Afrika is intens..geen dag zonder nieuwe avonturen - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Afrika is intens..geen dag zonder nieuwe avonturen - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Afrika is intens..geen dag zonder nieuwe avonturen

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

28 November 2024 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Zaterdag was een hete dag. Om half tien in de ochtend is het al 40 graden. Ik ga mijn ochtend gamedrive eerder beëindigen want het wordt te warm in de auto. Ik ben tevreden want er kwam een grote kudde buffels naar mij toelopen. Ik stopte de auto voordat ze mij zagen en ze komen recht op mij af tot op enkele meters. Ik zit doodstil en laat alleen de video draaien. Als ze voorbij zijn rij ik door. Dan zie ik een secretarisvogel. Op hoge poten loopt ie door het gras; zijn kop is wel een meter boven de grond. Altijd in beweging, jaagt ie op kleine dieren. Hij heeft een kroon van lange veren om zijn kop die hij kan opzetten als ie een prooi ontdekt. Ik denk het zijn kop camoufleert tussen de grassen.

Terug in het kamp is het ook onder het schaduwdoek nog heel warm. Tegen de middag valt de schaduw van een grote boom op een deel van het zwembadje en ik ga daar afkoelen. Iedereen zit te puffen. Het duurt niet lang of er zitten twintig mensen in het zwembadje.

Er is onweer met regen voorspeld voor de namiddag. We kijken er allemaal naar uit.

Om vier uur begint de lucht steeds donkerder te worden en ik stap in de auto voor een rit door het savannelandschap. Prachtig met dit licht en met die donkere wolken. Sommige bliksemschichten zijn van de wolk tot aan de grond te zien. In de verte vallen slagregens terwijl het zonlicht er doorheen schijnt. Ik maak heel wat foto’s. Dan rij ik snel terug maar ik stop wel voor een landschildpad die de zandweg oversteekt. Zijn schild is wel 25 centimeter lang. Als ik tegen zes uur mijn auto achteruit onder het zeil rij, begint het hier ook te regenen. Grote druppels vallen heel rustig en ze slaan kuiltjes in het zand. Het houdt na tien minuten alweer op.

De nacht verloopt rustig en de volgende morgen om half vijf regent het nog een uurtje. Het is nu wel lekker koel en ik ga nog een gamedrive doen. Ik fotografeer prachtige bloemen: rode bollen met gele puntjes op de uiteinden. Je ziet ze in Nederland wel eens in boeketten, maar ik had ze nog nooit in het wild gezien. Ze staan maar op een enkel plekje onder een boom, en ik zie ze nergens anders.

Dan hoor ik dat er leeuwen liggen in de bosjes die ik net gepasseerd ben. Ik rij terug maar ik kan ze niet vinden. Maar de goede tipgever komt terugrijden en wijst ze aan. Alleen door een opening tussen twee struiken kun je de lijven van een paar jonge leeuwen zien liggen. “ er zijn er twaalf” zegt ze, “ze staken de zandweg over toen wij kwamen aanrijden”.

Ik blijf wel een uur erbij staan en ik heb geluk. Ze schrikken ergens van en springen op uit hun slaap en ze zijn meteen klaar voor actie. Een paar volwassen leeuwinnen en een jong mannetje komen aangesneld. Ondanks de kleine opening tussen de struiken,heb ik toch nog iets spannends gefilmd.

Dan vallen ze terug in slaap en ik rij terug richting het kamp. Verderop zie ik wilde zwijntjes en een paar kudus. “Ga hier weg, er liggen 12 leeuwen daar”, zeg ik nog tegen ze. Maar zo’n taal hebben ze niet.

Om 9 uur is het nog zo heet dat ik niet naar bed wil. Ik ga nog een keer naar het zwembadje. Nu is er niemand anders. Het is helemaal donker. Ik kan even vrij skinny dippen. “Bonding met nature” noem ik het.: “eenworden met de natuur.” Als ik langs de kant zwem hoor ik ineens een kikker. Heel luid klinkt zijn stem over het water en in de stille nacht. Zo’n klein diertje! Dan hoor ik ook de hippos in de rivier die hier dicht langs het kamp stroomt. Hun diepe bassen klinken ver in de nacht. Relaxed, gelukkig en afgekoeld kruip ik een uurtje later in mijn bed.

De volgende morgen ga ik kijken of de leeuwen er nog liggen. Er staat een auto met toeristen op die plek. “Zien jullie de leeuwen” vraag ik ? “Nee, welke leeuwen?” “Er lagen hier leeuwen”, zeg ik. “Nee, wij kijken naar het luipaard!”Aan de andere kant van het zandpad ligt een luipaard onder een boom. Hij is diep verscholen tussen dode takken en stammen. Ik kan alleen een stuk van zijn gevlekte pels zien. Hoe is het mogelijk dat die mensen hem ontdekt hebben. Ik blijf een poosje staan kijken maar hij ligt roerloos te slapen. Het wordt te heet in de auto en ik rij door. De rest van de dag is het zo heet dat ik alleen maar bij de koelkast en in het zwembadje blijf.

Dinsdag ochtend om vijf uur ga ik weer een gamedrive maken. Bij de vogelhut, die uitkijkt over een stukje rivier, ze ik geen vogels maar wel een flinke groep impalas die komen drinken. Er loopt ook een giraf voorbij. Wat een idyllische beelden. Ik rij nog een keer naar waar ik de leeuwen en het luipaard heb gezien. Een kilometer verder zie ik gieren. Een heleboel. En er komen er steeds meer aanvliegen. Ik denk dat er wel veertig zijn. Ze vechten om de prooi, maar het is zover weg dat ik de prooi niet kan zien liggen. Er komen ook een aantal Maraboes bij. Ze zijn wel drie keer zo groot als de gieren. Stof waait op, klappende vleugels, ze springen op de prooi en vechten om een plekkie. Hongerige gieren hebben geen tafelmanieren. Dat is wel duidelijk. Jammer dat het zo ver weg is. De lucht is warm en zindert, maar ik doe mijn best om in ieder geval de sfeer te pakken.

Op de terugweg rij ik voorzichtig achter langs een grote mannetjes giraf. Hij staat lekker te eten en hij maakt zich niet druk om opzij te gaan. En ik heb geen zin in een hoefafdrukken in mijn auto. Zijn achterbenen zijn wel drie meter lang! Met geduld komt ook dat weer goed.

Ik maak een nacht gamedrive met de rangers van het kamp. Op driehonderd meter van de poort liggen 4 leeuwen op de weg.

Woensdag is opnieuw snikheet. Boven de 40 graden. Ik rij morgens naar het volgende kamp en doe de rest van de dag niks. Om 5 uur betrekt de lucht. Er is een uur lang windstoten, net als ik zit te eten. Massa’s stof waait over de camping dus ik zet mijn bordje in de auto en hou met twee handen het dekzeil vast. Als de meeste windstoten voorbij zijn begint het te regenen. Ik kruip in mijn bed en dan begint een vreselijk onweer. Er zijn een stuk of wat donderslagen die zo hard zijn dat je ze in je lichaam kunt voelen.Blij dat ik veilig in mijn “ kooi van Farafay” lig en op rubberbanden sta en niet in een tentje op de kletsnatte grond.

Vandaag ben ik om 5 uur begonnen aan een gamedrive. Zes jonge hyena’s liggen in het gras langs de weg. Op twee meter van mijn camera. Verderop een troep Wilde Honden. Wel 20 stuks, ook heel dichtbij langs het zandpad. Dan een groep leeuwen aan weerskanten van de weg. Het is koel ik heb mijn donsjack aan en de autokachel gericht op mijn voeten. Afrika is intens, geen dag zonder nieuwe avonturen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 82
Totaal aantal bezoekers 374060

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: