Elke dag de touwtjes in handen - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Elke dag de touwtjes in handen - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Elke dag de touwtjes in handen

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

06 Juni 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Vrijdag 1 juni. Opnieuw een dag met heel rustig weer. De zon die zo genadeloos op mij en de boot heeft staan branden in de zomer komt nu niet boven de bomen uit. Ik maak de bedrading in de top van de mast verder af en als ik klaar ben om de masttop er weer bovenop te zetten ontdek ik dat de voorstag aan de verkeerde kant zit. Dan moet de bedrading weer los. Ik ga even met Andrew praten over radiobereik op zee. Op zo’n lage boot kunnen hoge golven het bereik flink verstoren. Een antenne in de top van de mast is zeker aan te bevelen. De kroonsteentjes zijn na een keer gebruik ook waardeloos dus ik ga nieuwe kopen in de winkel en kijk meteen naar radioantennes en Coaxkabel. Daar kom ik ook John tegen en ik vraag hem advies over VHF antennes. Ik koop een kabel en aansluitingen. Ze hebben een aantal antennes op voorraad, maar alleen met een kunststof bevestigingsvoet. “Die breekt in een paar jaar tijd” zegt John, “je moet een roestvrijstalen hebben”. Die bestel ik en ik ga vast verder met het monteren van de coax kabel. Nu de hijslijn van het voorzeil door de mast loopt is het gemakkelijk om er de coax kabel aan te binden om die ook door de mast te trekken. Aan de voet van de mast laat ik de kabel door een stukje hogedruk slang naar buiten komen in het midden achteraan. Ik wil de radio kunnen gebruiken waar ik op dat moment zit en niet op een vaste plek binnen in een van de rompen. Dus ik hou de kabel van de antenne voorlopig los op de trampoline. Dan leg ik de mastbeam terug op zijn uiteindelijke plaats. Ik voer de toplichtkabel door de beam heen en naar binnen in de stuurboordromp en ik maak de scharnieren van de tentjes opnieuw vast. Zo die ligt op zijn plaats. Ik breng aan beide rompen een grote spanband onder de boot door om de beam helemaal strak op de blokken te klemmen. Het wordt al snel donker en ik ga eerst alles opruimen. Dan maak ik met dyneema een lashing op de bakboord mastbeam. Er zijn diverse manieren om het touw om de beam heen te wikkelen ik ga op zoek naar een manier die de minste ruimte in de touwbundel laat. Met een houten wig en een rubber hamer tik ik de wikkelingen strak naast elkaar in de trog. Het ziet er in ieder geval heel mooi uit. Morgen kijken of ik de rek uit de dyneemalijn kan krijgen en dan moeten er nog 11 van zulke lashings gemaakt worden. Dan ga ik naar de vrijdagavondbarbeque. Met een biertje erbij praat ik met de mensen die net een jacht hebben gekocht en waar ik aan boord was. Hun dochter doet onderzoek naar landaankopen van landbouwgrond in Afrika. Moeder heeft een reisbureau en vader heeft o.a. gewerkt aan de bouw van lodges in Botswana en Zimbabwe. Dat geeft veel gesprekstof en we gaan aan een rustiger tafeltje zitten wat verder weg van de zanger met gitaar die overigens best goed is. Om half tien zijn we allemaal moe en rij ik terug naar de camping.
Zaterdag 2 juni. Vannacht was nog een korte periode met veel wind maar de dag begint daarna rustig met weinig wind en een mild zonnetje. Ik rij op de camping naar een rustig veldje waar ik de honderd meter dyneemalijn helemaal kan uitrollen en ik maak een kant ervan vast aan een stevige boom. Het andere uiteinde bind ik aan de trekhaak op de voorkant van de auto. Dan rij ik langzaam achteruit totdat ik denk dat de lijn wel snaarstrak staat. De dyneema wordt dan ook perfect rond en glad en vrij stijf. Zo te zien is de rek er nu wel uit. Ik rol hem terug op de haspel en ik rij naar de boot. Onderweg nog even gestopt voor Wifi en bij een restaurantje aan de tweede haven om te vragen wie de grote muurschildering daar gemaakt heeft. Ik krijg het nummer van de kunstenaar en bel hem meteen op. We spreken omstreeks twaalf uur af bij de boot. Ik begin aan een van de vier lashings waarmee de mastbeam aan de rompen moet worden gesjord. Dan komt Jarrett aanrijden. Hij is een jonge ontwerper en vind de boot prachtig. Ja hij heeft wel veel zin om een naam en wat decoratie te ontwerpen en erop te schilderen. Hij maakt een paar schetsen en neemt wat fotos. We bespreken de kleuren en begrijpen elkaar meteen. Met de potloodschets zie ik al voor me hoe het gaat worden: heel mooi, passend bij het karakter van deze boot. Over de prijs zijn we het ook snel eens. Hij gaat deze week het ontwerp uitwerken en malletjes maken en dan zaterdag erop schilderen. Er zit bijelkaar wel twee dagen werk aan, maar dan heb ik ook iets heel persoonlijks en uniek voor deze boot. We praten nog wat na en dan ga ik verder met de touwlashing. Dat gaat nog heel erg moeilijk. Ik had de houten blokken waarop de beam rust een halve centimeter binnen de bootrand moeten afzagen. Dan had het touw ( dyneemalijn) er gemakkelijker tussen gekund. Maar ze zaten er al op en ik heb niet in de tekeningen gekeken of dat goed was. Met veel moeite krijg ik de lijn ertussen. Ook het op spanning brengen van de lijn en vooral het zonder veel verlies van spanning vastknopen vind ik knap lastig. Ik ben er tot donker mee bezig en dan zitten er pas drie lashings op. Aan het testen van de verlichting kom ik helemaal niet toe. Ik denk dat ik de auto net niet dicht genoeg erbij kan rijden dus dan moet ik daar met hulpdraadjes gaan werken. Morgen dan maar verder. Ik ga op de club een halve kip peri peri met ‘crispy’ chips eten. Ze kennen mijn smaak al en maken het heel lekker klaar. Nog even lezen in het boek ‘ practical boating’. Een Amerikaan met de Nederlandse naam Kals heeft het geschreven. Een praatje aan de bar over vissen. Er is een marlinsoort: broadbill genaamd die zeer agressief kan zijn bij het vangen. Om de visstand te behouden willen de vissers de marlin liever terugzetten, maar dat lukt niet altijd. Soms is de haak te diep ingeslikt en soms is de vis zo uitgeput dat ie sterft in het water ook al doen de vissers moeite om ze in beweging te houden en water langs de kiewen te laten stromen. De grootste marlin die hier gevangen is woog ruim 1000 kilo, de grootste tonijn 520 kilo. Toch maar even nadenken voordat ik een lijntje achter de boot uitgooi om een visje voor de barbeque te vangen! De vissers gebruiken kunstaas van siliconenrubber. Het ziet er uit als een inktvis van ongeveer dertig centimeter, met een plastic oog en acht armpjes. Ik vertel nog vol trots dat mijn grootste vangst was toen ik als kind met mijn vader een keer meeging en een snoek van een meter lang aan de lijn kreeg, maar het maakt weinig indruk. Zij vertellen dat er in de jaren zeventig alleen maar grote vis werd gevangen. Sindsdien is de visstand door industriele bevissing en de moderne electronics (fishfinders) sterk afgenomen. De jachtschipper die voor Nederlandse werven gevaren had vind het niks om die grote vissen uit hun element te halen en dood te maken alleen om de sport van het vangen. Ik zie ze ook liever levend. Hoeveel mooier is het als zo’ n prachtig dier natuurlijk beweegt en leeft. Het eerste wat ik als kind zelf kocht van mijn zakgeld was een duikbril. Dankzij de moderne technologie en de toewijding van onderwater filmers kan nu de hele wereld genieten van de schoonheid van het leven onder de waterspiegel. Het filmen van het leven van zulke grote trekkende vissen ( pelagisch) is misschien wel het allermoeilijkste. Maar dankzij de verbetering van kleine cameras en batterijen gaat ook dat steeds beter. Wat heb ik genoten van de Blue Planet serie op tv. En wat is er weinig aandacht voor de mensen die zulke films maken. Hun namen worden nauwelijks genoemd terwijl ze iets doen dat toch nog veel moeilijker is dan het maken van een speelfilm. Ik heb veel dieren gefotografeerd zowel bovenwater als onderwater ( flickr.com/alfreddaniels). Een goede foto maken is artistiek gezien moeilijker dan filmen. Soms zit er in een filmfragment van enkele minuten maar een tiende seconde een topfotofragment. Je moet dus superscherp opletten om juist die tiende seconde te zien aankomen en op dat moment te fotograferen. Maar het volgen van zulke bewegelijke dieren over vaak enorme afstanden om ze te filmen is technisch alleen maar mogelijk door fulltime professionals met een jarenlange inzet en hele grote budgetten zoals de BBC en National Geografic. En wat ben ik ze daar dankbaar voor. Of zou ik met mijn kleine zeilbootje ook nog iets kunnen? Dan ga ik naar de caravan en schrijf mijn verhaal.

Zondag 3 juni. Ik was al om half zes wakker en om zeven uur bij de boot. Het kost me weer twee uur om de laatste lashing van de mastbeam er strak op te krijgen. Maar ze zitten nu ook zo strak dat het wel staalkabels lijken. Dan ga ik de achterbeam losmaken en omdraaien en nog twee lagen vernis erbij geven en wat epoxy smeren op plekken waar vocht zou kunnen blijven staan. Als het zo moeilijk is om die lashings goed te krijgen zal ik in de toekomst wel niet veel zin hebben om de beams eraf te halen om even wat onderhoud te doen. Als het klaar is ga ik eten bij de afhaalhindustaan. Zo wat is het daar druk: zondag lunchtime. Een lekker ijsje voor toe en dan terug naar de boot. Ik zet zware spanbanden op de verbindingen tussen de bootrompen en de drie beams. Dan haal ik alle steunblokken onder de boot vandaan behalve een plank hout in het midden onder iedere romp. Als ik de spanbanden een voor een aantrek en de rompen in beweging breng door ze te laten wippen lukt het me om de verbindingen met de beams helemaal strak aan te trekken. Dan ga ik achterste beam vastlashen met dyneema en nylon. Er komt slecht weer aan en de wind neemt steeds verder toe. Een man genaamd Gorden komt bij mij kijken. Hij heeft een grotere catamaran van de ZuidAfrikaans ontwerpers Robertsen and Caine. Hij vind het eigenlijk het fijnste om alleen te varen maar hoe hou je dan wacht op grote oversteken? Een mens kan geen twee nachten zonder slaap. Ik was bij een lezing op de Hiswa over de laatste stand van research over slaapritmes voor solozeilers. Per etmaal moet je minstens vier blokken van negentig minuten aaneengesloten slaap plannen om gezond te kunnen blijven. Korte slaapjes van een kwartier frissen je tussendoor nog verder op. Op de grote oceaan is dat wel te doen met de huidige electronische waarschuwingstechniek van radardetectie en van AIS, maar in kustwateren is het risico veel groter. , vooral dat je iets aanvaart dat geen electronische techniek heeft zoals vissersboten of een slapende walvis. Op internet heb ik gelezen dat de houten scheepswanden van mijn boot een goede waaarschuwing geven voor naderende schepen omdat het een klankkast vormt waardoor het geluid van motoren van andere schepen ook op grote afstand goed te horen is. Gordon wil naar Madagaskar en de Seychellen en vandaar via de Malediven en Sri Lanka naar Thailand en Maleisie. Misschien later nog door naar de Filipijnen. Dus de Indische oceaan over in oostelijke richting. Hij is nu aan het onderzoeken hoe ie dat het beste kan doen want dat is geen gebruikelijke route gezien de heersende windrichtingen. Voor mij is slapen en wachthouden ook het grootste probleem, maar ik heb dat opgelost door in ondiepe kustwateren te blijven en een hele lange ankerlijn te kopen. Veel tijd nemen om gunstig weer af te wachten en een snelle boot is ook heel belangrijk. Dan ga ik mijn spullen inpakken want het wordt al donker en regenachtig. Aan de bar van de club praat ik nog met Ian en lyn en hun dochter en schoonzoon. Schoonzoon Wayn moet morgen een heel groot examen doen als mijnbouwingenieur. Hij heeft er jarenlang voor gestudeerd. Er zit nog een stel aan de bar dat in een Wharram catamaran een orkaan heeft meegemaakt. Ze hadden alle zeilen naar beneden maar voeren nog steeds veel te hard alleen met de wind op de mast zodat de boot op de grote golven begon te surfen en dan in de volgende golf dook. Ze hingen een stuk ketting met een rubberen autoband achter de boot in een lange lus van romp tot romp om snelheid te minderen en niet harder dan de golven te varen, maar daardoor konden ze weer moeilijk sturen. Ze hadden geen drogues ( drijfankers) bij zich, die ik vorig jaar gekocht heb. Dan is het half negen en we gaan allemaal naar huis. Morgen weer een dag. Om half twee word ik wakker. Het regent enorm hard en ik ga nog een stukje aan dit verhaal schrijven. Totdat het nu bijna half drie is. Ik ga nog een paar uur slapen.

- [ ] Maandag 4 juni. Het is nu kwart over zes savonds. Het stortregent al de hele dag door. De ene zware regenbui na de andere. Tussendoor nog geen tien minuten droog. Ik ben de hele dag bij de caravan gebleven. Eerst wat gelezen in het boek over shorthanded sailing. Toen de naam van mijn boot opgezocht in vlaggencode en in Morse tekens. Officiele bekendmaking van de naam is natuurlijk pas bij de eerste tewaterlating. Daarna ben ik onder de voortent de ankerlijnen gaan voorzien van kleurdraadjes. Iedere vijf meter splits en knoop ik een stukje felgele lijn in. Dat zijn er 42 in de lange ankerlijn en 19 in de korte lijn. Ik ben er de hele middag mee bezig geweest. Ook omdat ik een nogal domme fout heb gemaakt en toen de lange lijn nog een keer over moest doen. Ik had de eerste vijf meter uitgemeten met een meetlint en toen de volgende vijf meter steeds door de lijn dubbel te vouwen. Maar op die manier worden de meetfouten steeds groter en ontdekte ik pas aan het eind dat ik vier gekleurde lintjes overhield. Eerst dacht ik nog dat ze me een kortere lijn hadden geleverd maar toen ik de eindstukken ging nameten waren die wel acht meter lang in plaats van vijf meter. Dan maar alles opnieuw. Ik span de lijn tussen een steel van de schep en het anker dat op de grond ligt. Ook dan ontstaan er nog wel meetfouten want de bundel wordt steeds dikker maar zo precies hoeft het nu ook weer niet. Het gaat erom dat als je ankerlijn uitzet ongeveer weet hoe diep het is en hoeveel meer lijn je moet uitzetten om vier of vijf maal de waterdiepte te geven. Bij het inhalen is het ook wel fijn als je kan aftellen hoeveel nog. Om half zes is het al behoorlijk donker met dit slechte weer en ik ben net klaar. Ik heb eigenlijk geen zin om naar de supermarkt te gaan in het donker en met deze regen dus ik eet een avocado die uit de boom op de jachtwerf gevallen was en wat noten en een citroen met honing. De kachel staat hoog om weer warm te worden want met die nattigheid koel je buiten toch snel af. Het is nu half zeven en het stortregent nog steeds. In dit deel van zuidafrika zullen ze geen watertekort krijgen. In Kaapstad is het in de winter om het vriespunt en in Johannesburg ook, maar hier is het snachts 16 en overdag 23 graden. Zuid Afrika is op de kaart van Europa geprojecteerd zo groot als van noord Spanje tot Oost Polen. Heel Afrika is een continent even groot als heel Europa plus Rusland, noord Amerika, India, China, Australie, Japan en Nieuw Zeeland bijelkaar. Toen de eerste Europese reizigers Afrika in kaart gingen brengen was dat heel eenvoudig. Er zijn een paar grote scheidingszones waardoor heel verschillende bevolkingsgroepen zijn ontstaan: de Sahara, het tropisch regenwoud en de zone daaronder waar de zeer agressieve tseetsee vliegen de doorgang naar het zuiden verspert hebben. Boven de Sahara een mengelmoes van middellandse zee volken. Onder de Sahara maar boven het grote regenwoud: Bantunegers in het westen en midden, arabieren en Nilotische herders in het oosten. De Bantus hadden koninkrijken met landbouw en met ijzerbewerking. In het tropisch regenwoud konden alleen de zeer gespecialiseerde pygmeen leven in kleine groepjes van jagers. Onder de tseetsee zone leefden de bosjesmannen ( San volken). Die zijn etnisch qua uiterlijk meer Aziatisch maar met een unieke haarinplant in plukjes. Ook hun clicktaal is heel uniek. We kennen ze nu nog alleen als volk aan de rand van de kalahariwoestijn, maar er zijn een miljoen rotstekeningen gevonden waaruit blijkt dat de bosjesmannen ook in de bergen en in de bossen en aan de kust geleefd hebben. Overal in geheel zuidelijk Afrika. Afsplitsingen van de Bantu koninkrijken zijn de laatste paar eeuwen via oost Afrika langs de kust naar zuid afrika gekomen: de Swazi, de Zulus en de Xosa. Blanke zeevaarders en boeren hebben zich in de Kaapprovincie gevestigd wat toen bosjesmannen gebied was. Pas toen zij naar het oosten trokken kwamen ze de Bantu tegen.

Dinsdag 5 juni. Vannacht heeft het nog de hele nacht geregent en vanmorgen ook nog. Pas om een uur of negen wordt het droog maar nog wel een koude wind. Zo, dan heeft het bijna 36 uur aaneen echt hard geklettert zoals wij in Nederland alleen van zware buien kennen die meestal maar een uurtje duren. Ik laat dag en nacht de electrische kachel branden om de caravan droog te houden. Toen het vanmorgen even droog werd en ik buiten stond kwam er een familie mongoose uit de struiken scharrellen. Ik bleef doodstil staan dan zien ze me niet en misschien door de nattigheid ruiken ze me ook niet. Ze komen op twee meter afstand en blijven gewoon hun natuurlijke gedrag vertonen. Heel leuk. Ik ga eerst naar de supermarkt om mijn ontbijtingredienten aan te vulllen en fruit te kopen. Ze hebben heerlijke mandarijnen in het seizoen. Ik koop ook een plastic doos waarin mijn electrische schakelpaneeltje nog mooier in het deksel past. Ik had het ervoor meegenomen om te passen. In de diepvries hebben ze gerookte vis in een niet te grote verpakking. Met roggebrood is dat weer eens iets anders. Dan ga ik naar de werf. In de winkel hebben ze mijn bestelling van clearcoat ( tweecomponentenvernis ) binnen. Ik maak eerst nog de buitenste twee lashings van de achterbeam. Dan maak ik de voorste van de drie beams los en keer die om zodat ik de onderkant nog een keer kan schuren en tweemaal in de vernis kan zetten. Ook de bovenkanten van de andere twee beams geeft ik nog een laag vernis want die beschadigen wel snel als je ermee bezig bent. Misschien in de toekomst die bovenkanten helemaal bedekken met een strook Balau hout if iets anders. Ik denk dat ik uit Nederland ook roestvrijstalen hoekstukken ga meenemen voor onder de lashings. Het materiaal heb ik daarvoor al in de schuur liggen. Om vijf uur begint het al donker te worden. Ian komt langslopen en vraagt of ik nog een biertje bij hen kom drinken op de boot. Ze zijn vanmorgen terug het water ingegaan. Het roer is gerepareerd en ze hebben nieuwe antifouling verf op het onderwater gedeelte gesmeerd. We wachten op de familie maar die bellen op dat de timmerman zichzelf heeft ingesloten in het buitentoilet omdat het deurslot vastgeroest zat en meedraait in de deur. Ik suggereer om de scharnieren eruit te halen maar ook die zitten kennelijk vastgeroest. Twee flessen CocaCola dan? Een voor de timmerman en een voor het scharnier? Uiteindelijk moet daar ook een slijptol aan te pas komen en dan arriveert de familie een half uurtje later. Zo lachen we gezellig nog wat na. Ian en Lyn gaan morgen terug naar Pretoria. We wisselen email adressen. Dankzij het reisbureautje van Lyn reizen zij nogal gemakkelijk en goedkoop dus wie weet. Om negen uur houden we op en ik rij terug naar de caravan. Nog een roggebroodje met gerookte vis en dan naar bed.

  • 07 Juni 2018 - 08:40

    Ineke:

    Dat was weer een heel verhaal Fred. Hopelijk is het nu een poosje mooi weer net als hier. Groeten uit een zonovergoten ‘s Gravenzande.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 441
Totaal aantal bezoekers 369855

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: