Vleermuizen, hyena’s, leeuwen en olifanten - Reisverslag uit Richards Bay, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Vleermuizen, hyena’s, leeuwen en olifanten - Reisverslag uit Richards Bay, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Vleermuizen, hyena’s, leeuwen en olifanten

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

28 Januari 2023 | Zuid-Afrika, Richards Bay

Vanmorgen ben ik om vier uur klaarwakker. Het is nog heel stil en donker, maar vijf minuten later hoor ik dat diverse buren ook wakker geworden zijn. Ik zet koffie en snij een paar boterhammen van een roggebrood. Pittige kaas op de ene en marmelade op de andere. Ik heb hier steeds trek in sterke smaken, geen idee waardoor dat komt. Terwijl ik bezig ben vliegen er vleermuizen om mij heen. Ze komen heel dichtbij, ik voel de wind van hun vleugels. Het zijn er misschien vijf. Ik zie ze nauwelijks omdat het nog zo donker is. Nou, ik hoef nu niet bang te zijn voor muggen. Er vliegt er zelfs één de auto in, maar hij raakt niks. Wat kunnen die goed vliegen. Kwart over vier hoor ik al diverse auto’s starten en wegrijden. Ikzelf rij om vijf uur weg. Ik hoor dat het poorthek om half vijf opengaat en s’avonds om half zeven gesloten wordt. Het wisselt per seizoen. Meteen buiten de poort zie ik drie volwassen hyena’s op de weg lopen. De auto’s blijven rustig achter hen. Na een paar honderd meter gaan de hyena’s de bosjes in en ik zie ze meteen niet meer. Ik rij heel langzaam verder en een kilometer verderop zie ik twee jonge hyena’s uit een holkomen dat half onder de weg is gegraven. “Goeiemorgen kleintjes”. Ze blijven rustig op een paar meter van mij in de berm, totdat ik wat foto’s gemaakt heb. Zoals veel roofdieren hebben ze schattige koppies met lieve ogen, maar als ze een prooi zien kan hun gezicht ineens veranderen en hun ogen kunnen vuur schieten of zelfs gemeen kijken. Een paar kilometer verderop zie ik een flinke groep giraffen die grazen in de bomen. Wat een prachtige dieren zijn dat toch. Nog verder rijden wel tien auto’s heel langzaam. Er lopen drie grote mannetjes leeuwen op de weg. Ik krijg geen kans om een goede foto te maken, want ik kan niet stilstaan en ik kan ook niet recht vooruit fotograferen, zelf al heb ik smalle en goed wegdraaibare spiegels. Ze verdwijnen links in de begroeiing en lopen strak door zodat ik ze alleen nog in de verte kan zien. Ik rij snel iets verder vooruit en maak dan toch nog een paar foto’s. Van andere mensen hoor ik dat er ook nog vijf of zes vrouwtjes bij waren. Drie volwassen mannetjes bij elkaar zijn meestal broers die samenwerken om een andere troep over te nemen of zich te verdedigen tegen groepen rivaliserende mannetjes. Het doet me denken aan het World Economic Forum: Kartelvorming. Zoveel leeuwen moeten heel wat eten. Ik denk dat ze op pad zijn naar een kudde buffels. De impala’s die ik verderop tegenkom zullen te klein en te snel voor hen zijn. Of zoudenze achter de Giraffen zijn aangegaan? Met deze manier van fotograferen en observeren zie je altijd maar momenten uit hun leven. Ik ben een groot voorstander van lange termijn onderzoek. Maar in de dichte begroeiing hier is het niet mogelijk om het leven van deze dieren langere tijd te volgen. De BBC bijvoorbeeld deed dat wel, maar dan in de open vlakten van de Serengeti of in het priveeterrein van de Masai Mara of in Botswana. Zij hadden ooit 200 cameramensen in de Masai Mara. Hier kun je niet anders dan op de wegen blijven. Ik zie nog een slang op het zandpad: een Python. Ik denk anderhalve meter lang. Hij ligt kaarsrecht gestrekt en ik denk eerst dat ie misschien dood is. Hij blijft still liggen totdat ik naar mijn camera grijp en schiet er dan ineens vandoor.

Dan kom ik bij een grote brug over de Sabie-rivier. De brede rivier is nu grotendeels een zanderige bedding met een stroom water in het midden. Maar er staan bordjes hoe ver het water in bijvoorbeeld in het jaar 2000 kwam. Tjonge wat zal dat een massa water geweest zijn. In het noorden van Kruger zijn toen diverse Kampen totaal onder het water verdwenen. Terwijl ik op de brug stil sta komt er een toeristenauto tegemoet. De chauffeur vertelt dat er op de andere oever leeuwen op de gravelweg lopen. Als ik daar aankom blijken ze al de rivierbedding ingelopen. Ik zie alleen nog wat staarten in de verte. Ik rij terug naar de brug, maar ook van die afstand is het te ver om de leeuwen nog te zien. Ik zie aan de andere kant wel een paar olifanten de zandbedding oplopen om bij het water te komen. Dan rij ik via de andere oever terug richting Skukuza. Er is een zandweg als extra parallel pad. Het heet MaroelaPad. Maroela is een vruchtboom die inheems is in zuidelijk Afrika. Veel dieren zijn er dol op en olifanten eten er zoveel van dat ze dronken worden. Ik had al talloze hopen olifanten poep op de wegen gezien waar veel zaden van de Maroela inzaten. Dus ik rij dat zandpad op en jahoor ik zie tweemaal groepjes olifanten. Ze kijken wat suf en onverschillig zodat ik prachtige foto’s kan maken.

Dan rij ik door naar Skukuza, want het wordt veel te heet. Ik koop een grote zak ijsklontjes en terwijl die smelt drink ik steeds bekers ijswater, met een beetje gin en een wat marmelade erin voor de smaak. Toch eens een fles Amaroela likeur kopen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 307
Totaal aantal bezoekers 345367

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: