Zondag 27, ma.28, dinsdag 29 januari - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Zondag 27, ma.28, dinsdag 29 januari - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Zondag 27, ma.28, dinsdag 29 januari

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

29 Januari 2019 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Zondag 27 januari.
Wat gaan de dagen snel en wat had ik graag dit weekeinde nog gezeild. Maar ook vandaag is het de hele dag windstil en de boot is ook nog niet echt af. Als het wel lekker zeilweer geweest was had ik hem wel even zeilklaar kunnen maken, maar nu heeft dat geen zin. De ochtend blijf ik nog bij de caravan en ik zaag twee hoekstukken van aluminium, die ik uit Nederland had meegenomen, ieder in zes gelijke delen. Die zijn bedoeld om onder de leggers van de outrigger te monteren en daardoor meer dwarssteun te geven aan de staanders. Ik boor er wel vast gaten in maar stel het monteren nog even uit want het wordt droog en wat helderder weer. De buren op de camping komen vragen of ze met mij mee mogen om de boot te zien. Ze zijn nog nooit op de zeilclub of in de jachthaven geweest. Ze zitten op de camping omdat ze alles in Transvaal verkocht hebben want ze gaan emigreren naar Canada waar hun dochter al woont met haar Nederlandse man. Ze rijden achter mij aan en verwonderen zich dat zo’n kleine boot toch zeewaardig kan zijn. Ik vertel ze dat een enorme orkaan wel een groot cruiseschip kan omduwen maar geen pingpongballetje of golfballetje kapot kan maken. Als het grote schip in nood is stappen de mensen over in een kleine reddingsboot die onder dezelfde weersomstandigheden meer overlevingskansen biedt dan het grote schip en als de reddingsboot in nood is stappen ze over naar een reddingsvest want dat geeft onder dezelfde barre omstandigheden toch nog betere overlevingskansen dan de reddingsboot. Het comfort neemt af, maar de veiligheid neemt toe omdat het wilde water en de stormwind minder kracht kunnen uitoefenen op een kleiner object dan op een groter object. Dat kleine object moet natuurlijk wel speciaal daarvoor gebouwd zijn zodat de krachten er langs glijden in plaats van erop kunnen beuken; de golven en de wind moeten er onderdoor gaan en er overheen gaan en er langs gaan in plaats van het bootje weg te kunnen duwen, op te kunnen tillen of om te duwen. Een diepe kiel en een hoge opbouw en een lange mast zijn dus veel gevaarlijker dan geen kiel en een lage, gestroomlijnde opbouw en een lage ronde mast. Ze stappen even aan boord en verbazen zich nu over de ruimte die toch groter is dan ze vanaf de kant gedacht hadden. Dat het trampolinenet zo sterk is dat je er met drie mensen tegelijk goed op kan staan en dat je in de stuurboordromp rechtopstaand net met je hoofd boven het luik uitkomt. Je kunt ook nog overal lekker zitten of liggen. Als de boot stil ligt voor anker of in een haven kun je voor midden of achter een tentje opzetten. Het trampolinedoek wordt nooit heet zoals een vast dek. Het is zacht en geeft altijd verkoeling omdat het de lucht vanonder doorlaat. Je hebt geen banken stoelen of zitkussens of matras meer nodig.
Dan gaan zij nog even verder kijken op de jachtwerf en ik ga de helmstokken nog een tweede keer vernissen. Dan ga ik het motorframe op de boot nog een keer passen en als dat er goed uitziet haal ik het nog een keer uit elkaar om de motorplank een tweede keer te kunnen vernissen. Ik heb nog een derde van de pot vernis over en ga verder met de blank houten delen op de boot: de beams, de handrailingen en een gedeelte van de binnenkant van bakboord - en stuurboordromp waar het zonlicht door de grote luiken op het hout heeft staan inwerken. Het is er net goed weer voor: niet te vochtig en redelijk koel, geen zon. Dan komt Annet vertellen dat we niet vanavond maar morgenavond gaan barbecuen want het weer was vandaag te onzeker om het voor vanavond voor te bereiden. Ik ben net klaar en ruim alles op. Nu moet ik toch nog ergens eten gaan halen. Ik rij naar het winkelcentrum en ga eerst 60 liter diesel tanken (54 euro) en dan bij de BoBo’s een portie kippenvleugels met frites kopen. Ik wil wel crispychips want slapchips hou ik niet van. Dan ga ik bij de supermarkt een liter melk kopen en een ananas. Bij de camping eet ik alles op behalve de helft van de frietjes want die hebben ze bedolven onder de saus van de chickenwings zodat ze alsnog slap zijn geworden. Smakeloze hap, maar volgegeten ga ik op bed liggen en dit verhaal van de dag schrijven.

Maandag 28 januari.
Opnieuw begint de dag regenachtig met heel weinig wind. Na het ontbijt rij ik naar de garage van Japie en betaal de rekening met de creditcard. Het is 4200 Rand. Ik bedank nogmaals en rij dan naar de Autopaint, de verfspecialisten. Ik koop er een speciale primer voor aluminium en roestvrijstaal en nieuwe harder voor de restjes rode, witte en bruine verf die ik nog heb. Ik koop ook een halve liter zilver erbij voor de tekening op de rompen. Bij elkaar 420 Rand. Dan koop ik bij het Boltcentre twee roestvrijstalen oogplaten met ring. Ik zie er voorlopig vanaf om kikkers of bolders te maken voor de lijnen waarmee je de boot aan een steiger kan vastmaken. Ik hou niet van dingen waar een bedieningslijn van de zeilen ook per ongeluk achter kan blijven hangen. Deze oogplaaten met ringen zijn veel platter afgerond en veiliger. Ik wil ze gaan vastzetten op de voorste beam. Dan rij ik door naar de Yamaha dealer in de tweede haven. Ik ben op zoek naar een noodstopknop die niet nat kan worden. Die hebben ze hier niet. Ik koop er wel een tube met zoutwaterbestendig vet. Bij Nel’s marine vind ik de noodstopknop die ik zocht: 5 euro. Nu nog kijken hoe ie het beste gemonteerd kan worden. Dan begint het weer enorm te regenen en ik rij naar de caravan waar ik onder het grote doek een plek zoek om de roestvrijstalen pijpen van het motorframe op te hangen om ze te schilderen. Dan ook voor de drie aluminium leggers van het outriggerframe en de nieuwgemaakte hoekstukken daarvoor.
De primer heeft een activator en droogt heel snel. Als die autoproducten drogen supersnel want ze zijn ontwikkeld voor gebruik in een spuitcabine. Met de kwast moet je dus snel de verf opzetten en er daarna even van afblijven. Na vijf minuten kun je wel een tweede laag eroverheen zetten. Na de primer kan ik direct verder met de rode autolak voor het motorframe en de witte lak voor het outriggerframe.
Ik ben er de rest van de dag druk mee en wordt heel moe van die vieze verflucht en van die irritante muggen en het gebrek aan een goed georganiseerde droge werkruimte. Als het klaar is rij ik met de natte kwasten en verfbekertjes naar de boot en schilder daar de nieuwe houtblokjes voor onder de helmstokken en ook smeer ik de beschadigingen aan de kajuitjes dicht. De verf daar begint nu al los te laten zie ik. De zon trekt de verfranden om de beschadiging verder los. Ik zal nog eens aan Morgan vragen hoe hij zulke beschadigingen herstelt. Dan komt Wil aanrijden en vraagt of ik naar de barbecue kom. Ja, even opruimen en mijn handen schoonmaken.
Op maandagavonden maakt de club twee grote vuurplaatsen met brandende kooltjes en kunnen de mensen hun eigen barbecue organiseren met zelfmeegebracht eten. Er is altijd veel belangstelling voor van de mensen die met hun jachten van overzee zijn gekomen. Ik heb leeches en druiven meegenomen en Annet heeft een grote salade gemaakt. Wil en Pete leggen het vlees op de barbecue. Biertje erbij en dan is het tijd om even te relaxen en naar mooie verhalen te luisteren. Hester had de aardappelsoep in een snelkookpan gemaakt, daar moet ik ook nog een kleine van zien te vinden. Dot is heel veilig koken op een bewegende boot en door het gesloten deksel blijft alles heel lang goed. De aardappelsoep smaakt koud zelfs nog beter dan heet zegt Hester. Een paar flinke thermosflessen met wijde opening zijn ook heel handig.
Ze vertellen nog dat ZuidAfrika dertig jaar geleden een netwerk van treinverbindingen had voor goederen en personenverkeer. Bijna elke stad was bereikbaar met de trein en het was goedkoop. Daarna hebben ze miljarden geïnvesteerd in nieuwe locomotieven en wagons, maar die waren niet besteld op de juiste spoorbreedte en waren daardoor waardeloos. Nu is er alleen nog een spoorverbinding van de mijnen in Palaborwa naar Richardsbaai. Al het overige zware transport gaat nu met vrachtwagens. De wegen zijn daardoor overvol en het wegdek wordt kapotgereden want het was daarvoor niet aangelegd. Pete vertelt nog dat er nergens ter wereld zo langzaam gewerkt wordt als in Afrika. Hij heeft mensen in dienst die al twintig jaar hetzelfde werk doen maar als ze eenmaal per jaar een paar weken vakantie gehad hebben en ze komen terug naar het werk moet hij ze opnieuw voordoen wat ze moeten doen want dat zijn ze vergeten.

Dinsdag 29 januari. De dag begint met windstil en regenachtig weer. Zodra het droog begint te worden laad ik de driemeter lange pijpen voor het motorframe en de tweemeterveertig lange helmstokken op het dak van de auto. Spanbanden er omheen en een doek op het dak van de cabine tegen krassen. Daarmee rij ik naar de werf. Ik zet het motorframe in elkaar en dan ga ik de noodstopknop proberen te monteren. Hij past in hetzelfde gat als de oude, maar wil ik dat wel? Wil komt erbij kijken en we bedenken verschillende andere opties. Het allerveiligste is om de knop met de geschakelde bedrading buiten het huis voor het vliegwiel te monteren. Dat is de enige plek die zekerheid biedt dat je ten alle tijden de motor kan starten door de noodstopknop uit te schakelen, desnoods door de bedrading los te trekken. Dus maak ik een voetje van roestvrijstaal en schroef dat vast onder het vliegwielhuis zodat de knop aan de voorkant komt te zitten. Dan boor ik in de bodem van het vliegwielhuis drie gaten zodat water er ten alle tijden en bij elke positie van de motor uit kan lopen. Nooit gedacht dat ik nog eens een Seagull motor zou moeten verbeteren. Als ik aan het motorstartkoord trek slaat ie meteen aan. Hij laat zich ook met deze stopknop meteen uitzetten. Zo dat ziet er goed uit. Mooier zou nog zijn als ik in de nieuwgeboorde gaten korte pijpjes zou kunnen schroeven zodat er ook geen spatwater van onderen in de behuizing kan lopen. Daarom heb ik de gaten met boor 10 mm geboord. Dat is vast een standaardmaat. Dan ga ik eerst een kippencurry eten.
Terug op de werf probeer ik het motorframe weer op de boot terug te hangen. Hoewel het maar aan twee bouten en twee touwen hangt gaat het niet meteen gemakkelijk en inmiddels is het snikheet geworden. Ik heb er bijna een zonnesteek van gekregen. Gauw even afkoelen onder de douches van de jachtwerf. Dan maar zonder handdoek in mijn boxershort in de schaduw staan en laten opdrogen in de wind die inmiddels is aangewakkerd. Wat is het moeilijk iets aan de boot te doen nu ie in het water ligt. Alles kost veel meer planning en tijd en moeite. Uiteindelijk hangt ie. En wel beter dan voorheen: rechtop en iets meer naar achteren. Hij had nog wel vijf tot tien centimeter verder naar achteren gekund maar voorlopig doe ik het hiermee. Als ik voldoende ben afgekoeld leg ik de motor op de ladder en vraag of Johan mij even wil helpen om hem naar de boot te dragen. Als op een brancard dragen we hem naar de boot en ook gemakkelijk aan boord. Dan kan ik hem in mijn eentje optillen en op de motormount laten glijden. Dat gaat veel gemakkelijker dan Johan gedacht had en hij is er verbaasd over. Ik start de motor en laat hem lopen terwijl ik de nieuwe oogbouten op de voorste beams monteer en ook terwijl ik de touwen waarmee de boot aan de steiger ligt net zolang aanpas tot VAYANA naar mijn gevoel veilig ligt. Zo loopt de motor nog een paar uur in. Het is fijn dat deze motor weinig geluid maakt. Op dertig meter afstand kun je hem nog nauwelijks horen. Het is ook geen onprettig geluid en hoewel ik eigenlijk helemaal niet van motorgeluiden hou valt ermee te leven. Dan is het laat geworden en ik ben heel moe. Ik ga in de bar van de club wat eten bestellen met een groot glas water met ijsblokjes en een biertje erbij.
Bij de caravan dit verhaal schrijven. Zo, nu nog even internetten en dit verhaal posten en dan ga ik snel mijn bed in. Het is negen uur, morgen om half vijf begint de dag weer.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 277
Totaal aantal bezoekers 370227

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: