Enge beesten - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Enge beesten - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Enge beesten

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

20 November 2017 | Zuid-Afrika, Johannesburg

Enge beesten.
Gisteren toen ik net in bed lag en wilde gaan inslapen hoorde ik geritsel en geknabbel bij de plastic boodschappentasjes met voedsel dat ik had ingekocht. Die tasjes stonden nog op de vloer van de caravan in de hoek. Ik dacht eerst misschien een muis of een rat, maar het was een heel zacht geluid. Ik wilde wel gaan kijken en ook dat beest eruit jagen zodat ik rustig zou kunnen gaan slapen. Maar wat als het een gevaarlijk beest is, zoals de tijgerslang die we bij de kampkeuken van Tendze hadden gezien? Niet dodelijk giftig maar wel heel pijnlijk als je door zoeen gebeten wordt. Ok, slangen knabbelen niet. Schorpioenen misschien? Wat zit er in de tasjes? Fruit en muesli koeken. Met een stokje heb ik voorzichtig de tasjes een voor een opgetild totdat ik een grote kakkerlak zag wegracen. Hij kroop onder mijn net met rommelspulletjes die je even moet opbergen maar je weet niet waar. Daar heb ik die kakkerlak maar laten zitten want anders moet ik dat hele net leeghalen en dan raced ie toch weer ergens anders onder, bijvoorbeeld onder mijn bed. De tasjes met etenswaren heb ik maar opgehangen: aan de kapstok. Het maakt voor die kakkerlak niet uit want hij kan daar ook wel bijkomen maar toch heeft ie zich mooi koest gehouden en kon ik rustig inslapen.
Nu is het kwart voor negen zondagsvond. Ik liep even naar mijn auto en doe de bijrijdersdeur open. Opeens zit daar aan de binnenkant van de deur een hele grote spin. Met een lijf van zeven centimeter en poten van vijf centimeter is dit wel een van de grootste spinnen die ik ooit gezien heb. Zijn ogen lichten op in het licht van mijn zaklampje (koplampje). Aan zijn achterlijf zie ik een spindraad. Ik maak snel een paar fotos met mijn IPhone. Als ik de deur verder opendraai gaat ie aan de scharnierkant naar buiten en blijft op de buitenkant van de auto zitten. Dat is al beter dan aan de binnenkant. Goed dat ik wat fotos ben gaan maken en daardoor even de tijd heb genomen om hem aan mij te laten wennen en hem zijn eigen aftocht te laten plannen in de richting waar ie vandaan kwam. Aan paniek heb je nu niks, dan gaat zo'n beest op de vlucht naar de eerste de beste schuilplek waar het donker is en waarin ie kan wegkruipen. Dan moet je je halve auto gaan leeghalen want met dit monster in de auto ga ik niet rijden. Als ik hem buiten op de auto nog een paar keer op de foto zet begrijpt ie zeker dat ie veel te kwetsbaar daar zit en hij probeert onder de rand van de bak te kruipen maar daar is niet genoeg ruimte. Ik wil hem helemaal van mijn auto af hebben maar hij is of ban de geond af gekomen via de wielen en de veren, en het chassis enz. of hij heeft zich uit de boom op het dak laten vallen en is juist op zoek naar de weg naar de grond. In beide gevallen weet zijn kleine spinnekopje nu niet wat ie moet doen. Ik wel, ik haal het stoffertje uit de caravan en zwiep het monster van mijn auto af het gras in. "Zo, en blijf met je acht poten van mijn auto af, heh"
Tevreden met mijn heldendaad ga ik verder met mijn pot groene thee. Thuis drink ik bijna nooit thee maar hier is het de enige gezonde manier om achter elkaar heel veel te drinken.
Een andere voortdurende zorg komt door de aapjes. Er zit hier een familie van een stuk of twintig vervetaapjes: pappa, mamma en een aantal bijvrouwen van pappa met hun kinderen in allerlei leeftijden. Ik ben in hun tertitorium komen wonen dus ik ben van hun. Als ik eten onbeheerd laat liggen, zelfs maar vijf meter er van wegloop om even iets te pakken rennen ze eropaf en graaien het eten van de tafel. Ook spingen ze razendsnel in de auto of in de caravan als er een deur of raam eventjes openstaat en er voedsel binnen ligt. Ze zijn heel slim en ze werken samen. De ene gaat opvallend onschuldig in het zicht zitten doen of ie niks van plan is en de ander kruipt achter je rug of onder de auto naderbij voor de snelle sprong. Beginnende toeristen verliezen het altijd van ze want je bent je er gewoon niet bewust van hoe vaak je even iets laat liggen om even iets anders te gaan halen. Het is ook zeer stressvol om steeds alles af te sluiten. Veel toeristen schieten met een katapult op de apen of met een paintbal geweer. De apen zijn daar heel bang voor, want het doet behoorlijk pijn als ze geraakt worden en van de katapult met stenen krijgen ze lelijke wonden of botbreuken. Als je voorover bukt denken ze dat je een steen zoektven schieten ze al weg. Maar toch blijven ze steeds terugkomen want de verleiding van voedsel is te groot voor ze. Met de apenfamilie op deze camping heb ik tot nog toe wel een redelijke band van respect opgebouwd. Gelijk de eerste dag had ik een watermeloen grotendeels opgegeten ( een andere goede manier om veel vocht binnen te krijgen) en de rest van de meloen en de schil heb ik in grote brokken een meter of tien verder neergegooid aan de rand van de bosjes. Papa aap eiste de grootste stukken op en gaf zijn kinderen op hun donder als ze toch snel een stuk meloen in hun bek stopten of probeerden die verborgen te houden. Ik denk dat hij mijn meloen en dat ik niet op ze schiet als een teken van goodwill heeft opgevat want ze hebben mijn kamp nog niet vernield of volgescheten ook al ben ik meestal de hele dag weg en ligt er wel voedsel in de caravan. Vanmiddag heb ik ook nog een klokhuis van mijn appel in de bosje gegooid en ook dat is door papa opgeeist. Ja, deze vaderaap heeft zijn familie behoorlijk netjes opgevoed.

  • 20 November 2017 - 22:23

    Gaston:

    Het is net als eendjes voeren, maar dan anders. leuk verhaal !

  • 21 November 2017 - 11:01

    Jan :

    Je leeft momenteel werkelijk tussen groot en klein en eng uit je prachtige verhalen op te maken.
    Tot het volgende verhaal.
    KeepSmiling

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 415
Totaal aantal bezoekers 369636

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: