Wat een dag. Maandag 7 - donderdag 10 jan. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Wat een dag. Maandag 7 - donderdag 10 jan. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Wat een dag. Maandag 7 - donderdag 10 jan.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

10 Januari 2019 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Maandag 7 januari.
Vandaag is een onbewolkte en warme dag. Als ik naar de werf rij kom ik Andrew en zijn vriendin tegen. Even stoppen om te praten en Nieuwjaar te wensen. Ze hebben een jacht opgehaald in Tanzania en naar Richardsbaai gevaren. Het heeft ze veel tijd gekost want de boot was nog niet klaar en ze hebben er twee weken op gewerkt om hem klaar te maken. De reis zelf ging ook met heel weinig wind. Van 15 dagen varen hebben ze vijf dagen op de motor moeten varen. Ze blijven nu een week in Richardsbaai voordat de volgende job : een delivery naar Kaapstad begint. Bij de werf aangekomen ga ik eerst bij de winkel twee oogmoeren kopen voor de bevestiging van het A-frame. Gelukkig zijn er nog net twee. Dan ook een pot epoxylijm en een stuk drijfschuim voor de tweede drijver van de outrigger. Als ik bij de boot aankom ga ik de oogmoeren monteren. Ik moet nog meer rubber ringen daarvoor maken. Als ik de scharnieren in elkaar zet op de bouteinden van de dolphinstriker en dan het A-frame van horizontaal naar verticaal til zie ik dat ik nog iets meer ruimte moet maken om de scharnieren heen. Dus haal ik ze opnieuw uit elkaar en zaag en vijl voorzichtig de opening in de beambeplating een centimeter wijder. Nog een keer passen en proberen hoe het beweegt. Dan nog een keer losmaken om de bouteinden korter te zagen en zo ben je al gauw een paar uur bezig voor het er echt goed op zit. Het is intussen heel warm geworden. Ik rij terug naar de camping om in de schaduw van de bomen af te koelen. Het is heel rustig geworden nu de vakantietijd voorbij is. Heerlijk even de kans om in het zwembadje af te koelen. Dan rij ik terug naar de werf met een set katrollen en een lange lijn. Ik neem ook startkabels mee voor mijn buurman Maurice. Ik monteer de voorstag aan de motorplank van het A-frame. En het A-frame aan de breidel. Ik kan de mast nog niet laten zakken want de andere buurman heeft zijn visboot op trailer te dichtbij gezet en het is ook te laat en te warm dus ik vraag of zij morgen de boot een stukje verder kunnen zetten en ik ga nu opruimen. Ik ben uitgenodigd door Maurice en zijn vrouw voor een barbecue. Hij is geluidstechnicus bij grote evenementen en vliegt met zijn team van 9 mensen de hele wereld over om op grote concerten en podia het geluid te organiseren. Meestal huren ze ter plekke de grote boxen en het zware materiaal om die te kunnen opstellen. Dan moet alles aangesloten worden en getest. Tijdens het concert zit hij aan de knoppen om het beste geluidsbeeld te creëeren. Dat is zijn talent. Maar het werk brengt enorm veel stress en hele lange werktijden met zich mee want alles moet perfect op tijd werken anders zijn er duizenden toehoorders en de opdrachtgevers boos. Na afloop van het concert moet alles weer afgebroken worden en opnieuw klaargemaakt worden voor transport naar een volgende lokatie, waar alles weer opnieuw begint. Het is vaak de afhankelijkheid van andere mensen die de meeste stress oplevert. Van alle landen waar ie gewerkt heeft ( ook 8 maal in Amsterdam) ziet ie alleen de luchthavens en hotelkamers en de werkplek. Hij heeft vorig jaar een boot gekocht en wil minder werk gaan aannemen en meer gaan genieten. Een ochtend wakker worden op het water zonder werkstress is hem nu meer waard dan alles wat ie gedaan heeft en de materiële luxe van zijn huis en zijn auto en zijn motorfiets erbij. Voor deze twee weken vakantie heeft een paar concerten in Rusland moeten laten gaan. Zijn vrouw in interieurontwerpster voor kantoren en weet dus ook wat stress is. Frederik is ook bij onze barbecue. Hij heeft veel op de zee gewerkt. Als commercieel tonijnvisser en op jachten. De kwaliteitseisen van visbereiding voor de buitenlandse markt zijn heel hoog. Tonijn die naar Japan gevlogen wordt voor sushimi wordt met de hengel gevangen en moet heel snel en op de juiste manier schoongemaakt en verpakt worden en zo snel mogelijk op de juiste temperatuur gebracht en gehouden worden. Tonijn heeft een eigen lichaamstemperatuur van vier graden boven de omgevingstemperatuur. Door de stress van het vangen is die temperatuur nog een paar graden hoger. Dan is de buitenluchttemperatuur nog hoger dus het lichaam van de vis past zich ook daar op aan. Het moet dus heel snel gedood en schoongemaakt en gekoeld worden. Hij weet ook veel van navigatie en legt aan Maurice en mij uit hoe je de koers tijdens een zeilreis veiliger en betrouwbaarder kan plannen door iedere twee uur een nieuwe peiling te maken in plaats van de koers van de hele route vooraf te plannen. Wel haalt hij de weersinformatie van de hele route van te voren op, maar ook die stelt ie iedere twee uur bij. Hoe zal de wind zijn als hij over tien of acht of vier of twee uur daar arriveert? Tot tien mijl uit de kust heb je overal internetbereik. Net als ik van plan was volgt hij richting Mozambique de vijfentwintig meter dieptelijn. Hij vertrouwt niet op zijn geheugen maar schrijft alle waypoints, koersen en weersverwachtingen in een notitieboek. We hebben bewondering voor een oude Amerikaan die bijna tachtig is en solo rond de wereld gevaren is. Zijn jacht is vanmorgen uit het water gehaald voor een nieuwe laag antifouling verf. Hij heeft wel enkele trajecten met bemanning gevaren maar zegt dat hij die weer ontslagen heeft want hij vaart liever zonder bemanning dan met slechte bemanning. Het eten smaakt heerlijk, het vlees is perfect gegrild, het gezelschap interessant, het weer is fantastisch. Life can be good.

Dinsdag 8 januari. Je kan merken dat het veel rustiger is geworden op de camping. Ik slaap tot zeven uur in plaats van om half vijf al wakker te worden. Na mijn ontbijt rij ik naar de boot. De visboot van de buren staat nog steeds in de weg maar ik begin toch eerst met het monteren van de katrollen en de voorstag aan het A-frame. Dan vraag ik of Johan nog een keer met zijn lange ladder mijn liertouw door de katrol wil doen, die nog steeds in de boom hangt. Dat is mijn back-up voor als er nog iets mis zou gaan met het A-frame. Dat liertouw bind ik aan de mast net iets hoger dan de helft van de lengte. Dit keer sla ik dat touw om de lier die op de achterbeam zit. Zo kan ik bij de mastvoet blijven zitten en met twee lijnen tegelijk de mast laten zakken of snel afremmen. Ik ben de lierhandel vergeten, stel dat de zaak halverwege vast loopt en ik moet de mast weer omhoog trekken? Gaat dat dan alleen met de katrollen of heb ik toch ook nog de lier erbij nodig? Dan rij ik nog maar een keer op en neer naar de caravan. Terug bij de boot zie ik even niemand die stand-by kan komen staan. Ik wacht een poosje en kijk alles nog een keer na, leg alle lijnen recht en berg spullen op die er niet hoeven te liggen. Ik zet de trap onder de plek waar ik denk dat de kop van de mast zal komen. Uiteindelijk denk ik dat het zo goed is en dat ik het wel aandurf zonder stand-by. Hij hoeft alleen maar te zakken en ik kan stoppen wanneer ik wil.
En het gaat perfect. Netjes gecontroleerd zakt de mast naar beneden en komt keurig op de bovenkant van de trap te liggen. Het A-frame draait mooi mee en de scharnieren blijven goed vrij van de beam. Dat is een hele opluchting. Hopelijk gaat de mast net zo gemakkelijk weer overeind nu.
Dan haal ik de tweede voorstag eraf. Ik vind hem te kort voor als ik hem wil gebruiken voor mijn de Vries zeil aan een langere boegspriet. Bovendien was de draad ook provisorisch gesplitst en niet professioneel geklemd. Ik haal ook een van de roestvrijstalen zijstagen er af. Hoewel die stag gloednieuw was gemaakt van de rol staaldraad die ik bij de boot kocht vond er toch op diverse plekken al gebroken draadjes in. Dat geeft lelijk scherpe uitstekende naaldjes waaraan je je handen kan openhalen of je zeil kan scheuren. Ik voel met mijn hand langs alle staaldraden maar alleen deze is zo slecht. Ik ga aan Pierre vragen waar ik hoge kwaliteit verstaging kan laten maken. In de stad. Hmm dat kan ik misschien beter morgenochtend doen dan zo laat in de middag. Balen, dat nu weer de mastkop eraf moet en de bevestiging van de verstaging losgemaakt moet worden en de oude eraf gehaald om de nieuwe ertussenin te wriemelen. Een behoorlijke rotklus met opnieuw risico dat er iets niet goed komt te zitten en een lijn afgekneld wordt. Ik werk er nog een uurtje aan voor zover als ik vandaag kan komen. Dan rij ik vermoeid naar de supermarkt en haal nieuwe ontbijt ingrediënten en veel fruit. Ik heb al wekenlang weinig gegeten waar suiker in zit behalve vruchten. Zou onze suikerverslaving in Nederland versterkt worden doordat we geen rijp fruit meer eten? Al het importfruit wordt onrijp geplukt omdat het eerst nog wekenlang op de boot en in de winkel moet kunnen liggen. Het ziet er wel uit als een banaan of ananas of meloen of mango, maar wij weten echt niet hoe die vruchten smaken als ze wel rijp geplukt worden. Ik koop nu in Nederland alleen nog fruit dat in ons eigen land of dichtbij in Europa gegroeid is: appels, peren, kersen, bessen, Westlandse druiven. Gelukkig hebben we een lange zonnige zomer gehad. Als ik terugrij zie ik dat de oude Amerikaan zijn boot alweer in het water heeft gebracht. Hij heeft een middag besteedt aan het afspuiten van het onderwaterschip en het schoonmaken van zijn schroef en roer. Vanmorgen toen ik aankwam rijden was hij al bijna klaar met het verven met antifouling verf. Heel vroeg begonnen zeker toen het nog koel was. Met een grote roller aan een stok deed hij het zelf. Lekker dik en in een keer en klaar. Bij de caravan ga ik zelf koken met broccoli en tomaatjes en Danish blue cheese in plaats van vlees. En heerlijk zoete mango voor toe: 65 eurocent. Nog even zwemmen, lang afdouchen met shampoo en internetten. Negen uur. Ik heb een pot groene thee met gember gezet en ga op bed liggend dit verslag van de dag schrijven.
Het is een tropisch rustige avond. Heerlijk om even niks te doen en naar de avondgeluiden van de natuur te luisteren.
Woensdag 9 januari.
Ik was al heel vroeg wakker: half vijf. Bij het eerste licht als ook de natuur ontwaakt. Ik slaap met deur en raam open dus dan hoor je ook alles. Om zeven uur ben ik al bij de boot. Ik zit langdurig te puzzelen hoe ik de verstaging kan vervangen met zo min mogelijk werk, maar uiteindelijk zie ik in dat toch de hele kop van de mast met alle lijnen die daaraan zitten eraf zal moeten. Dan haal ik alles maar los en doe de kop van de mast met de hele bos lijnen daaraan in een grote tas. Met die tas rij ik naar de stad, naar een bedrijf dat gespecialiseerd is in kabels en kettingen. Ik ben daar al eens eerder geweest en ken de eigenaar en de mensen die er werken nog wel. Ze herkennen mij ook meteen al was het maar door mijn auto. Ja, ze hebben vijf millimeter kabel op voorraad, een rol
van misschien wel vijfhonderd meter. Ik laat drie nieuwe verstagingen maken. Nu ik toch zover moet gaan wil ik alles waar ik niet 100% tevreden over was vervangen. Ze worden netjes gemaakt terwijl ik erbij ben en meehelp. Dat is toch ook weer iets dat in Nederland verloren gaat: als klant (zelfs als hele kleine klant voor dit bedrijf) ben ik hier niet alleen meteen aan de beurt maar ik blijf ook betrokken bij de mensen die het uitvoeren. Ik vind dat leuker. Ik vertel waar het voor is en heb ook belangstelling voor de mensen die het voor mij maken en bedank ze dat ze het zo netjes gedaan hebben. Ik kijk ook rond in de grote bedrijfshal. Het meeste wat er ligt is zwaarder dan mijn hele boot. Ik betaal als het klaar is voor 26 meter staaldraad (5mm) en drie rvs kousjes en zes maal klemmen met koper 40 Euro. Tevreden rij ik nog even naar het Boltcentre om een kleine platte vijl te kopen voor de outriggers en dan ga ik een milkshake drinken bij de Burgerking om in de airco ruimte even af te koelen. Terug bij de boot ben ik de hele middag aan het puzzelen en prutsen voordat de mastkop er weer op zit en alle lijnen hopelijk goed lopen. Dat het zo moeilijk gaat ligt niet aan het ontwerp van Wharram, want dat is juist heel simple en heel klassiek. Vorige week zag ik hetzelfde systeem van rigging nog op een jacht dat gebouwd werd als een Bretonse vissersboot. Nee ik heb een aluminium mast en alle lijnen vanuit de kop laten lopen. Achteraf gezien had ik dat beter niet zo kunnen doen dan had ik nu niet deze moeite gehad om iets te vervangen. Tenslotte test ik het navigatielicht dat ik bovenin de mast had gemaakt. Ik had de aansluitkabel nog niet op maat geknipt dus nu is ie nog net lang genoeg om bij de accu van de auto te komen als ik die heel dicht ernaast rij. Om vier uur zit het er op en ben ik ook heel moe. Het is heet en ik stop voor vandaag. Dan komt er er een visser die een hele grote tonijn gevangen heeft. Een yellowfin. Wat een prachtig dier. Hij weegt 60 kilo. Het is de een na grootste die deze visser ooit gevangen heeft. Zijn grootste was 85 kilo. Ik maak er een paar foto’s van met de Iphone. Hij wordt gefileerd op de grote tafel met vier kranen erboven die daar voor gebouwd is. De resten worden op de kop van de steiger in het water gegooid. Maar dat is niet zonder risico want het kan ook haaien aantrekken. Twee weken geleden had een van de jachteigenaren een bullshark van twee meter lengte gezien naast zijn boot die aan de steiger ligt. Drie maanden terug zag iemand een dolfijn jagen in de jachthaven. Ik mag wel voorzichtig zijn want mijn boot komt dichtbij de kant te liggen in verband met de geringe diepgang en niet ver van de spoelpijp van de visschoonmaaktafel. Ik ga terug naar de camping waar ik een hele grote pot groene thee zet en dan ga ik nog even zwemmen en lekker afdouchen. Dan maak ik een grote vegetarische maaltijd. Heerlijk koel en rustig op de camping nu. Het is me teveel moeite anders zou ik nog naar het prachtige plekje verhuizen waar ik de vorige keer stond. Door de vakantietijd eind december was dat gereserveerd, maar nu is de camping bijna leeg behalve voor de langblijvers. Morgen kijken of ik de boot op de dollies kan krijgen en naar een plek kan rollen waar ik de mast weer kan hijsen. Als ik de mast nu eerst hijs kan ik net niet onder de boom door die over het terrein hangt. Hopelijk lukt het allemaal voordat het van het weekeind weer drukker wordt met vissers.

Donderdag 10 januari.
Vanmorgen werd ik weer heel vroeg wakker. Half vijf. Om zeven uur was ik al bij de boot. Ik haal nog een keer de mastkop los en omwikkel de draden van de navigatieverlichting en de VHF radio antenne met isolatietape. Het is een nieuw soort tape dat niet aan de draad plakt maar alleen aan zichzelf. Mooi spul, uit Nederland meegenomen. Ik doe het tegen beschadiging van de dunne draadjes van de navigatieverlichting als die zouden schuren tegen de binnenwand van de mast. Het driekleurig toplicht/ ankerlicht en strobe in-een was een heel dure lamp. Vanaf een groot schip is een kleine boot misschien wel heel moeilijk te zien en daarom heb ik toch maar besloten om dit toplampje te kopen. Dan ga ik kijken hoe ik de boot op de dollies krijg. Ik moet iedere romp bijna dertig centimeter optillen om de dollie eronder te krijgen. De dollies zijn kleine maar heel sterke karretjes van hout gemaakt. Ik heb deze zelf ontworpen en gemaakt want ik vond de dollies die James Wharram ontworpen heeft te groot om aan boord mee te nemen. Die zijn meer bedoeld om tijdens de bouw een romp te kunnen wegrijden. Het is dus heel spannend of ze goed zullen werken en sterk genoeg zijn. Ik heb besloten om de rompen te heffen met de highlift jack die ik in 2011 gekocht had voor ik met mijn auto de Kalahari woestijn inreed. Dat is een krik die je aan de buitenkant van de auto kan neerzetten. Als je auto vast zit kun je er meestal ook niet onder komen. Ik heb hem pas een keer gebruikt in Zambia toen ik in een rivier vast kwam te zitten. Ik ben alweer vergeten hoe hij werkt en herinner me wel dat het een gevaarlijk ding is als je het fout doet. Dus vraag er even hulp bij van de chauffeur van de grote tractor die de boten uit het water haalt. Hij gebruikt zo’n highlift jack elke dag. Een oliespuitje lost alle problemen op. Ik had per romp vijf spanbanden vastgemaakt voor als de boot getild zou moeten worden. In de middelste spanband maak ik nu een lus om de lepel van de krik in te zetten. Er moet een houtblok tussen de bootromp en de spanband anders prikt de punt van de lepel in mijn boot. Ik moet de lus op precies de juiste lengte maken zodat het houtblok mooi tegen het sterkste deel van de romp rust. Ik hoop dat het goed gaat en begin de romp tandje voor tandje steeds iets hoger te tillen terwijl ik bij iedere zwengel aan de krik onder de kiel een paar houtblokken steeds hoger maak voor geval de boot uit de band of van de krik zou vallen. Het gaat op deze manier heel langzaam, maar het gaat goed. De dollie past prima onder de eerste romp. Bij de tweede romp gaat het bijna mis. Ondanks dat ik de eerste romp nog goed met houtblokken erbij had ondersteund draait de tweede romp weg en moest ik hem snel met de hand tegenhouden en met een paar touwen vastbinden anders was de krik omgevallen, met waarschijnlijk een hoop schade aan de romp van de boot want die krik is loodzwaar en 1.50 meter hoog. Voorzichtig de tweede dollie eronder en dan staat mijn boot op wielen. Intussen is het elf uur geworden en snikheet dus ik heb bijna een zonnesteek en ik ben er echt wel moe van. Ik rij terug naar de camping en ga in de schaduw weer op normale temperatuur komen. Dan even zwemmen en lang douchen en twee liter thee opslobberen. Pas om half vier ga ik weer naar de boot. Hij staat er goed op maar van een van de bandjes dacht ik dat die in een kuil stond maar als we aan de boot gaan trekken blijkt dat hij zacht is. Hoe bestaat het, ik heb in alle bandjes binnenbanden gedaan. Gelukkig blijft de dollie ook met een zachter bandje wel op zijn plaats en de andere dollie ziet er prima uit, dus het ontwerp werkt wel. Ik kan geen vier man vinden om de boot te verplaatsen zodat hij onder de bomen vandaan komt en ik de mast weer overeind kan gaan zetten. Dan bind ik de auto ervoor met een lus op de voorste trekhaak en met Hayden en Ian om de boot in balans te houden en de roeren vrij van de grond trek ik hem met de auto voorzichtig een meter of twintig terug het parkeerterrein op. Zo, dat is genoeg voor vandaag. De Zuidwester komt met stormkracht binnen en ik doe snel wat houtblokken onder de boot en hol achter mijn wegwaaiende spullen aan die onder de boot lagen. Alles stormvast opbergen en met het kabelslot leg ik de motor vast aan een stalen rek dat bedoeld is om vissen van meer dan twee meter lang aan op te hangen. Moe maar tevreden ga ik in het restaurant van de club een halve kip met frietjes bestellen en een biertje. Wat een dag.

  • 10 Januari 2019 - 18:45

    Ineke:

    Je blijft maar hard werken Fred. Ik blijf hopen dat je er ook snel van mag genieten! Veel groeten uit een saai en grijs Nederland .. Ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 262
Totaal aantal bezoekers 370161

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: