De week in zeven dagen - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu De week in zeven dagen - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

De week in zeven dagen

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

06 April 2018 | Zuid-Afrika, Johannesburg

Maandag, Na de regen van gisteren is het vanmorgen lekkker koel. De meeste kampeerders gaan alweer inpakken en naar huis. Het paasweekeinde is voorbij. Ze waren gekomen voor de zeilwedstijd of voor de viswedstrijd. Ik maak een wandeling over het terrein van de jachtclub en kom dan Martin tegen. Hij heeft net afscheid genomen van zijn zeilmaten die de boot gaan terugvaren naar Durban. Hijzelf gaat met de vader van de eigenaar terug naar Johannesburg. Het is nu prachtig zeilweer. Met noordoosten wind zullen ze wel een mooie zeildag hebben dus het is even moeilijk om ze te zien vertrekken en zelf niet mee te kunnen. We praten nog wat en dan nemen wij ook afscheid. Ik ga naar mijn boot, maak nog twee blokken op maat en lijm ze met epoxylijm vast. Dan zie ik dat de winkel open is en ik koop andere bouten voor de lier ik moet ze nog iets inkorten en dan kan ik de lier op z’n plaats zetten en vastbouten. In de winkel heb ik ook nog naar ankers en ankerlijnen gekeken. Het is moeilijk in te schatten wat ik nodig heb. De boot is licht en heeft door zijn vorm heel weinig weerstand in het water. Ook de opbouw is laag en zeer gestroomlijnd zodat de wind er zelfs bij zware storm weinig greep op kan krijgen. Dat maakt deze boot juist zo zeewaardig. Maar ik ga ervan uit dat ik alleen zal zijn en elke nacht zal ankeren voordat ik weer verder ga varen. Om uit de branding te kunnen blijven wil ik in zo diep mogelijk water kunnen ankeren. Dan heb je een lange ankerlijn nodig, 150 of zelfs 200 meter lijn om op 30 -50 meter diepte te kunnen ankeren. Ook onder de moeilijkste omstandigheden is mijn anker het laatste redmiddel. Daar zouden alle bootbezitters vanuit moeten gaan want je weet nooit hoe jezelf en je bemanning eraan toe is als het echt moeilijk wordt. Maar een anker moet ook nog op spierkracht binnengehaald kunnen worden want ik heb geen electrische ankerwinch. In de winkel zijn vier soorten ankers te koop in een verscheidenheid aan gewichten en drie soorten ankerlijnen van verschillend materiaal en dikte en lengte. Ik denk dat de lijnen allemaal wel sterk genoeg zijn maar kun je ze ook met de hand naar binnenhalen? Heb je er goed grip op? En je moet het gewicht in de boot ook meezeulen. Als ik uitga van 150 meter lijn en 10 meter kettingvoorloop is de goedkoopste lijn 10 mm driestrengs geslagen polypropyleen. Met een (roestvrijstalen?) ketting van 10 meter kost ie zo’n 180 Euro. Wil ik wel roestvrijstaal? Roestvrij stalen ketting is schoner en duurder maar niet zo betrouwbaar als gegalvaniseerd. De duurste lijn die ze verkopen is 12 mm dubbel gevlochten met een gegalvaniseerde ketting. Hij kost 700 euro. Maar hoe dikker (en ruwer) de lijn hoe meer de stroming er vat op kan krijgen en misschien wordt die weerstand van de lijn wel een grotere trekkracht dan de boot zelf. Het is moeilijk om te weten wat het beste compromis is. Een gietijzeren Bruce anker van 7,5 kilo kost 45 euro. Eerst nog maar wat meer advies vragen over wat een veilige ankerdiepte in deze wateren voor mij is. Zijn er. Ov betere ankers? Heb ik twee ankers nodig? Zou er ook niet iets tweedehands te koop zijn? Ik heb nog wel tijd want ik ga nog niet weg.
Smiddags ga ik eten in het curry restaurantje. Daarna zondagmiddag rust houden met een tijdschrift uit 1985 dat ik van Dave geleend heb. Het is een uitgave van het ontwerpteam van deze catamarans: The Sea People. Veel verhalen van mensen die grote of bijzondere reizen met deze Wharram catamarans gemaakt hebben. Op de voorpagina een foto van Henk van de Velde in zijn Oro, waarmee hij rond de wereld is gevaren. Dat is het soort avontuur dat mij totaal niet trekt. Dat doe je echt voor de persoonlijke prestatie en ik heb helemaal niet het gevoel dat ik mezelf moet bewijzen dat ik zoiets kan. Ik hou van rustig op het tempo van de natuur een oorspronkelijk gebied verkennen, kijken hoe de lokale bevolking leeft en met ze praten. Kijken hoe de visjes onderwater leven en de vogels en de andere dieren als ze geen angst voor mensen hebben. Rustig kunnen drijven en meevaren met de zeeschildpadden, de dolfijnen en de walvissen; observeren hoe het leven zijn eigen gang gaat. Omdat mensen altijd veel te druk bezig zijn met andere dingen doe ik dat liever op mezelf, met mijn eigen boot of auto of te voet zodat ik mij kan aanpassen aan het tempo van de omgeving. Dat is toch heel iets anders dan aan iedereen te laten zien dat je de natuur kunt overwinnen of de snelste bent of de enigste die iets kan.
Vandaag rustig aan begonnen met het opruimen en indelen van de caravan. Nog meer bootspullen erbij. Alle opbergplekken zijn nu barstensvol en er staan tassen op de grond. Het is een bijzonder hete dag, nog geen sprake van een begin van de winter hier. Om twaalf uur ben ik terug bij Mike. De blokjes liggen keurig gemaakt klaar, alleen hebben ze zich vergist en van vier stuks van 60 bij 10 milimeter gedacht dat ik er latten van 2 meter zeventig van wilde hebben in plaats van de 27 centimeter lengte die ik wilde. Ik denk snel na of ik er iets mee kan en besluit dan om ze wel zo te kopen. Ik kan die lange latten alleen vervoeren met de achterklep open en dus stel ik mijn voorgenomen bezoek aan het grote winkelcentrum met de vodafoonwinkel nog maar even uit. Dus nog geen internet nu. Eerst een hamburgertje en een milkshake bij de Burgerking en dan terug naar de jachtwerf. Ik praat er met Dave die mij zo goed geholpen had toen ik net lid van deze club was geworden. Ik praat ook met Andrew en zijn vriendin, ze zijn net terug van delivery van een jacht naar Cape Town. Dan ga ik passen waar ik de blokjes ook alweer voor had opgemeten. Het is nu veel te heet om eraan te gaan werken dus ik loop terug, drink onderweg nog een biertje met de werfbaas, ga gedag zeggen aan de mensen die in de winkel werken en loop dan terug naar de camping. Ik ga eerst douchen om af te koelen. Dan mijn werkkleren aan en ik haal een roodbruine lijn uit de bagage die ik uit Nederland had meegenomen. Even passen of ik die ook kan gebruiken voor de roeren. Bij de boot aangekomen zie ik een flink nest rode mieren onder het toegangsluik van de linkerromp. Als het luik opendoe valt er stuk met eieren en larven naar beneden. Morgen dan maar een mierenlokdoos gaan kopen. Met de meegenomen lijn ga ik de roeren aan de rompen lashen. Er zitten rijen gaatjes in de romp van de boot en daartegenover eenzelfde rij gaatjes in de voorzijde van het roer. Een lijn wordt daar kruislings doorheen geregen als een veter van een sportschoen totdat het een soort scharnier vormt. Even simple als briljant. Roerophanging is altijd een zwak punt bij boten en deze oplossing is onverwoestbaar en kost bijna niks en weegt bijna niks. De lijn schuurt niet en maakt geen geluid. Weer mijn petje af voor James Wharram en Hanneke Boon, de ontwerpers. De vijfmilimeter lijn gaat met moeite door de gaatjes want die zijn kleiner geworden door de laklagen. Ik moet de lijn flink aan de punten uitdunnen en met sterke duc-tape een harde punt eraan maken als een rijgnaald. Met siliconen smeerolie op de lijn en een combinatietang trek ik hem met veel inspanning erdoorheen. Het wordt al behoorlijk donker en ik heb pas vier van de zes lashings gedaan. Voor de ondersten moet er eerst antifouling op de roerbladen. Dat is de zwarte verf die aangroei van algen en wieren tegengaat. Ik ben moe en bezweet. Terug naar de camping, weer douchen en dan maar in het airconditioned clubhuis restaurant een biertje en een halve kip met frietjes besteld: samen vijf euro. In het restaurant schuift Roland aan. Hij is scheepsmakelaar en was zelf aan het werk om een leuke trimaran klaar te maken die hij net verkocht heeft. We eten en praten en dan is het tijd om terug naar de caravan te gaan. Banaantje voor toe en op mijn bed liggend schrijf ik mijn verhaal van deze dag.
Vrijdag.
Ik ga eerst maar de supermarkt voor een antimierenlokdoos en talkpoeder voor mijzelf om lekker te kunnen slapen nu het nog zo kleffig warm is. Een paar keukenrollen voor vieze klusjes en ik koop ook zonnebrandcreme en aftersun. Dan zoek ik de antifoulingverf op en ga naar de boot. Ik smeer een eerste laag op de roeren en meteen een tweede laag op de skeg waar het onderste deel van het roer aan vastgemaakt moet worden. Als het roer eenmaal strak eraan zit kan je daar niet zo goed meer bij. Tussen de middag even zelf koken want het gisteren gekochte groente en fruit kunnen niet te lang zonder koelkast in deze warmte goedblijven. Het is weer een snikhete dag. In de namiddag smeer ik een tweede laag antifoulingverf op de roertjes. Ik pas ook de lier op zijn plek maar die blijkt niet meer te draaien als ik zeskant moeren of zeskantboutjes gebruik. Er moeten per se bouten met verzonken kop gebruikt worden en die heb ik niet op voorraad. De winkel is dicht vanwege goede vrijdag. Later dan maar. Ik ga voor de tweede keer vandaag onder de douche zo warm is het nog. Vrijdagavond is barbequeavond op de club. Met een biertje aan de bar wacht ik totdat mijn T-bone steak klaar is. Ik raak in gesprek met een man die Nederlander blijkt te zijn. Hij heeft op een ZuidAfrikaanse zeilboot meegedaan aan de Inhaca race. Dat is een jaarlijkse zeilrace die vanuit onze club georganiseerd wordt. Het gaat over 220 zeemijl van het Inhaca eiland voor de kust van Mozambique terug naar Richardsbay. Zij waren als eeste gefinished, dus dan is het lekker aan de bar wachten op de andere boten. Onderweg naar het startgebied Inhaca island hadden ze wel slecht weer gehad met een zuidwester van veertig knopen wind. Omdat ze in het grootzeil maar een rif konden zetten moesten ze voortdurend het zeil te los varen waardoor dit scheurde en de zeillatten braken. Gelukkig was dit het oude reservezeil en hadden ze voor de race zelf een nieuw grootzeil bij zich. Tijdens de race hadden ze eerst een paar uur geen wind en was het dus snikheet, maar daarna swol de wind aan tot een 28 knoop: 5 beaufort. Met drie goede stuurmannen aan boord konden ze twee uur op - vier uur af. Ook konden ze een gedeelte met de spinnaker op varen. Alleen de laatste paar uur draaide de wind weer naar het zuidwesten. Dat maakt wel voor een snelle tijd, want de boten die dan achter liggen moeten veel langer tegen de wind opboxen. Ik ga hetzelfde stuk varen naar Inhaca toe, maar omdat ik niet aan een race meedoe wacht ik de beste omstandigheden af. Ik hoop onder gunstige omstandigheden net zo snel of sneller te kunnen varen dan zij onder deze omstandigheden gedaan hebben. Hun topsnelheid was zestien knopen per uur geweest en dat zal ook ongeveer wel de topsnelheid van mijn boot zijn. Mijn catamaranvrienden weten wel hoe snel een lichte catamaran kan zijn in vergelijking met een kielboot, zeker met een gennaker of halfwinder erop. Ik ben heel benieuwd. Martin blijkt een hele ervaren zeezeiler te zijn en we praten nog een paar uur door. Hij werkt op een project in Johannesburg voor twee jaar, maar hij woont in Rijswijk dus we wisselen adressen uit. De eigenaar van de winnende boot en de rest van de crew komt er ook bijstaan en we praten nog wat na over de race.
Zaterdag begint regenachtig en iets koeler. Ik koop voor de onderste lashings van de roeren een zwarte lijn. Dat past mooi bij de kleur van de zwarte antifouling verf. Om alles goed in te rijgen en zo strak te krijgen dat er maar twee milimeter ruimte tussen het roer en de boot overblijft is nog een flinke klus. Maar het komt goed en de ruimte is veel kleiner dan met een roestvrijstalen roerbeslag mogelijk is. Omdat het roer niet aan een platte spiegel hangt maar aan een skeg onderwater is het heel belangrijk dat die opening zo klein mogelijk is. Dat komt de snelheid van de boot ten goede. Het ziet er perfect uit. Dan ga ik de helmstokken passen. Ik heb ze vorig jaar al gemaakt. Ieder roer heeft een gebogen helmstok van tweemeter veertig lang verbonden met een crossbar. Het idee dat de hele achterdekjes worden ingenomen door die helmstokken vind ik niet zo fijn. Voor de krachtoverbrenging op die roeren is het ook niet nodig dat de helmstokken zo lang zijn, hoewel iedere catamaranzeiler wel weet dat je de krachten op roeren als je in een brandingsgolf terecht zou komen niet moet onderschatten. Hmmm ik kan wel iets anders bedenken met een centrale helmstok, maar kom ik dan niet in de weg te zitten met de grootschoot overloop en de lier? Dat idee kan ik beter uitproberen in mijn testperiode. Ik ga een lekkere muttoncurry eten bij het hindustaanse restaurantje aan de tweede haven. ( 3,5 euro) Als ik net klaar ben gaat het regenen. En flink ook. Dan terug naar de caravan. Ik zet een flinke pot groene thee en ik val een uurtje in slaap en schrijf dan nog mijn verhaal van gisteren en vandaag terwijl de regen blijft stromen. Nu is het negen uur. Buiten klinkt nu muziek en feestgejoel want het is paasweekeind en de camping zit vol. Het is nu net weer droog geworden. S’nachts om twee uur wordt ik wakker van het geluid van zware dieselmotoren. Nu al meer dan een uur lang hoor ik enorme treinen in de verte. Vijf al minstens. Richardsbay is een belangrijke haven voor grondstoffen uit mijnbouw van geheel zuid en midden Afrika. Erts en kolen en salpeter om springstoffen voor de mijnen te maken. Al eerder zag ik op de snelweg enorm veel zwaar vrachtverkeer. Bulkcarriers zoals ik ze Europa nog niet gezien had op de weg, die zelfs duizenden kilometers doorrijden tot in oostelijk Congo, een week rijden verder in dit enorme continent. In Richardsbay zelf staat een grote aluminiumsmelterij. Aan de zwarte roet te zien is ie kolengestookt. Schepen in de haven voeren de mijnbouwproducten verder. Nee, deze jongens zijn niet bezig met een klein zeilbootje.
In de ochtenduren haal ik mijn spulletjes voor de boot tevoorschijn om me te herinneren wat ik had en waar ik alles gelegd had. Om elf uur ben ik in de stad en ga eerst wat eten in de foodcorner van de supermarkt. Dan om half twaalf naar de opticien. Ik had in Nederland in de kringloopwinkel een Gucci zonnebril gezien die me zo goed stond dat ik hem ondanks de forse prijs van 40 euro toch gekocht heb. Nu wil ik er zelfkleurende glazen op sterkte in hebben. Duurder dan in Nederland zal dat toch niet zijn. De oogmeting is heel uitgebreid, allerlei testjes die ik niet eerder gehad heb. De nieuwe glazen geven nog iets meer scherpte dan ik had met de glazen in mijn andere bril. Die andere bril is nu vijf jaar oud maar hij heeft flink te lijden gehad van dat werk aan de boot. Verf en epoxylijmvlekken op het montuur en hier en daar een krasje op het glas. De nieuwe bril wil ik voor netjes houden. Ik hoop dat dat gaat lukken! De glazen van de hoogste kwaliteit zelfkleurend glas gaan toch nog wel 300 euro kosten, maar als ik mij goed herinner was ik dat in Nederland ook kwijt voor de niet-kleurende glazen die ik had. Ik besluit er toch voor te gaan. Volgende week klaar. Dan rij ik naar de verfhandel waar ik een halve liter rode verf bijkoop. Eerste kwaliteit autolak tweecomponenten: 4,5 euro en een paar euro erbij voor de hardercomponent. Alle lak is absurd duur in Nederland, maar autolak helemaal. Ik heb nooit begrepen waarom een potje vloeibare plastic duuder zou moeten zijn dan een zeer ingewikkelt product van een gelijk gewicht aan plastic. Bij het Boltcentre koop ik een paar massief nylon wieltjes voor een surfboardkarretje dat ik heb meegenomen. Ik meet er ook de maten van beschikbare wielen als ik nog een dolly zou willen maken om de catamaran zelfstandig in en uit het water te kunnen halen. De asmaten zijn toch weer heel anders dan van wielen die in Nederland te koop zijn. De prijzen kopen uiteen van 15 tot 25 Euro per wiel. De grotere wielen van kruiwagenformaat zijn er alleen met een metalen velg die er zeer roestgevoelig uitziet. De kleinere wieltjes met kunststof velg en opblaas rubberbandje zien er wel heel goed uit met een binnenbandje en ze hebben een soort metalen pennen als lagertjes ingebouwd. Ze kosten vijftien euro per stuk. Maar hoe kom ik aan assen. En zou ik onder iedere romp een karretje met twee of met vier van die wieltjes moeten maken. Moet er dan ook nog iets met een wieltje onder de achterkant voor steun? Hmm dat wordt nog een heel gedoe. Terug bij de caravan vijl ik de asmaat van de nylon wieltjes op tot de benodigde 21 mm want die was maar 19mm. Dat karretje is bedoeld voor mijn “bijbootje” een opblaasbaar megagroot surfboard, dat ik op de Hiswa heb gekocht en al meegenomen heb: een SUP stand up peddleboard.
Dan monteer ik beugeltjes op de boot om de katrollen voor de hijslijnen van de zeilen aan vast te kunnen maken. Gelukkig hebben ze in de winkel bij de werf veel soorten roestvrijstalen schroeven, want ieder klusje heeft zijn eigen bevestigingsmateriaal nodig. Als ik klaar ben maak ik nog een praatje met Andrew, die zich staat te wassen aan de kraan die bestemd is om vis schoon te maken. Ik vraag of hij niet te lang op zee is geweest dat hij zich nu begint te identificeren met de vissen. Dat vind ie wel grappig. Hij komt nog even kijken bij de blokken waarmee ik op zijn aanraden de uiteinden van de beams heb versterkt en hij biedt aan om voor te doen hoe een touwlashing eruit moet gaan zien. Dat komt van de week wel als ik er klaar voor ben. Ik ga terug maar de camping en douchen en dan in de kantine wat eten. Ik maak nog een praatje hier en daar en ga vroeg naar bed om mijn verhaal te schrijven.
Woendag. Vandaag is het voor het eerst een halve dag bladstil weer. Het water in de baai spiegelt echt. Er hangt een sluierbewolking die verkoeling geeft, maar als de zon om tien uur toch doorbreekt wordt het wel weer erg warm. Na mijn ontbijt heb ik allebei de motorophangingen geschuurd en ook de letters T i K i die ik van hout thuis gemaakt heb in tweevoud door ze uit te zagen met een figuurzaag. Eerst nog even een paar kleine reparaties in de motorophangingen vullen met epoxy. Wat hebben die dingen al veel tijd gekost om ze te maken. Het zijn een soort schuitjes die onderaan de mastbeam komen te hangen en aan de voorkant scharnieren. Aan de achterkant hangt dan de motor en die kan je dus op en neer laten scharnieren in en uit het water. Er is geen andere manier om een motor aan dit scheepsontwerp te bevestigen. De beams zitten te hoog boven het water. Terwijl dat ligt te drogen haal ik mijn dyneemalijn tevoorschijn waarmee ik de lashings van de beams aan de rompen wil gaan maken. Die lijn rekt niet zoals een polyester lijn met veerkracht, maar hij wordt door de manier waarop hij is gevlochten wel een paar procent langer als je er constante spanning op zet. Dat wil ik niet, dus span ik de lijn op tussen een zware paal in de grond en aan de andere kant van die lijn bevestif ik mijn sterke handlier die ik met kettingen aan een boom vastmaak. Ik doe er de hele middag over om elk uur de lier een slagje verder aan te draaien totdat de spanning op de dyneemalijn constant blijft. De lijn is nu ook volmaakt rond geworden en stijf in plaats van afgeplat en soepel. Intussen ga ik verder met de motorophangingen. Ik schilder ze in dezelfde kleur rood als de romp van de boot. Ik moet ze wel drie keer lakken om de verf dekkend en lekker sterk te krijgen. Dan ook de houten letters. Ook die heb ik rood geschilderd. Die komen straks op de witte kajuitjes aan de buitenzijde. Even douchen en dan nog naar de supermarkt om een mierenverdelger te kopen want die beesten blijven in kolonne over mijn boot en dekzeil toestromen. Een mevrouw op de camping dacht nog dat het hout-etende mieren waren. Ik hoop het niet want dan kom ik volgende keer terug om mijn boot veranderd te zien in een termietenheuvel! Ik hoor die mieren al denken: hmm dat was een lekkere boot! Terug bij de caravan drink ik een pak melk dat ik net gekocht heb helemaal op want ik heb geen koelkast. Een liter verse melk in een plastic zak kost 10 rand: 69 eurocent. Een halve liter in een kartonverpakking is net zo duur. Dan ga ik zelf een potje koken: Italiaanse penne met gehakt, dat ik net gekocht heb, uitje knoflook, tomaat en paprika. Terwijl het staat te pruttelen haal ik de lier en de lijn naar binnen en daarna is het lekker smikkelen. Een paar druifjes voor toe en dan ga ik op bed liggen om even de kleren uit te kunnen doen en onder het muskietennet mijn verhaal te schrijven.
Donderdag 5 April. Het is alweer donderdag, wat gaat de tijd snel! Opnieuw een dag met heel weinig wind. Toch wel blij dat ik voor het eerst sinds het begin van mijn Afrikareizen in dit seizoen hier kan zijn. Hoewel het nog steeds zeer heet is naar onze begrippen staat de zon toch lager en is het licht meer diffuus. Dat er een paar dagen achtereen weinig wind staat is voor mij ook helemaal nieuw. Vanmorgen rij ik eerst naar de Yamahadealer aan de andere haven. Ik koop er motorolie voor de buitenboordmotoren en gear- olie voor in het staartstuk van de motor waar de vertikale as zijn kracht overbrengt aan de horizontale propellor. Ze zijn hier wel een stukje goedkoper dan in de winkel bij de jachtwerf. Ik zie er ook een rol ankerlijn liggen die mij wel bevalt. Het is een witte polyesterlijn van 12 mm dik. Het is een driestrengs geslagen lijn, dus niet gevlochten of doublebraided. Een geslagen lijn kan bij het oprollen gemakkelijker in de knoop raken dan een gevlochten lijn. Maar het materiaal voelt zeer zacht en soepel aan. Als ik er bij het anker een wartel tussen zet valt het oprollen misschien wel mee. Dat het zacht is aan mijn handen is heel belangrijk want als je een hele lange ankerlijn met de hand moet binnenhalen wil je daarna nog wel wat vel op je handpalmen overhebben. Hij is redelijk glad, maar ik denk toch nog wel goed greep erop en dus minder weerstand in stromend water, zeker als ie op spanning staat. Veel rek, daar hou ik ook wel van in een ankerlijn, dan worden bewegingen van de boot door golven mooi zacht opgevangen. Hij kost 600 Rand voor honderd meter (42 Euro) dus dat is ook een lekker prijsje. Ze hebben et in deze winkel nog maar een rol van dus dat is ook veelzeggend. Zo, die heb ik alvast. Voor die prijs komt ie altijd van pas. Een voordeel van een geslagen lijn is ook dat ie goed te splitsen is waardoor ie stevig aan de ankerketting en de boot vast komt te zitten. Ik kan er dan ook goed een tweede lijn aan vastzetten om hem nog langer te maken of met twee ankers te gebruiken. Ze hebben ook fishfinders met sonar dieptemeter en met gps plotter voor niet teveel geld. Maar daarvan neem ik alleen de folder mee. Ik spreek met de eigenaar af dat ik mijn buitenboordmotortje(s) bij hem mag stallen als ik terugga naar Nederland. Hij heeft natuurlijk superbeveiliging met een winkel vol boten en buitenboordmotoren. Het politiebureau is aan de overkant van de straat! Als ik terugga naar de boot heb ik een paar rottige uren. Ik ontdek dat ik een fout gemaakt heb bij het oplijmen van drie houtblokken en nu moeten die er weer vanaf gezaagd worden. Meer dan een meter lijmnaad van zes centimeter breed met vijf vastgelijmde dikke schroeven. En dat met een klein handzaagje en een ijzerzaag. Ik maak wat keggen om de gezaagde naad open te houden anders loopt de zaag helemaal vast. Om twee uur ben ik er nog niet klaar mee, maar mijn hele lijf doet pijn dus ik hou een lange pauze op de camping. Even ontspannen in het kleine zwembadje. Ik was er nog niet eerder ingeweest omdat er het hele weekeind kinderen in aan het joelen en spelen waren. Dan val ik ook nog even in slaap en om vier uur als het iets koeler is ga ik pas terug maar mijn rotklus. Ik probeer ook wat andere dingen tussendoor te doen als mijn armspieren niet verder willen. Het is al donker als de laatste lijmnaad door is. Bah, dat is balen, het mooie is nu ook gelijk af van die beams. Op de achterste beam plak ik de blokken wel op de goede plek, dus heb ik ook nog een positieve vooruitgang gemaakt. Morgen maar bedenken hoe ik het weer ga oplossen. Ik bestel een halve kip met frietjes in de kantine en ga dan eerst douchen en schone kleren aantrekken. Terwijl ik wacht op het eten lees ik nog twee uitgaven van de Seapeople, het tijdschrift van Wharram eigenaren. Het zijn oude tijschriften uit 1990 die ik van Dave te leen heb gekregen. Wel leuk. Ook om te lezen dat de zeileigenschappen van vooral de Tiki 26 steeds zo positief genoemd worden. Snel, alert, en goede aandewindse eigenschappen. Ook als er tegenstroom staat met weinig wind kunnen ze nog goede vooruitgang maken, waar kielboten achteruit drijven. Er is een verhaal van de eerste transatlantische oversteek met een Tiki26 naar Belize. Ook interessant is de aandacht voor het 63 voet lange ontwerp waarvan er toen net een paar gebouwd waren. Op de jachtwerf hier is er ook een gebouwd. Andrew heeft daar nog aan meegewerkt en ermee gezeild. 20 meter lang en 8 meter breed. Het dek is zo groot als een sportveld.
Dan ga ik terug naar de caravan en zet een liter groene thee. Op bed onder het muskietennet schrijf ik dit verhaal van de dag.


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 260
Totaal aantal bezoekers 345835

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: