Licht in de top - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Licht in de top - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Licht in de top

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

01 Juni 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Vrijdag 25 mei. De dag begint met helder weer, geen wolkje aan de lucht. Maar er steekt al snel een stevige wind op. Er is kans op regen voorspeld maar de wind blaast het over. Bij de winkel koop ik nieuwe siliconenkit en grote ringen. Ik kijk opnieuw naar een toplicht voor boven op de mast en naar bekabeling. Ik realiseer me dat zo’n kleine, lage boot in deze kleuren wel eens heel moeilijk te zien zal kunnen zijn vanaf een hoog schip of vliegtuig. De Optolamp is het enige toplicht dat alle functies in een enkele behuizing heeft: het is zowel ankerlicht als driekleurenlicht en ook nog alarmverlichting door een strobe ( knipperlicht) en een sterke lichtstraal recht naar boven die tot zevenen een halve kilometer hoog te zien zou zijn. Hij is ook horizontaal heel krachtig, de lichtbundel reikt tot minstens twee nautische mijlen, staat er op de verpakking. Dat is ongeveer vier kilometer. Ze zeggen er niet bij met welk weer dat gemeten is, maar hij is zowiezo wel de sterkste in vergelijking met de andere modellen. En hij is ultra energiezuinig: hij brandt 40 dagen op een enkele acculading van 75 amp. Op de verpakking staat dat ie gebruikt wordt bij alle grote oceaanraces en ze noemen er een stuk of vijftien. Maar de aansluiting vereist wel vijf kleuren kabeltjes en ze verkopen in de winkel maar twee kleuren. Bovendien zit er maar een switch in de verpakking en zo te lezen in het aansluitschema heb je er drie nodig. Ik kan nog niet beslissen. Bij de boot ga ik de bouten van de bevestiging van de mastbeam van ringen voorzien en insmeren met siliconen en terugplaatsen. Vanaf de binnenkant draai ik voorzichtig de moeren erop terug maar bij drie van de acht lukt het niet zonder een helpende hand om de boutkop tegen te houden aan de buitenkant. Ik zie zo gauw niemand die even kan helpen dus het klusje blijft voorlopig nog onafgemaakt. Ik probeer een lashing van de beam uit met de nieuw gekochte dyneemalijn. Zou het een idee zijn om met een lange oogsplits te beginnen en die verdikking eerst onderlangs te leiden tegen het insnijden in het hout? Ik probeer het en vind dat het moeilijk is om de lijn voldoende spanning te geven. Het zou beter zijn als ie gemakkelijker zou glijden in de lengterichting. Om dwars afglijden op de beams te voorkomen heb ik een trog of groef in het verdikte deel van de beam gemaakt. Als de nieuwe lijn er zesmaal omheen moet en hij is vijf milimeter dik moet die trog 30 milimeter breed zijn. Ik begin om alle zes de troggen iets breder te maken en ook iets dieper. Dan zie ik twee mannen die specialisten zijn in installatie van electriciteit aan boord van schepen. Ik heb met beiden al eerder gesproken en vraag aan ze hoe ik aan de overige twee kleuren bekabeling voor dat toplicht kan komen. En wat voor switches en zekeringen moeten er dan tussen? In Durban, ja, maar hier? John loopt met mij mee naar de winkel en we bekijken de Optolamp samen. Ik vraag of hij voor mij kan uitzoeken wat ik nu precies nodig heb en hoe daaraan te komen. Dan ga ik verder met de boot. De mast zet ik voorlopig nog niet terug omhoog. Ik ga verder met de troggen te verbreden en te verdiepen en smeer er dan de speciale epoxy in die ik van Inyabulo gekregen heb voor dat doel. Het is supergladde slijtvaste epoxy vermengt met grafietpoeder. Voorlopig smeer ik met een kwastje een dunne laag in de groeven. Het is als een verflaag. Morgen kijken hoe dat geworden is en of het nog afwerking nodig heeft of een tweede laagje. Fijn dat het nog net droog gebleven is en dat ik het hout dat natgeworden was van de dauw nog iets heb uitgediept tot droog hout. Het kost wel allemaal veel tijd maar dit is ook heel belangrijk en er moet gewoon het beste wat mogelijk is bereikt worden. Ik denk dat het niet mogelijk zal zijn om alle lashings op genoeg spanning te krijgen zolang de boot op deze ondergrond staat. Ik denk dat ik eerst de mastbeam ga doen en dan alle steunpunten onder de boot ga weghalen zodat ie in model komt te liggen. Misschien nog een keer natrekken als ie in het water ligt. Ook denk ik dat het niet zo goed is dat de dyneema helemaal geen elastische rek heeft. Daarom wil ik de omwikkeling van de lashing (frapping genoemd) waarmee de dyneema touwbundels naar elkaar toegetrokken worden mischien niet van dyneema maken maar juist van gewone nylon. Die touwbundels zitten hooguit vijftien centimeter van elkaar en de lijn die ze naar elkaar toeknijpt moet er een keer of zes omheen. Ik denk dat de rek die je op nylon kan zetten beter is dan te veronderstellen dat het zal lukken om echt elke rek op de dyneemalijn er uit te trekken met een omwikkeling die ook van dyneema is. Wharram had lijnen van voorgerekt Polyester geadviseerd, maar zowel in Nederland als hier kon ik dat niet meer kopen. Mijn test op het water zal wel uitwijzen wat uiteindelijk het beste werkt, maar ik besluit voorlopig om de omwikkeling met een aparte lijn te doen en niet met dezelfde lijn door te gaan. Dan kan ik later ook relatief eenvoudig de omwikkeling opnieuw en strakker spannen zonder dat de lashing dan zelf meteen losgemaakt wordt. Een paar spanbanden bij de hand houden als backup en een stevige stok als tourniquet of hefboom is natuurlijk helemaal verstandig! Misschien het Wharram office nog eens aanschrijven? Ik kreeg vandaag bericht dat ze dit jaar groot feest gaan vieren. James wordt 90 jaar oud en Hanneke 65. Ze hebben 50 jaar samen gewerkt en dit jaar de Lifetime Achievement Award van het prestigieuze britse Classic Boat Magazine gewonnen. Dat is natuurlijk super. Maar ik heb wel een bezwaar. En dat is dat de indruk gewekt zou worden dat Wharram ontwerpen Klassiek zijn, terwijl ze juist ultramodern en innovatief en hun tijd vooruit zijn. Er is bijvoorbeeld geen enkele 26 voets catamaran met slaapaccomodatie ter wereld gebouwd onder de 900 kilo en mijn Tiki weegt nog geen 700 kilo. ( er zijn wel vijfentwintig verschillende ontwerpen van catamarans van 26 voet! ) Bovendien heeft ie de reputatie van de meest zeewaardige te zijn van alle ontwerpen. Dan heb ik veertig vierkante meter leefruimte met twee volledig gescheiden slaapcabines op een boot van slecht 700 kilo. De geringe waterverplaatsing en de efficiente rompvorm maken dat er met minder zeil een hogere snelheid behaald kan worden. Ook dat zie je terug als je de ontwerpen van andere 26 voet catamarans bekijkt. Zonder uitzondering hebben die ontwerpen 30 procent meer zeil nodig om tot leven te komen. De meesten hebben 40 vierkante meter zeil in plaats van de 25 vierkante meter op de Tiki. Dat betekent ook hogere masten en grotere kantelrisico’s en eerder zeil moeten reven als de wind doorzet. Het betekent dus dat die andere ontwerpen vooral met weinig wind veel zeil moeten voeren om toch vooruit te komen. Dan over de bouwwijze in plywood met epoxy bedekt aan de binnen en de buitenzijde. Er bestaat geen beter composiet. ( ply is zelf ook een composiet met misschien wel dertig procent epoxy) Recent nog heeft de meest vooraanstaande ontwerper van ZuidAfrika: Anton Dutoit gezegd dat de bouwwijze in hout (ply) afgedekt met epoxy het allerbeste resultaat bij het laagste gewicht geeft. De reden waarom niet alle boten zo gebouwd worden heeft te maken met het vele gekwalificeerde werk dat het kost om een boot zo te bouwen in plaats van de productieboten die je in series uit een enkele mal kan maken. De ronde vormen waar we tegenwoordig aan gewend zijn heeft ook daarmee te maken en dus niet met betere vaareigenschappen. De modernste raceboten van de Volvo Oceanrace gaan weer hoekvormen maken in carbon/kevlar. Scherpe hoeken geven niet allleen meer zijdelingse weerstand, ze zijn ook sterker bij lager gewicht. Ook met zijn nieuwste ontwerp: een 23 voets Mana die vorig jaar in productie is genomen als precut bouwpakket, laat Wharram zien dat hij op alle terreinen nog steeds innovatief is. Bouwwijze, zeilplan, alles is vernieuwend doordacht. Ze willen voor het jubileum een boek met recenties maken. Ik zal deze maar in het Engels vertalen, hoewel Hanneke gewoon 100procent Nederlandse is ! Als kind was ze erbij toen haar vader in Friesland een Waarschip bouwde en daar heeft ze waarschijnlijk van geleerd om technische tekeningen te lezen en zelf te maken. Het hele bouwplan is door haar getekend.

- [ ] Zaterdag 26 mei. Ik ben om vier uur wakker en begin te lezen in de East Africa Pilot die ik te leen gekregen heb. Dan maak ik fotos van het grootste deel van de paginas. Alles van de kust van Mozambique, de Comoren, Madagaskar en Tanzania. Vooral de visa-regelingen en corruptie door die amtenaren daar zijn zorgwekkend. Wat zijn de regeringen van die landen toch ook dom dat ze op die manier het toerisme laten afschrikken. Moet je zien hoe Thailand corruptie, diefstal en straatroof heeft aangepakt en met welk resultaat. Het hele land wordt nu rijk van het toerisme en niet alleen een paar kleine boefjes. Het daglicht begint om zes uur. Het is windstil weer maar in de loop van de ochtend komt er steeds meer wind opzetten tot een stevige bries. Onderweg naar de jachtwerf is een braderie. Ik loop er even een rondje en eet er een paar samosa’s. Bij de boot merk ik dat de epoxy die ik gisteren gesmeerd heb helemaal niet hard is geworden. Op de verpakking staat: mengverhouding 1.4-0.1 by mass. Ik denk dat ik er te weinig harder in gedaan heb. Ik schraap het er weer vanaf en maak de groeven schoon met thinner en schuur ze meteen nog wat beter uit met een strip schuurpapier die ik van een schuurband van de bandmachine knip. Dan ga ik ook de harder maar even goed schudden en wat meer harder toevoegen. Er zal wel 1 op 4 bij gewicht bedoeld worden en die grafiet- epoxy is flink zwaar. Na een aantal uren wordt het nu wel hard. Ik schilder met rode verf de blokjes aan de boegen en de achterstevens waar ik de U-bouten had geplaatst. Zo, dat ziet er ook meteen heel goed uit. Dan ga ik inpakken want het voelt of het ieder moment kan gaan regenen en ik moet nog boodschappen gaan doen bij de supermarkt. Ik koop er een nieuwe voorraad ontbijtingredienten en in plaats van vlees koop ik een pak diepvries gemengde vis met garnalen en mosselen en inktvis. Het is 800 gram en dat eet ik niet in een keer op maar een derde bestaat uit Surimi en dat gooi ik dan wel weg. Het hele pak kost maar 3 euro zestig ! Ik koop er ook een pak wokgroenten bij. Terug op de camping maak ik het meteen klaar en eet er de helft van op. De andere helft kook ik daarna en laat het in de afgedichte pan staan voor vanavond. Dan nog even terug naar de boot. Ik smeer nog een tweede laagje epoxy met grafiet eroverheen. Dan zaag ik een rond gat in het midden van de triplex afdichting van de voorste beam. Daar kan de boegspriet mooi doorheen en als ik dan nog een plankje tegen de achterwand lijm en een blokje hout daarop met een passend gat voor de boegspriet zit ie in een keer vast zonder de beam zelf te verzwakken. De kracht die op de beam gezet wordt is achterwaards en horizontaal gericht en de beam heeft niet alleen een vertikale boogvorm maar ook een horizontale. De krachten op de voorstag blijven gewoon op hun plek en de zijdelingse kracht op de voorpunt van de boegspriet wordt verder verdeelt naar de spanlijnen aan de ogen die ik in de boeg gemaakt heb. Het is al donker als ik de zaagrand nog wat mooier glad schuur en met dunne UV bestendige clearcoat bescherm tegen inwateren. Het is vandaag net nog droog gebleven. Op het clubhuis is een trouwerijfeest. De accomodatie en de keuken worden ook daarvoor verhuurd. Ik ken er niemand dus ik ga terug naar de camping: lekker douchen en nog een groot bord seafood eten. Om half zeven lig ik al op bed en slaap tot acht uur. Dan schrijf ik dit verhaal. Het is negen uur Ik ga er nog even uit om wat te drinken. Net op tijd. Het is kwart voor tien en de regen barst los.

Zondag 27 mei. Het heeft flink geregend vannacht. Als ik om zes uur wakker wordt is het nog zwaar bewolkt maar droog. In de loop van de ochtend klaart het verder op en het wordt nog een heerlijke dag. Lekker rustig op de bootwerf zo’ n zondag. Ik wou dat het altijd zo was, dan voel ik me zoveel beter. Ik kijk tevreden hoe mooi de epoxy met grafiet geworden is. Dan haal ik de voet van de mast los van de mastbeam en keer de mastbeam om. Nu kan ik overal goed bij en ik werk de randen netjes af en ik haal de bouten die ik door de uiteinden had gezet eruit en boor de gaten op en zet er met epoxy omhuld 8mm draadeinden in met stevige ringen en moeren eronder en flinke ogenmoeren erbovenop. Zo daar kan je iets goed aan vastbinden. Misschien wel een overloop voor de fok of een schootoog om de fok bak mee te kunnen zetten als je slecht weer wil uitzitten. ( heaving). Je laat dan de boot gewoon drijven en zet de roeren vast en de fok tegen de wind (bak) om koers te kunnen houden. Daarna werk ik met epoxy de randen van de beamkoppen opnieuw af zodat het er allemaal heel netjes uitziet. Bij de vorige werkreis heb ik onder zulke moeilijke weersomstandigheden gewerkt dat ik alleen maar haast had om de boot zover te krijgen dat ie beschermd zou zijn tegen het weer als ik naar Nederland terug moest. Geen tijd voor mooi maken en netjes afwerken terwijl ik daar wel van hou. Ik zet handgrepen op de kajuitluiken en verbeter het mechanisme waarmee ze over de rails glijden. Weer een kleine ergernis minder, maar het kost wel twee uur. Nu de beam van zijn plaats is kan ik er ook beter bij om de scharnieren van de tentjes door te boren. Diverse mensen komen langslopen om een praatje te maken. De zeilers die naar Vilanculos in Mozambique zijn vertrokken zijn inmiddels in Inhambane gearriveerd. Ze hebben heel weinig wind gehad en dan is het met tegenstroom langzaam varen of op de motor varen of stilliggen. Ze hebben nog een halve dag om de 25 km naar Vilanculos af te leggen voordat ze noordenwind tegen krijgen, dus ze varen door. Ze hebben internetbereik tot ca vijf mijl uit de kust. Dan is het half zes geworden. Ik ben uitgenodigd aan boord van mensen die net een boot gekocht hebben. Het is een Lavranos 41 voets. Lavranos is een zeer ervaren Zuidafricaanse ontwerper en het schip is ingedeeld met accomodatie voor zes mensen en grote loopruimte. Dat is wel fijn als je rustig in de jachthaven ligt maar waar hou je je aan vast op een ruwe zee? De eigenaar woont in Pretoria maar zijn dochter en schoonzoon wonen hier en willen met de boot gaan meedoen met de wekelijkse clubwedstrijden. Morgen gaat ie op het droge om het roer te repareren. We drinken een biertje en praten terwijl dochter en schoonzoon de lijnen opmeten die vervangen moeten worden. Er moet ook een nieuwe genua komen, de electriciteit moet anders ingebouwd worden en het instumentenpaneel beter ingedeeld. Papa zal er opnieuw voor in de buidel gaan. Leuk zo’n papa. Dat heb ik in mijn leven niet meegemaakt. Ik heb zelfs de fiets waarmee ik naar school moest nog zelf betaald. Om zeven uur rij ik terug naar de camping. Een avocado uit de boom op de werf voelt precies goed rijp dus ik maak er een quackemole van en eet dat op knackebrot. Die avocados zijn kolossaal: het is een groot bord vol, maar er zit niet veel smaak aan. Dan ga ik mijn verhaal schrijven. Het electrische kacheltje zet ik aan met de straal naar de openstaande buitendeur. Zo ventileert het hopelijk de vochtige lucht uit de caravan want ik ben hele dagen weg en sluit dan alles af.

Maandag 28 mei. Nog maar twee weken over en nog niet zover dat ik in het water kan. Ik vraag me af of dat nog gaat lukken deze reis. Het is wel heel lekker weer dus dan maar proberen te genieten van bootje bouwen in mooi weer. Ik ontdek dat de winkel op de werf ook staaldraad van 5 mm verkoopt voor verstaging. Maar ze kunnen er geen klemmen op zetten. Ik koop er toch acht meter van in de hoop dat het me lukt om het te splitsen. Ik heb het nog nooit eerder gedaan. Als het lukt kan ik de nieuwe voorstag beter van staaldraad maken. Dat is minder slijtgevoelig voor de bronzen leuvers waarmee de zeilen aan de stag zitten. Eerst maar een oogje aan de onderkant proberen. Dat gaat goed. Dan de lange lus waarmee de bovenkant om de mast heengaat. Dat gaat nog beter. Leuk dat ik dat nu ook kan. Volgens de staaldraadspecialist, die me heeft uitgelegd hoe je dat moet doen is zo’n splits net zo sterk als de oorspronkelijke kabel en dus sterker dan een klemverbinding, waar de meeste staaldraadkabels uiteindelijk op breken. Dan ga ik verder met de mastbeam. Ik zaag stelblokjes op maat en meteen ook het blokje dat nog in die ene verstagings chainplate gemaakt moest worden. Dat lijm ik er al in, het past 100 procent. Dan maak ik nog wat grafietepoxy aan en smeer er de zijkanten van de stelblokjes mee in en de randen op de beam waar die tegenaan kunnen schuren. Dan ook de scharniertjes van de tentjes en ook de randen van de kajuitluiken die op de rails glijden. Mooi spul. Als alles staat te drogen ga ik wat eten bij de afhaalhindustaan. Dan een ijsje halen voor toe. De vrouw die de eigenaresse is van de ijssalon vertelt dat ze ook zo graag een buitenlandse reis zou maken maar ze is teveel gehecht aan haar twee hondjes. Zulke verhalen heb ik van vrouwen al zo vaak gehoord: hondjes, de kinderen, de kleinkinderen, de bloementuin, de vriendinnenclub. Vrouwen maken uiteindelijk liever hun eigen omgeving dan dat ze de grotere wereld waarin ze leven gaan verkennen. Als ze jong zijn gaan ze nog wel mee met mannen of met vriendinnen op stap, maar naarmate ze ouder worden blijven ze liever in hun eigen omgeving. Mannen kunnen ze dan alleen nog verleiden met reizen door ze een stukje eigen omgeving mee te laten nemen in de vorm van caravans, campers, boten met veel accomodatie enz. Ook deze jachtwerf ligt vol met zulke “huisjes” op het water. Verkopers weten dat een boot gekocht wordt op hoe mooi de keuken is en hoe makkelijk het bed kan worden opgemaakt. Blij dat ik kan doen wat ik wil: de hele planeet is mijn huis, niet alleen een stukje ervan. Ik wil nog wel delen en iets aan mijn leven toevoegen maar niks van mijn leven inleveren. Bij de boot ga ik de onderkant en achterkant van de mastbeam schuren en zet die tenslotte driemaal in de UV clearcoat. Hmm de epoxylijm is op en de clearcoat bijna. En de kwastjes ook. Dat wordt morgen weer naar de winkel. Het is al helemaal donker als ik op gevoel de laatste restjes clearcoat er nog opsmeer. Terug naar de camping, douchen en nog een poosje internetten.

Maandag 28 mei. Nog maar twee weken over en nog niet zover dat ik in het water kan. Ik vraag me af of dat nog gaat lukken deze reis. Het is wel heel lekker weer dus dan maar proberen te genieten van bootje bouwen in mooi weer. Ik ontdek dat de winkel op de werf ook staaldraad van 5 mm verkoopt voor verstaging. Maar ze kunnen er geen klemmen op zetten. Ik koop er toch acht meter van in de hoop dat het me lukt om het te splitsen. Ik heb het nog nooit eerder gedaan. Als het lukt kan ik de nieuwe voorstag beter van staaldraad maken. Dat is minder slijtgevoelig voor de bronzen leuvers waarmee de zeilen aan de stag zitten. Eerst maar een oogje aan de onderkant proberen. Dat gaat goed. Dan de lange lus waarmee de bovenkant om de mast heengaat. Dat gaat nog beter. Leuk dat ik dat nu ook kan. Volgens de staaldraadspecialist, die me heeft uitgelegd hoe je dat moet doen is zo’n splits net zo sterk als de oorspronkelijke kabel en dus sterker dan een klemverbinding, waar de meeste staaldraadkabels uiteindelijk op breken. Dan ga ik verder met de mastbeam. Ik zaag stelblokjes op maat en meteen ook het blokje dat nog in die ene verstagings chainplate gemaakt moest worden. Dat lijm ik er al in, het past 100 procent. Dan maak ik nog wat grafietepoxy aan en smeer er de zijkanten van de stelblokjes mee in en de randen op de beam waar die tegenaan kunnen schuren. Dan ook de scharniertjes van de tentjes en ook de randen van de kajuitluiken die op de rails glijden. Mooi spul. Als alles staat te drogen ga ik wat eten bij de afhaalhindustaan. Dan een ijsje halen voor toe. De vrouw die de eigenaresse is van de ijssalon vertelt dat ze ook zo graag een buitenlandse reis zou maken maar ze is teveel gehecht aan haar twee hondjes. Zulke verhalen heb ik van vrouwen al zo vaak gehoord: hondjes, de kinderen, de kleinkinderen, de bloementuin, de vriendinnenclub. Vrouwen maken uiteindelijk liever hun eigen omgeving dan dat ze de grotere wereld waarin ze leven gaan verkennen. Als ze jong zijn gaan ze nog wel mee met mannen of met vriendinnen op stap, maar naarmate ze ouder worden blijven ze liever in hun eigen omgeving. Mannen kunnen ze dan alleen nog verleiden met reizen door ze een stukje eigen omgeving mee te laten nemen in de vorm van caravans, campers, boten met veel accomodatie enz. Ook deze jachtwerf ligt vol met zulke “huisjes” op het water. Verkopers weten dat een boot gekocht wordt op hoe mooi de keuken is en hoe makkelijk het bed kan worden opgemaakt. Blij dat ik kan doen wat ik wil: de hele planeet is mijn huis, niet alleen een stukje ervan. Ik wil nog wel delen en iets aan mijn leven toevoegen maar niks van mijn leven inleveren. Bij de boot ga ik de onderkant en achterkant van de mastbeam schuren en zet die tenslotte driemaal in de UV clearcoat. Hmm de epoxylijm is op en de clearcoat bijna. En de kwastjes ook. Dat wordt morgen weer naar de winkel. Het is al helemaal donker als ik op gevoel de laatste restjes clearcoat er nog opsmeer. Terug naar de camping, douchen en nog een poosje internetten.

Dinsdag 29 mei. Opnieuw een dag met heel mooi weer om buiten te werken. Ik ben al vroeg bij de boot. De onderkant van de mastbeam zit lekker in de clearcoat. Ik ga eerst het bevestigingspunt voor die ene verstaging precies pas maken, boor er twee nieuwe boutgaten in. Dan bereid ik de bouten voor met hun set ringen aan de binnenkant en de buitenkant en siliconen tegen het inwateren. Ik ga naar de winkel en koop een kilo nieuwe lijm. Dan lijm ik het er netjes op en draai de bouten aan. Het zit perfect. De lijm die er tussenuitgeperst wordt gebruik ik om de stelblokjes onder de mastbeam op hun plek te lijmen. Ook dat is een secuur werkje. Eerst een beetje lijm eronder en de blokjes ongeveer op hun plek zetten, dan de beam over de blokjes plaatsen terwijl de lijm nog nat is. Lijm laten drogen maar niet volledig laten uitharden, beam er weer vanaf, positie van het blokje aftekenen, blokje er weer vanaf halen, lijm er weer vanaf schrapen, dan met volle lijm eronder opnieuw plakken op de afgetekende plaats en vastklemmen. Dan goed laten drogen en morgen vastschroeven. Maar ik heb geen lange schroeven meer. Deze maat was ook op bij het Boltcentre. Ik denk om deuvels te maken. Morgen verder. Dan ga ik de helmstokverlenging op de crossbar monteren. Ik heb uit Nederland een roestvrijstalen scharnierpunt daarvoor meegenomen. Ik gebruik als helmstokverlenging ( joystick) een aluminium buis van 22 mm dik. Ik wil zover mogelijk voorin de boot op de kajuitdakjes kunnen staan of zitten en toch nog sturen. Je kunt dan ondieptes in het water beter zien en ook op aandewindse koersen kruisend wil ver voorin kunnen zitten waar je goed zicht hebt en precies op het vaantje kan sturen alsof het een kleine raceboot is. De helmstokverlenging kan alleen over de voorkant draaien dus ik kan hem niet nog langer maken want dan kan ie niet meer langs de mast, maar misschien kan ik er later nog wel een verlengstuk insteken? Of vanuit Nederland een telescopische carbon stick meenemen. Ik heb er nog wel een in de schuur liggen, maar hij is twee meter lang en hoe neem je die dan mee in het vliegtuig? Eerst maar eens zo proberen. Voordat ik de moertjes opbhet scharnierpunt zet doe ik een roestvrijstalen beugeltje eronder zodat ik ook een lijntje kan aanhaken om de crossbar mee vast te zetten of om de automatische stuurinrichting aan vast te haken. Leuk, dat is ook af. Dan ga ik naar de winkel om te passen welke clips het meest geschikt zijn om de helmstokverlenging aan op te hangen als ik hem niet gebruik. Daar kom ik John tegen. We praten nog over de toplicht en zijn advies is om die wel te kopen. We kijken samen welke bekabeling er te koop is en hij adviseert om een kantenklaar schakelbord met zes waterdichte switches te kopen in plaats van losse switches. John gaat verder met zijn werk. Ik koop de bekabeling vijftien meter lang. Het zijn vier losse, siliconen omhulde, kabeltjes ( marine quality) met een kern van 1,5 mm. Een zwarte en drie rode. Ik koop er vijftien meter per stuk van zodat ik het switchbord dichtbij het kajuitluik kan ophangen. Ik koop ook vijftien meter hogedrukslang om de bekabeling doorheen te leiden en in op te hangen. Ik hoop dat ik het zo kan leiden en bevestigen dat ik geen onderbreking hoef te maken tussen de lamp en het switchbord. Ik bedenk dat ik het switchbord niet op een houten paneel zal monteren of in een houten box zal vastzetten maar in het deksel van een van mijn waterdichte plastic dozen zal monteren. Het deksel kan dan klemvast op de doos met alle aansluitingen daarin. Dan kan ik die doos hangen waar ik hem hebben wil. Als ik de boot uitelkaar haal om hem op een trailer te vervoeren of de mast eraf haal moet de bekabeling gemakkelijk los gemaakt kunnen worden en weer vastgezet. Ik neem alles mee naar de boot waar ik de kabels uitrol en op lengte pas maak. Dan nog de slang precies op lengte snijden zodat er aan weerszijden nog een stukje kabel uitkomt. De lange vrij stugge hijslijn van het voorste zeil glijdt goed door de slang en is ook lang genoeg. Daarmee trek ik de bundel van vier kabels door de slang. Er is nog ruimte voor een of twee meer kabels. Zou het goed zijn om die er nu bij te zetten? Een antenne? Een camera? Ik probeer of ik de slang door de mast kan duwen, maar op twee meter voor de top blokkeert ie. Dan is het bijna echt donker en het gaat regenen dus ik ruim snel de laatste gereedschappen op en ga in het clubhuis een halve kip periperi eten terwijl ik nog een stuk lees in het boek Practical Boating. Als ik terugrij naar de camping is het net weer droog.

Woensdag 30 mei. De hele nacht heeft het geregend, maar nu is de regen opgehouden. Het wordt weer een dag met fijn weer. Deze wintermaanden vanaf half april zijn in dit deel van Zuidafrika wel ideaal. Maar wat is het de rest van het jaar gruwelijk heet geweest en wat heb ik geleden daaronder. Ik ga verder met de bekabeling. Ik koop bij de winkel nog een installatiedraad erbij. Ik haal de bundel er weer uit en doe de nieuwe kabel erbij en trek dan alles opnieuw door de slang. Dan maak ik met ductape de kop van de slang mooi glad en rond en ik duw hem dan zonder veel moeite door de mast. Dat gaat prima. He, dan kan ik de slang ook wel gebruiken om de hijslijn van het voorzeil mee door de mast te trekken. Dus gaat ie nog een keer eruit met de hijslijn eraan en weer terug erin zonder hijslijn. Zo die zit nu ook goed. Alle moeite die ik van de week gedaan heb met het hulplijntje met moertjes als verzwaring is voor niets geweest. Dan ga ik kijken waar ik de slang uit de mast zal laten komen en waar ie door de beam heen zal gaan en waar ik hem het beste naar binnen in de kajuit kan brengen. Ik rij naar de Builders Market in de stad om een passende boor te kopen. Ze hebben ook een nieuwe voorraad houten stokken binnen. Ik koop een houten stok van 18 mm om deuvels van te maken en een houtboor van 20 mm voor zowel de deuvels als de slang. Dan even een Whopper eten bij de Burger King en nadenken hoe ik verder zal gaan. Terug bij de boot boor ik een gat in het hoogste punt van de voorwand van het kajuitdakje net voorbij het scharnierpunt van het tentje. Dan een gat ertegenover door de mastbeam maar op het laagste punt van de staande wand van de beam. Als de slang daar doorheen gaat kan het regenwater dat langs de slang komt nooit omhoog mijn kajuit inlopen. Ik besluit om de slang aan de voorkant uit de mast te laten komen, weg van alle lijnen aan de achterkant en dan kan ie met een korte lus tegen inwateren onder de mastvoetplaat de beam ingeleid worden. Bovenin de mast hang ik hem op met een lus en een tywrap. Morgen een sterkere tywrap erop zetten. Dan hoor ik veel geluid bij de boot van Andrew. Hij wordt in de grote mobiele bok gehesen. Morgenmiddag bij hoogwater wordt ie te water gelaten. Hij hangt in twee singles die met kettingwinches worden opgetakeld. Dat gaat met de hand. Het wordt nu al om half zes donker dus ik ruim al mijn spullen op en smeer als laatste de randen van de boorgaten in met speciale dunne epoxy tegen inwateren van het multiplex. Ik denk dat ik de openingen uiteindelijk gewoon met siliconen zal afdichten. Morgen kijken of ik nog versterkingsplaatjes moet maken. Terug op de camping ga ik lekker douchen en nog even wifi op het terrasje bij de receptie. Dan vroeg slapen. Om een uur snachts wordt ik wakker en schrijf ik dit verhaal.

Donderdag 31 mei. Ik wordt om 7 uur wakker. Zo, dat is laat. Het is winter en dus laat licht en vroeg donker. Bij de boot boor ik met de nieuw gekochte boor per stelblok twee gaten voor deuvels. De boor vreet zich heel snel in het hout en loopt dan vast in het keiharde hout van het blok waarop de beam rust. Ik moet een aantal keren boren om hem erdoor en in de dikke scheepsrand te krijgen. Dan zaag ik deuvels op lengte en maak de met grafietversterkte epoxy aan. Ik giet het in de gaten en duw dan de deuvels zo diep
mogelijk in de gaten zodat het teveel aan epoxy er weer uitgeperst wordt. De overtollige epoxy smeer ik op de glijrailsen voor de kajuitluiken. Maar nu heb ik zeker teveel harder erbij gedaan want de epoxy wordt warm en begint veel te snel te harden. Als ie te dik wordt om langs de laatste deuvel omhoog geperst te worden hou ik gauw op en trek die deuvel nog net uit het gat. Balen, nu verspil ik wat epoxy en nog tijd en een kwastje ook. Dan maar een paar uur laten uitharden voordat ik dat gat weer kan opboren om die epoxy eruit te krijgen en nieuwe erin te doen. Dan ga ik verder met de mastkop. Ik monteer het voetplaatje van de lamp er plat bovenop en doe rubbercompound om de boutjes en in het gat voor de bekabeling een plastic doorvoer. Dan ga ik naar de winkel. Ze hebben geen waterdichte kabelverbinders. Ik kan ook niet solderen. Ze hebben wel een blokje met schroefverbindingen ( kroonsteentjes). Binnenin de mast net onder de mastkop is het wel altijd droog dus ik hoop dat het goed gaat en dat de kabeltjes van de lamp niet te dun zijn voor de schroefjes van het kroonsteentje. Ik kijk ook naar Vhf antennes maar ik heb er geen verstand van en ik vind ze alleen erg groot. Deze winkel heeft meer voor de vissersboten dan voor de zeilboten. De boot van Andrew is vanmorgen verder opgetakeld en de laatste antifoulingverf onder de kiel gesmeerd. Hij wordt met de grote tractor ervoor eerst gekeerd en dan naar de helling gereden. Hij heeft vijftien jaar op die plek gestaan. De vorige eigenaar heeft er eerst een aantal jaren aan gebouwd en hem toen tien jaar lang verwaarloosd en tenslotte aan Andrew gegeven.Voor niks. Die heeft zich de laatste drie jaar geconcentreerd op het instand houden en op het vaarklaar maken. Om drie uur is het getij hoog genoeg en gaat ie het water in. Hij ligt prachtig 15 centimeter onder de waterlijn van de antifouling. Als de masten erop komen en de watertanks en dieseltanks zal ie naar schatting nog zevenen een halve centimeter dieper komen. Andrew en twee vrienden die ook veel eraan gewerkt hebben klimmen aan boord en starten de motor en maken een proefvaartje door de haven. Hij vaart erg snel. Dan leggen ze aan bij de stijger. Ik ga ook aan boord en we openen een fles ‘champagne’. De zescylinder 120 pk dieselmotor loopt prachtig stil, (Perkins) maar hij rookt nog wel teveel. De keerkoppeling zou snel en geruisloos zijn. Ze hebben alleen op het laagste toerental gevaren! Ik denk wel tien knopen, dus ik hoop dat de schroef niet te groot is. Ik bekijk het schip van buiten en van binnen. Dat ziet er wel compleet uit maar de sporen van lange verwaarlozing zijn overal en er moet nog enorm veel tijd in gestoken worden. Een nieuwe fase in de bouw is gestart. Ik ga terug naar mijn eigen boot. Het gaat regenen en ik ruim alles snel op en rij nog naar de supermarkt in het donker. Ik zet de barbeque onder een punt van het grote afdekzeil en grill er een paar karbonaatjes op. Als op bed ga liggen val ik om zeven uur in slaap en wordt om half een wakker en schrijf dit verhaal.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 415
Totaal aantal bezoekers 346277

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: