Zondag 7 en maandag 8 juli - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Zondag 7 en maandag 8 juli - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Zondag 7 en maandag 8 juli

Door: Alfred Daniels.

Blijf op de hoogte en volg Fred

09 Juli 2019 | Nederland, Nederland

Zondag 7 juli. Het is kwart over drie in de middag. Ik lig even op bed te wachten tot de wasmachine klaar is zodat ik weer naar het washok kan rijden om de boel in de droger te doen. Vanmorgen stond ik al vroeg bij de boot want het wordt een warme dag en ik wil de klem voor de boegspriet onderaan de mast gaan zetten. Ik heb definitief besloten om hem aan de mast zelf te bouten en niet aan de voetplaat waar de mast op staat. Als de mast nog een keer naar beneden moet kan ik de 4,5 meter lange boegspriet gebruiken als hefboom. Tot mijn verdriet moet de mast nog een keer naar beneden omdat de tweede hijslijn, voor de voorste zeilen, klem zit achter de voorverstaging. De verstaging zit in de top van de mast met lussen om de mast heen en nu die boel goed op spanning heeft gestaan is die lus zover gezakt dat ie de hijslijn (val) afklemt. Ik zie nog niet hoe ik dat kan oplossen op een andere manier dan door de mast te laten zakken. In de mast klimmen durf ik (nog) niet. Ik wacht ermee totdat ik weet hoe de boegspriet verder gaat worden en of ik daarvoor ook nog andere aanpassingen in de top van de mast moet maken. Vanmorgen ga ik dus eerst de klem op de mast zetten. Ik begin met een bestaande mastdoorvoer eruit te boren: de popnagels eruit te boren. Hopelijk kan ik dan door het gat daarvan met een moer en een sleutel 19 achter de nieuwe bout komen. Dan meet ik de plek uit waar de eerste bout moet komen en ik boor een gat dat ik tot 12 mm opruim. Ik doe Isolatietape op de voet van de klem en om de bout zelf en een kunststof ring onder de moer; dat alles tegen elektrolytische werking tussen aluminium en staal, waardoor aluminium weg zou rotten. Dan zet ik de moer in de kop van de sleutel vast met plakband en wriemel het geheel door de smalle opening tot ik de moer achter het geboorde gat zie zitten. Heel voorzichtig maar het gaat in een keer goed. Het is windstil weer en alleen een paar vissers die meedoen aan de grote viswedstrijd dit weekeind zijn op het water. Dan kan ik me het beste concentreren. Voorlopig laat ik de klem met maar een bout vastzitten. want de onderste bout kan ik helemaal nog niet bij. Ik draai de moer nog niet helemaal strak aan zodat de klem zich op de ronde mast nog een beetje kan zetten naar de boegspriet. Dan zet ik de boegspriet erin en ga net zo lang met de lijnen spannen tot het er goed uitziet. Nu kan ik ook zien hoe hoog het houtblok onder de klem op de voorste beam moet worden. Ook dat ziet er uit zoals ik het oorspronkelijk gedacht en opgemeten had en ik ga dat blok nu op maat zagen en de hoeken en randen afronden. Ik moet nog bedenken hoe ik die klem met dat blok op de voorste beam ga vastzetten zonder dat ik de bovenste lat van die beam teveel verzwak met gaten. Misschien is epoxylijm alleen al genoeg want er hoeft onder normaal gebruik niet zoveel kracht op te staan: de spanlijnen houden de boegspriet op zijn plaats. De boegspriet voelt nu heel stevig aan. Vanaf de steiger kan ik aan de punt van de boegspriet duwen en trekken en de hele boot beweegt mee maar de boegspriet zelf zit geen beweging meer in. Er komt meer wind opzetten maar ik wil toch wel even een zeiltje uitproberen dus ik pak de kleine stormfok. Die kocht ik bij de boot. Hij is gemaakt door North Sails van de top van het grote jachtzeil waarvan zij ook het grootzeil gemaakt hebben. Die twee zeilen zaten al bij de boot toen ik hem kocht. Net als het grootzeil ziet de stormfok er zeer sterk uit met aan alle randen en hoekpunten opgenaaid extra doek en ingenaaide zware zeilogen en bronzen leuvers en een dikke staaldraad in het voorlijk. Voor Europeanen is het onbegrijpelijk dat mensen zoveel werk zouden doen en dan geen nieuw zeildoek zouden gebruiken. Misschien was dacron in die tijd moeilijk verkrijgbaar? Alleen delen van de oorspronkelijke zeilletters hebben ze er nog op laten zitten. Zoiets snap je als Europeaan ook niet. Ze kunnen er nog wel vanaf met wat thinner. De stormfok komt er mooi op te staan: de schoot kan naar de voorste beam geleid worden en daar vastgezet worden aan het oog van de bout van de dolphinstriker. Dat is een heel sterk punt van de boot en als de schoot daar op een katrol gezet kan worden blijft de middenkuip vrij van wildslingerende schoten. Een storm kan een stuk touw in een zweep veranderen en een stuk zeil van maar een vierkante meter is nog steeds heel moeilijk in toom te houden. Het schootoog blijft bij het overstag gaan nog net vrij van de voorstag, en dat is ook goed als je zou willen heven. Dan laat je de boot achteruit drijven met de fok bak en de roeren in de drijfrichting. De boot blijft dan wel uit zichzelf op koers ten opzichte van de golven en de wind en zo kan je een storm uitzitten. Of je dan niet te hard achteruit vaart met zo’n ranke double-ender is nog mijn vraag. Ik heb het nog nooit gedaan en ik ben wel een beetje bang voor storm en hoop het niet mee te maken, maar beter voorbereiden dan dit kan ik nu nog niet bedenken. De wind zet nu door naar BF 4. Dan kan je geen zeil meer hijsen op een boot die aan een steiger vastligt. Ik ga opruimen en naar de camping. Morgen bouten kopen om de klem op de voorbeam op het houtblok vast te zetten. Dan rij ik terug naar de camping en verzamel ik al het wasgoed behalve een short en een T-shirt dat ik aantrek en ik koop twee penningen voor de wasser en de droger in het kampwinkeltje. Ik koop er ook een ijsje en geef het meisje dat de hele dag achter de kassa zit terwijl er op de bijna lege camping toch weinig klanten zullen komen er ook een. “Dank u, uncle, you are the first to do this!” Ook al zijn de meeste zwarte mensen in Afrika laagopgeleid en hun werk is vaak saai, ze spreken wel vier talen. Hier is dat Xosa, Zulu, Afrikaans en Engels. En ze zijn relaxed en blijmoedig, zoals de jonge man die de verlichting bij het washok komt aandoen en erbij loopt te zingen. “You sing good” zeg ik en dat vind ie leuk, want ieder mens wil toch ook “gezien” worden.
Kwart voor vijf. Ik heb het wasgoed zojuist in de droogtrommel gedaan en ben even doorgereden naar de punt van de camping waar een houten platform gebouwd is met uitzicht over de zee. Even kijken hoe windkracht vier er hier uitziet op zee. ...... net als bij ons: witte koppen zijn verspreid zichtbaar op het water, korte golven van een meter hoog. De lucht is dichtgetrokken, maar het regent niet. Het is het soort weer waarbij de zeilers in de kleine catamarans op onze club in Nederland beginnen te twijfelen of ze nog zullen gaan varen en de Dart zeilers trots zijn dat hun beste eigenschappen nu veel waardering krijgen. Als ik met deze wind naar het noorden zou varen zou dat grotendeels halve wind zijn: beetje oploeven - beetje afvallen, spelen met de golven. Dat is precies wat ik in Nederland het vaakste en het liefste doe, want dan kan je zonder veel moeite ook weer terugvaren naar je vertrekpunt en zonder een spinnaker of gennaker te hijsen ga je dan ook nog het hardste. Met deze Tiki van 26 voet kan dit dus heel leuk varen zijn, maar even terugvaren is er niet bij dus alles wat ik kan bedenken moet in een keer goed zijn. Door zijn gewicht en breedte zal deze boot ook geen romp uit het water tillen dus hoe de golven dan tussen de rompen bewegen moet ik nog ervaren. Ik hoop dat het lukt om zelf een beetje droog te blijven. Moet er aan de buitenrand aan de voorzijde ook nog spatzeiljes bij? Ook een klusje voor deze week. Wel een goed zeilpak aantrekken en stevig inpakken met dit weer. Ik heb een anorak en een zuidwester en een gewone losse regenbroek. Ik heb ook een poncho meegenomen uit Nederland. Kan die over de luikopening gespannen worden zodat ik in de romp kan blijven staan of zitten zoals mensen in een kajak? Dan moet er in de hoekpunten van de luikopening misschien een keep gevijld worden om het elastiek op zijn plaats te houden. De luiken in de voordekken moeten ook nog beter dichtgesjord kunnen worden dan ik nu heb. Er zitten al rubbers onder. Een tentje aan de loefromp kan er denk ik wel op blijven staan met deze wind. Uniek die tentjes, ik heb het nog nooit eerder zo gezien. Ze zijn als windkappen vanaf de zijkant, terwijl iedereen een ‘dodger’ maakt, een spreyhood voor water dat van voren komt zoals bij een snelvarende motorboot of een voortploegend kieljacht. De windvaan moet wel werken want je kan zo niet even bij het roer weglopen ook al heb ik een helmstokverlenging van 2.30 m gemaakt. Genoeg voedsel en warm drinken onder handbereik. Waar zou ik dat op deze boot het beste kunnen vastzetten? Ik heb twee thermosflessen gekocht: een voor koffie of thee en een voor dunne pap of soep. Met fruit, rusks en biltong onder handbereik moet je dan een heel eind kunnen komen. Gekookte eieren zijn ook heel goed voor energie en honger. Bij de voorbeam en de achterbeam heb ik het trampolinenet 20cm langer gelaten en als een opbergnet omhoog gezet met een elastiek erin. Is dat voldoende als snelle opbergruimte of moet er nog een waterdichte tas op de trampoline bij als je niet een van de luiken kan openen? Ankers moeten zo klaargelegd zijn dat ik ook bij hoge golven en veel water aan dek gemakkelijk kan ankeren om te overnachten, desnoods op zee in 25 - 35 meter diep water. Moet er nog een breidel aan? Hoelang? Is het rustiger om over de boeg of over de achterkant het anker te hebben? Het is vijf uur, terwijl ik dit schrijf heb ik macaroni gekookt. Broccoli en bloemkool heb ik meegekookt en wat Italiaanse kruiden. Gebakken champignons, drie gebakken eieren, een paar kleine tomaatjes en een hoop olijfolie er overheen. Ik ga in de caravan op bed zittend dit opeten. Het is simpel koken maar ik ben de pure smaken van producten steeds meer gaan waarderen en heb een afkeer gekregen van sausjes uit pakjes of potjes. Vieze smaakjes zijn dat eigenlijk, en als je leest wat er in die sausjes zit !


Maandag 8 juli. Ik besluit me vandaag vooral te concentreren op het klaar maken van de windvaan en begin al tijdens mijn ontbijt met voorbereiden. Dan ga ik naar de receptie want er is precies een maand voorbij sinds hier aankwam en ik moet bijboeken. Wat is de tijd voorbij gevlogen! Als ik het niet had opgeschreven zou ik niet meer kunnen herinneren waar al die tijd aan is opgegaan. Ik reserveer en betaal ook de stalling voor de auto en de caravan tot december. Dan ga ik nog wat e-mailen en daarna loop ik terug naar de caravan. Ik maak een voetplaat voor de windvaan waar hij op moet komen te staan. Dat ding moet heel stevig vast komen te staan, maar de windvaan moet ook met de hand gedraaid kunnen worden naar de windrichting en in die positie vastgeklemd kunnen worden. De lijnen waarmee de windvaan aan de helmstokken trekt mogen dan niet meedraaien. Tenslotte moet de windvaan met de lijnen eraan gemakkelijk losgemaakt kunnen worden en van de voet afgetild kunnen worden en aan de andere romp van de boot op net zo’n voetplaat snel neergezet worden en opnieuw vastgezet in de juiste positie ten opzichte van de wind. Hoe ga ik dat maken? Het denkwerk heeft me al heel wat tijd gekost tussen de andere klussen door. Maar nu ga ik aan de slag. Met de 4 cm gatenzaag in de boormachine zaag ik dikke ringen van een slijtvaste kunststof. Ik geloof dat het Delrin heet. Twee van die ringen op elkaar gestapeld is precies even hoog als de ronde houten bodemplaat van de windvaan. Op die twee ringen leg ik een derde ring van 7 cm. In die derde ring boor ik een gat maar niet in het midden maar zoveel naar de zijkant dat de rand van de grote ring samenvalt met de rand van de andere twee (gestapelde) ringen. Zo maak ik drie van zulke stapeltjes. Ik doe 6mm bouten door ieder stapeltje ringen en zet ze in een driehoeksvorm strak tegen de ronde houten bodem van de windvaan aan. In die positie boor ik 6mm gaten in de voetplaat waar de boutjes doorheen gaan. Nu is de ronde bodem van de windvaan aan drie kanten ingesloten maar kan ie toch nog draaien tussen de 4cm ringen en hij wordt van bovenaf ingesloten door de 7 cm ringen aan de top van ieder stapeltje. Die zijn excentrisch en kunnen met de brede rand over de bodemplaat heen gedraaid worden om de bodem van de windvaan vast te houden. Als ik ze draai met hun smalle rand gelijk aan de rand van de gestapelde kleinere ringen kan ik de windvaan er tussenuit tillen. Een van de bouten vervang ik door een bout met een oog die je met de hand kan vastklemmen of losser draaien. Daarmee kan de windvaan in elke positie ten opzichte van de wind vastgeklemd worden. Als het klaar is rij ik naar de boot om het daar te monteren en uit te proberen. Nevil komt kijken en vindt het wel ingenieus gemaakt maar vraagt zich af of het wel handig is om de windvaan elke keer te verplaatsen naar de loefzijde als je overstag gaat of gijpt. Dat is een goede vraag, maar het verplaatsen is natuurlijk alleen nodig als de lucht uit het zeil de windvaan verstoort en dat zal lang niet zo op alle koersen zo zijn. Als je overstag gaat of gaat gijpen of gewoon van koers gaat veranderen moeten de lijnen van de windvaan toch eerst losgemaakt worden van de helmstokken en nadat je de boot op de nieuwe koers hebt gestuurd moet de windvaan sowieso opnieuw gedraaid worden en weer worden vastgezet. Dus je moet er wel gemakkelijk en veilig bijkunnen. Een alternatief zou zijn om twee windvanen te maken, een op iedere romp. Of nog een hele beam erbij maken op de achterkant van de boot en dan de vaan in het midden daarvan zetten. Dat zou Nevil hebben gedaan. Maar waar moet die achterste beam dan aan de rompen van de boot vastgezet worden? Daar had dan bij de bouw van de rompen voorzieningen voor moeten zijn ingebouwd. Ik zou misschien nog wel de langste van de twee oude beams overlangs kunnen doorzagen om alleen de bovenste boog te gebruiken, maar hoe zet ik die dan vast op de rompen en hoe zet ik de windvaan in het midden erop zodat ie ook nog draaibaar is? Kan ik daar dan ook nog gemakkelijk en veilig bij? Morgen nog eens over denken en de lijnen helemaal klaarmaken tot aan de helmstokken en eerst maar eens kijken hoe moeilijk of gemakkelijk het gaat zoals ik het nu gemaakt heb met op iedere romp een voetplaat aan de binnenkant net naast de helmstok.
Ik rij nog naar de supermarkt en koop er heerlijk fruit bij en twee karbonaadjes die in de koekenpan gaan. Om 10 uur s’avonds wordt ik even wakker en schrijf dit verhaal van de dag.


  • 09 Juli 2019 - 17:42

    Gaston:

    Ha die Fred,

    Wat een verhalen weer, nu begrijp ik ook steeds beter waarom ik de boot heb weg gedaan.
    Zoals wij vroeger al zeiden “ Heb je een boot, wel dan werk je je dood”
    Zo is het,
    Dus neem eens vakantie.
    Veel succes.

    Gaston

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 184
Totaal aantal bezoekers 346468

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: