Timing is everthing - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Timing is everthing - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Timing is everthing

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

13 Juni 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Zondag 10 juni. Ik ben al heel vroeg bij de boot en begin om het handvat aan de bakboordromp verder vorm te geven. Dan zaag ik het oude handvat ervan af en maak de nieuwe verbinding mooi passend. Uit oogpunt van ontwerp blijven die boegen een zwak punt vanwege het risico van inwateren. Door de handgrepen is het zelfs niet mogelijk om de boeg helemaal in te pakken in epoxy met glasvezel. Bijna alle jachten hebben een roestvrijstalen puntstuk om de boeg te beschermen. Ik ga ermee verder maar ik ben er niet gerust op. Misschien in de toekomst nog eens eraf zagen en eerst die uiteinden glad afwerken met een paar lagen epoxy en glasvezelmat en daarna pas een handgreep of ander sierstuk erop zetten? Als Jarret komt gaat hij verder met het invullen van details in het ontwerp in krijt op de bakboordromp. Het wordt echt heel bijzonder. Tegen de middag is hij ermee klaar. Nu moet hetzelfde ontwerp ook op de andere romp komen. We nemen een stuk plastic en plakken dat met plakband over de tekening en trekken dan de lijnen over met een viltstift. Dan plakken we het plastic op de andere romp en Jarret schetst onder het plastic de contouren met krijt ook op die romp zodat de tekening er spuegelbeeldig ongeveer hetzelfde uitziet en op dezelfde plaats staat. We doen dit met zijn tweeen want er staat veel wind en het plastic is moeilijk op zijn plaats te houden. Het is nog veel werk. Jarret belt met een vriend David om hem te komen helpen. Dan gaan zij er samen mee verder en ik plak het handvast op zijn plaats en zet het meteen in de clearcoat want er komt regen. Aan het eind van de middag zijn zij pas klaar met de schetsen in krijt. Dan maken we afspraken hoe hij verder zal gaan, volgend weekeind als ik al naar huis ben. Ik heb alle materialen voorbereid en klaargezet. Jarrett heeft er wel echt veel zin in, dus in vertrouwen dat hij het mooi zal afwerken betaal ik hem nu. Dan gaan we op bezoek bij Andrew. Ik heb Andrew beloofd dat ik Jarret zal betalen om de naam op zijn boot te schilderen als dank voor de adviezen die hij mij gegeven heeft en het lenen van zijn bandschuurmachine. Daar is hij heel blij mee. Ik spreek een prijs af met Jarret en betaal ook dat aan hem vooruit. Dan gaan zij naar huis en ik besteed nog een half uur aan het afdekken van de bakboordromp zodat de tekening hopelijk droog blijft vannacht. Bij de camping ga ik eten en internetten in het restaurantje van de lodge. Ik word om half twee wakker van de regen en schrijf dit verhaal. Heh, de bushbaby wordt zeker ook net wakker. In hoor hem/haar bijna elka nacht maar ik heb hem nog nooit gezien. Vanaf morgen ga ik alleen nog maar tijd besteden aan alles voor te bereiden voor vertrek. Intussen heb ik elke dag wel gelezen hoe mijn vrienden van de zeilvereniging in Nederland heerlijk gezeild hebben de laatste weken, dus ik hoop dat er nog een beetje zeilweer voor mij overblijft als ik thuis ben.

Maandag 11 juni. Vandaag is een bijzondere dag. Het begint met een hele ochtend regen. Ik ruim binnen de caravan zo goed mogelijk op en als het even iets minder hard stroomt rij ik met de auto naar de wasmachines om de kleding en slaapzak, lakens enz te wassen. Als dat staat te draaien ga ik naar de receptie. Ik betaal de stalling tot december voor de auto en de caravan vooruit. En ik reserveer een plaats op de camping voor de maand december. Dan zoeken we naar een goedkopere manier om naar de luchthaven in Durban te komen, maar die is er niet. Dat wordt toch weer een taxi. Het is 150 kilometer en de taxi kost bijna honderd euro. Voor een persoon is dat best veel elke keer. Wat is vliegen dan goedkoop! Honderd keer zover ( heen en terug 15000 km) voor zes maal de prijs van de taxi. Dan ga ik de was in de drogers doen en even een lijst maken wat ik deze dagen nog meer moet doen. Om half twaalf is alles klaar. Ik rij naar de yachtclub en betaal mijn openstaande rekening van drie maanden voor de huur van de plek op de bootwerf. Dan ook meteen drie maanden huur vooruit en ook het lidmaatschap voor het nieuwe jaar. Geld overmaken vanuit Nederland is vreselijk duur. Iedere transactie, hoe klein ook, kost ongeveer 25 Euro. Zou dat nou goed zijn voor de economie van een land? Andere bureaucratische rompslomp is ook zo schadelijk en ergerlijk. Over de ambassade in Nederland wordt op het internet vollop geklaagd. Iets registreren hier kost een hele dag of ook wel dertig werkdagen in plaats van drie klikjes met de IPhone zoals tegenwoordig in Nederland. Zuid Afrika moet echt nog een hele inhaalslag maken als het mee wil doen in de moderne wereld. Dan ga ik naar de winkel. Ik vraag of de eigenaar er is en we praten over dat Seagull motortje. Het is een 6 Pk Model Kingfisher Q8. Hij is gebouwd in 1988 maar door hemzelf nieuw uit de originele doos gehaald en zo in de winkel gezet. Waarschijnlijk de enige nieuwe Seagull ter wereld want ze worden al twintig jaar niet meer geproduceerd. Hij wil hem wel verkopen maar niet voor minder dan 15000 Rand. Dat is precies 1000 Euro. Daar wil ik hem graag voor hebben als hij er nog een 20 liter benzinetank met slangaansluiting bij doet. We hebben een deal en ik ben er heel blij mee. Voor wat ik ermee wil is dit precies goed. Ik bekijk hem nog even aan alle kanten en ik neem de maten van de ophangsteun. Die past niet meer op de steunen die ik voor de twee en een half PK Johnson gemaakt had. Hij is 22 centimeter breed en dertig centimeter hoog, zeg maar zoals een A4 blad papier. Dat is natuurlijk omdat deze motor zoveel kracht levert (trust) met zijn enorme vierbladsschroef. Dan rij ik naar de andere haven en ga daar eten bij de afhaalhindustaan. Ik noem hem wel steeds zo, nogal oneerbiedig, maar hij heet Indrus en is een van de vriendelijkste mensen die ik in Afrika ontmoet heb. Toevallig zijn mijn buren daar ook net en we eten samen. Dan ga ik geld halen uit de ATM machine en ik rij terug naar de winkel en betaal voor de motor. Ik spreek af dat de motor tot december gewoon op zijn plek kan blijven staan. De meisjes in de winkel wordt vertelt dat het motortje nu verkocht is. Ze zeggen dat er nog een klant in de winkel is die er zojuist naar gevraagd heeft. Timing is everything!! Een bijzondere dag. Zoiets koop je maar een keer in je leven. Ze doen er een labeltje aan: “Sold to Alfred Daniels”. Dan rij ik nog even naar de boot en ga een poosje passen en meten waar ik deze motor het beste kan bevestigen, want nu moet ik mijn plan van twee dezelfde kleine motortjes wel veranderen. Ondanks de regen is de tekening die Jarret in krijt op de rompen had gemaakt nog goed gebleven. Gelukkig had ik gisteren nog net op tijd een afdekzeil over het voordek gespannen dat door de beamkoppen ruim uitsteekt boven de tekening. Alleen waar het water de spuigaten uitloopt ( ja echt) is een stukje van de tekening weggespoeld. In het donker rij ik naar de supermarkt voor nieuw fruit en groente. Even wat groente koken en een zak chips erbij en een halve pot thee. Dan ga ik op het bed met schone lakens mijn verhaal schrijven en de gebruikershandleiding van de Seagull lezen: owners handbook. Eerste zin: The Seagull is a purebred marine engine built for hard life. Verderop: Warranty on the cast iron cylinder is ten years.

Dinsdag 12 juni. Ik ga al vroeg naar de boot. Passen en meten waar ik de grotere motor het beste kan hangen. Er zijn verschillende mogelijkheden. Zelfs het maken van een kuipje zoals James Wharram ontworpen heeft wordt nu weer een optie. Dat kuipje is precies een standaardplaat groot. 244 bij 122. Het hangt als een Chinese draagstoel tussen de beams. Hij had een opening voor de motor achterin ontworpen, net voor de achterste beam dus. Ik wilde alleen maar trampoline hebben vanwege het lage gewicht en de grote extra sterkte en veiligheid. Mijn twee kleinere motortjes wilde ik tachtig centimeter achter de mastbeam aan scharnierende bakjes hangen. Andrew komt even een praatje maken. We bespreken hoe hij verder kan gaan met Jarrett Onions, de jonge kunstenaar die de naam op zijn boot komt schilderen. Andrew denkt ook dat een kuipje maken met deze motor van 24 kilo misschien toch het beste zal zijn. Heb ik ook een vlakke werkvloer en meteen een opbergbak voor het anker. Als ik thuis ben zal ik de bouwtekeningen nog maar eens bestuderen. Ik krijg van hem een klein klaptafeltje met een mooie hoge opstaande rand. Leuk om aan de beam te hangen of binnen in een van de rompen. Dan ga ik verder met de nieuwe handgreep op de punt van de bakboordromp. De lijm is goed hard geworden en hij zit er perfect recht en uitgelijnd op. Maar lijm alleen is niet voldoende dus ik boor drie lange gaten door de handgreep tot zes centimeter diep in het hout waarop die gelijmd zit. Dan maak ik houten deuvels ( pennen) en lijm die in de gaten. Zo’n pen-en-gat verbinding is eigenlijk veel mooier dan een schroef. Alleen als je een dunne plaat ergens op wil vastzetten is een schroef met een kop handiger. Nu ik toch weer met tweecomponentenlijm bezig ben maak ik op de bamboestok van drie meter lengte een houten punt die er een stukje ingaat. Dat voorkomt barsten van het bamboe. Over die punt zet ik een pikhaak. Ik had een hele mooie meegenomen uit Nederland. Op de andere kant zet ik een lange rubberdop zodat daar eventueel nog iets anders opgezet kan worden. Dan wacht ik op mijn buurman Pete, die belooft heeft dat hij de draden van het toplicht voor mij zal solderen. Maar elke keer komt er iets tussen. Ook de antenne is er nog niet. Dan besluit ik dat het te laat gaat worden om dat er nog op te zetten en dan ook de mast nog opnieuw overeind te zetten. Dan maar de mast laten liggen en ik haal de mastkop met het toplicht en alle verstaging en hijslijnen ervan af. Zo had ik het ook bijvoorbeeld in Madagaskar willen achterlaten. Ik haal
ook het grootzeil met de gaffel ervan af. Hopelijk is het niet te veel werk om het er allemaal weer op te zetten als ik terugkom. Dan komt Pete alsnog. Hij soldeert de draden aan beide delen van mijn waterdichte stekker en met nette krimpbandjes eromheen. Toch weer een stapje vooruit, maar ik ben wel heel moe van geworden van het wachten nu ik zo weinig tijd over heb. Dit had ik uiterlijk om twaalf uur klaar willen hebben en niet om vier uur. Dan ruim ik snel alles op. Er komt slechter weer aan. Even iets eten en dan snel naar de camping waar ik alles nog inpak dat niet droog zal blijven onder de luifel als het vannacht of morgen nog zou gaan regenen. Die spullen berg ik op in de trailer en in de auto. Alles zit nu echt propvol. Dan hoor ik de bushbaby en ik zie hem in de avondschemering nog net in de boomtop over de takken lopen. Daarna is het tijd voor het lekkerste deel van de dag: een lange warme douche en een uurtje op mijn bed om dit verhaal te schrijven.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 379
Totaal aantal bezoekers 369883

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: