Verandering - Reisverslag uit Krugersdorp, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Verandering - Reisverslag uit Krugersdorp, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Verandering

Door: Alfred

Blijf op de hoogte en volg Fred

07 Maart 2015 | Zuid-Afrika, Krugersdorp

Nieuw verslag: Twee dagen na de grote regenbui heb ik bij de drinkplaats geen dier meer gezien. Ik heb nog wel een paar ritjes in de omgeving gemaakt om het prachtige lage licht tussen de grote bomen te zien, maar alleen dankzij een paar Kudus en impalas heb ik er nog echt mooie fotos van kunnen maken. Alle andere dieren zijn weg.
Dan besluit ik ook afscheid te nemen van Punda Maria en ik rij terug naar het zuiden naar Mopani. Daar kan ik weer internetten via een wifi voucher en ik bel ook met mijn moeder.
Ik blijf twee nachten in het rustic camp dat 8 kilometer ten zuiden van Mopani ligt. Het heet Tentze. Ik was hier eerder met Anton en Janneke. Ook nu hoor ik weer twee nachten achtereen leeuwen brullen in de verte. Op een tocht naar de grote Pan op de capricornloop stop ik bij de marshes. Een moerassig landschap in een bijna droge rivier. Daar zie ik een grote mannetjesleeuw. Maar hij staat op en loopt weg van de waterpoel waaruit hij heeft gedronken. Hij verdwijnt in het hoge gras en daarna in het metershoge riet dat in dit moeras groeit. Verder zag ik er alleen een paar olifanten en ik fotografeer een bijeneter die op een lage tak prachtig in de zon blijft zitten.
Het was een lange rit maar op de terugweg zie ik gelukkig nog twee schattige steenbokjes. Wat is het toch mooi als je die fijne diertjes in het hoge gras nog net een koppetje erbovenuit ziet steken! Ze kleuren perfect met de goudgele grastinten dus wat je ziet zijn de fijne lijntjes in hun gezicht en de puntige gladde horentjes.
Terug in het kamp maak ik nog een paar fantastische fotos van een Skops-uiltje. Dat is fotoboek kwaliteit. De volgende ochtend maak ik weer een paar fotos van het uiltje als ie terug gekeerd is op zijn vaste plekje en de eerste stralen van het zonlicht op zich krijgt. De rest van de dag blijft het takje waarop hij elke dag zit in de schaduw van het dichte struikgewas dus dit zijn de enige zonnestralen die hij direct op zich krijgt.
Vanmorgen vroeg ben ik begonnen met inpakken en om half acht rij ik weg. 150 kilometer verder naar het zuiden heb ik gegeten in kamp Satara. Een heerlijke rit door het prachtige landschap. 50 km per uur. Ook met de trailer erachter rij ik in de vierde versnelling. De auto rijdt super op dit soort wegen. Ik heb een paar keer het brandstofgebruik gemeten en dan heb ik in Kruger gemiddeld een op twaalf gereden. Na de lunch rij ik door naar tsokwane. Dat is een picknicplek waar je even kunt uitstappen. Ik neem een half uurtje rust met een ijsje en rij dan verder richting Lower Sabie. Een schitterend landschap door heuvels en langs rotswanden.
Op Lower Sabie zegt de receptioniste dat ik had moeten reserveren want alles is vol. Dat had ik niet gedacht want in alle andere kampen was het bijna leeg. Ze gaat op zoek en er blijkt een cancelation te zijn van een hutje. Dat is een kamer met gebruik van een gezamenlijke kampkeuken en een toiletdouche gebouw. Het is tweemaal zo duur als de camping maar ik neem het. Het huisje ziet er van buiten wel leuk uit maar is van binnen maar een bedompt hokje. De camping is er net naast en een ouder zuidafrikaans stel bied mij een lekkere kop thee en een stoeltje aan om even bij te komen nadat ik met flink wat inspanning de trailer op het veel te kleine parkeerplekje gedraaid heb en de auto een stukje verderop geparkeerd heb. Dan ga ik in het restaurant zitten met een prachtig uitzicht op de rivier terwijl de zon langzaam ondergaat. Ik praat aan het tafeltje met een duits stel dat drie weken vakantie heeft. Drie overnachtingen in Kruger en dan een tocht langs de zuidkust. Ze genieten er wel van maar blijven toch erg in hun eigen sfeer. Ze zien wel wat, maar ze observeren niet.
In de rivier liggen hippos die regelmatig van zich laten horen. Aan de andere oever komen een paar buffels drinken en er staat een groepje kolganzen aan de waterkant.
Er steekt een frisse wind op over de rivier en ik ga naar mijn hutje. Zo te zien is dit het oudste deel van het kamp. Ronde hutjes met een rieten dak net achter het restaurant en naast de camping. Op de camping zie ik toch nog wel een paar lege plaatsen. Kennelijk wordt er door de receptie niet ter plekke gekeken of mensen ook daadwerkelijk inchecken.
Ik val in slaap en wordt om een uur wakker. Even buiten kijken. Het is volle maan. Ik hoor de hippos en in de verte ook een leeuw. Een nachtvogel vliegt om mij heen als ik onder de bomen het pleintje op loop waaraan de hutjes liggen. Je hoort hier wel veel minder dieren geluiden dan in Tsendze of in Punda, maar dat komt ook omdat de natuur hier aan de overkant van de rivier begint.
Kwart over twee. Ik kan niet slapen. Ben ik dom geweest om weg te gaan uit Punda of uit Tentze? Of was het lang genoeg voor wat ik daar kon ervaren?

  • 07 Maart 2015 - 20:53

    Marion Boode:

    Hoi Fred,

    Klinkt allemaal erg vervelend. Wij zij weer goed thuis gekomen van een heerijke wintersportvakantie. Geniet ervan en kom thuis met mooie foto's.

    Groetjes ut Fryslan,
    Marion

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 465
Totaal aantal bezoekers 369363

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: