Nosy Komba. Prachtig.
Door: Fred
Blijf op de hoogte en volg Fred
07 Maart 2025 | Zuid-Afrika, Hoedspruit
Dagtocht naar het eilandje Nosy Komba. We gaan in een TukTuk en rijden naar de hoofdstad waar de haven is. Een jonge man, die in het hotel werkt, gaat met mij mee. Behalve de gebrekkige infrastructuur is ook de taal nog echt wel een probleem. Veel inheemse Malagasy spreken nauwelijks Frans en ik begrijp ook lang niet alles. We maken daarom een stop en nemen een vriendin of familielid van hem mee.Zij spreekt een beetje engels. Ik betaal voor de TukTuk voor ons drieën opeens de helft van wat ik eerder betaalde voor deze afstand. Dezelfde TukTuk chauffeur belooft ons ook weer terug te brengen naar het hotel en ook dat zit bij deze prijs inbegrepen.
Er zijn op dit tijdstip alleen maar charterboten en dat valt weer erg tegen qua prijs: tachtig Euro voor ons drieen voor de de hele dag. Er lopen hier echt twee of meer economieën tegelijk: de locale mensen betalen heel weinig, de toeristen heel veel. Het is een polyester boot met een 10 pk buitenboordmotor. We varen in ruim drie kwartier naar het eilandje. Om in de boot te stappen moet je eerst honderd meter door het modderige water van de haven waden. Ik had mijn goede wandelschoenen aangetrokken dus die moeten nu uit. En dan wordt het op blote voeten door de modder glibberen ineens een stuk moeilijker. Gelukkig heb ik twee helpers.
De Malagasi staan heel wat steviger op hun voeten dan ik, want vlakke wegen kennen ze niet. Behalve de asfaltweg is elk weggetje bezaaid met kuilen en stenen en gaten, elke stapis klimmen of dalen of door het water waden. Geen wonder dat de mensen hier niet te dik zijn en heel krachtig.
Onderweg passeren we wat zeilende vrachtschepen: Dhows. Wat is dat schitterend om te zien. De latijnzeilen zijn best groot: ik denk dat op een boot van tien meter lang de diagonale ra wel vijftien meter lang is. Daar hangt het driehoekige zeil aan.
Als we bij het eilandje aankomen is er een dorpje aan het strand. Houten vissersbotenliggen naast polyester boten en ook speedboten. In de straten van het dorpje zijn talloze souvernierstalletjes waar de lokale bevolking wat probeert bij te verdienen met handwerkproducten en met specerijen uit eigen tuin. Er zijn nu bijna geen toeristen maar de verkopers blijven hopen op succes. Ik zie wel wat leuke spulletjes. Handgeborduurde tafelkleden en wandkleden en gordijnen zijn uitgehangen en echt heel smaakvol gemaakt met motieven van vissen of schildpadden. Het houtsnijwerk ziet er ook leuk uit. Ik koop niks want ik had niet verwacht dat de boot zo duur zou zijn en ik heb nu niet genoeg geld bij me.
Er is een natuurwandeling met een gids voor een euro per persoon. De wandeling is nog geen kilometer lang maar voert door een stuk bos waar familiegroepen Lemuren wonen. “No banana, no friend” zegt de gids. Hij heeft wat bananen meegenomen en roept met luide stem om de Lemuren te laten weten dat er vrienden met bananen zijn gearriveerd. Of zijn het bananen met vrienden? De Lemuren worden wakker en ze springen uit de bomen op ons af. De gids knijpt een banaan fijn en smeert dan wat bananenmoes op onze handpalmen. Dan springen de Lemuren op je schouders om via je arm naar je hand te lopen en daar de bananenmoes vanaf te likken. Ik hoef niet per se een aap op mijn schouders, en zeker geen twee, maar daar denken de Lemuren heel anders over. Ik voel me gewoon gebruikt als een bananenboom en zo denken de lemuren er kennelijk ook over. Als er dan ook nog eentje op mijn hoofd springt kan ik alleen maar dankbaar zijn dat ik mijn hoed opgehouden heb.
. “Je mag ze wel op hun kop en rug aaien maar niet aan hun staart zitten, want dan gaan ze bijten.” zegt de gids. Gelukkig, dan zullen ze waarschijnlijk voor dat deel van mijn lichaam wel respect hebben. Ik vind dat Lemuren iets afstandelijks in hun ogen en in hun gedrag hebben, je kunt er eigenlijk geen contact mee krijgen. De gids heeft gelijk: no banana - no friend.
Een stukje lopen verderop worden diverse soorten schildpadden gehouden. Er is een inheemse soort die ongeveer 30 centimeter groot wordt, maar er is ook een kleinere soort. En er zijn drie reuzenschildpadden die uit de Galapagos eilanden geïmporteerd zijn. De grootste daarvan heet Catharina en ze laat zich graag aaien op haar hoofd en langs haar nek. Ze is 70 jaar oud en dus op middelbare leeftijd. De andere twee reuzenschildpadden zijn iets kleiner dan Catherina. Het zijn mannetjes van een jaar of 40 oud. Of Catherina nog een happy sexlife met de mannetjes heeft weet de gids niet, maar ze heeft hier nog geen eieren gelegd.
Een stukje lopen verderop is er een slangenkuil. Het zijn boa’s: wurgslangen. De meesten schieten weg in een hoek als ze ons zien, maar de gids vangt er een die zich wel gemakkelijk laat oppakken. Als je het wilt kun je hem om je nek gedrapeerd krijgen. Ook dat is niks voor mij. Maar deze Boa blijft wel rustig liggen en laat zich aanraken. Ik hou meer van een respectvolle observatie van wilde dieren dan dat ik zo graag aan dieren mijn wil zal opleggen of ze zal grijpen of ze in een kooi stoppen of zal dwingen iets te doen. Ik wil hun natuurlijke gedrag zien als ze zich niet verstoord voelen door mijn aanwezigheid. Vaak krijgen ze dan ineens iets heel moois over zich. Bijvoorbeeld een hagedis die niet op zijn hoede is kan lopen op een manier dat het je bijna aan dansen doet denken. Maar hagedissen zijn van nature zeer goed oplettend en altijd klaar om te vluchten.
Er zijn op deze natuurwandeling ook diverse soorten inheemse planten en bomen, waarvan de gids uitlegt waar ze voor zijn: pepers, kaneel, cacao, koffie en diverse geurstoffen.
Het was best een indrukwekkende wandeling. Ik geef de gids nog een tip en dan lopen we terug het dorpje in.
We lopen door de smalle straatjes geflankeerd door souvernierverkopers. Ze hebben vast geleerd dat de toeristen er niet van houden om steeds aangesproken en nageroepen te worden, want het gaat heel relaxed. We gaan wat eten en drinken in een restaurantje. Daarna lopen we verder het dorpje in naar de andere kant. De mensen leven hier met de ramen en deuren open. Op de veranda’svan de huisjes en op het erf rond de huisjes wordt gegeten en gewassen en gewerkt en geslapen. Er zijn veel planten in bakken rond de huisjes. En bomen die vruchten en schaduw geven. Leuk om te zien dat alles nog heel origineel is. Het ziet er in onze ogen misschien wat sjofel uit maar als ik even naar binnen kijk is dat huisje toch smaakvol ingericht met houten meubelen en met gordijntjes en kleedjes en een sprei op het bed.
We lopen nog een stuk langs het strand en gaan dan terug. Dezelfde boot brengt ons terug, maar er staat flink wat meer wind. Als we de haven invaren is het daar veel minder bedrijvig. Het laden en lossen van de boten is met hoog water en wind heel wat moeilijker dan als de boten stilliggen in ondiep water of op het zand. Het water is door de wind ook nog eens zeer onrustig. We moeten nu direct van de schommelende boot op de kade stappen. Dat is niet gemakkelijk, maar met wat hulp gaat het goed.
Na een telefoontje komt de TukTuk chauffeur snel voorrijden en we gaan terug. Onderweg stoppen we bij het huisje van de vrouw en zij biedt ons iets te drinken aan. Daarna rijden we naar het hotel. De man zijn dag zit erop en hij gaat direct door naar zijn gezin en ik ga op het terras van het hotel met een vissoep en een fles drinkwater en een glaasje Pastis de mooie dag afsluiten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley