Vrijdag 7 en zaterdag 8 juni - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Vrijdag 7 en zaterdag 8 juni - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Vrijdag 7 en zaterdag 8 juni

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

09 Juni 2019 | Nederland, Nederland

Vrijdag 7 juni. Ik word om 7 uur wakker en ga meteen rijden. Ik zie dat een van mijn ruitenwissers omhoog staat. Er heeft dus toch iemand om de auto gelopen en heeft dat gedaan terwijl ik erin lag te slapen. Het kan hier alleen door de bewakers zelf zijn geweest. Is het een teken van de ene man aan de andere man? Goed dat ik niet in het restaurant ben gaan eten. Ik ga er nu ook niet ontbijten maar vertrek meteen. Even verderop is een nieuw gebouwd benzinestation van Total. Ze hebben er ook diverse soorten koffie en broodjes en andere kleine restaurants in gevestigd en er is een ATM machine (een pinautomaat). In geval van nood, of als ik geld had willen besparen, had ik hier dus ook wel in de auto kunnen overnachten. Ik laat de auto voltanken en parkeer hem dan op een plek zodat ik hem vanuit het restaurantje kan blijven zien. Heh ze hebben hier ook gratis wifi zonder gedoe met inloggen! Bij een kop cappuccino en een sandwich check ik de email en verstuur het verslag van gisteren. Daarna ga ik verder rijden. Er zijn lange hellingen op en neer maar uiteindelijk zakken we toch geleidelijk naar de kust vanuit het hoog gelegen Swaziland. Er hangt mist en er is zelfs een stuk met vrij dichte mist. Als ik de mist voorbij ben hangt er een lage bewolking met een prachtig zonnetje eronderdoor. Ik had wel een paar keer willen stoppen om foto’s te maken maar ik durf het op deze smalle snelwegen niet aan. Er rijdt veel groot vrachtverkeer: wagens met erts die onderweg zijn naar de havens. Er zijn ook veel snelle personenauto’s die de vrachtwagens moeten inhalen door over de middenstreep op de baan van de tegenliggers te gaan. Op sommige stukken is de weg verbreedt zodat het snelle verkeer er makkelijker langs kan. Na twee uur rijden passeer ik Pongola en vandaar wordt de weg lang en recht en het gaat geleidelijk steeds verder naar beneden. Hier kan ik de meeste tijd 100 km per uur blijven rijden. Om kwart voor twaalf rij ik de vertrouwde wegen naar Richardsbay binnen. Ik rij meteen door naar de yachtclub. Heel leuk om door iedereen hartelijk begroet te worden. Het lijkt wel of er niets gebeurd is sinds ik vertrokken ben. Alle mensen, zonder rassenonderscheid, die ik zo goed heb leren kennen zijn er nog en ze zijn nog bezig met dezelfde dingen. Ik schud heel wat handen en informeer hoe het met ze gaat. Dan loop ik naar de boot en die ligt er zo te zien nog net zo bij als ik haar achtergelaten heb. Het grote dekzeil van halfdoorlatende schaduwdoek ligt nog prima over de hele boot heen. Het zakt als een nauwsluitende pyama over de vormen van de kajuitjes en helmstokken en de dekjes heen. Daar kan zelfs geen storm vat op krijgen, had ik gedacht. Ik ben benieuwd of het ook het vuil een beetje tegengehouden heeft maar dat zien we morgen wel weer. Ik zie maar een klein beetje aangroei op de antifouling onderwater. Ik had voor Micron Plus van Akzo gekozen omdat AKZO beweert dat die antifouling wel een jaar kan droogliggen op de kant en dan alsnog het water in kan. Dat had ik toen net nodig in mijn planning. Ik ben benieuwd of de aangroei gemakkelijk los zal laten tijdens het varen of moet ik het eerst met een borstel schrobben? Ik informeer bij Dudu op de receptie of er plek zou zijn op de camping, maar vanaf volgende week is vanwege een regatta voor de Dinghy’s alles op de camping een week lang gereserveerd. Ze hebben bovendien geen week- of maandtarief of pensionerstarief. Ik neem lekker de tijd om een praatje te maken met wel twintig bekenden en een milkshake te drinken en dan rij ik naar de camping. Ook hier wordt ik vrolijk begroet door de poortbewakers en de receptie. Ik betaal een maand vooruit en rij dan met de auto naar de caravanstalling. Het is er zeer nauw om te draaien maar ik duw de caravan een halve meter naar voren en haak hem dan op de trekhaak die ik aan de voorkant van de auto heb. Het lukt in een keer en ik trek de caravan eruit en meteen met een haakse bocht en daarna duw ik hem voor mij uit over de smalle campingweggetjes en rij in een keer goed tussen de bomen tot op de gereserveerde plaats. De caravan zit afgeladen vol met bootspullen dus ik ben blij dat het zo vlot gaat. Nu nog het dak met de zijwanden omhoog en de trek-la naar buiten trekken. Deze trek-lade is een voorloper van de moderne slide-out, maar is alleen een vaste vloer met een tentje erover. Dan de rolluifel uithangen en over het geheel span ik een groot aluminium gecoat doek. De tafels gaan naar buiten en ik moet de stroomkabel aansluiten en binnen een beetje organiseren. Alles gaat heel vlot en een uur later heb ik “groot kamp” opgezet. Ik ga lekker douchen en daarna moet ik nog de sleutelbos aanpassen en de camaraspullen veilig opbergen en een deel van de bootspullen naar de auto overbrengen. Dan rij ik naar de yachtclub terug. Er is life-muziek. Reinier viert zijn 65ste verjaardag. Gelukkig blijft het restaurant open voor de gebruikelijke vrijdagavondbraai en ik bestel mijn favoriete T-bonesteak. Al snel zit ik aan een tafel met Piet en met Angela en Whayne en met Dave en zijn vriendin terwijl er diverse anderen nog even komen gedagzeggen. Hmm wat smaakt dat weer lekker met een biertje erbij. De genodigden op het feest wachten met eten tot de speeches geweest. Weer een heel grappig verhaal door Christiaan, die vertelt hoe hij met Reinier in een Dart aan het varen was op een meer waar ook grote krokodillen voorkomen. Toen Reinier uit de trapeze viel heeft Christiaan met eigen ogen gezien dat Reinier ook ‘over het water kan lopen’. Er staan tafels met snacks en zoetigheid klaar. Maar ik heb honger en ik ben blij dat nu eet waar ik nu trek in heb. Zo te horen heeft Piet de Inhacarace in april ook zwaar gevonden en hij heeft ook schade aan zijn giekbeslag opgelopen. Ik hou niet zo van races want je bent niet meer vrij om te vertrekken als voor jou de omstandigheden helemaal goed zijn. Voor professionele teams ligt dat missZaterdag 8 juni. De hele nacht heb ik de ventilatorkachel zachtjes aan laten staan. Ik wordt om 7 uur wakker. Ik maak mijn ontbijt en rij dan naar de yachtclub. Bij de winkel zie ik de eigenaar van wie ik de buitenboordmotor gekocht heb en ik vraag of hij hem uit de stalling kan laten halen. Vijf minuten later hangt hij al aan de onderste achterklep van de auto. Ik had ook een paar kleine stootkussens (fenders) besteld en die zijn inmiddels gearriveerd. Dus rij ik met de motor aan de buitenkant van de auto hangend en de stootkussens in de bak naar het steiger waar mijn boot ligt. Ik haal het grote dekzeil ervan af en maak de afmeerlijnen los en dan trek ik de boot zover naar de steiger dat ik met de buitenboordmotor in mijn handen erop kan stappen. Zo, het was wat voorbereiding maar het ging in een keer goed en zonder teveel van mijn krachten te vragen. De motor weegt 24 kilo en dat is voor mij nog net ‘portable’.. Door het afhalen van het dekzeil was ik alweer gewend aan het lopen over de trampoline dus ook met de motor in mijn handen over de trampoline lopen gaat goed. Het fijne van deze trampoline is dat ie door je gewicht een beetje inzakt en daardoor goed zijdelingse steun aan je voeten geeft. Ik monteer de motor en vul de tank halfvol en start hem. Een paar keer trekken om de carburateur te vullen en dan loopt ie. Het is een echte industriemotor met een grote vierbladsschroef en een laag toerental. Hij is dertig jaar oud maar ongebruikt. Een unieke vondst die ik niet aan mijn neus kon laten voorbijgaan. Zo’n motor is net zoiets als mijn auto en mijn trailer en de boot zelf: ontworpen en gebouwd voor het zware off-road werk. Geen racer maar een werkezel die dagen of weken of maanden achtereen kan blijven draaien zonder onderhoud. Ik laat hem nog een half uurtje draaien want hij is nog niet eens half ingelopen. Intussen ga ik een praatje maken met Johan en Erica. Johan heeft inmiddels van roestvrijstalen buizen een prachtig zwem- en barbequeplatform gebouwd voor achterop hun boot. Het heeft een opklapbare zwemtrap en davids voor de bijboot. Heel knap. Erica had het ontworpen en uitgetekend. Zo vordert de afbouw van hun Bruce Roberts gestadig. Terug bij mijn boot monteer ik een paar sterke elastieken van de helmstokken naar het midden van de crossbar. Zo heb ik wat meer druk op de roeren want door de lange helmstokken vond ik haar te licht sturen en het is wel prettig als je ook even de helmstokverlenging kan neerleggen zonder dat de boot meteen van koers gaat veranderen. Met een touwtje vastzetten kan natuurlijk ook altijd. Dan rij ik naar het benzinestation en haal ik vijf liter benzine in de jerrycan. Heh ze hebben hier bij Shell ook nog geloode benzine. Dat lijkt me wel goed voor deze motor die ontworpen is in een tijd dat ongeloode benzine nog niet bestond. Volgens de ponpbediende wordt het gekocht door mensen met oude autos en oude motorfietsen. Bij de supermarkt koop ik veel heerlijk fruit en groenten en een liter melk en een pak chips. Ik zie in de diepvries een aantal hele yellowfin tunas liggen. Het zijn kleintjes tot ca. veertig centimeter en misschien iets meer dan een kilo. Ik koop een van de kleinsten voor 35 Rand: ca. 2 Euro. Bij de caravan eet ik eerst de zak chips op en drink ik de liter melk op. Dan nog een appeltje voor toe. Dat geeft een hoop nieuwe energie. Dan mix ik de benzine met speciale olie 1 op 25. Ik haal wat spullen tevoorschijn uit de caravan en het kabelslot voor de motor en stop de lange ankerlijn in een grote tas en gooi die achter in de auto. Het begint te regenen. Heh dat heb ik in twee weken Kruger nog niet meegemaakt wat was het stabiel en lekker weer daar! Ik rij snel naar de boot toe want de luiken staan nog open. Dan kan ik meteen het kettingslot op de motor doen en in de regen rij ik weer terug naar de camping. Het wordt net weer droog. De tonijn is inmiddels ontdooid. Hij ziet er kersvers uit. Ik weet niet hoe je sushi maakt en hoe je een tonijn schoonmaakt dus dan gebruik ik maar mijn eigen verstand. Als ik nu overal van afblijf dat mogelijk niet lekker is gaat het vast wel goed. Dus snij ik alleen de dikke rugstukken en flanken langs de staart eraf met huid en al en daarna snij ik de spieren in reepjes los van de huid en eet ze meteen op. Een beetje grof zeezout uit de molen eroverheen. Heerlijk. Geen bloedvaatje geraakt en geen darmpje gesprongen. De rest gaat terug in de plastic zak en zo de vuilnisbak in. Dan kook ik nog een bord spaghetti met sperziebonen en om in stijl te blijven strooi ik er wat Spirulina doorheen: dat is gemalen zeewier. Hier in de supermarkt is veel ‘superfood’ te koop: ‘Natures choice’ en ‘biofriendly’. Ik zet nog een pot groene thee erbij en dan ga ik dit verslag schijven. Ik zit nog buiten onder de luifel maar af en toe valt er een regenbui. Het is kwart over zeven. In de caravan heb ik de hele dag de ventilatorkachel op de laagste stand aangelaten. Het is nu wel flink warm maar ook goed droog en het ruikt al frisser dan gisteren. Ik ga opruimen en plat

Zaterdag 8 juni. De hele nacht heb ik de ventilatorkachel zachtjes aan laten staan. Ik wordt om 7 uur wakker. Ik maak mijn ontbijt en rij dan naar de yachtclub. Bij de winkel zie ik de eigenaar van wie ik de buitenboordmotor gekocht heb en ik vraag of hij hem uit de stalling kan laten halen. Vijf minuten later hangt hij al aan de onderste achterklep van de auto. Ik had ook een paar kleine stootkussens (fenders) besteld en die zijn inmiddels gearriveerd. Dus rij ik met de motor aan de buitenkant van de auto hangend en de stootkussens in de bak naar het steiger waar mijn boot ligt. Ik haal het grote dekzeil ervan af en maak de afmeerlijnen los en dan trek ik de boot zover naar de steiger dat ik met de buitenboordmotor in mijn handen erop kan stappen. Zo, het was wat voorbereiding maar het ging in een keer goed en zonder teveel van mijn krachten te vragen. De motor weegt 24 kilo en dat is voor mij nog net ‘portable’.. Door het afhalen van het dekzeil was ik alweer gewend aan het lopen over de trampoline dus ook met de motor in mijn handen over de trampoline lopen gaat goed. Het fijne van deze trampoline is dat ie door je gewicht een beetje inzakt en daardoor goed zijdelingse steun aan je voeten geeft. Ik monteer de motor en vul de tank halfvol en start hem. Een paar keer trekken om de carburateur te vullen en dan loopt ie. Het is een echte industriemotor met een grote vierbladsschroef en een laag toerental. Hij is dertig jaar oud maar ongebruikt. Een unieke vondst die ik niet aan mijn neus kon laten voorbijgaan. Zo’n motor is net zoiets als mijn auto en mijn trailer en de boot zelf: ontworpen en gebouwd voor het zware off-road werk. Geen racer maar een werkezel die dagen of weken of maanden achtereen kan blijven draaien zonder onderhoud. Ik laat hem nog een half uurtje draaien want hij is nog niet eens half ingelopen. Intussen ga ik een praatje maken met Johan en Erica. Johan heeft inmiddels van roestvrijstalen buizen een prachtig zwem- en barbequeplatform gebouwd voor achterop hun boot. Het heeft een opklapbare zwemtrap en davids voor de bijboot. Heel knap. Erica had het ontworpen en uitgetekend. Zo vordert de afbouw van hun Bruce Roberts gestadig. Terug bij mijn boot monteer ik een paar sterke elastieken van de helmstokken naar het midden van de crossbar. Zo heb ik wat meer druk op de roeren want door de lange helmstokken vond ik haar te licht sturen en het is wel prettig als je ook even de helmstokverlenging kan neerleggen zonder dat de boot meteen van koers gaat veranderen. Met een touwtje vastzetten kan natuurlijk ook altijd. Dan rij ik naar het benzinestation en haal ik vijf liter benzine in de jerrycan. Heh ze hebben hier bij Shell ook nog geloode benzine. Dat lijkt me wel goed voor deze motor die ontworpen is in een tijd dat ongeloode benzine nog niet bestond. Volgens de ponpbediende wordt het gekocht door mensen met oude autos en oude motorfietsen. Bij de supermarkt koop ik veel heerlijk fruit en groenten en een liter melk en een pak chips. Ik zie in de diepvries een aantal hele yellowfin tunas liggen. Het zijn kleintjes tot ca. veertig centimeter en misschien iets meer dan een kilo. Ik koop een van de kleinsten voor 35 Rand: ca. 2 Euro. Bij de caravan eet ik eerst de zak chips op en drink ik de liter melk op. Dan nog een appeltje voor toe. Dat geeft een hoop nieuwe energie. Dan mix ik de benzine met speciale olie 1 op 25. Ik haal wat spullen tevoorschijn uit de caravan en het kabelslot voor de motor en stop de lange ankerlijn in een grote tas en gooi die achter in de auto. Het begint te regenen. Heh dat heb ik in twee weken Kruger nog niet meegemaakt wat was het stabiel en lekker weer daar! Ik rij snel naar de boot toe want de luiken staan nog open. Dan kan ik meteen het kettingslot op de motor doen en in de regen rij ik weer terug naar de camping. Het wordt net weer droog. De tonijn is inmiddels ontdooid. Hij ziet er kersvers uit. Ik weet niet hoe je sushi maakt en hoe je een tonijn schoonmaakt dus dan gebruik ik maar mijn eigen verstand. Als ik nu overal van afblijf dat mogelijk niet lekker is gaat het vast wel goed. Dus snij ik alleen de dikke rugstukken en flanken langs de staart eraf met huid en al en daarna snij ik de spieren in reepjes los van de huid en eet ze meteen op. Een beetje grof zeezout uit de molen eroverheen. Heerlijk. Geen bloedvaatje geraakt en geen darmpje gesprongen. De rest gaat terug in de plastic zak en zo de vuilnisbak in. Dan kook ik nog een bord spaghetti met sperziebonen en om in stijl te blijven strooi ik er wat Spirulina doorheen: dat is gemalen zeewier. Hier in de supermarkt is veel ‘superfood’ te koop: ‘Natures choice’ en ‘biofriendly’. Ik zet nog een pot groene thee erbij en dan ga ik dit verslag schijven. Ik zit nog buiten onder de luifel maar af en toe valt er een regenbui. Het is kwart over zeven. In de caravan heb ik de hele dag de ventilatorkachel op de laagste stand aangelaten. Het is nu wel flink warm maar ook goed droog en het ruikt al frisser dan gisteren. Ik ga opruimen en plat.

Zaterdag 8 juni. De hele nacht heb ik de ventilatorkachel zachtjes aan laten staan. Ik wordt om 7 uur wakker. Ik maak mijn ontbijt en rij dan naar de yachtclub. Bij de winkel zie ik de eigenaar van wie ik de buitenboordmotor gekocht heb en ik vraag of hij hem uit de stalling kan laten halen. Vijf minuten later hangt hij al aan de onderste achterklep van de auto. Ik had ook een paar kleine stootkussens (fenders) besteld en die zijn inmiddels gearriveerd. Dus rij ik met de motor aan de buitenkant van de auto hangend en de stootkussens in de bak naar het steiger waar mijn boot ligt. Ik haal het grote dekzeil ervan af en maak de afmeerlijnen los en dan trek ik de boot zover naar de steiger dat ik met de buitenboordmotor in mijn handen erop kan stappen. Zo, het was wat voorbereiding maar het ging in een keer goed en zonder teveel van mijn krachten te vragen. De motor weegt 24 kilo en dat is voor mij nog net ‘portable’.. Door het afhalen van het dekzeil was ik alweer gewend aan het lopen over de trampoline dus ook met de motor in mijn handen over de trampoline lopen gaat goed. Het fijne van deze trampoline is dat ie door je gewicht een beetje inzakt en daardoor goed zijdelingse steun aan je voeten geeft. Ik monteer de motor en vul de tank halfvol en start hem. Een paar keer trekken om de carburateur te vullen en dan loopt ie. Het is een echte industriemotor met een grote vierbladsschroef en een laag toerental. Hij is dertig jaar oud maar ongebruikt. Een unieke vondst die ik niet aan mijn neus kon laten voorbijgaan. Zo’n motor is net zoiets als mijn auto en mijn trailer en de boot zelf: ontworpen en gebouwd voor het zware off-road werk. Geen racer maar een werkezel die dagen of weken of maanden achtereen kan blijven draaien zonder onderhoud. Ik laat hem nog een half uurtje draaien want hij is nog niet eens half ingelopen. Intussen ga ik een praatje maken met Johan en Erica. Johan heeft inmiddels van roestvrijstalen buizen een prachtig zwem- en barbequeplatform gebouwd voor achterop hun boot. Het heeft een opklapbare zwemtrap en davids voor de bijboot. Heel knap. Erica had het ontworpen en uitgetekend. Zo vordert de afbouw van hun Bruce Roberts gestadig. Terug bij mijn boot monteer ik een paar sterke elastieken van de helmstokken naar het midden van de crossbar. Zo heb ik wat meer druk op de roeren want door de lange helmstokken vond ik haar te licht sturen en het is wel prettig als je ook even de helmstokverlenging kan neerleggen zonder dat de boot meteen van koers gaat veranderen. Met een touwtje vastzetten kan natuurlijk ook altijd. Dan rij ik naar het benzinestation en haal ik vijf liter benzine in de jerrycan. Heh ze hebben hier bij Shell ook nog geloode benzine. Dat lijkt me wel goed voor deze motor die ontworpen is in een tijd dat ongeloode benzine nog niet bestond. Volgens de ponpbediende wordt het gekocht door mensen met oude autos en oude motorfietsen. Bij de supermarkt koop ik veel heerlijk fruit en groenten en een liter melk en een pak chips. Ik zie in de diepvries een aantal hele yellowfin tunas liggen. Het zijn kleintjes tot ca. veertig centimeter en misschien iets meer dan een kilo. Ik koop een van de kleinsten voor 35 Rand: ca. 2 Euro. Bij de caravan eet ik eerst de zak chips op en drink ik de liter melk op. Dan nog een appeltje voor toe. Dat geeft een hoop nieuwe energie. Dan mix ik de benzine met speciale olie 1 op 25. Ik haal wat spullen tevoorschijn uit de caravan en het kabelslot voor de motor en stop de lange ankerlijn in een grote tas en gooi die achter in de auto. Het begint te regenen. Heh dat heb ik in twee weken Kruger nog niet meegemaakt wat was het stabiel en lekker weer daar! Ik rij snel naar de boot toe want de luiken staan nog open. Dan kan ik meteen het kettingslot op de motor doen en in de regen rij ik weer terug naar de camping. Het wordt net weer droog. De tonijn is inmiddels ontdooid. Hij ziet er kersvers uit. Ik weet niet hoe je sushi maakt en hoe je een tonijn schoonmaakt dus dan gebruik ik maar mijn eigen verstand. Als ik nu overal van afblijf dat mogelijk niet lekker is gaat het vast wel goed. Dus snij ik alleen de dikke rugstukken en flanken langs de staart eraf met huid en al en daarna snij ik de spieren in reepjes los van de huid en eet ze meteen op. Een beetje grof zeezout uit de molen eroverheen. Heerlijk. Geen bloedvaatje geraakt en geen darmpje gesprongen. De rest gaat terug in de plastic zak en zo de vuilnisbak in. Dan kook ik nog een bord spaghetti met sperziebonen en om in stijl te blijven strooi ik er wat Spirulina doorheen: dat is gemalen zeewier. Hier in de supermarkt is veel ‘superfood’ te koop: ‘Natures choice’ en ‘biofriendly’. Ik zet nog een pot groene thee erbij en dan ga ik dit verslag schijven. Ik zit nog buiten onder de luifel maar af en toe valt er een regenbui. Het is kwart over zeven. In de caravan heb ik de hele dag de ventilatorkachel op de laagste stand aangelaten. Het is nu wel flink warm maar ook goed droog en het ruikt al frisser dan gisteren. Ik ga opruimen en plat.






  • 09 Juni 2019 - 06:07

    Gaston:

    Hoi Fred,

    Weer veel beleefd en veel geschreven hoe het je af gaat,misschien wel te veel, want het is een heel stuk herhaling.
    Misschien toch te veel ........
    Groeten van hier en ik blijf je volgen.

    Gaston

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 191
Totaal aantal bezoekers 344109

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: