Do 30 mei - zo 2 juni - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Do 30 mei - zo 2 juni - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Do 30 mei - zo 2 juni

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

02 Juni 2019 | Nederland, Nederland

Donderdag 30 mei. Maarten en Thomas rijden al vroeg weg naar hun volgende overnachtingsplaats: kamp Balule bij Letaba. Ik rij om half elf naar Mopani waar ik even snel de mail check en dan het terras van het restaurant oploop. Er staat ook nu al een flinke groep olifanten aan de oever van het stuwmeer. Er wordt gespeeld en gezwommen, geduwd en gedronken en getoeterd. Er zijn heel veel jonge dieren geboren de laatste drie jaren zo te zien. Na de droogte van het el Nino jaar zijn er ieder jaar goede regens geweest en de kuddes zijn snel gegroeid. Ook de buffels en de zebra en de wildebeesten. Van de kleinere antilopen is bekend dat zij een jaarlijks verlies van eenderde van de kudde zonder terugloop in populatie kunnen aanvullen. Maar de dames en heren Olifant, Buffel, Zebra en Wildebeest kunnen er ook wat van ! Ik loop naar beneden tot ik bij het elektrische hek langs het water kom. Daar is een wandelpad. Andere jaren was ik hier meestal in januari, februari of maart en dan is het zo heet dat je er niet aan denkt om een stukje te gaan lopen zonder schaduw. Maar nu ben ik op waterhoogte langs het meer aan het wandelen en dan is het nog leuker om foto’s van de spelende olifanten aan de overkant te maken. Maar de beste foto maak ik van een kleine vogel die met enorme grote voeten over de plompebladeren loopt. Ik wacht net zolang totdat hij naast de enige bloem in dit veldje van drijvende plompebladeren staat en schiet dan achterelkaar totdat ik denk dat er wel een mooie foto tussen moet zitten. Als ik terugwandel raak ik in gesprek met een Zwitsers stel die ook al veel in Kruger geweest is: elke dag is het hier een verrassing wat je nu weer zal gaan meemaken. Ik vind dat ook en ik schrijf natuurlijk elke avond er een verhaaltje over. Maar dit is echt niets in vergelijking met de etnografische veldonderzoeken die ik bij mensen in de oerwouden gedaan heb. Daar gebeurd zoveel, de hele dag en vaak ook de nacht door en hoor je zoveel nieuwe dingen van de mensen zelf dat ik per dag gemiddeld tien A4 kantjes in een grote multoband volschreef omdat ik het anders niet kon onthouden. Ik schreef de hele dag door. Alleen om te eten, te poepen en te slapen legde ik de pen neer.
Als ik bij Mopani wegrij ga ik naar de observatiehut in de bocht van de rivier. De weg ernaartoe is geblokkeerd doordat er aan de rechterkant een kudde buffels ligt en aan de linkerkant een kudde olifanten. Mijn auto is nogal groot en in de natuur geldt het recht van de grootste. Een half volwassen olifantenmannetje maakt luid trompetterend en met zijn oren zwaaiend bezwaar tegen mijn opdringerigheid, maar ik ken de olifanten nu voldoende om te weten dat dit meer kabaal dan ballen is. Ik rij dus heel langzaam door en even later loop ik als enige de hide in. Daar zijn een tweetal jonge hippos in het water aan het spelen en ik besluit het te filmen met de fotocamera. In de struiken naast de hide scharrelt een familie waterbok die tot enkele meters dichtbij komt zonder mij te zien totdat ze het geklik van de camera horen. Vanuit de hide zie ik de buffels nu langs een hoge zandhelling naar het water komen. Ze aarzelen omdat er een drie meter lange krokodil in het water ligt met zijn kop naar de oever. Maar ze hebben ook dorst en van achteren af duwen ze elkaar richting het water. Er zijn veel kleintjes bij en die worden door hun moeders ver weggeleid van de krokodil en aan de rand van de duwende kudde gehouden. De sterkste stieren naderen de krokodil het dichtste en houden hem constant in de gaten. Ik denk niet dat de krokodil het op de buffels gemunt heeft want daarvoor is ie niet groot genoeg en hij doet ook geen moeite zich te verbergen. Ik film het geheel, totdat de buffels weer tegen de helling omhooggelopen zijn. Dan komen er een paar zebra’s die ook de krokodil zien zwemmen en dan een eind verderop gaan drinken. Als ik uit de hide kom en honderd meter terugrij staat daar de groep olifanten te drinken. Ik had ze al gehoord maar kon ze nog niet zien door de begroeiing. Er zijn veel jonge dieren bij. Ook die film ik en dan rij ik langzaam terug. Er is nog een uurtje tijd voor een rit langs de S49 loop. Ik hoop nog steeds leeuwen te zien maar ook nu heb ik geen succes. Met zoveel jonge dieren moeten de leeuwen het toch ook gemakkelijk hebben. Ik vraag elke dag in het kamp of de andere mensen leeuwen of luipaard gezien hebben. Langs de S49 had iemand een leeuw zien lopen, maar niemand heeft de hele familie gezien en ook geen kill naast een weggetje. Op een kilometer afstand voordat ik weer bij de camping ben liggen een drietal hyenamoeders met hun zogende jongen langs de kant van de weg. Ik kan ze op enkele meters dichtbij naderen en maak foto’s van minder dan drie meter afstand. Hyenas zijn zeer intelligente dieren die het gedrag van alle aVrijdag 31 mei. Vandaag moet ik weer verhuizen. Heel vervelend maar ik vertel mijn verhaal aan medekampeerders en een ouder stel uit Kaapstad (Don en Maria) bieden aan dat ik bij hen op hun gereserveerde kampplek mag komen staan want ze hebben alleen een kleine Volkswagen kampeerauto dus zelf ook weinig plaats nodig. Dat is reuze aardig. Ik rij later in de morgen naar de receptie en zij boeken mij als derde persoon op die plek. Voorlopig voor twee nachten tot na het weekeind want ik wil de gastvrijheid ook niet op de proef stellen. In de winkel koop ik een echt goede fles rode wijn want Don had gezegd dat hij geen bier- maar een rodewijn liefhebber is. Dan wandel ik het terras van het restaurant op. Opnieuw is er een flinke groep olifanten aan het baden en stoeien in het water van het stuwmeer. Ik neem een grote milkshake en geniet van het prachtige uitzicht in een heerlijk zonnetje. Ik doe nog snel de emails met de wifi code voor 30 minuten die ik gekocht had. Per email informeer ik de camping waar mijn off-road caravan in de stalling staat dat ik er eind van de week zeker ben, misschien eerder. Dan rij ik nog een keer de S49 op, maar nu sla ik bij de rivierbedding aangekomen af maar het Noorden. Ik heb weer geen geluk met de leeuwen maar het uitzicht over de grasvlakte met daarin olifanten, buffels, impalas, zebras, hartebeesten en coribusterds is weer prachtig. Niemand van onze camping heeft nog een groep leeuwen bij een gedode prooi gezien. Ik denk dat er zoveel jonge dieren zijn dat de leeuwen om de andere dag wel een kleintje te pakken hebben en die dan in zijn geheel opeten en de rest van de tijd slapen in de schaduw. De prooidieren zullen met hun kleintjes wel in het dichte Mopanistruikgewas overnachten want de kleintjes kunnen toch de leeuwen niet eruit rennen op een open vlakte. Daarom zien we denk ik zo weinig leeuwen. Dan rij ik terug naar het kamp. Er is plek zat om mijn auto te parkeren bij Don en Maria. We blijven nog een paar uur praten met een wijntje. Ze zijn geloofsvoorgangers en sociaal werkers bij de luchtmacht en hebben al op de meest afgelegen plekken op aarde gewerkt. Don is nu al 84 maar gedraagt zich als een vitale zeventig jarige en springt nog uit zijn stoel om iets te pakken en loopt op een holletje als hij van het toiletgebouw terugkomt. Leuk als je zo actief kunt blijven. ndere dieren goed kennen en ze lijken haast trots dat ze hun mooie en schattige jongen zo laten zien. Als ik hun aandacht vraag kijken ze tevreden recht in de camera. Kijk die dieren snappen tenminste wat een fotograaf wil. Terug in het kamp bak ik de koteletjes van een of andere antilope (venison staat er op het pakje). Gewoon in een pannetje met olie snel bak ik ze snel aan. Het smaakt prima en is zeer goedkoop. 1.80 euro voor 350 gram. De sperzieboontjes ( 55 eurocent voor drie ons) zijn nu ook op. Ik zet nog een pot thee en dan wordt het te koud om buiten te blijven en ga ik in de auto liggend dit verhaal schijven.

Zaterdag 1 juni. Don en Maria gaan al vroeg naar een picknickplaats en ik ruim mijn auto een beetje op en doe wat kleren in de was. Ik had gisteren een flinke scheut rode wijn gemorst op mijn lange broek maar het moderne polyester laat zelfs daarvan nauwelijks een vlek zien. Ik geniet van de rust op de camping als de meeste kampeerders met hun auto op gamedrive zijn. Ik lees een flink stuk in mijn boek. De schrijver haalt wel heel veel onderwerpen erbij en kan heel goed compact een verhaal vertellen. Sommige onderwerpen legt hij heel briljant uit, maar er zijn ook wel onderwerpen waar ik zelf merr op gespecialiseerd ben en waar hij echt verkeerd over denkt of zich slordig van afmaakt. Het is ook wel een grote taak om een beknopte geschiedenis van de mensheid te schrijven. Hij is in Oxford gepromoveerd maar geeft nu les aan de Jeruzalem Universiteit. Voor mij wel een stimulans om er mijn eigen inzichten aan te scherpen. Om half 12 rij ik naar Mopani. Ik kom er Don en Maria tegen en ik koop op aanraden van Maria een flink stuk gemarineerde kip voor vanavond en nog wat extra groenten ook. Op het terras is het zo lekker dat ik er een uurtje blijf zitten en bijna in slaap val naast een kop capuchino. Dan rij ik naar de vogelhut ( hide). Er liggen een aantal Hippo’s in het water waaronder een moeder met twee jongen. Een van vorig jaar en een van dit jaar. Ze zijn steeds aan het spelen. Op de weg had ik al buffels van het water weg zien lopen en olifanten richting het water zien gaan en nu komt er een groep van ca 40 olifanten met veel kleintjes erbij langs de zanderige helling afrennen en glijden naar het water toe. Prachtig hoe ze stof opwerpen door af te remmen op de helling en hoe de kleintjes soms door hun moeders gestopt moeten worden omdat ze anders te hard of over de kop gaan. Het leven van olifanten is best leuk en zeker zeer avontuurlijk. Dan staat de hele groep te drinken in het water terwijl de jongvolwassen mannetjes zich positioneren tussen de groep en een krokodil die op de oever ligt. Ze vallen de krokodil niet aan maar blijven op een meter of twee/drie wel scherp opletten. Na een half uur vertrekken de olifanten weer. Ik blijf nog een drie kwartier kijken maar er komen geen grote dieren meer drinken. Dan rij ik in het late licht terug en maak nog een paar prachtige foto’s van twee wilde zwijntjes die uit een stuk grond met zwarte modder gekomen zijn en nu donker afsteken tegen de bossages die in een roodgoude gloed van de lage zon staan. Op de camping trek ik mijn lange broek en shirt met lange mouwen weer aan en spuit antimuggenmiddel. Er zijn weinig muggen met deze temperatuur maar ik dacht dat Kruger vroeger vrij van malaria was en nu hoor ik van de andere gasten dat er toch malaria weer terug is in Kruger. Ik eet met Don en Maria van de kip en groenten die door Don op de braai klaargemaakt worden. Barbequen kunnen ze in ZuidAfrika als de beste. Als het weer het even toelaat ( en dat is heel vaak) dan is het traditie om tenminste op donderdag, vrijdag en zaterdag een braai te houden. Dan komt Roger, de kampbeheerder zeggen dat ze uilen hebben gezien in een boom. Het zijn twee Barrenuiltjes die dicht tegen elkaar aan op een tak zitten. Ze draaien hun kopjes weg van het licht van de zaklampen. Uiteindelijk probeer ik toch een foto met de flitser te maken en die is zo goed gelukt dat de andere bezoekers en Roger zelf ook een foto met hun telefoon maken van het beeldje achterop mijn camera. Het is ook een topfoto en de volgende morgen komt Roger vertellen dat hij hem op Facebook gezet heeft en al meer dan 1000 likes gescoord heeft. We blijven tot 9 uur buiten zitten en dan wordt het frisjes en slaap ik heerlijk in de auto.

Zondag 2 juni. Vanmorgen is het zondag en begint de dag iets later. Ik ga ook lekker eerst douchen onder de buitendouche die ze hier hebben. Leuk zo’n douche met open dak. Wel met gasgeisers op LPG flessengas. Dan op mijn gemak een ontbijtje maken en nog een stukje in mijn boek lezen. Om half tien ga ik een rit maken naar het zuiden. Onderweg zijn er twee drinkplaatsen. Bij een ervan staat een kudde zebra’s te dringen om bij het water te komen. Achter mijn auto komen olifanten uit de bosjes die net al gedronken hebben. Een kleintje laat zich prachtig fotograferen tussen de enorme poten van zijn moeder. Een jongeling vindt het leuk om de drinkende zebra’s nog even de stuipen op het lijf te jagen. Verderop langs de weg staan drie grote zwarte loopvogels. Het zijn Southern Ground Hornbills. Ze kunnen wel vliegen maar ze zoeken hun voedsel in kleine diertjes en insecten die op de grond leven. Met hun lange snavels pikken ze ook in olifantenpoep en in dood hout om de insecten en larven eruit te halen. Ze komen rustig op mij toelopen toen ik de auto meteen stopzette en de motor uit, zodra ik zag dat ze in mijn richting liepen. Het is een stel met een bijna volwassen jong. De rode krop van het jong is nog bruingeel. Midden op de weg begint moeder of vader de krop van het jong te plukken. Het doet vast pijn want het jong maakt au, au geluiden elke keer, maar laat het toch gewillig toe. Ik heb alle gelegenheid om van dichtbij foto’s te maken maar ik moet er wel voor over de andere stoel heenreiken om door het andere raam te fotograferen. Niet gemakkelijk en heel vermoeiend in die houding. Ik neem de volgende afslag die naar een picknick plaats voert maar ook naar de grenspost met Mozambique. Onderweg zie ik een prachtige Kudu staan met hele lange horens. Als hij mij ziet zet ie het op een lopen. Ik kan nog net een paar foto’s maken van het langsrennende dier. Even verderop staat een grijsbokje of duikerbokje. Ook die gaat er als een haas vandoor. Dat ben ik niet gewend dat de dieren zo schuw zijn. Of komt het omdat dit de weg naar de grenspost is? Dan rij ik door tot ik bij een volgende waterplaats kom. Er liggen wildebeesten en er zijn giraffen onderweg om te gaan drinken en er lopen buffels en warthogs rond. Als de warthogs mij zien gaan zij er ook heel snel vandoor en het duurt lang voordat ze met een hele schare jongen achter zich aan alsnog naar het water terugkeren. Even verderop komt er met flinke vaart een volgeladen blauwe pick-up langsrazen onderweg naar de grenspost. Het ziet ernaar uit dat die boodschappen gedaan hebben. De auto is volgeladen en ook op het dak is van alles gestouwd. Bij de picknickplek aangekomen ben ik de enige bezoeker. “Gisteren was het wel druk”, zegt de beheerder. Er loopt een tamme bushbock rond. Ik kan hem mooi fotograferen. Dan ga ik koffie zetten en terwijl ik die langzaam opdrink schrijf ik aan de picknicktafel zittend dit verhaal van de dag tot nog toe.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 209
Totaal aantal bezoekers 346343

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: