar er is weinig remming en de snelheid recht tegen de golven in blijft zeer goed waardoor je ook prima kan sturen. Net voorbij de laatste boei keer ik om en maak een gijp en vaar dan surfend op volle snelheid met ruime wind terug. Oh wat is dit leuk. Ik ga bij de ingang ban de jachthaven weer overstag en nog een keer terug naar het woelige water van de havenmond. Ik zie Maurice die net komt binnenlopen en mij tegemoet komt varen. Hij staat op het voordek en hij maakt foto’s van VAYANA. De golven in de zijn kort en stijl maar VAYANA danst er lichtvoetig overheen. Het symmetrische ontwerp waarbij de achterkant identiek is aan de voorkant laat hier de voordelen van een gelijkmatige vormverdeling zien. VAYANA tilt haar boeg zeer soepel over de golf in plaats van dat de boeg door de golf heen geduwd wordt doordat het zwaartepunt achterin zou liggen. Het water wordt nauwelijks verstoord, er spat geen water over de boot heen en de golven rollen er onderdoor. Het keren in de stijle golven kost ook weinig moeite, dwars op de golven varen gaat zonder gespetter en met ruime wind is het helemaal een feest om op de golftoppen te varen. De golflengte is bij deze wind en het ondiepe water ook kort dus VAYANA vaart met haar 26 voet op twee golftoppen tegelijk en het lijkt of ze het water nauwelijks raakt. Ook de motor blijft nu veel droger dan voorheen doordat ik die nu hoger kan optrekken. Mooi zo. Volgende keer proberen of ik ook zonder zeilen op de motor zou kunnen varen bij zulke golven. Op het midden van de voorste beam verschijnt ineens een kleine hagedis. Ik maak me zorgen of die ervan afgespoeld zal worden maar ze blijft rustig zitten. Als het water heel dichtbij komt tilt ze haar kop en poten hoog op en kijkt vooruit naar de aanrollende golven. Ook de hagedis is breed en laag gebouwd met een spits voor- en achterlijf. Ook als ik gijp en met hoge snelheid terugvaar blijft ze daar zitten. In de havenmond wil ik nogiets stijlere golven opzoeken en ik ben een beetje bang dat de hagedis er dan afgespoeld zal worden. Dan opeens is ze verdwenen. Ik vaar nog vijf keer heen en weer tussen de ingang van de jachthaven en de havenmond waar de open zee begint tot het bijna begint te schemeren. Dan vaar ik hoog aan de wind zo ver mogelijk de jachthaven in totdat ik alleen nog maar tegen de wind in verder kan op de motor. Die start vlot en ik kan dankzij de elastieken aan de helmstokken ook in het smalle kanaal de boot rechtuit laten varen terwijl ik de zeilen laat zakken. Alles gaat nu veel sneller en gemakkelijker. Ik vaar het zijkanaal in en met een ruime bocht de box in terwijl ik de motor op het laatst even in zijn achteruit zet en zelf op de steiger stap met een springlijn. Ik begrijp nu, geloof ik, waar die naam vandaan komt. Dan leg ik VAYANA weer vast door de andere lijnen met de pikhaak van de steiger op te vissen. Als ik klaar ben komt Debra vragen of ik nog trek heb in Potje. Ze hebben een grote pot met wildvlees gemaakt en veel mensen uitgenodigd. Nou dat komt nu wel helemaal goed uit. Even bij de auto iets warms aantrekken en dan praten en eten we en een biertje bij de buitenbar. “Life can be good.” Als ik om 3 uur s’nachts wakker wordt van windvlagen op het tentdoek van de caravan schrijf ik dit verhaal. Het is nu 10 over vier. Ik ga nog even onder zeil.


  • 29 Juli 2019 - 06:56

    Gaston:

    Het gaat langzamerhand op vakantie lijken op een tropisch eiland. Fijn zo en houwe zo.

    Gaston

    Ik ga 2 aug.naar Canada

  • 29 Juli 2019 - 07:14

    Ineke:

    Eindelijk de vruchten plukken van al je werk. Heel veel plezier komende tijd. Gr. Ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 269
Totaal aantal bezoekers 346327

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: