Etosha- Grootfontijn - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Etosha- Grootfontijn - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Etosha- Grootfontijn

Door: FredDaniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

20 Juli 2011 | Namibië, Windhoek

Wel een poosje moeten wachten, maar ik ben weer online.
Bij vertrek uit Oshakati werd ik nog aan de kant gezet zoor verkeerspolitie. ik zou te hard gereden hebben. Er was een verkeersversperring door werkzaamheden en net daarvoorbij, als je blij bent dat je weer verder kan stond een politieauto met camera.
Hoe hard had ik dan gereden? 77 km per uur, volgens hen. Ik wist dat ik iets te hard ging, 70 km op de teller, maar het was onzeker of ik nog binnen de stadsgrens 60 daar mocht of al buiten de stadsgrens 80 km. Bovendien is die teller niet precies, door die grotere maat banden. Tja, wat nu. er staat 77 km op hun teller. Ze willen me een flinke boete geven. Maar ik wil verder, want het is al bijna donker en ik moet nog een slaapplek vinden. Ik leg hen uit dat het een honest mistake is en dat ik geen speeddevil ben. Mijn auto kan niet eens harder dan 80km (op de teller) . Zoveel geld heb ik ook helemaal niet op zak. Morgen terugkomen bij het bureau kan ik ook niet, ik ben toerist en onderweg. Tja, wat moeten wij nu? Meer dan 100 (10 Euro) heb ik cash niet bij me. Maar daar gaan ze tot mijn verrassing niet op in. " Kunt u het mij niet gewoon een keer vergeven? Dat spaart een heleboel moeite en tijd en zou toch reuze aardig zijn tegenover een toerist die toch echt geen slechte bedoelingen heeft. " Dat lijkt hen ook de beste oplossing en dan ga ik weer verder, nog meer verlaat, met met veel vertrouwen in de redelijkheid van de politie van Namibie.

Ik overnacht in Ondangwa. de camping is meer een soort bar/restaurant met een eigen parkje rond een speel en recreatievijver. Een reigerkolonie nestelt in de bomen rond het parkje. De volgende morgen rij ik in oostelijke richting verder tot ik de afslag naar de noordelijke ingang van Etosha tegenkom. Even ontsnappen aan de drukte van de snelweg ben ik op goed geluk naar de King Nyala poort gereden. Het zag er totaal verlaten uit. Al grazen er in de 40 kilometer open vlakte tot de poort wel grote aantallen runderen. Bij de poort aangekomen kreeg wel een gate-permit, maar ik moest doorrijden tot Namutoni voor boeking van accomodatie.
Daar herken ik dezelfde vrouwen achter de receptie als toen ik hier in maart/april was. "Heeft u geen reservering???"
Hm...... "Maar een persoon; slaapt in zijn auto; heeft geen electriciteit nodig???"
"Tja, nu doet net de computer het even niet. Dus dan kunnen we ook niet kijken of er wel of geen plaats is... Weet u wat? Hoeveel dagen wilt u blijven ?" Minimaal drie.......geen probleem."
En zo kreeg ik een mooie camping-plaats met electriciteit.
Je ziet maar Afrikaners zijn niet allemaal corrupt, maar praktische mensen, die gewend zijn dat niet alles volgens het boekje kan. In Nederland zeggen we dan: " als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan."
En...Etosha was weer geweldig. Wel iedere morgen om half zes op. Dan om 6 uur de poort uit op fotojacht. 's Avonds om 6 uur weer terug de poort in. Dus hele dagen in de auto doorgebracht, rijden, observeren, fotograferen, weer doorrijden enzo maar verder. Even eten, douchen en dan slapen in de auto. Die auto....
Maar ik had weer heel veel geluk. Leeuwen die bezig zijn een gnoe op te eten, zag ik de eerste dag op 3 kilometer van de camping. Een enorme kudde olifanten die op een waterplaats afrennen. Recht op mij af, die achter het water op de juiste plek stond te wachten. Hyena's die volgevreten in het gras liggen, en top of all... twee luipaarden die spelen en zonnebaden in het tegenlicht en op een boomstronk klimmmen. Echt heel veel geluk, maar ook heel hard zorgen dat je kans op geluk zo groot mogelijk is. Relaxen is er niet bij. Het lijkt meer op een uitputtingsslag.
Het is nu droge tijd. De dieren hangen rond de waterputten, kleine meertjes, en ook langs de oevers van het grote meer. De kleuren zijn herfstachtig: bruin en geelgoud. De lucht is saai/stoffig blauw. Wel aardig, maar ik vond de regentijd met zijn spectaculaire wolkenluchten en felle zonneschijn eigenlijk mooier. Maar ook moeilijker, want er zijn nu vrijwel geen insecten en alles blijft droog en het is veel prettiger van temperatuur. Niet te koud, niet te heet.
Mijn uitlaatgas slaat niet meer terug tegen de achterkant, dus dat is ook opgelost. Ik hoop geen lekke banden meer.
Ik heb na de eerste drie nachten nog twee nachten kunnen bijboeken in Etosha. Pas vanmorgen ben ik er weer uitgereden.
Nu ben ik a weer 200 km verder in Grootfontijn. ik heb net in de grote Spar supermarkt nieuwe voorraden bijgekocht, genoeg eten en drinken voor een week, en ook de auto topvol getankt + een extra jerrican van 25 liter.
Dan nu eerst het internet en daarna rij ik verder richting Rundu. Ik weet nog niet of ik eerder een afslag neem naar het oosten en dan naar Tsumkwee ga of helemaal door naar Rundu en daar proberen de San te vinden. Tsumkwee is 250 km oostelijk zonder benzinestation, Over de begaanbaarheid van de weg kon ik nog geen informatie krijgen. Dan nog rondrijden daar en dan weer 250 km terug over dezelfde weg.
Vanuit Rundu zou ik dichter bij brandstof zijn, maar misschien niet in het hart van San territory. Meer de noordelijke San en degenen die uit Angola zijn gekomen. Verder zou ik ook wel Kaudom in willen dat is een National park en de wilde rand van het Sangebied. Dat is behoorlijk ontoegankelijk, diep zand en geen enkele voorziening. Ook geen brandstof. Naar Kaudom is er een noordelijke ingang via Rundu, maar ook een zuidelijke via Tsumkwe. Of je er ook helemaal doorheen kan is zeer de vraag gezien de condities van het terrein.
Ik ga nog verder informeren voor ik verder rijdt.
Leuk dat mamma meeleest via het internet van Walter.

Tot de volgende verbinding,
Fred

  • 20 Juli 2011 - 13:43

    Yves:

    Ik ben jaloers! En daar heb ik niet vaak last van...

  • 20 Juli 2011 - 14:15

    Gaston:

    Geweldig allemaal Fred. Ik ben jaloers, maar dat was ik al.
    Ben erg nebieuwd naar je foto's

    Gaston

  • 20 Juli 2011 - 19:06

    Tineke:

    Ik sluit me aan bij de eerdere reacties, ik ben ook jaloers!
    En........ik ben heel benieuwd naar je foto's

    Groeten

  • 20 Juli 2011 - 20:22

    Jan Schokker:

    Geluk moet afdwingen wordt wel gezegd en het is jou weer gelukt lees ik. Ik ben benieuwd wat we van deze dag te zien krijgen ?

  • 21 Juli 2011 - 08:05

    Kitty:

    Zit net je verslag te lezen. PPPPPPPffffffffff wat een geluksvogel ben jij door al die mooie spots tegen te komen.
    Ben benieuwd naar je foto's Fred
    nog heel veel mooie momenten toegewenst.
    Groet Kitty

  • 21 Juli 2011 - 09:34

    Aad Valstar:

    reis nog steeds met je mee op al die voor ons bekende plaatsen. Rundu ook mooie omgeving en veel te zien. Herken de droogte in Etosha met de vele waterputten. In de droge tijd soms we duizenden dieren te zien. Jaloers ben ik niet maar ik zou er graag bij zijn. Hoor graag hoe je reis in het noorden langs de Kunene rivier was. Hebben veel bij te praten. Ga je nog naar de Vic Falls? Goede reis" en "geniet het" zoals de Afrikanen zeggen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 307
Totaal aantal bezoekers 369530

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: