Onderweg - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Onderweg - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Onderweg

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

15 Juni 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Woensdag 13 juni. Nog een dag voor vertrek. Ik ben al om half zeven wakker en begin nog tijdens mijn ontbijt met het grote dekzeil over de caravan. Het is eigenlijk aan vervanging toe maar ik kan in Richardsbay geen zelfde soort zeil kopen. Het is een goedkope kwaliteit doek maar er zit zilververf opgespoten en dat maakt het lichtdicht en maximaal warmte reflecterend. Veel kampeerders hebben het ook over hun caravan en voortent gespannen. Maar het is natuurlijk weer Chinese rotzooi en dus snel kapot. Het “ ingeregen koort” in de zoom is een stukkie plastic van ineengedraaide wegwerptasjes. Het doek is al rondom uit de zoom gescheurd door de wind. Maar de hoeken zijn nog goed en dus heb ik een kilo contactlijm gekocht om de zomen opnieuw te plakken en kunsstof ringen om er nieuwe ringen voor de spanlijnen in te maken. Ik had het liever met een nieuw doek meteen gedaan. Ik ben er tot elf uur mee bezig. Als ik in december weer hier kom zal het wel smoorheet zijn en dan wil je niet zonder dit doek kamperen. Dan ga ik de papieren en cameraspullen uitzoeken die mee moeten naar Nederland en de caravanstalling bekijken en wifi internet doen bij de receptie. Gelijk maar inchecken. Daarna rij ik met de Johnson motor naar de Yamaha dealer aan de tweede haven. Ik heb met hem afgesproken dat hij de motor in stalling houdt als ik in Nederland ben. Dat vind ik wel zo veilig. Ze hebben ook precies de VHF antenne die ik wel wil hebben. Een mooie dunne van een meter lang en met een niet te grote voetplaat. Ik koop hem. Hij is nog een derde goedkoper ook. Even voor de laatste keer een heerlijk ijsje eten en geld halen bij de ATM machine. Ik moet de taxi betalen, maar ook genoeg hebben voor een taxi als ik weer terug kom naar Richardsbay in december. Ook wat reserve voor onverwachte gebeurtenissen en voor boodschappen of brandstof op de eerste dag van terugkomst. Dan rij ik naar de bootwerf en geef Andrew zijn bandschuurmachine terug. Hij heeft volgende week weer een delivery van een jacht van Mosselbay naar Durban. We wisselen email adress uit. Dan ga ik naar de boot en maak afdekzeiltjes over de beams door een tarpje in vier stukken te snijden en met ductape strak er omheen vast te plakken. Ik schilder ook de nieuwe handgreep op de boeg van de bakboordromp met de rode verf. Ook dat is nu goed beschermd tegen de intense UV straling van de zomermaanden. Nederland heeft een moeilijk klimaat maar hier is het weer nog heftiger. Om vier uur ben ik klaar en ik neem even rust op het terras van het restaurant van de club totdat het om vijf uur opengaat. Even afscheid nemen van de mensen van de bediening en de keuken met een leuke tip voor ze. Mijn laatste bestelling: halve kip met crispy chips. Terwijl ik wacht op het eten lees ik nog een hoofdstuk in het boek “practical boating” van Kals. Veel handige tips om over na te denken. Bijvoorbeeld hoe je weer loskomt als je aan de grond loopt. En hoe je veilig een andere boot kan slepen of zelf gesleept kan worden. “Is achteruitvaren met een buitenboordmotor wel een goede manier om los te komen? Wil je wel loskomen als je schade hebt? Is slepen wel de beste hulp die je kan bieden?” Dat zijn goede vragen waarover je eerst moet hebben nagedacht voordat je begint te denken hoe je het moet doen. Om acht uur rij ik terug naar de caravan. Nog even op bed dit verhaal schrijven en dan ga ik het licht uitdoen en mijn luikjes sluiten.

Donderdag 14 juni. Ik begin al heel vroeg in te pakken. De auto ga ik zoveel mogelijk leeg halen want die bergruimte heb ik nodig. De caravanvloer ook. Ik moet ruimte maken en schoonvegen. In de trailer ook ruimte maken voor de langste dingen. Dan een indeling bedenken wat waarin past. Keukentafel opruimen, schoonmaken. Alle losse dingetjes bijelkaar groeperen want met al die dingen moest nog iets gedaan worden waar ik de volgende keer verder mee moet gaan. Welke bagagetas is groot genoeg voor de dingen die mee moeten? Alles wat mee moet gaat op de bestuurdersstoel van de auto. Ook de kleren die ik ga aantrekken. Dan het grote afdekzeil van het caravandak afhalen zodra het gras wat is opgedroogd. Opvouwen op een manier dat het de volgende keer zo op het dak gelegd kan worden en gemakkelijk daarop uitgerolt en opengevouwen kan worden nog voordat het dak helemaal omhoog gaat. Dan de fiammaluifel inrollen. Heh die stokken zijn verbogen en schuiven niet meer gemakkelijk in elkaar. Ik hou niet van die slimme contructies. Geef mij maar een paar losse stokken. Nu geen tijd voor reparatie dus laat ik ze gedeeltelijk uitsteken. Als alles zo goed mogelijk volgepropt zit gaat het dak van de caravan naar beneden. Gelukkig gaat dat nog steeds gemakkelijk. Met een oliespuitbus smeer ik alle scharnieren en sloten van de auto en de caravan. Dan rij ik de auto zo dat ik de caravan op de trekhaak voor op de auto kan aanhaken. Dat stuurt veel beter maar ik heb toch nog weinig zicht langs de zijkanten. Dan duw ik de caravan over het smalle kronkel paadje naar de stalling. Het is allemaal heel krap maar lukt wel in een keer, doordat ik de trekhaak op de voorbumper gebruik. Die heb ik in Namibie speciaal voor zoiets laten maken. In je eentje traileren is nog niet zo gemakkelijk. Als de caravan staat rij ik naar de stad met de auto en koop een halve liter rode verf erbij want dat was misschien net te weinig als Jarret nog een paar keer verkeerd zou mixen. Direct naar de boot waar ik de verf achterlaat en het gisteren geverfde handvat toedek met het dekzeil. Heh de mensen die naar Vilanculos in Mozambique waren zijn terug. Ze zijn in een stuk doorgevaren met gunstige wind. Drie dagen en twee nachten. Ik rij terug naar de camping en zet meteen de auto in de stalling naast de caravan. Nette kleren aan en, als ik naar de receptie loop met een alleen een kleine rugzak, staat de taxi al te wachten. Hij is iets vroeger: kwart voor twee. Heh heh even tot rust komen in de taxi. Vanaf dat moment gaat alles heel gemakkelijk. Durban is een mooie nieuwe kleine airport. Even internetten daar en Jarret mailen hoe hij met tweecomponentenverf moet werken. De droogtijd is soms maar een paar minuten. Niet lekker geslapen in het vliegtuig. Nu zit ik al op Dubai airport in de ochtendzon te wachten op vertrek naar Amsterdam over anderhalf uur terwijl ik de iphone oplaad en ik de wifi gebruik. Vanmiddag thuis.

  • 15 Juni 2018 - 07:59

    Ineke:

    Fijne thuiskomst Fred, hopelijk kun je even rustig aan doen.
    Groeten, Ineke

  • 15 Juni 2018 - 09:21

    Jan Schokker:

    Dat zal thuis wennen worden Fred na al dat 'mooie' weer. See you.
    KeepSmiling

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 1764
Totaal aantal bezoekers 369890

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: