De week in het kort - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu De week in het kort - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

De week in het kort

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

23 April 2018 | Zuid-Afrika, Johannesburg

Het was een drukke week masr alles is goed gegaan. Wie meer wil weten moet hieronder doorlezen:
Maandag 16 april.
Vanmorgen heb ik het buitenboordmotortje met motorolie gevuld en de schroef erop gemonteerd. Nog een keer passen op de motorsteun. Die scharniert aan de voorkant waar die aan de beam hangt. De achterkant met de motor zakt dan tot de hoogte die nodig is om de schoef in het water te brengen. Ik meet dat de achterkant tussen de dertig en veertig centimeter naar beneden kan en dat de motor dan nog voldoende vertikaal blijft. De bedieningshandel is dan ook nog goed bereikbaar. Ik denk dat het net genoeg is. Van de week de motorsteun eens op de boot monteren en daar uitproberen. Ik leg de motor terug in de caravan. Met een hangslot maak ik hem aan de ankerketting vast. Dan ga ik naar de boot. Ik meet met de passer de V vorm van de romp op de plek waar de wieltjes moeten komen. Deze passer heeft een schroefinstelling dus hij kan niet per ongeluk verschuiven. Zo neem ik hem mee om later de V-vorm van de boot in het karretje te kunnen uitmeten.
Ik hijs het zeil en meet waar de ideale plaats is voor de montage van de kikkers om de hijslijnen aan vast te kunnen zetten. Ik heb drie soorten kikkers bij me: zelfgemaakte houten, witte kunststof en kleine verchoomd koperen. Als ik ze op de beam zet moeten ze heel precies uitgelijnd worden zodat de touwen vrij van elkaar blijven. Er mag ook niks anders per ongeluk vasthaken achter zo’n kikker. Uiteindelijk lijken de kleinere verchroomde kikkers het beste te passen. Ze zijn wat hoger en kunnen met een klein plankje erachter diep in de achterkant van de beam zonder dat er iets uitsteekt. Ik zoek een paar mooie plankjes uit en maak ze op maat en boor de gaatjes heel precies want hier kijk je steeds naar als je vooruit kijkend op de boot zit. Ik neem ze mee in de auto om de plankjes eerst te lakken voordat de kikkers erop gaan. Er staat weinig wind en ik laat het zeil de hele dag in de zon hangen omdat er al een schimmelplek in gekomen was. Of is dit ook van mieren? Dan maak ik nog een plankje van Balau op de voorste beam en lijm die vast. Ik moet er eerst het kleinere plankje voor wegzagen en dat is weer een moeilijk klusje. Maar dit staat beter. Ik ga naar het clubhuis om een wificode te kopen. Een poosje Whatsappen en de emails te doen en mijn nieuwe reisverslagjes plaatsen. Dan ga ik aan de dyneema verstaging werken. Ik heb speciale ogen meegenomen voor aan het einde van de lijnen. Zo kan ik zelfs tijdens het varen de spanning op de verstaging regelen. Het wordt nu een systeem met ‘jufffersblokken’ zoals ze heel vroeger ook gebruikten op de grote zeilschepen. Ik splits de verstagingslijnen mooi met een ‘locksplits’ die ik thuis ook op mijn kleine catamaran gebruikt heb. Dat is supersterk en ziet er prachtig glad uit. Tegen donker hou ik op. Morgen verder. Ik heb na het ontbijt de hele dag nog niks gegeten en het restaurant van de club is op maandagen dicht dus eerst naar de camping terug. Schone kleren aan en daar in het restaurant van de lodge een menu van de dag besteld. Op maandag zal de chefkok wel een vrije dag hebben dus dan neem ik liever iets simpels dat ze misschien gisteren al voorbereid hebben. Pasta met kip en paddestoelen. Het is echt lekker. Heh, ze hebben hier gratis Wifi , dat is mooi. Het terras heeft uitzicht op een duinmeertje, maar het is nu helemaal donker en een maanloze nacht. In mijn rechteroor staat muziek van Adele en in mijn linkeroor klinkt een orkest van een miljoen kikkers. Heel toepasselijk vandaag.
Dinsdag 17 april. Vandaag stond in het teken van veiligheid. Vanmorgen vroeg ben ik begonnen aan de boot. De plankjes met de kikkers erop gelijmd. Als dat morgen goed is uitgehard kan ik voor het eerst het zeil hijsen en dan ook echt goed vastzetten. Het ziet er in ieder geval heel mooi uit. Dan ga ik verder aan de dyneema verstagingen werken. Ik heb aan iedere kant twee dyneema verstagingslijnen gemaakt als zijverstaging. Naar de voorpunt van elke romp ook een dyneema lijn als ondersteuning van de voorverstaging. Daar moet je een cycloon mee kunnen overleven! Maar het belangrijkste voordeel is dat ik iedere verstagingslijn kan loshalen zonder dat de stabiliteit van de mast er minder door wordt. De plaats op de boot waar de lijnen aan vastgemaakt worden (chainplates) bestaan ook lashingslijn. Ook die maak ik allemaal van dyneema en dubbel, zodat het risico van breuk door slijtage of beschadiging van de lijnen nu vrijwel nul is. Tegen de middag zit het er allemaal op. Ik ga even lunchen en naar de winkel op de werf. Daar neem ik de beslissing om een echt lange ankerlijn te laten bezorgen. De dames die daar werken zijn al een paar dagen voor mij bezig om uit te zoeken of de lijn, die zij alleen verkopen met een speciale ketting van Vetus daaraan, ook zonder die ketting besteld kan worden en wat ie dan kost. Met 10 meter van die ketting eraan kost die lijn van 150 meter lengte hier 11000 Rand. Dat is wel heel erg duur: 750 euro. Maar het blijkt dat die ketting gecalibreerd is voor een Vetus ankerlier. De informatie die ik nodig heb is nu binnen. De lijn kan alleen per hele rol van 220 meter besteld worden voor 3000 Rand. Daar kan nog 800 rand bijkomen voor de courier want hij moet uit Kaapstad komen. Bij elkaar dus 270 euro. Het is een achtstrengs dubbel gevlochten nylonlijn van 12 mm dik. Ik heb fotos ervan laten emailen en hij ziet er inderdaad hetzelfde uit als de lijn die hier in de winkel ligt met die ketting. Ik teken het bestelformulier. Opnieuw een relatief dure aankoop dus, maar toch nog heel wat goedkoper dan in Nederland want daar koop je echt zo’n lijn niet voor 1 euro twintig per meter. En dan heb ik wel echt het veiligste dat denkbaar is. Nu nog een kwaliteitsanker zien te vinden en dan kan ik iedere nacht en onder iedere omstandigheid ankeren op 40 - 60 meter diep water en rustig mijn oogjes dichtdoen. ( hoop ik) . De eerder gekochte 100 meter lijn wordt dan mijn backup voor eenvoudig ankerwerk in ondiep water of als tweede anker over de achterkant als er weinig ruimte op de ankerplek is of om de boot met lange lijnen aan de wal vast te binden. Dat laatste wordt wel gedaan wordt om een echt zware storm uit te zitten in een mangrovebos. In Durban hebben ze Rocna ankers te koop weet ik. Ook zo duur, (350 Euro) maar ook het allerbeste. Als ik die ook zou kopen ben ik bij elkaar 1000 euro aan ankergerij kwijt. Dat is voor een kleine boot best wel veel maar met mijn reisplan voor ogen voelt het heel goed aan. Terug bij de boot begin ik de verstagingslijnen op maximale spanning te brengen om de rek uit de lijn te krijgen. Dyneema is een fantastisch materiaal. De vezel zelf is nog dunner dan een zijdedraadje en met het blote oog nauwelijks te zien als het niet zilverkleurig zou glinsteren in het licht. Een lijn van vier milimeter dik bevat dus honderden van die ragfijne draden die gebundeld en gevlochten zijn. Iedere draad heeft van zichzelf geen rek, maar door het vlechtwerk en de splitsen die ik erin gemaakt heb rekt de lijn wel eerst uit voordat ie zijn uiteindelijke lengte bereikt. Hij is dus niet elastisch zoals alle andere lijnen: eenmaal uitgerekt veert ie niet meer terug. Ik pas alle knooptechnieken toe om de zes dyneema lijnen op grote spanning te brengen totdat de rek er echt helemaal uit is. De boot staat nu zo strak dat als ik de achterkant van een romp een paar centimeter optil de boeg van de andere romp evenveel reageert. Hij ‘hangt’ dus nu al aan de verstaging. Dat is voor een boot van deze omvang heel strak. De lijnen staan als snaren en trillen als je ertegen tikt. Mooie test of er niks breekt. Deze vier milimeter dikke lijn heeft een breeksterkte van 1400 kilo. Hij is acht maal zo sterk als een stalen verstagingskabel van dezelfde dikte. Maar dus ook sterk genoeg om met een enkel lijntje tweemaal het gewicht van de boot op te tillen of sterk genoeg om mijn auto aan op te hijsen. Ik ben er nog heel de middag mee bezig. Dan nog even kijken of ik met de helmstokken verder kan. Ik vertrouw de sierogen die aan de achterkant op de punten van de boot zitten niet. Als, om wat voor reden dan ook, de helmstok een centimeter zou zakken zitten die dingen zo in de weg dat het roer niet meer kan draaien. Hoe leuk ze ook staan, ik besluit om ze weg te zagen. Ik laat nog een stukje ervan staan om misschien nog een kleiner oog van te maken of als een soort zadel te gebruiken als ik achteraan de boot nog een kleine beam zou monteren om de automatische stuurinrichting op te kunnen zetten. Dan nog even de zaagsnedes dichtgieten met penetrerende epoxy tegen het binnendringen van water want deze ogen waren gemaakt van multiplex. Jammer dat ze weg zijn, ze stonden juist heel leuk. Maar van ‘leuk’ wil ik geen levensgevaarlijke spijt krijgen. Het is al donker als ik de camping oprij. Ik kook nog even wat penne pasta en drink anderhalve liter groene thee om het vocht aan te vullen. Het is vandaag wel een heerlijke temperatuur geweest. 25-27 graden, weinig wind een milde zon. “De winter is begonnen” zeggen ze hier.
Woendag 18 april. Vanmorgen om zes uur begonnen en nu is het negen uur savonds en het eerste moment van rust. Ik heb de hele dag nodig gehad om aan de helmstokken te werken. En ze zijn nog niet helemaal klaar. Toen de eerste in de lijmtangen zat ben ik de was gaan doen. Ze hebben op de camping wassers en drogers waarvoor je een penning kan kopen. Ik had echt helemaal niets meer schoon. Toen de was in de machine zat ben ik naar de supermarkt gereden voor fruit en vlees en melk. Terug bij de caravan de melk opgedronken en de was in de droogmachine gedaan. Toen de houten delen van de tweede helmstok op maat gezaagd. Ik wilde de was al uit de droger halen maar het bleek dat ik de deur van de machine niet goed gesloten had waardoor die niet gestart was. Dan alsnog en naar de boot gereden. De verstaging stond nog steeds op dezelfde spanning dus de rek is er nu wel uit. Met de verrekijker naar de top van de mast gekeken of de lijnen om de zeilen te hijsen wel helemaal vrij liepen. Dat was niet zo en ook een dyneema voorstag liep niet goed. Fijn dat ik nu iedere lijn los kan maken zonder dat de mast hoeft te zakken. Even puzzelen tot alles vrij liep en de verstaging opnieuw op spanning gebracht. Alle lijnen voeren naar de top van de mast dus het is daarboven wel een bord spagetti. De verstagingslijnen zijn op originele James Wharram stijl met een lus om de mast heen geslagen. Een stopper op de mast voorkomt dat die lussen zakken. Maar ik heb er nog drie extra verstagingslijnen bijgeplaatst dus goed opletten of ze elkaar niet beschadigen. Nu alles op maximale spanning gezet is kan ik dat pas goed zien, maar alleen door de verrekijker. Misschien voordat ik aan een grote zeilreis begin dat ik de mast toch nog een keer laat zakken om dichtbij te onderzoeken of er schuurplekken zijn ontstaan tijdens het proefvaren. Deze mast is nogal zwaar en ik heb nog geen echte maststrijkinrichting behalve een grote paal op de kant waar ik een katrol in heb gehangen. Daarna heb ik de vallijn van het voorzeil doorgeregen want ik had er alleen een dunne hulplijn in laten zitten.
Het wordt donker en ik ga terug naar de camping. Eerst de was uit de machine en teruglopend naar de auto zag het zwembadje er ook zo vredig en koel uit dat ik er maar even ingegaan ben. Nadouchen en terug in de auto naar mijn caravan. Daar de barbeque opgestookt met reststukjes hout die ik van de boot had meegenomen. Het rookt heel hard en het fikt heel hard. Toch maar een laagje houtskool erop. Intussen de tweede helmstok klaargemaakt om te lijmen. Dan de koteletjes erop. Hmm lekker. Ik heb helemaal geen zin in de enorme steaks die ze hier verkopen voor de barbeque. Afrika is een echt vleesland. Een klein stukje is niet te koop; een steak van een pond is al haast niet te vinden. Varkensvlees wordt veel minder gegeten en ook alleen per kilo, kip wordt zelfs verkocht in zakken van tien kilo.
- [ ] Ik ben even naar buiten gelopen. Ik hoor een bushbabie in de boom een heleboel geluidjes maken. Het lijkt wel bijna praten. Maar ik kan hem niet vinden met mijn lampje en nu is ie stil. Ik vervolg mijn verhaal. Na de koteletjes nog maar even doorgewerkt om de tweede helmstok ook in de lijm te zetten. Dan kan ik er morgen mee verder.
- [x] Oh nu vallen er besjes op het dak dus hij zit hier recht boven. Misschien komt ie nog op de lucht van mijn fruit en mijn mueslikoekjes af want ik heb er al een half pak van opgegeten met een paar mandarijntjes. Ik ga het licht uit doen, ook het licht buiten onder de luifel, want het zijn nachtdieren en ze houden niet van licht dat hun gevoelige ogen verblind.

Donderdag 19 april.
Nee hoor, de bushbaby had zeker genoeg te eten in de boom en geen trek in een koekje erbij. Het is regenachtig en winderig weer geworden. Geen weer om aan de boot zelf te werken. Na mijn ontbijt werk ik nog een uurtje aan de helmstokken en dan teken ik een zaagplan uit op de plank waar ik de karretjes van ga maken. Dan een boodschappenlijstje maken en ik rij wel naar de boot om de helmstokken erop te leggen en ook te meten waar ik de wieltjes zou kunnen opbergen als ik ze niet gebruik. Dat gaat gewoon niet lukken met die quadwieltjes. Ze zijn te groot om in de ankerbak op te bergen en ze blijven dan altijd in de kajuit in de weg liggen. Ik besluit om terug te gaan naar mijn oorspronkelijke plan en kleine kunststof wieltjes te gebruiken. Ik blijf nog even in de kajuit van de stuurboordromp liggen en bedenk waar ik meer ventilatie en ook meer uitzicht wil hebben als ik met slecht weer binnen wil slapen of er langer in wil verblijven. Ik begin al aardig aan de kleine ruimte te wennen. Het is er best heel knus en het blank gelakte mahoniehout voelt erg prettig aan. Veel lekkerder dan polyester. En polyester blijft ook lang ruiken, terwijl de epoxy waarmee dit hout van binnen en van buiten is bekleed geurloos is en het is ongevoelig voor chemicalien. In de meeste grotere jachten zijn de kooien kleiner dan wat ik hier heb, want de ruimte boven mijn hoofd wordt uiteindelijk 120 centimeter breed en op het hoogste punt 130 hoog en aan het voeteneind 70 hoog. Hmm, een niet te groot vrouwtje zou er nog wel bijkunnen. Met een goed matrasje eronder. Misschien dat ik thuis zo’n Exped zal kopen en meenemen of toch de schuimmatras die ik in de caravan op het “ balkon” heb liggen smaller maken. Hmm, zou er nog iets van ontluchting onder moeten? Gaatjes boren in de vlondertjes onder de matras? Dan rij ik naar ‘de stad’. Het fijne van Richardsbay is dat het klein is maar wel een enorme variatie aan gespecialiseerde bedrijven dicht bij elkaar heeft zitten. Ik rij eerst even bij Mike langs maar die blijkt een uurtje daarvoor vertrokken. Ze hebben een opgebouwde Landcruiser staan van een klant waar kasten in gemaakt moeten worden. Het is een kolosale opbouw die heel duur is, alles electrisch, maar vooral ook heel zwaar is. Het is een mooie binnenruimte als het dak omhoog staat. Ongeveer even groot als in mijn caravan. Maar hij is zo topzwaar op de auto dat er van off-road rijden niet veel zal overblijven. Nadat ik acht jaar geleden mijn auto kocht heb ik wel drie jaar lang het internet afgezocht in Amerika en Australie waar veel offroad gekampeerd wordt. Ook in Afrika heb ik steeds gekeken of ik er een camperunit op zou maken. In die tijd sliep ik gewoon met een matras in de pickup bak en ik had een tent op de grond erbij. Dat is nog steeds het allerbeste. Ik weet dus inmiddels heel goed hoe ik het zelf zou doen maar ik heb toen toch besloten om een offroadcaravan te maken. Ook omdat er door zo’n camperunit achterop de auto helemaal geen bergruimte overblijft en ook omdat het gewicht op de auto te zwaar wordt. Door mijn keuze voor een caravan heb ik nu de hele laadbak van de pickup als bergruimte beschikbaar en een hele trailerbak van drie meter bij anderhalve meter met veertig centimeter hoogte onder de vouwcaravan. Aan de binnenkant van de caravan onder het bed en op de vloer is ook nog bergruimte. Bovendien heb ik er nog een luifel aan. Dat gewicht staat nu op zijn eigen wielen: vier onafhankelijk geveerde wielen met 1500 kilo eigen draagvermogen. En die opbergruimtes liggen nu ook helemaal vol met offroad uitrusting en met jerrycans en gereedschappen en materialen en spullen die ik nodig heb voor de boot. enz. Ik praat erover met een van de mannen die bij Mike werken. Zijn vader wil ook zo’n ding bouwen. Maar waar laat ie zijn visspullen dan? De camperopbouw gaat zelfs over het dak dus daar kun je ook geen imperiaal meer opzetten. Ik laat hem wat fotos zien van mijn caravan met hefdak. Dan ga ik verder. In hun winkel aan de overkant koop ik een grove schuurband die ik met de hand gebruik om hout vorm te geven. Ze hebben een paar bakken staan met een aanbieding van hardhouten handgreepjes. Dat is net wat ik nog wilde hebben voor op de luiken. 1,5 Rand per stuk. 10 eurocent. Ik koop er acht. Dan rij ik door naar het Boltcentre. Ik koop er vier kleine kunststof wieltjes. En een paar nieuwe ijzerzaagjes en een nieuwe houtzaag en wat roestvrijstalen boutjes en ook handcleaner want daar kan ik epoxyvlekken vrij aardig mee van mijn handen krijgen als het nog vers en kleverig is. Had ik dat maar eerder ontdekt ! Ze hebben ook een rol tape waarop staat dat het honderd maal sterker is dan ductape en zo hard als staal uithard. Eens kijken wat dat voor spul is. Zou het prepreg epoxy zijn? Het is wel duur maar ik koop het voor noodgevallen. Dan rij ik door naar de quad werkplaats en leg de eigenaar uit dat ik afzie van de quadwieltjes en eerst een paar karretjes ga maken met deze kleine wieltjes. Als het niet bevalt kan ik alsnog met de quadwieltjes verder gaan en deze kleine wieltjes aan de achterkant van de boot gebruiken. Dan ga ik door naar de Toyotadealer. Ze kunnen mijn type achterlicht niet vinden in hun catalogus. Een recenter type kost wel meer dan duizend rand. (75 Euro). Ik ga naar een winkel waar ze plasticfolies verkopen. Misschien gewoon een stukje roodtransparante folie eroverheen plakken? Hij kan wel een stukje rood transparant snijden maar adviseert om eerst aan Midas automaterialen te vragen of ze toch niet een hele achterlichtunit voor mij zouden hebben. Ik rij naar Midas, maar ze hebben het niet. Mijn auto is uit 1989, model 1985-1988. Ze adviseren bij A1 autoglas te vragen. Ik heb er weinig geloof in maar ik probeer het. Het is een hindustaanse familie. Ze kijken even naar de auto en komen een minuut later uit het magazijn met het juiste achterlicht tevoorschijn. Ik ben zeer blij verrast. Als je nagaat dat dit model Toyota Hilux al dertig jaar niet meer met deze achterlichten gemaakt wordt: 300 Rand (21 euro) voor de hele unit met lampjes erin. Zeker ook een prijsje in dertig jaar oude Rand. Ik zet hem ter plaatse erop, nog net voor het opnieuw gaat regenen. Ik maak nog een praatje met de dame wiens zoon en kleinzonen deze winkel runnen. Ik zou wel een hele nieuwe laadbak willen hebben want deze is zo zwaar aan het roesten dat het hopeloos is. Ze zegt dat haar zoon ernaar opzoek zal gaan. Ik geef mijn emailadres. Ik ben nu wel moe en hongerig geworden en ga bij de Burgerking een Whopper eten. Met een milkshake in de hand rij ik terug naar de boot, haal de helmstokken op, meet de wieltjes op als ze naast de romp staan en rij tegen donker terug naar de camping. Zo, wat een dag was het. Ik ben er flink moe maar wel voldaan van.
Vannacht begint het weer te regenen. Ik ben ben een paar keer wakker en schrijf dit verhaal.

Vrijdag 20 april. Vanmorgen heeft het tot 12 uur aan een stuk door geregend. Balen. Ik blijf maar bij de caravan en ga de onderbak gedeeltelijk leeghalen en schoonmaken. Ik heb daar twee grote plastic bakken staan vol met smeermiddelen voor de auto en verf van de caravan en onderdelen en extra keukengerij. Wat is het vies geworden. Een blikje smeerolie additief is kapotgebarsten waarschijnlijk door de hitte. In de andere kunststof bak is lekwater gekomen en dat heeft roest veroorzaakt. De halve Kalahariwoestijn aan zand en stof ligt er ook. Ik haal alles eruit en maak een deel schoon en gooi de rest weg. Zo dat geeft ruimte. Pas tegen twaalf uur wordt het droog. Ik neem de zeilen en de schoten mee naar de boot. Er staat bijna geen wind. Ik hijs de voorzeilen een voor een om te kijken waar ik de katrollen voor de bedieningslijnen (schoten) het beste kan plaatsen. De coupe van de zeilen moet optimaal zijn als ze strak staan maar ook als ze wat losser gezet worden en bovendien moeten de lijnen goed toegankelijk zijn en elkaar niet in de weg lopen en ook vastgeklemd kunnen worden. Gelukkig heb ik langs de hele binnenrand van de boot een lat met gaatjes gemonteerd om de trampoline tussen te kunnen spannen. Daaraan kan ik ook de katrollen van de fok vastmaken. Zo kan ik wel de ideale hoek bepalen waardoor het zeil een mooie coupe houdt. Ik span een simpel lijntje als een genuarails. Dan hijs ik de grote halfwinder. Die gaat buiten de zijverstaging om. Ik denk dat het schootblok daarvan precies op de uiteinden van de achterbeam gezet kan worden. Maar loopt de schoot dan nog mooi naar de lier zonder dat hij over de bolling van de beam schuurt? Of zou ik de katrol helemaal achter op de boot kunnen zetten en met een zogenoemde barberhauler de hoek regelen? Kan ik er dan ook hoger mee aan-de-wind zeilen? En als ik de halfwinder ( dubbele Bolle Jan) uitvouw tot een Goosewing? Dat heb ik nooit eerder gedaan maar nu de windrichting er precies goed voor staat kan ik dat mooi uitproberen. Het ziet er fantastisch uit. 40 vierkante meter. Ik voel nu de kracht al. Gelukkig staat er maar heel weinig wind anders kon ik zo recht vooruit het water in als ik de vijf meter stijle helling over kon vliegen. De buren komen kijken naar dit zeil dat zij ook nog nooit eerder gezien hebben want het is een Nederlandse uitvinding. Het is bedoeld om lange afstanden voor de wind te zeilen zoals in de passaatwinden. Het stuurt de boot dan automatisch. Ik ontdek dat ik dit zeil helemaal opengevouwen beter andersom aan de voorstag kan hijsen. Met de leuvers naar achteren toe en ook buiten de twee extra voorstagen om. Dan kan het waarschijnlijk ook bij veel wind nog zonder risico van schuren gevaren worden. Het grootzeil kan naar beneden waardoor er veel ruimte aan dek vrijkomt en het zeil trekt de boot en lift de boeg op zoals een deltawing. Het is een prachtig gezicht om die enorme lap zeil te ontvouwen met zijn mooie kleuren. Als ik het zeil laat zakken glijdt het veilig aan de voorstag naar beneden met de schoten strak. Zou ik het ook zo kunnen reven? Gewoon een stukje laten zakken en een leuver hoger vastbinden? Het is door een persoon veilig te gebruiken en het kan dus nooit onder de boot terecht komen zoals een spinnakerzeil. Bovendien ligt het drukpunt veel lager en het is dus veiliger en met meer wind te zeilen dan een spinnaker. Ideaal zeil als je langdurig voor de wind wil varen, alleen of zonder getrainde bemanning. Wat ben ik blij met deze keuze. Morgen, of als er weer zo weinig noordenwind staat nog eens hijsen en ook goed kijken of er in de top van de mast niks langs elkaar schuurt. Loopt de val niet langs de voorstag? Kan ie beter strakker of beter losser gehesen worden? Hoger of juist lager gespannen? Of moet er een tweede hijslijn bijgemaakt worden? Dan berg ik alles weer op. Eerst verder experimenteren voordat ik gaten ga boren. Ik praat met de vrouw van de man die woensdagmiddag aan zijn heup geopereerd is. Hij heeft heel veel pijn gehad omdat de verpleging hem na de operatie een hele dag lang geen medicatie heeft gegeven. Fout of nalatigheid of geen verantwoordelijkheid? Later dacht ik nog: misschien is die morfine onderling gebruikt of verkocht. Ik ben veel in India geweest en daar leer je hoe mensen ook corrupt kunnen zijn al ligt een ander erdoor te kreperen. Ze heeft zelf ook 25 jaar in een kinderziekenhuis gewerkt en zegt dat het de laatste jaren heel hard achteruit is gegaan. Geen geld voor opleidingen en ook niet voor onderhoud van de gebouwen. Net als het openbaar onderwijs gaat het ook met de staatsgezondheidszorg achteruit. Vroeger was ZuidAfrika daar juist heel goed in. Wel is per 1 april de VAT belasting verhoogd. (BTW). Dan is het bijna donker en ik pak snel alles weer in en ga een T-bone steak met frietjes eten op de vrijdagavond clubbarbeque. Dan naar de camping terug. Weer een hele dag bezig geweest, maar alles heeft toch zijn tijd nodig en sneller dan dit kan ik het niet.
Zaterdag 21 april. De zaterdag begon met zeer heet weer. Ik ben de ochtend bij de caravan in de schaduw gebleven en heb de helmstokken geschuurd en in de lak gezet. Ik gebruik nu Owatrol als eerste laag. Het is een ietswat plakkerig blijvende substantie die zeer geschikt zou zijn om diep in het hout te dringen en rot en schimmels te voorkomen. Het kan ook op staal gebruikt worden en stuit het dan luchtdicht af tegen roesten. Het vormt ook een uitstekende hechtlaag voor volgende laksoorten en kan ook als verdunner door lak gemengd worden waarbij het de verf niet verschraald zoals uitdampende terpentine dat wel doet. Ik ben benieuwd. Het is nog een flinke klus. Dan haal ik de compressor tevoorschijn en pomp de nieuwe wieltjes op tot drie bar. Een van de neuswieltjes van de caravan is ook kapot en Ik haal het binnenbandje eruit. Ik heb uit nederland een ander binnenbandje meegenomen en die gaat er nu in. Nog een rotklusje met zo’n klein wieltje. Ook die op drie bar gepompt. Dat is een paar seconden voor deze compressor. Er zit in zo’n wieltje maar zo weinig lucht als je de drukmeter erop zet ben je al een halve bar kwijt. Dan ga ik lekker lang douchen en scheren en haren wassen en een half uurtje uitpuffen op het veldbed buiten. Ik begin honger te krijgen. Ik rij naar het winkelcentrum en haal eerst bij het benzinestation vijf liter benzine voor de buitenboordmotor. Een Euro per liter. Daar kan mijn motortje vijf uur op draaien. Dan ga ik bij KFC ernaast een paar lekkere stukjes kip eten. Even bij de airco wachten tot het wat koeler wordt en dan rij ik naar de boot. Het is precies goed om nog wat schilderwerk te doen. Allerlei plekjes op de dekranden en de luiken die ik de vorige keer in de haast had overgeslagen of die nu al beschadigd waren of die wel een extra laagje kunnen gebruiken. De blanke UV Clear die ik op de beams had gedaan op aanraden van de leverancier begint al hier en daar los te laten. Drie maanden zelfs onder het schaduwdoek dat ik over de boot had! Andrew had gezegd dat alleen de tweecomponenten autolak bestendig is tegen deze zon. Misschien moet ik de mooie houten beams dan uiteindelijk toch in kleurlak gaan zetten. Jammer hoor. Maar eerst nog proberen hoe de Owatrol zich houdt op de helmstokken. De vrouw van de man die een andere heup heeft gehad zegt dat haar man het veel beter maakt en alweer staat. Gelukkig maar. Iedereen zou toch ook flink bang zijn voor zo’n grote ingreep in je lichaam. Dan wordt ik aangevallen door de muggen en hou snel op met schilderen. Terug naar de caravan en vanavond even internetten in het restaurantje. Dat is daar gratis dus voor het verschil van een euro met internet op de club kan ik hier beter een biertje gaan drinken of nog iets kleins eten. Het worden uiteindelijk twee biertjes en een menu van de dag. Maar de website om mijn verhaal te plaatsen is wegens onderhoud onbereikbaar.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 329
Totaal aantal bezoekers 346468

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: