Terug naar Kruger - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Terug naar Kruger - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Terug naar Kruger

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

24 November 2024 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Als ik half zeven in mijn auto wil stappen staat er een giraf naast de auto. Wat zijn ze toch groot. Het dak van de auto is 2 meter hoog. Het komt tot de hoogte van zijn onderbuik. A. en J. hebben rond het huis water gesproeid en de bomen en grassen zijn hier net iets eerder groen dan op de rest van het terrein. De Giraf is er blij mee.

Om zeven uur ben ik bij de Toyotagarage. Ik moet de auto achterlaten en ik loop een kilometer terug naar een heel leuk winkelcentrum met kunstgaleries en exclusieve winkeltjes en restaurantjes. Het zijn allemaal houten gebouwtjes verbonden door houten looppaden en loopbruggen met prachtige tuinen en planten ertussen. Ik neem een boekje van de plaatselijke makelaar en ga zitten lezen totdat om 8 uur de meeste winkels en restaurants opengaan. Alleen al bij deze makelaar zijn dertig vrijstaande huizen te koop met grond en uitzicht en met een zwembad en bijgebouwen. Voor 1,5 tot 3,5 ton koop je echt iets moois. Een perceel grond kost ongeveer 50.000 euro. Er wonen al heel wat Nederlanders en andere buitenlanders in deze omgeving. De aannemers en huisdecorateurs en alle andere middenstand doen goede zaken. Er is een nieuw ziekenhuis gebouwd en een nieuwe school. Wat achterblijft is dat er een krottenwijk is ontstaan rond het busstation en langs de spoorbaan. Volgens A. komt dat omdat er geen goed openbaar vervoer is voor de talloze werkers die uit de wijde omgeving worden aangetrokken door de activiteiten.

In de middag krijg ik een email dat de auto opgehaald kan worden. Er was niks ernstigs. Een koperen sleepcontact, waarmee de toeter in het midden van het stuurwiel van stroom wordt voorzien, kraakt. Volgens de monteur zal het niet meevallen om een nieuwe te vinden, maar het is dus niet ernstig en ik ga in Richardsbay proberen of ze daar een nieuwe kunnen vinden of een nieuwe kunnen maken. Ik hoef niks te betalen en ik rij terug naar het huis van A. en J. ….. met nog een watermeloen en brood en vlees. J. heeft vanmorgen met P. samen de coordinaten van 39 gierennesten opgenomen en in een landelijk computerbestand ingevoerd. Ze hebben de nesten nu in enkele weken tijd een paar maal bezocht en in 80% van de nesten is succesvol gebroed en zijn de jongen uitgevlogen. Gieren kunnen enorme afstanden vliegen dus hun verspreidingsgebied is ook heel groot. Er wordt onderzoek naar gedaan door het ringen van jonge gieren.

Op beelden van de wildcamera’s is te zien dat er vannacht een Civet is komen drinken bij het vijvertje in de tuin. Het is echt een nachtdier en ik had er nog nooit eentje gezien.

De volgende morgen vertrek ik richting Kruger. Ditmaal ga ik naar het zuiden, zo’n 30 kilometer over de R40 en dan naar het oosten langs de zuidgrens van Timbavati nog zo’n 35 kilometer tot de Orpengate van Kruger. Timbavati is een heel groot wildgebied in privee-eigendom en direct grenzend aan Kruger en met open verbinding met Kruger. Het is 580 vierkante kilometers.

Zodra ik Kruger inrij valt het me op hoe groen het hier is in vergelijking met de regio waar ik net vandaan kom. De regens uit het westen komen hier wel over de noordelijke uitlopers van de Drakensbergen. Overal is hier het gras gaan groeien en nu zie ik wel flinke kuddes grazende dieren. Ongeveer 300 buffels lopen verspreid over een vierkante kilometer. Er liggen Wilde Honden (African painted Wilddogs) in de schaduw van een grote boom. Ze zijn moeilijk te zien omdat het ver van de weg is. Als ik na 40 kilometer rijden op de kruising bij Satara aankom zeggen mensen, die mij tegemoet komen rijden, dat er leeuwen te zien zijn langs de S100. Ik rij 5 kilometer de S100 op en daar zijn vijf leeuwen. Ze liggen onder een boom te slapen en ook ver weg. Alleen met een verrekijker zijn ze goed te zien. Ik rij terug en ik zie een grote groep waterbokken met bijna volwassen jongen, wel dertig dieren. Ik wens ze een veilige nacht. Zouden ze weten dat er zoveel leeuwen in de buurt zijn? Ik rij nog 100 kilometer door naar het zuiden. Het is een prachtig hoogland hier met uitzichten over de enorme vlakten van dit deel van Kruger. Onderweg zie ik wel 8 keer groepen olifanten en nu ook een paar keer wat grotere groepen zebra’s. Een groep van wel 50 zebra’s en ook een groep van 20 en 10 enz.

Ik film een baby-olifant die zijn moeder imiteert in het flappen van zijn oren en het heffen van zijn slurf. Wat een mooie wereld.

Dan zie ik gieren cirkelen in de lucht. Een paar honderd meter verder ligt een karkas waaraan gieren staan te trekken en te pikken. Het is al helemaal kaalgevreten door degenen die het dier gedood hebben en door de hyena’s.

De gieren moeten het doen met de restjes tussen de ribben. De jongere gieren wachten in het gras totdat de ouderen klaar zijn. Voordat ik het kamp Lower Sabie inrij gaat de weg over een brede rivier. Er is geen hoge brug maar een lage dam van beton door de rivierbedding met meerdere brugdelen. Die kan bij heel hoog water overstromen. Er zijn nu al stroomversnellingen te zien, de hippos lijken intens gelukkig. Voor hen start de beste tijd van het jaar.

Ik heb vandaag ruim 200 kilometer gereden. Ik zet mijn dekzeiltjes op en ga wat eten en in het zwembadje afkoelen.

De vrijdag begint heel warm, maar dan trekt er bewolking in en dat versluierd de zon. Ik ga in het restaurant een milkshake drinken en dan een paar uur naar het zwembadje. Ik praat daar met een Nederlands stel dat een wereldreis maakt. Ze hebben er anderhalf jaar voor uitgetrokken en zijn nu bijna halverwege. Ze waren begonnen in ZuidAmerika. Nederland vinden ze steeds minder fijn maar ze weten nog niet of ze ook permanent ergens anders zouden willen wonen. Voorlopig gaat de reis nog verder richting Azië. Op de terugweg naar mijn kampje zie ik een bijzondere hagedis. Zijn kop en voorpoten zijn felblauw, azuurblauw, en zijn lijf is oranje. Het puntje van zijn staart is ook blauw. Hij loopt snel maar is niet echt bang en hij blijft steeds lang genoeg zitten dat ik kan fotograferen. Na de middag wordt het weer warmer maar ik zie ook de lucht aan de horizon betrekken. Ik ga eerst wat koken en eten. Daarna ga ik alsnog een korte rit in de omgeving maken. Bij de dam is het koeler. Het stromende water heeft iets rustgevends. Er ligt een familie hippo met meerdere kleintjes in het water en op de kant staat een familie giraffen. Wat zijn het toch een prachtige dieren. Nu het droge seizoen voorbij is zijn ze heel relaxed.

Het is nu kwart voor negen en te heet om te gaan slapen. Ik heb het ventilatorkacheltje op de koudelucht stand op de grond gezet terwijl ik dit schrijf. Je blijft drinken. Gelukkig dat ik een zak ijsblokjes in de winkel heb gekocht.

Ik ga de ventilatorkachel ook in de auto zetten. Ik hoop dat ik dan naar bed kan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 78
Totaal aantal bezoekers 374106

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: