Ergste storm die ik in mijn leven gezien heb. - Reisverslag uit Richards Bay, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Ergste storm die ik in mijn leven gezien heb. - Reisverslag uit Richards Bay, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Ergste storm die ik in mijn leven gezien heb.

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

28 Oktober 2024 | Zuid-Afrika, Richards Bay

Maandag 28 October.

De dagen gaan snel als er zoveel gebeurd.

Zaterdag ben ik naar het grote kamp Satara gereden, ongeveer in het midden van Kruger.

Je mag op de noord-zuid asfaltroute maximaal 50km per uur rijden, maar ik deed 7 uur over de eerste 90 kilometer. Zoveel is er onderweg te zien waarvoor ik stop om foto’s te maken. Vrij consistent maak ik al jaren elke dag zo’n 200 foto’s en video’s als ik in zulke wildgebieden ben. Daarvan doe ik s’avonds bij een eerste beoordeling zo’n 10% weg. Zebras, hyena’s, olifanten, kudu’s, buffels, impalas, giraffen, een prachtig uitzicht over een rivier, een baobab-boom, waterbokken. Ik vind alles even mooi als het licht en de compositie maar goed is. In dit zuidelijke deel van Kruger zijn wel veel bezoekers omdat het dichtbij de bevolkingscentra is. En veel mensen willen alleen maar leeuwen of een luipaard of Wilde honden zien. “Something Interesting?”, vragen ze als ik een prachtige groep grote Kudu-mannetjes met hun imposante gekromde horens sta te filmen in het tegenlicht met kale struiken op de achtergrond: een feest van vormen en tinten, maar ook van vitaliteit en van viriliteit. “No, only Kudu” zeg ik dan. Dan moet ik wachten voor het geluid van hun automotor weg-ebt en ik weer verder kan filmen totdat een minuut later de volgende komt aangereden. Maar het ergste is natuurlijk als ze met ronkende motor vlakbij je komen staan. Ik denk dat ik de enige ben die 50 keer per dag mijn motor uitzet. En helling afwaarts rij ik vaak zonder de motor te starten. Met zo’n oud model auto kan dat. Met lunchtijd kom ik bij een pauze- en picknick area. Hier staaneen stuk of 20 auto’s waarvan de mensen komen lunchen. Er is een restaurantje met tafels buiten. Er wordt koffie en thee en frisdranken en broodjes en pasteitjes en ontbijtjes met eieren verkocht. Ten noorden van deze picknick area wordt het al veel rustiger met het verkeer. Er is ook minder te zien want het landschap is meer open en gaat geleidelijk over in de eindeloze grasvlakten van een savannen landschap. De grassen zijn een meter hoog en goudgeel. Ze wuiven in de wind en daardoor verandert de gele gloed in steeds weer wisselende tinten. Dit is het gebied van de grootste olifanten ter wereld - en de grootste leeuwen. Maar ook van kuddes zebra’s en buffels en wildebeesten. Het is vier uur als ik het kamp Satara binnenrij. Ik was vanmorgen om zes uur vertrokken. Ik vind het laatste plekje bij de omheining met uitzicht op de savanne. Ik span een zeiltje over de achterkant van de auto, maak wat eten en als ik terugkom van het douchen loopt er een hyena buiten de omheining te snuffelen en hij kijkt mij aan of ik zo aardig ben om iets over het hek te gooien. Nee, pech gehad. Om zeven uur kruip ik in mijn bed en ik slaap de hele nacht door tot vijf uur de volgende morgen. Dat is lang geleden, dat ik zo lang doorsliep.

De volgende morgen rij ik om zes uur de poort uit. Eerst een stukje terug over het asfalt en dan verder over de zandweg naar het oosten: de S100. Ik stop bij een grote groep bavianen: minstens 50. Ze foerageren van de graszaden en wat ze verder nog in het gras vinden. Ze zitten en lopen verspreid over een vierkante kilometer, met soms tientallen meters tussen hen in. Gelukkig zien de andere chauffeurs vrij snel dat er niks te zien is. Impala en wildebeest zijn graag in de buurt van bavianen. Of zijn de bavianen graag in de buurt van impala’s en wildebeest ?

Dan volgt het pad de oostelijke oever van een prachtig riviertje. Overal staat nog water ondanks dat dit het einde van de droge tijd is. Bij een doorwaadplaats zit een gigantische visarend in een boom. Zijn witte borstveren tegen donkerbruine vleugels steekt goed af tegen het groen van deze boom langs een perennial riviertje. Iedereen kan hem goed zien behalve de vissen. In het water drijven plompebladen. Een enkele witte waterlelie vult mijn foto op de voorgrond met hoog in de groene boom de witte borstveren van de visarend.

Drie kilometer verder is ook een picknickplek maar je moet er je eigen voedsel en drinken bij jehebben. Mensen gaan daar brunchen en ik klim op het viewpoint van waaruit je zicht hebt over een landschap van rotsen en droge kale boompjes. Er lopen olifanten tussen die bosjes en vanuit de hoogte lijkt het wel of ik een drone heb. Mooi mooi mooi.

Dan rij ik 30 kilometer terug naar Satara over een rechte asfaltweg door de prachtige savanne.

In het kamp is het zo heet dat ik een paar uur blijf zitten in het restaurant en bij de receptie en in de winkel die een airco aanheeft. Je voelt dat er weersverandering aankomt en ik ga vroeg terug naar mijn kampje en maak eten. Ik zie nog een groep olifanten op een paar honderd meter van het elektrische hek rond het kamp. Tegen de avond komt er een donkere lucht vanuit het noorden. Er barst een enorme bliksem los maar die is nog zover weg dat er niks te horen is. De lucht is gevuld met bliksemschichten en ik maak een paar video’s. Een half uur later komt er een windstoot die zo hard is dat alle tenten en voortenten en zonneluifels in tien seconden kapot zijn. Tafels vallen om, stoelen vliegen door de lucht. Mijn koelkast die op een tafel stond valt om en de inhoud vliegt er uit. Mijn zeiltje vliegt over de auto en hangt nu over de voorkant. Ik kan het niet vasthouden en ik prop de flapperende zijkanten in de autoportieren die ik dan dichtsla om het vast te klemmen. Ik zet de koelkast weer overeind, prop alles was ik kan vinden in de auto, kruip achterin en doe de klep dicht. Het internet valt uit. Dan komt de regen. Het is oorverdovend zoals het op de aluminium dak en achterklep tekeergaat. Maar ik lig droog in mijn bed en redelijk veilig en ik wacht. Ik hoop dat het elektrische hek niet tegen mijn auto slaat. De auto schudt heen en weer door de wind. De bliksem is nu recht boven ons en ik bescherm mijn ogen tegen het intense licht dat door het plexiglas van het luik heen komt. Ik maak nog een video daarvan. Ik denk aan de mensen die ik op de camping gezien heb toen ik naar het toilethuisje liep. Sowieso zijn de grote luifels van de caravans allemaal platgeslagen. Maar hoe zou het met het jonge gezin zijn die een trailer met daktent hadden? Twee of drie kinderen. Gelukkig hebben zij ook een grote sterke Pajero en een ZuidAfrikaanse koepeltent op de grond. Ik denk dat zij wel in veiligheid kunnen zijn.

Dan val ik in slaap tot de de storm wegzakt even na middernacht.

Om vijf uur kruip ik naar buiten en begin de rommel van mijn kampje te verzamelen. Zelfs drinkbekers en kunststof etensbord zijn kapot. Alle tenten en caravans van de buren hebben schade. Mijn buurvrouw vertelt dat ze door de losgeslagen luifel tegen de caravan aangedrukt werd en dat haar man haar moest bevrijden maar die vertelt dat hij de caravandeur niet meer open kon krijgen. In de andere richting langs het hek is een boom gebroken en bovenop tenten terecht gekomen waarin de mensen lagen. Een vrouw raakte bekneld en lag lang onder de boom voordat twee mannen de boom konden wegschuiven. Ze is met een geblesseerde schouder en ribben in veiligheid gebracht.

Ik maak hier en daar een praatje en wat foto’s. De ravage en de kosten zijn aanzienlijk. De grote daktent van het jonge gezin is in flarden maar er zijn geen gewonden. Net wat ik dacht: ze zijn de auto ingevlucht. Iedereen is bezig om zijn spullenbijelkaar te zoeken. Er zijn geen andere gewonden of noodgevallen.

Om zeven uur rij ik van de camping af. Ik zie bij de receptie nog wel tien bomen die omgewaaid zijn of waar grote takken zijn afgebroken.

Buiten het kamp kun je niet zien dat er storm geweest is. De zon schijnt in de blauwe lucht en het gras van de savanne wuift vriendelijk in het gouden licht.


  • 28 Oktober 2024 - 15:46

    Robert Bos:

    Klasse schrijfwerk, fantastisch avontuur zeg.


  • 28 Oktober 2024 - 16:22

    Jeannette :

    Wat een geluk dat (bijna) iedereen er met de schrik van afgekomen is!!! Hoe normaal is zo'n onweersbui, Fred?


  • 28 Oktober 2024 - 17:02

    Inge:

    [e-1f62c] oeps


  • 28 Oktober 2024 - 17:16

    KeepSmiling:

    Nou..nou, dat is heftig om mee te maken en er dan zo goed af te komen.

    Maar.... de zon schijnt weer en het gras van de savanne wuift vriendelijk in het gouden licht.

    Wat een contrasten !!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 147
Totaal aantal bezoekers 390556

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: