Kruger is fantastisch - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Kruger is fantastisch - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Kruger is fantastisch

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

28 Mei 2019 | Nederland, Nederland

Zondag 26 mei. Vandaag moet ik een heel eind gaan rijden naar het kamp dat ik voor vanavond gereserveerd heb. Het is 230 kilometer en de maximumsnelheid is 50 km per uur, maar door de vele stops voor dieren mag je er wel een paar uur bijrekenen. Na mijn ontbijt probeer ik de ophanging van de uitlaat te fixeren met ijzerdraad. Die rol ligt al bijna 10 jaar in mijn auto en heeft al een paar keer dienst gedaan. Twee van de vier ophangpunten maak ik van ijzerdraad. Zo, hij zal er in ieder geval niet afbreken. Om 9 uur ga ik rijden. Eerst naar Skukuza, dat is het headquarters van Kruger. Ik kom er pas om 12 uur aan hoewel de afstand maar 70 kilometer is. De leukste foto is waarschijnlijk van een giraf die rustig naast de weg staat te eten van een boom. Hij laat mij heel dichtbij komen (3 meter !) en ik maak mooie close-ups terwijl ik hem geruststellend toespreek. In Skukuza loop ik meteen door naar het terras waar ze gratis Wifi hebben. Het is nog een snelle verbinding ook zodat ik ook nog wat foto’s van de nieuwe opbouw van de auto kan plaatsen. Wat ben ik er blij mee ! Na nog een ijskoffie ga ik verder rijden. Ik moet nog 160 kilometer dus nu geen risico nemen door veel stops te maken anders haal ik het niet als om half zes de hekken van de kampen dichtgaan. In het kamp Satara stop ik alleen om te plassen maar verder rij ik stug door. Dit stuk van het park is veel opener met veel hoge grassen en verspreid staande boompjes en struiken. Er lopen kuddes buffels en kuddes Wildebeest. Ik zie ook een behoorlijk grote kudde zebra’s. Op het laatste stuk, als ik denk nog een half uur over te hebben, maak ik nog een paar korte stops. Drie prachtige loopvogels Coribusters staan in het hoge gras. Wat doen die prehistorisch aan met hun naar achteren uitstekende kam op hun hoofd. Ook stop ik voor het schitterende lage licht dat hier over de steeds dichterwordende Mopanibossen valt. Door zijn lengte van 350 kilometer in noord/zuid richting zijn er in Kruger diverse ecosystemen. De bladeren van de Mopani’s staan in herfstkleuren: rood en bruin en groen gemengd. Een half uur voordat het hek dichtgaat ben ik binnen. Alle kampen hebben elektrische hekken en zelfs stroomdraden rond de bomen die naast het hek staan. De dieren hier kennen geen angst voor mensen want er wordt al bijna 100 jaar niet op hen gejaagd. Ze zouden wat graag de kampen inlopen om zich tegoed te doen aan de begroeing van bomen en struiken. Eekhoorns en vogels, apen en een enkele antilope of wilde varkentjes slagen er toch nog in om binnen de hekken te komen. De bomen rond het kamp zijn ook elektrisch omringt om luipaarden en leeuwen en andere grote katten buiten te houden. Ik check in bij de receptie van Letaba en dan rij ik meteen door naar het prachtig gelegen restaurant. Het terras kijkt uit over een hele brede rivierbedding, misschien wel 800 meter breed hier. Er zijn diverse waterstromen in de brede rivierbedding maar het meest is zand met begroeiing. Er staan wat waterbokken dichtbij en heel in de verte olifanten. Uit het water klinken de geluiden van ganzen. Nog even genieten van het laatste licht en dan bestel ik een biertje en een halve kip met frietjes. Ik spreek met drie Nederlanders die ook al jaren met eigen auto in Zuidelijk Afrika rijden. Ze hebben nu een tocht door Botswana en Zimbabwe gemaakt en dit is hun laatste week. Dan rij ik in het donker naar de camping. Wel handig dat ik hier de weg al ken. Ik zet de auto tussen de bomen, sluit mijn stroomkabel aan en met een heel klein lampje op tafel schrijf ik dit verhaal. Zo, dat is af en het begint no ook frisser te worden. Ik ga nu de auto in en op bed nog een stukje lezen. 10 voor acht: Afrikaanse bedtijd. Ik hoor een uil roepen; om mij heen gaan ook de lampjes van de andere kampeerders uit.

Maandag 27 mei. Het is koud morgens. Ik heb geslapen onder een dunne slaapzak met daaroverheen een dikke deken. Ik lig met mijn voeten naar de achterklep want anders heb ik teveel kou op mijn hoofd en schouders. De onderste helft van de achterklep is dicht en ik heb een stuk rubber ertegenaan anders is het te koud aan mijn voeten. De bovenste klep staat open en die opening heb ik een badhanddoek voor gehangen. Ik heb het grote vluchtluik in het dak op een kiertje gezet want er moet wel voldoende ventilatie zijn. Dat gaat prima, ik zie geen condens aan de binnenkant. Ik maak rustig mijn ontbijt met koffie en als het zonnetje doorkomt is het echt heel lekker om op te warmen. Dan ga ik uitgebreid douchen en scheren. In Kruger hebben de kampen ook allemaal keukens en zelfs een oventje en diepvriezers zie ik hier. Je hoeft dus eigenlijk alleen een paar pannen mee te nemen. Ook is er voldoende eten in de winkels te koop en anders is er nog het restaurant met het mooiste uitzicht van het hele kamp. Er komt een hele familiegroep met vier caravans heel dichtbij mij staan. Dat doen ZuidAfrikanen veel: met meerdere gezinnen samen op vakantie. Ik ga toch vertrekken en rij naar het terras voor het restaurant waar nog een uurtje blijf genieten van het uitzicht. Om twaalf uur rij ik rustig richting Kamp Tzenze bij Mopani. Het is 45 kilometer. Onderweg stop ik voor groepen buffels en zebra’s en olifanten. Ook stop ik bij een lege rivier die helemaal begroeid is met hoog gras. Twee antilopen zujn met het liefdesspel bezig en geven mij een paar prachtige fotos omdat ze grotendeels schuilgaan in het hoge gras en dan weer opspringen en rennen. Maar het licht is nog wel een beetje hard. Bij Tzenze aangekomen ga ik eerst op het kamp zelf kijken welke plekken nog vrij zijn. Ik zie nog wel vijf plekken. Dan rij ik zeven kilometer door naar Mopani waar de receptie is. Ze kunnen mij alleen voor vannacht een plekje geven, officieel is alles volgeboekt dus al ik langer wil blijven moet dat op goed geluk dat er cancellations zijn of mensen gewoon niet komen opdagen. Ik zeg nog dat ik dan wel naast een luipaard in een boom ga slapen, maar de stagaire van de receptie zegt dat dat ook niet mag. Dan maak ik in het lage licht nog een rit over de S49-S50 loop. De rivierbedding daar staat met hoog gras te glanzen in het middaglicht. Er is geen water in de rivier en ik zie alleen een prachtige Coribuster en een familie olifant die uit een betonnen waterreservoir probeert te drinken: wel een schitterende foto. Als de zon al onder de horizon gezakt is zie ik nog een groep olifanten in de verte staan. Het is daar kennelijk heel stoffig wat prachtige sfeeropnames geeft met af en toe alleen de contouren van de dieren zichtbaar.

  • 07 Juli 2019 - 14:18

    Ineke:

    Heerlijk dat je zo hebt kunnen genieten in het Kruger.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 287
Totaal aantal bezoekers 370300

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: