Als je niks hoort zijn er problemen 19-23 jan. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Als je niks hoort zijn er problemen 19-23 jan. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Als je niks hoort zijn er problemen 19-23 jan.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

24 Januari 2019 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Zaterdag 19 januari.
Er was regen voorspeld vandaag en het regent. Het is zelfs nog geen half uur droog geweest de laatste 14 uur. Ik ben de hele dag bij de caravan gebleven. Ik heb de tweede outrigger voor het peddleboard in elkaar gezet en ook een derde legger gemaakt. Eerst het drijfschuim aan de zijkanten van de 2,75 m lange outrigger plakken, klemmen en laten drogen. Ik had de vorige keer een kilo contactlijm gekocht en er was gelukkig nog bijna de helft over en het was niet verdroogd. Dan de houten delen die met epoxy verlijmd moeten worden. Vier houten eindstoppen en vier houten staanders en vier houten verstevigingen in de leggers waar de staanders in terecht moeten komen zoals met een pen-en-gat verbinding. Lekker dat ik dit hout donderdag bij Mike ben gaan kopen, dit is net een klusje voor een regendag als vandaag. De lijm staat nu te drogen en ik wil niks aanraken zolang het nog kan verschuiven dus morgen verder met de gaten boren en vijlen en het laatste stuk schuim op de bovenkant plakken. Mooi als dat ook klaar zou zijn. Ik hoop dat de outriggers breed genoeg zullen zijn dat het peddleboard niet kan omslaan want ik wil het kleine motortje erop monteren. Ik heb de breedte 1,25 m. gemaakt. Het board zelf is 85 cm breed. Nog bredere outriggers is misschien wel beter, maar dan wordt het te moeilijk om het aan boord van VAYANA overdwars op de voorste of de achterste trampoline te vervoeren. Op de achtertrampoline heb ik ruimte nodig voor de helmstokken en de zwemtrap, op de voorste trampoline wil ik nog gemakkelijk bij de dekluiken kunnen. De ruimte op een boot is altijd beperkt en bijbootjes zijn de lastigste dingen om aan boord te vervoeren, dus dan maar meten en zelf pasmaken. In de namiddag ben ik naar de supermarkt gereden en ik heb verse groente en fruit gekocht. Daarna ben ik bij de caravan een groot bord spaghetti gaan maken met veel groenten. Het is koud en de nattigheid maakt alles akelig en vochtig. In de caravan heb ik de hele dag de ventilatorkachel branden. De afgelopen dagen is het veel en veel te heet geweest met wind van de Indische oceaan, nu komt de wind van de Atlantische oceaan en is het te koud. Nat is het altijd. Het is acht uur. Een vervelende (verveelde) mede kampeerder heeft zijn autoradio knalhard op stampmuziek gezet. Vooral de dreunende bassen bereiken mij. Dan ga ik maar op bed liggen om dit verhaal schrijven en daarna in het Reeds Schippershandboek lezen.

Dank jullie voor de aanmoedigende woorden heel fijn om te lezen. Er kwamen een paar moeilijke dagen aan.

Zondag 20 januari, de ochtend begint nog regenachtig maar het voelt toch al veel beter aan dan gisteren. Ik besteed de eerste uren van de dag om de gaten te boren en te veilen van de pen-en-gat verbindingen waarmee de leggers van de outriggers op de staanders komen te rusten. Dat blijkt veel meer werk dan ik gedacht had, vooral omdat ik alleen maar een kleine vijl heb en ook niet goed druk kan zetten bij gebrek aan een stevige werkbank waarin ik de leggers had kunnen vastklemmen. Maar de volhouder wint dus uiteindelijk komt het wel goed. Dan is het weer ook steeds beter aan het worden en ik rij naar de boot met de lange delen van het outrigger frame op de auto gebonden. Bij de boot leg ik het frame op de achterste trampoline. Daar ligt ie het beste, maar de zwemtrap moet er dan nog bovenop of moet ik alsnog een touwladder maken in plaats van de zwemtrap. Hoe dan ook is dit passen belangrijk omdat het ook bepaald hoe hoog de helmstokken nog gezet moeten worden zodat ze ook over het peddleboard heen kunnen bewegen. Ik teken de hoogte van de helmstokken af maar ga dan verder met de motor. Ik zie dat de motor ook te laag heeft gehangen, waarschijnlijk veel rek in de Dyneema lijn geweest. Hij had gemakkelijk wel vijftien centimeter hoger kunnen hangen. Ik til hem nu zo hoog mogelijk op met de val van het grootzeil en bind dan de dyneemalijn veel strakker vast. Ik kijk ook of ik de motormount anders kan maken. Kan de onderkant van de plank er niet helemaal vanaf en de trekstangen direct aan de motorbracket? Of moet er per se iets voor de motor om het water te keren? Mag dat ook een rubbermat zijn op de trampoline? Het lukt me nog steeds niet om de motor te starten. De zuiger is wel vrij en voelt normaal aan. Ik haal de bougie eruit en spuit WB40 in de cylinder en op de bougie, dan haal ik de choke ervan af en open het vlotterhuis van de carburateur. Benzine genoeg daar en ik zie er geen water in. Wel staat een bodempje water in het huis waar het vliegwiel in draait en waar de carburateur zijn lucht uit aanzuigt. Maar ik zie nog niet hoe dat water in de luchtinlaat terecht zou kunnen komen. Bovendien voelt die bodem goed vet. Ik denk toch een elektrisch probleem, want de motor geeft geen enkele reactie. Ik wil hem van de boot afhalen maar het nieuwe roestvrijstalen slot krijg ik niet in beweging. Ik spuit het helemaal vol met WB40, maar krijg er met de sleutel geen beweging in. Dat is helemaal balen. Vanavond nog eens in het instructieboekje kijken of ik nog opties heb. Ik durf zo boven het water niet iets anders los te halen. De motor heeft gisteren wel 16 uur lang in de regen gestaan dus afspoelen met schoon water aan de buitenkant is al geregeld. Het is al laat geworden. Ik pak alles weer in en leg de outriggers terug op het dak en rij naar de supermarkt om nog wat karbonaatjes en melk en verse leeches te kopen. Wil had gisteren gezegd dat de leeches nu in het hoogseizoen zitten en heerlijk zoet zijn. En dat zijn ze, wow. Na het eten ga ik nog even internetten. Jammer dat ik me zorgen maak om de motor. Het electrische gedeelte zou helemaal gesealed moeten zijn staat er in het instructieboekje, maar hoewel de motor nog nooit gelopen heeft is ie wel dertig jaar oud. Ik hoop dat die sealing dan nog goed is. Zou de bougiekabel zelf nog wel goed zijn? Toen ie droog was startte de motor goed en liep rustig. Morgen nog verder kijken. Ik lees het instructieboekje nog een keer door. Ik heb nog niet gecontroleerd of de bougie ook vonkt. Verder valt me op dat er wel een noodstopknop op de voorkant van de motor zit maar dat daarover niks gezegd wordt in het hoofdstuk dat over “recovery after submersion” van de motor gaat. Is dat dan geen elektrische onderbreker die ook nat kan worden? Er staat ook niks over het vervangen van de bougiekabel. Hebben die dingen dan een eeuwig bestaan? Morgen verder kijken. Ik ga pas om half elf slapen en ben al om half vijf wakker.

Maandag 21 januari. Als ik ‘smogens naar de werf rij schiet er vlak voor de poort een autotje vanuit zijn parkeerplaats de weg op. Ik moet echt vol op de rem anders had ie een flinke deuk gehad, maar gelukkig ben ik nog net op tijd. Maar als ik daarna de werf oprij voelt mijn rempedaal zacht aan. Het niveau van de remvloeistof is heel laag. Een paar uur later zie ik ook een plasje remvloeistof op de grond onder de auto. Zo te zien een lekkage van de remleiding. Bah, precies achter de brandstoftank. Ja, de auto is natuurlijk 30 jaar oud en op die plek kun je ook niet eens zien hoe de leidingen eraan toe zijn. Wil biedt aan om mij later in de middag naar het tankstation te brengen om remvloeistof te kopen. Op de boot verander ik de schoten van de voorzeilen zodat die nu dubbel lopen. Ik trek de motormount in de hoogste stand. Zo had de motor moeten hangen toen we gingen zeilen. Het scheelt wel vijftien centimeter. Ik probeer de motor te starten maar dat lukt niet. Ik haal ook de kap van het vliegwiel eraf en zie dat daar nog best veel water in staat. Vreemd, daar zit ook de knop van de veiligheidsonderbreker. Zou de bedrading daarvan nat geworden zijn? Dat moet haast wel. Ik haal de bougie eruit en zie dat ie geen vonk geeft. Dan spoel ik het huis waarin het vliegwiel draait helemaal uit met water van de tuinslang. Nu moet dat verder drogen. Ik krijg het slot van kabel nog niet open en spuit dat nog maar een keer vol met kruipolie. Dan rij ik met Wil naar het benzinestation en koop daar remvloeistof. Meteen ook wat eten want maandagavond is er een braai op de club waarbij mensen hun eigen eten meenemen. Wil en Annet willen daar praten met vrienden van hen die gisteren terug zijn gekomen uit Madagaskar. Terug bij mijn auto vul ik de remvloeistof bij maar het loopt er net zo hard uit onder de auto dus dat is wel heel vervelend. Ik durf zo niet met de auto te gaan rijden. En besluit op de boot te gaan slapen. We praten die avond nog lang met de mensen die terugkwamen uit Madagaskar. Ze hebben het zo geweldig gehad dat ze snel weer terug gaan en hun plannen om een veel grotere reis te gaan maken voorlopig hebben uitgesteld. Ze willen een aantal dingen aan hun boot laten veranderen en zijn daarom teruggekomen. Ze hebben een boerderij die door hun kinderen is overgenomen. Ik praat ook nog met een ander stel: Sebastiaan en Jacqueline hij is al zes jaar aan het varen en zij is een jaar geleden in Tanzania aan boord gekomen. Hij was restauranthouder en heeft zijn zaak verkocht om te kunnen gaan varen. Dan ga ik vannacht mijn eerste nacht aan boord van VAYANA slapen. Het matras ligt lekker, als kussen haal ik de beanbag van de camera uit de auto. Dat slaapt ook verrassend goed, het is wel stevig maar ventileert heel goed. Als het iets frisser wordt trek ik het nylon schaduwdoek over me heen. Ook dat ventileert prima hoewel het materiaal zelf te hard is om echt lekker te zijn. Het geeft wel goede bescherming tegen muggen.

Dinsdag 22 januari. Leuk om wakker te worden op het water. Andere geluiden, op een andere manier uit je bed kruipen. Even plassen in het hoosblik en meteen overboord legen. Handig die open randen langs de trampoline, je hoeft niet eens uit de kajuit te komen om iets weg te spoelen. Nog wel een beetje moeilijk om de juiste manier te vinden om in je bed (sorry: Kooi) te kruipen. Eruit komen is gemakkelijker: gewoon op de knieën. Ik loop om acht uur naar de winkel en vraag aan de eigenaar van de winkel of hij een betrouwbare monteur weet die de auto kan repareren. Hij belt de garage waar hij zijn eigen auto laat onderhouden. Om tien uur komt Japie. Grappig dat veel mannen in ZuidAfrika verkleinwoorden gebruiken in hun namen. Dat is deel van de blanke cultuur hier, net als op blote voeten lopen. Japie is helemaal geen kleine man. Hij en zijn collega Ernst liggen al snel onder de auto. Er zit niets anders op dan de auto naar de garage te rijden. Ik haal wat spullen er uit. Hij heeft een vijfliter jerrycan met remvloeistof meegenomen en rijdt zo weg met de auto. Ik maak me daar wel zorgen om maar ze stellen mij gerust dat Japie heel ervaren is en een gekwalificeerd bedrijf heeft. Voor mij wel heel lastig ineens zonder auto. Het meeste van mijn gereedschap en alle bootspullen zijn in de auto gebleven. De grote Iphone waarop ik mijn verhalen schrijf is in het kluisje. Als ik wil gaan ontbijten in het restaurant van de club blijkt dat wegens grote schoonmaak gesloten. Dan ga ik bij Sebastiaan vragen of ze de couscous salade waar ze gisteren teveel van hadden, nog over hebben en ik ga bij hen aan boord kijken, praten en couscous salade eten. Als Zwitserse zet Nicolette ook lekkere koffie erbij. Ze blijven volgens planning een jaar in Richardsbaai. Er moet veel aan de boot gebeuren en ze willen ook nog een poosje terug naar Duitsland. Dan komt er een aannemer bij hen want ze willen het houtwerk aan de binnenkant van de boot laten opknappen. Het fineer is overal beschadigd en opgezwollen door vocht. De boot is 20 jaar oud, een Baltic 42. De aannemer is een oudere man en hij heeft heel veel moeite met de steile klim tegen de boot op en ook met de steile ladder in de boot en ook de indeling van de ruimte. Ik vind die ook veel moeilijker dan bijvoorbeeld in de boot van Paul en Monique: een Halberg Rassy. Het is een hele hete dag en ik kan weinig doen zonder mijn spullen. Ik meet de hoogte van de helmstokken af en zet een potloodlijn. Als ik het peddleboard daar wil leggen moeten ze wel vijftien centimeter omhoog, maar daardoor komt de crossbar die de helmstokken verbindt ook vijftien centimeter hoger en dat maakt het is lastig om overheen te stappen. Dan is het beter om die ook iets naar voren te plaatsen zodat ie dichter bij de beam hangt. Als ik dat zo doe kom ik precies terug bij het ontwerp zoals Wharram dat oorspronkelijk had. Sebastiaan komt vragen of ik wil helpen bij het keren van zijn boot. Er is nu weinig wind dus een goed moment daarvoor. Met Frederik erbij gaat het helemaal goed, maar het is nog een flinke klus om zo’n grote boot met de hand te keren. Smiddags krijg ik weer honger en denk dat ik ha lopen naar de tweede haven. Maar ik ben nauwelijks onderweg of ik krijg een lift. De mensen zijn toch wel enorm hulpzaam en aardig naar elkaar. Ook voor de terugweg hoef ik maar even te vragen en ik wordt terug naar de club gereden. Piet en Hester zijn zojuist gearriveerd. Ik ken hen nog van de vorige keer. Als Hester hoort dat ik opnieuw onvoorbereid op de boot ga slapen brengt ze een dekbedovertrek dat ik als lakenzak gebruik. Als ik avonds even zit te relaxen op de voorste trampoline komt Sebastiaan een koud biertje brengen. Life can be good. Jammer dat ik mij nog zorgen maak over mijn auto en of het wel verstandig was om die mensen er zo mee weg te laten rijden. Hebben ze geen ongeluk gemaakt door te rijden zonden zonder remmen. Wordt er niet in mijn spullen gescharreld? Ze zullen zelf niks stelen maar wat als ze de auto naar een andere workshop moeten brengen? Het is geloof ik de eerste keer sinds ik in Afrika ben dat ik de auto voor reparatie uit het zicht laat gaan.

Dinsdag 22 januari. Leuk om wakker te worden op het water. Andere geluiden, op een andere manier uit je bed kruipen. Even plassen in het hoosblik en meteen overboord legen. Handig die open randen langs de trampoline, je hoeft niet eens uit de kajuit te komen om iets weg te spoelen. Nog wel een beetje moeilijk om de juiste manier te vinden om in je bed (sorry: Kooi) te kruipen. Eruit komen is gemakkelijker: gewoon op de knieën. Ik loop om acht uur naar de winkel en vraag aan de eigenaar van de winkel of hij een betrouwbare monteur weet die de auto kan repareren. Hij belt de garage waar hij zijn eigen auto laat onderhouden. Om tien uur komt Japie. Grappig dat veel mannen in ZuidAfrika verkleinwoorden gebruiken in hun namen. Dat is deel van de blanke cultuur hier, net als op blote voeten lopen. Japie is helemaal geen kleine man. Hij en zijn collega Ernst liggen al snel onder de auto. Er zit niets anders op dan de auto naar de garage te rijden. Ik haal wat spullen er uit. Hij heeft een vijfliter jerrycan met remvloeistof meegenomen en rijdt zo weg met de auto. Ik maak me daar wel zorgen om maar ze stellen mij gerust dat Japie heel ervaren is en een gekwalificeerd bedrijf heeft. Voor mij wel heel lastig ineens zonder auto. Het meeste van mijn gereedschap en alle bootspullen zijn in de auto gebleven. De grote Iphone waarop ik mijn verhalen schrijf is in het kluisje. Als ik wil gaan ontbijten in het restaurant van de club blijkt dat wegens grote schoonmaak gesloten. Dan ga ik bij Sebastiaan vragen of ze de couscous salade waar ze gisteren teveel van hadden, nog over hebben en ik ga bij hen aan boord kijken, praten en couscous salade eten. Als Zwitserse zet Nicolette ook lekkere koffie erbij. Ze blijven volgens planning een jaar in Richardsbaai. Er moet veel aan de boot gebeuren en ze willen ook nog een poosje terug naar Duitsland. Dan komt er een aannemer bij hen want ze willen het houtwerk aan de binnenkant van de boot laten opknappen. Het fineer is overal beschadigd en opgezwollen door vocht. De boot is 20 jaar oud, een Baltic 42. De aannemer is een oudere man en hij heeft heel veel moeite met de steile klim tegen de boot op en ook met de steile ladder in de boot en ook de indeling van de ruimte. Ik vind die ook veel moeilijker dan bijvoorbeeld in de boot van Paul en Monique: een Halberg Rassy. Het is een hele hete dag en ik kan weinig doen zonder mijn spullen. Ik meet de hoogte van de helmstokken af en zet een potloodlijn. Als ik het peddleboard daar wil leggen moeten ze wel vijftien centimeter omhoog, maar daardoor komt de crossbar die de helmstokken verbindt ook vijftien centimeter hoger en dat maakt het is lastig om overheen te stappen. Dan is het beter om die ook iets naar voren te plaatsen zodat ie dichter bij de beam hangt. Als ik dat zo doe kom ik precies terug bij het ontwerp zoals Wharram dat oorspronkelijk had. Sebastiaan komt vragen of ik wil helpen bij het keren van zijn boot. Er is nu weinig wind dus een goed moment daarvoor. Met Frederik erbij gaat het helemaal goed, maar het is nog een flinke klus om zo’n grote boot met de hand te keren. Smiddags krijg ik weer honger en denk dat ik ha lopen naar de tweede haven. Maar ik ben nauwelijks onderweg of ik krijg een lift. De mensen zijn toch wel enorm hulpzaam en aardig naar elkaar. Ook voor de terugweg hoef ik maar even te vragen en ik wordt terug naar de club gereden. Piet en Hester zijn zojuist gearriveerd. Ik ken hen nog van de vorige keer. Als Hester hoort dat ik opnieuw onvoorbereid op de boot ga slapen brengt ze een dekbedovertrek dat ik als lakenzak gebruik. Als ik avonds even zit te relaxen op de voorste trampoline komt Sebastiaan een koud biertje brengen. Life can be good. Jammer dat ik mij nog zorgen maak over mijn auto en of het wel verstandig was om die mensen er zo mee weg te laten rijden. Hebben ze geen ongeluk gemaakt door te rijden zonden zonder remmen. Wordt er niet in mijn spullen gescharreld? Ze zullen zelf niks stelen maar wat als ze de auto naar een andere workshop moeten brengen? Het is geloof ik de eerste keer sinds ik in Afrika ben dat ik de auto voor reparatie uit het zicht laat gaan.
Woensdag 23 januari. Vannacht is het windstil weer geweest en warm. Ik wordt midden in de nacht nog een keer wakker van een grote vis die dichtbij de boot een spash maakt. Zo, die moet minstens een meter lang zijn geweest. Toen ik gisteren op mijn voorste trampoline zat met het biertje van Sebastiaan erbij dacht ik nog hoe het zou zijn als je vijftig centimeter onder de trampoline dolfijnen of zelfs nog grotere zeedieren zou zien zwemmen. Zo, dan voel je hun aanwezigheid wel even anders dan vanaf de boeg van een groot schip. Maar vanmorgen waren het vooral de muggen die met hun irritante gezoem je de stuipen op het lijf jagen. Ik moet zeker ook in de boot een goed muskietennet maken want het was te heet om alsmaar helemaal onder het laken te kruipen en de muggen proberen nog door het laken of door je broek heen te steken. Dus de dag begon heel vroeg met een constant gevecht tegen de muggen. Dit is natuurlijk ook het slechtste seizoen om hier te zijn maar de beste tijd om niet in Nederland te zijn. Ik ben erg onthand doordat ik mijn auto met spullen nu niet heb. Het is opnieuw een hele hete dag. Piet brengt mij een ontbijt met een thermos thee erbij en daar hou ik het het grootste deel van de dag mee uit. Maar tegen de middag is mijn auto nog steeds niet terug en ik maak me steeds ongeruster. Bovendien worden mijn kleren erg vuil en ik heb zelfs geen handdoek om me te wassen. Dan ga ik maar wat afkoelen in het kleine zwembadje van de club. De motor staat intussen nog steeds te drogen nadat ik hem met schoon water heb uitgespoeld. Het huis van de trekstarter heb ik ervan afgehaald. Ik ga in de namiddag vragen bij de eigenaar van de winkel of hij nog een keer wil bellen voor de auto. De auto zal vandaag niet klaar zijn. Ik maak mij daar enorm ongerust over en dan biedt Wil aan om met mij zelf te gaan kijken bij de garage. Daar aangekomen ziet het er allemaal goed uit. De wagen staat midden in de garage en ik zie geen schade eraan en de remleidingen liggen ernaast. Japie en Ernst zijn er en hun gezin ook. Ze hebben de brandstoftank gedemonteerd en de nieuwe leidingen erop gehangen en de tank er weer opgehangen. De remmen moeten nog ontlucht worden. Ik vraag of hij ook naar de handrem kan kijken want die werkt nauwelijks. Hij zal kijken of er nog genoeg profiel op de remblokken zit en die ook vervangen als dat nodig is. Na 60.000 km in Afrika lijkt me dat zeker nodig ook al zou er nog wel wat profiel op zitten. Ze hebben de sleutel van de geborgde wielmoeren nodig om de remmen te kunnen ontluchten en de achterremschoenen te kunnen vervangen. Ik haal nog wat gereedschap uit de auto en ook mijn grote Iphone. Zo te zien hebben ze nergens aangezeten. Dan rijden we terug en ik nodig Piet en Hester en Wil en Annet uit voor een etentje op de club. Het wordt heel gezellig en na afloop rijdt Wil mij terug naar de camping. De poortwachters hadden mij al gemist. Eerst mijn vuile kleren nog in een emmer sop en dan lekker lang douchen. Dan de email checken en heel moe mijn lekkere bed in met het grote muskietennet. Het is opnieuw windstil en heel warm vannacht. Midden in de nacht begint het te regenen.



  • 25 Januari 2019 - 15:19

    Ineke:

    Hopelijk is je auto weer snel in orde. Gr Ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 310
Totaal aantal bezoekers 346018

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: