Zondag, maandag, dinsdag - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Zondag, maandag, dinsdag - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Zondag, maandag, dinsdag

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

25 April 2018 | Zuid-Afrika, Johannesburg

Even internetten in het restaurantje van de lodge waar de camping bij hoort. Zondag 22 april
- [ ] De zondag is heel rustig en een beetje saai verlopen. Het is bijna windstil weer en heet. Ik heb diverse lijnen uit Nederland meegenomen. Twee daarvan hebben een kern van voorgerekt polypropyleen en een mantel van nylon. Ik had ze eigenlijk bestemd om te gebruiken als hijslijnen voor het grootzeil maar ik vind ze net iets te kort daarvoor. Ik had ze beter een meter langer kunnen kopen. Ik probeer er een verlenging aan te splitsen van dyneema. Dat gaat niet gemakkelijk want de kern van deze lijnen blijkt een bundel rechte - ongevlochte - draden te zijn. Zoiets heb ik ook nog niet eerder gezien. Alleen met een knoop en omwikkeling ( takeling) lukt het me om er een stuk dyneema aan te maken en de mantel met veel moeite over de verbinding terug te krijgen. Het kost me wel een blaar aan mijn vinger, maar dan moet ik maar niet zo dom zijn om zoiets zonder handschoenen te doen. Maar het lukt wel en de verbinding loopt nog steeds soepel door een katrol. Dan ga ik naar de boot. Het eerste wat me nu opvalt is dat de witte verf die ik gisteren gebruikt heb een kleurverschil heeft met de overige witte verf. Hij is net een tint grijzer. Dat is balen. Nu moet ik morgen nog een keer terug om de verf te ruilen. Ik besluit om eerst de dubbele bolle jan nog eens te hijsen. Lukt dat ook met het grootzeil neer als de hijslijnen door de luf van het grootzeil lopen? Het gaat wel maar het schuurt ook. De wind staat precies goed om de dubbele bolle jan in allerlei posities uit te proberen. Het zou best eens kunnen dat dit mijn meest gebruikte zeil gaat worden. De heersende windrichting is hier of de Northerly of de Southwesterly. Naar het noorden varen doe je dus met de Southwesterly in de rug en terug vaar je met de Northerly in de rug. Geen mens kiest er voor om zulke afstanden te gaan opkruisen. Ze wachten op een geschikt weatherwindow. Daar lijkt dit zeil dus perfect geschikt voor. Ik monteer nu de controlelijnen (schoten) helemaal achter op de punt van de rompen. Ik gebruik daarvoor de lijnen waarvan ik er vanmorgen net een verlengd heb. Maar zonder die verlenging blijken ze perfect als controlelijnen ( schoten, eng. sheets). In de loop van de dag besluit ik om ze daar dan maar voor te gebruiken en te kijken of ik nieuwe hijslijnen erbij kan kopen of de volgende keer meenemen, want ik heb nog geen rekvrije lijnen dikker dan zes milimeter gezien hier. De verlenging snij ik er weer vanaf. Andrew komt even kijken. Hij vindt het een prachtig zeil. Ik vouw het open tot een goose-wing en dan is het helemaal indrukwekkend. Ik experimenteer verder met de schoten. Als ik van halve wind naar voor de wind ( gooswing) ga hoe knoop ik dan de schoten het beste? Lukt dat ook als ik het zeil met de leuvers naar achteren zou varen of moet de schoot dan ook om de voorstag lopen zoals bij een spinnaker? Daarvoor zijn deze schoten dan weer te kort. En als je wilt gijpen? Kun je het zeil dus beter varen als een grote genua of als een spinnaker? Misschien morgen nog eens op het internet zoeken of de zeilmaker die het bedacht heeft een emailtje sturen. Het zeil snel laten zakken en de schoot omleiden lijkt een veiligere optie dan de schoten buitenom de voorstag leiden als je wilt gijpen. Als wedstrijdzeiler kies je natuurlijk voor de snelste optie, maar als lange afstand single zeiler in ruw water moet ik voor de veiligste optie kiezen. Kunnen de lijnen nergens achter blijven haken: de beamuiteinden, de zijverstaging, de dekluiken als ze open staan, de zonnetentjes die nog niet klaar zijn, het peddelboard als dat voorop ligt? Het fijne van een catamaran is dat het veel veiliger is om naar de voorpunt, voor de mast, te gaan dan met een monohull. Maar doe je dat ook op een voor-de-windse koers als de zee heel ruw is en je moet er het roer voor vastzetten? Zo ben ik de hele middag aan het “droogzeilen”. Ik zal er nog wel meer dagen aan gaan besteden totdat ik het gevoel heb dat ik alle situaties voorzien heb. In de namiddag ga ik een muttoncurry eten bij de afhaalhindustaan. Geen biertje erbij maar sinaasappelsap want ik moet nog even goed geconcentreerd blijven. Van de week moeten de beams echt af en vastgelashed gaan worden. Ik meet de boot nog een keer uit om er zeker van te zijn dat de rompen volkomen paralel staan. Er zit een centimeter verschil in de breedte tussen de voor en achterkant. Dat is noet veel op vijf meter breedte, maar ik ga op zoek naar de oorzaak. Het komt door een van de stelblokjes aan de voorbeam. Daar zie ik ook een centimeter ruimte. Dan maak ik de verstaging losser en trek met een spanband de stuurboordromp naar buiten en zaag het oude stelblokje weg en lijm er een veel steviger blok voor terug. Morgen ga ik alle stelblokken extra versterken, ik heb er al nieuwe blokken voor laten zagen. Vooral de blokken die voorkomen dat de rompen naar elkaar toegetrokken worden wil ik groter maken: een groter lijmoppervlak en dikkere schoeven. Doordat ik een trampoline onder spanning tussen de rompen ga zetten is de kans dat ze naar buiten gaan wijken vrijwel nul, maar de kracht naar binnen toe wordt wel iets groter. Aan het eind van de dag heb ik het gevoel dat ik niks ben opgeschoten, maar dat is natuurlijk onzin. Een zeilboot is als een machine: zeilboten waren ook de vroegste machines in de geschiedenis. Alles eraan moet goed zijn anders werkt het geheel niet.
Maandag 23 april
De ochtend begint iets koeler en ik ga vroeg naar de werf. In de winkel betaal ik de helft van de ankerlijn aan en ik koop er ook twee lange schuimrollen die hier gebruikt worden om in het zwembad mee te spelen. Het is twee meter lang zacht en flexibel schuim van zeven centimeter rond. Je ziet die dingen overal te koop maar deze winkel heeft een veel betere kwaliteit. Ik ga er outriggers van maken voor het peddelboard zodat het motortje er op kan. Zoals hij beloofd had komt Andrew even later een zware bandschuurmachine brengen. Hij heeft hem jaren niet meer gebruikt maar Makita is een topmerk en met een beetje smeerolie op de aandrukrol en mijn nieuwe schuurband erop een onmisbaar instrument voor iedereen die met hout werkt. Ik besluit ook het tweede stootblok te vervangen en beide stootblokken met een dikke fillet lijm zoveel mogelijk oppervlak te geven. Als dat in de lijm staat maak aan beide zijden stelblokken waarmee voorkomen wordt dat de beam naar voren toe kan verschuiven. Ik kan ze er nog niet inlijmen, dat komt morgen wel. Met de bandschuurmachine geef ik de koppen van de beam afgeronde hoeken zodat daar niks achter kan haken. De bovenkant kan pas morgen. Dan ga ik even internetten op het clubgebouw en rij ik naar het Boltcenter. Maar die blijkt dicht. Built it, de bouwmarkt, is wel open. Ik
koop er een vierkante aluminium buis. Dat wordt de crosbar tussen de helmstokken want ik vind de ronde houten stok die ik gelamineerd had nog steeds te slap. Vierkant geeft echt veel minder doorbuiging en het aluminium is nog veel
lichter in gewicht ook. Ik zal hem wel moeten verlengen en een verfje geven, maar dat kan straks als ik stukken overhou van het frame van de zonnetent en windkappen. Dan koop ik een aluminium “plank”. Zeven centimeter breed en 18 milimeter dik. Een kokerprofiel wordt zoiets , dacht ik, genoemd. Ze hebben ze in tweeeneenhalve meter lengte, maar ook in drie en in vier meter lengte. Heel sterk en met heel weinig buiging en vederlicht. Die is bedoeld om de outrigger mee te maken. Als ik die aan de uiteinden waterdicht maak heeft ie al een aardig eigen drijfvermogen en dan wil ik de schuimrol doorsnijden en aan beide kanten plakken. Aan de aluminium kern van dit drijflichaam kan ik dan van hetzelfde materiaal stevige dwarsarmen maken. Ik heb berekend dat de outrigger op deze manier per meter lengte een drijfvermogen heeft van 6 kilo. Een schuimrol is tweemeter tien lang dus misschien is dat al genoeg of anders kan ik hem langer maken of dikker opbouwen met schuim. Ik koop een lengte van vier meter. Ik koop ook een afbreekmes om de schuimrol in de lengte mee door te halveren en een pot polyestryreenlijm. Met de aluminium plank aan de zijkant van de auto gebonden rij ik terug naar de caravan. Dan vergeet ik mijn electriciteitskabel dus nog een keer op en neer naar de werf. Ik had gisteren een pak champignons gekocht dus kook ik linzen met uien, knoflook, paprika, tomaten en een half pak champignons. De rode linzen waren op. Ik heb nu zwarte. Die moeten wel twee keer zolang koken, maar smaken wel goed. Eigenlijk bevalt me dit vegetarisch beter dan al dat vlees. Ik herinner me nog dat ik in India wel eens negen maanden lang alleen vegetarisch had gegeten. Dat is daar gemakkelijk want bijna de gehele hindubevolking eet uitsluitend vegetarisch. Maar toen ik weer vlees ging eten voelde ik me heel moe na het eten en de lucht van geroosterd vlees vond ik zelfs weerzinwekkend. Ik heb me daar snel overheen gezet want als antropoloog wil ik met iedere bevolkingsgroep, waar ik ook ben, kunnen mee- eten en daar horen dan geen voedseltaboes bij.
Ik had nog een half potje augurkjes. Zonder koelkast blijven die dus ook lang goed. Handig voor onderweg.

Dinsdag 24 april. Vanmorgen heb ik een plan gemaakt hoe ik de outrigger verder aan het peddelboard zal maken. Dat gaat allemaal heel goed. De breedte van de aluminium plank past precies klem in de handgrepen van het board. Zijarmen van 130 centimeter lijken me wel genoeg. Dan blijft er 270 cm voor de lengte van de outrigger en dat lijkt me ook wel genoeg. Dan moet ik er dus alleen nog een plank van 130 cm bijkopen. Ik verzin hoe ik de verbinding van de armen met de legger van de outrigger zal gaan maken. Ik denk met wigvormige plankjes. Dan rij ik eerst naar de boot en daarna door naar de stad. Ik laat de betonmultiplex plaat zagen voor de karretjes. Ik heb er toch voor gekozen om eenvoudige bakjes te maken met aan weerszijden wieltjes en niet met wieltjes recht onder de kiel. Dat laatste is wel mooier, maar dan moet ik de boot nog vijftien centimeter hoger tillen om ze eronder te krijgen dan als ik de kielbzo dicht mogelijk boven de as laat komen. Dan rij ik langs bij de A1 automaterialen. Ze hebben al gevraagd naar een andere laadbak voor mij maar nog geen resultaat. Misschien later nog, er wordt aan gewerkt. Dan rij ik naar het Boltcenter. Een van de gekochte wieltjes heeft een lekke band en ik ben een beetje bang geworden dat vier wieltjes te weinig zal zijn dus wil ik er nog vier bijkopen. Maar in de wielenbak liggen nu alleen zulke wieltjes zonder een rollager. Ze gaan bellen met de leverancier. Twee extra hebben ze zowiezo maar morgen weet ie zeker of ik er vier bij kan kopen en die ene vervangen. Dan koop ik een aantal schroeven met zeskantige koppen. Die zijn voor de nieuwe blokjes onder de beams. Vooral de voorbeam wil ik supersterk op zijn plaats houden want op de voorkant van de rompen kunnen bij grote golven en hoge snelheid naar binnen gerichte krachten op komen. Catamarans kunnen ‘duiken’ noemen we dat. De waterdruk op de voorkant neemt dan toe tot maximaal het gewicht van de hele boot. Er zijn in het gehele ontwerp natuurlijk allerlei verbindingen die de boel ook dan weer netjes bijelkaar houden: de oersterke driehoeksverbindingen in de rompvorm zelf, de drie beams die tesamen werken als een ladderframe, de breidel die voorkomt het naar buiten wijken van de rompen aan de voorkant en niet in de laatste plaats de verstaging en de trampoline die alles klemvast zetten en de lashings die de beams aan de romp klemmen, maar toch voel ik dat de voorste beam nog de meeste gelegenheid heeft om zich bij heftige naar binnen toe gerichte waterkracht op de voorkant van de lijromp te kunnen loswerken en dat wil ik extra voorkomen. Dan ga ik bij de autopaint de witte verf ruilen. Ze hebben mij een grijze tint verkocht in plaats van het cremige wit en de kleurafwijking met de kajuitjes is te groot.
Ze ruilen het wel om, ook met aanvulling van de harder en een nieuw kwastje maar ik zou het leuker gevonden hebben als ze ook sorry zouden zeggen want ik heb er toch extra werk en tijdverlies en rijkosten door. Dan rij ik terug naar de boot. De voorbeam moet nu strak op zijn definitieve plek geklemd worden met de spanbanden en dan maak ik met veel lijm en stevige schroeven de nieuwe blokjes eronder. Dan schuur ik met de bandschuurmachine van Andrew alle beamkoppen tot de scherpe randen eraf zijn. Weer een dag voorbij en nog zijn die beams niet klaar, maar de voorbeam bijna. Mijn plan om een strakke trampoline te spannen van voor tot achter is natuurlijk helemaal super. Dat zorgt voor een geweldige laterale sterkte. Vooral de racecatamarans zijn vederlicht en toch oersterk doordat alles onderling op spanning gehouden wordt. Van de racecatamarans zeg ik altijd dat je ze niet moet zien als een boot met een zeil, maar als een vlieger met drijvers. Er komen regelmatig mensen langslopen die zeggen dat ze het zo’n mooie boot vinden. Een meneer heeft als beroepsschipper gevaren voor Nederlandse werven van Royal Huisman en Jongert: zeiljachten van 20-26 meter lengte. Hij vind de lijn en rompvorm van de Tiki prachtig en roemt de reputatie van de ontwerpen van James Wharram als het om zeewaardigheid gaat. Hij denkt dat deze boot perfect geschikt is voor Mozambique en Madagaskar waar de kustwateren ondiep zijn en overal eilandjes met strandjes. Dat is ook precies waarom ik zoveel moeite doe voor juist deze boot. Dan hou ik op en ga met een ander stel een biertje drinken in de bar van het clubhuis. Zij hebben een casco gekocht van een Bruce Roberts ontwerp en bouwen dat nu helemaal in. Ze hebben nog nooit gezeild maar als ie klaar is willen ze permanent op hun boot gaan wonen en ermee varen. Als ik bij de caravan ben stook ik de houtskoolpot op en als de vlammen blauw worden zet ik er een ketel theewater op. Als die kookt gaan de koteletjes erop en als die klaar zijn de pan met uien, champignons en paprika. Als dat gaar nog is een pan met anderhalve liter water. Ook dat komt nog ruim aan de kook. Alle pannen blijven brandschoon van onderen. Houtskool waar de gele vlammen uit zijn brandt dus zonder enige roetvorming. Prima ding dus. Nu nog een plekje in de boot geven waar ie veilig gebruikt kan worden of alleen op een strandje gebruiken. De muskieten zijn nog het vervelendste. Juist als je met allebei je handen vol staat gaan ze in de aanval op je oren. Ik ga onder mijn muskietennet en mijn verhaal schrijven en slapen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 351
Totaal aantal bezoekers 369685

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: