Vissen zonder ogen, bomen met heel veel stammen - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Vissen zonder ogen, bomen met heel veel stammen - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Vissen zonder ogen, bomen met heel veel stammen

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

07 Februari 2025 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Samen met een Duits en een Oostenrijks stel plannen we een excursie naarhet dichtstbijzijnde Nationale Park. Er is een meertje daar achter de duinen waarin flamingo’s foerageren en er zijn grotten met water daarin en er zijn bijzondere Baobab bomen en Lemuren ( halfapen).

Maar het gebied rond het meer staat onder water door de hurricane van vorige week. Een 4x4 kan niet verder dan het ontvangstcentrum en vandaar zullen we een aantal uren in een ossenkar moeten om door het overstroomde gebied langs het meer te rijden en naar de berg te gaan waar de grotten en de bomen en de Lemuren zijn.

De eigenaar van ons hotel helpt bij het organiseren. Er is een betrouwbare auto in het dorp (er zijn drie auto’s). We maken met de eigenaar daarvan afspraken over tijd en geld.

Om half acht stappen we in een Mitsubishi Pajero. We zouden met vijf personen gaan maar een van de mannen heeft pijn in zijn maag en darmen en ziet er dus vanaf. We rijden 50 kilometer over een diep uitgeslepen zandweg die achter de duinen langs de kust loopt. We passeren een paar dorpjes en een groot schoolgebouw. Er lopen mensen en ossenkarren op het pad en een paar oude vrachtwagens. Ze moeten allemaal de berm in omdat er alleen een enkel spoor door het zand loopt. De chauffeur houdt flink de vaart erin om te voorkomen dat de auto te diep wegzakt in het mulle zand.

Dan komen we bij de receptie van het park. Er staat een ossenkar en een aantal mensen op ons te wachten. Er zijn geen andere bezoekers. We betalen de entree. Er is een standbeeld van de reusachtige oervogel die ooit in Madagaskar leefde maar nu uitgestorven is. Er zijn nog eieren en resten van gevonden. Er is een ei dat 35 centimeter hoog is en 25 centimeter dik. Een standbeeld van de vogel is 3,5 meter hoog; zijn onderpoten zijn zo dik als mijn dijbeen.

Het zal heet worden. Gelukkig heb ik mijn lange broek aan en mijn hoed op en mijn donkere paraplu bij me. Ik laat een van de mannen nog even naar een winkeltje lopen om drie flessen water erbij te gaan kopen. Dan klimmen we in de ossenkar. Gelukkig hebben we vier zitkussens uit het hotel meegenomen want de kar heeft alleen een houten bakje.

Met vier mensen is er net genoeg plek om op de bodem te zitten. De kussens gebruiken we half om op te zitten en half gevouwen als rugleuning. De chauffeur zit op de bok en een gids loopt naast de kar. Ik ben blij met mijn paraplu als zonnescherm.

We hobbelen 2,5 uur grotendeels door ondergelopen land. Het oorspronkelijke sodameer is een kilometer buiten zijn oevers getreden. We moeten een paar keer uitstappen en door het water waden omdat de ossenkar te diep wegzakt en niet meer los kan komen.

Dan komen we bij de eigenlijke parkeerplaats. Er kan daar ook gekampeerd worden. We stappen uit en volgen een voetpad dat omhoog loopt tegen een hoge heuvel op. Het is stappen van de ene steen op de andere.

We komen bij een grot die half vol staat met water. Er blijkt een heel netwerk van grotten te zijn die onderling verbonden zijn en een reservoir van ondergronds water vormen. We kunnen erin afdalen en we zwemmen in het koele water met het plafond van de grot als een gewelf boven ons. Er leeft een kleine vissoort in de grot. Ze zijn gemakkelijk te zien omdat ze wit en halftransparant zijn. Heel uniek is dat ze geen ogen hebben, zelfs niet een aanleg tot de vorming van ogen. Ze kunnen even gemakkelijk met hun buik naar boven zwemmen als met hun buik naar onderen. Er wordt door biologen gedacht dat de grotten oorspronkelijk helemaal in het donker onder de grond zaten en er dus helemaal nergens licht bij het water kwam. In die tijd zou deze vissoort hier geëvolueerd zijn. De visjes zijn zo groot als een vinger en zijn gemakkelijk op te scheppen als je van je handen een kommetje maakt.

Na de verkoelende duik in het water lopen we weer verder.

Er staan diverse soorten Baobab bomen. Ze zijn niet heel hoog, maar wel heel dik. De gids vertelt over de soorten planten en de hagedissen en de vogels die we tegenkomen.

Dan komen we bij de grootste Banyan boom die ik ooit gezien heb. Dat is zo’n boom waar uit de takken wortels groeien naar de grond toe. Die wortels worden op den duur zo dik als een nieuwe boom. Er staat dus maar een enkele boom maar er zijn bij deze boom wel een paar honderd van zulke luchtwortels over een oppervlakte van 150 bij 150 meter. Een deel van de “wortels” bereiken ook het grondwater van het grottenstelsel.

In de Banyan boom leeft een aantal Ringstaart Lemuren. Ze zijn helemaal niet schuw en ik kan dichtbij komen om ze te fotograferen. Helaas wonen er ook een miljoen muggen daar en die komen ook heel dichtbij. We vluchten werkelijk weg voor de muggen. Terug bij de ossenkar nemen de vliegen het luchtruim over. Het is onbeschrijfelijk hoeveel vliegen ons volgen en proberen op ons te gaan zitten. Je bent de hele tijd bezig om ze uit je gezicht te houden.

We hobbelen nog een uur verder omdat de gids ons de flamingo’s en een viewpoint wil laten zien. Maar er zijn maar een paar flamingo’s in de verte en van het lopen naar het viewpoint zien we af omdat het veel te heet is om nog een keer te gaan klimmen. Dus we gaan terug in de ossenkar door het water en we bereiken om 5 uur de plek waar de auto op ons wacht.

Ondertussen is de Duitse vrouw wiens man ziek was ook ziek geworden. Ze hebben gisteren in het dorp gegeten in plaats van in het hotel. Het zijn artsen uit Berlijn en ze hebben veel reiservaring maar toch….

We rijden met de auto naar het dichtstbijzijnde strand en daar hebben we een maaltijd gereserveerd in een andere lodge. De anderen gaan eerst nog in zee zwemmen om af te koelen maar ik doe dat met een grote fles koud bier en ik blijf liever in de schaduw.

We eten gegrilde moten tonijn met groenten en rijst. De anderen drinken nog twee grote flessen van een plaatselijke CocaCola. Dan stappen we weer in de auto en rijden met flinke snelheid in een uur tijd terug. Net voor donker zijn we weer bij het hotel. We rekenen af met de chauffeur. Het afgesproken bedrag voor de auto met chauffeur was 110 Euro.

We zijn allemaal heel moe. Ik koop nog twee literflessen met water erbij en drink die helemaal leeg. Dan val ik on slaap en doe de volgende dag helemaal niks behalve foto’s maken en zwemmen in de namiddag. Tegen de avond is er onweer met regen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 125
Totaal aantal bezoekers 390183

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: