Kruger; Sterkfontijn; Khalagadi en Namibie
Door: FredDaniels
Blijf op de hoogte en volg Fred
24 Maart 2011 | Namibië, Windhoek
Een korte samenvatting.
Toen mijn auto weer rijklaar was ben ik naar de grens met Zuid Afrika gereden. Dat is maar twee uur rijden van Maputo. Ik wilde weg van de hitte van de laagvlakte en ook testen of ik een langdurig entree voor Zuid Afrika zou kunnen krijgen in plaats van die korte tijdelijke importvergunningen voor de auto. Bovendien ligt de zuidelijke entree tot het Krugerpark op maar 5 kilometer van de grens. Kruger lijkt me ook een veilig oefenterrein voor mijn eerste ritten met die auto.
Ik rij in twee uur naar de grens en kom die heel makkelijk over en ik krijg meteen een jaar ontheffing van invoerverplichting voor mijn auto. Dat zou volgens de baas van het immigratiekantoor aan de grens ook nog gemakkelijk met nog een jaar verlengbaar zijn.
He he, dat klinkt modern. Kennelijk heeft ZuidAfrika een open armen politiek voor de toeristen. Het Wereldkampioenschap voetbal heeft er misschien ook iets goeds aan bijgedragen. Nu nog een ander voorbeeld nemen aan Europa, waar 26 landen de binnengrenzen hebben opgeheven en dan kan de handel opbloeien en bureaucratie en corruptiemogelijkheden worden verminderd.
Maar ik richt me nu eerst op Kruger. Het Kruger National Park stond zowiezo bovenaan in mijn reisplannen en was een van de belangrijkste redenen om mijn reis aan deze kant van Afrika te beginnen. Het ecosysteem is namelijk heel interessant is voor mijn studie. Kruger is 350 kilometer lang van het zuiden naar het noorden en het bestrijkt daarmee precies die ecologische zone's waarvan gedacht wordt dat de eerste mensen daarin rechtop zijn gaan lopen. Omdat het beschermd natuurgebied is kan je ook de vegetatiezones en bijbehorend dierenleven zien zoals het was voordat de mensen alles omgeploegd hebben.
En het was geweldig. Vanaf het moment dat je de poort doorrijdt kom je in in een dierenwereld zoals ik nog nooit ergens gezien had. Ongelofelijk dat je dat van zo dichtbij met je eigen ogen kan observeren. Onvergelijkbaar met een film of een boek. Omdat het Krugerpark een van de eerste natuurreservaten ter wereld is, zijn de dieren helemaal zonder angst voor mensen. Een paradijs gewoon. Ik ben er twee-en een halve week gebleven en ik kan er geen genoeg van krijgen. Hele dagen in de auto zitten, maar ook hele dagen dieren observeren van heel dichtbij. Leeuwen, olifanten, giraffen, zebra's, neushoorns, struisvogels, bavianen, het is er elke dag weer een avontuur. Net toen ik eruit wou rijden omdat ik anders aan mijn andere reisplannen niet toe zou komen,wordt ik aangesproken door een van de Rangers. Er is een dode olifant gevonden, dicht bij de weg ' slechts' 200 kilometer terug waar ik net gisteren vandaan kwam. Wat te doen? Tja, hoe groot is de kans dat je zoiets nogeens van dichtbij kan zien? Er komen natuurlijk allerlei dieren op af. Ik ben weer teruggereden en ben er nog drie dagen gebleven. Observeren en fotograferen. Vooral gieren en hyena's. Ik had verwacht dat er meer soorten dieren opaf zouden komen en ook leeuwen. Misschien 's nachts. Maar 's nachts mag je niet rijden met je eigen auto, dus neem ik een georganiseerde nightdrive. Ik vraag aan de chauffeur of ie vooral naar de dode olifant wil gaan.
We rijden anderhalf uur en zien helemaal niets, voordat ie eindelijk naar die dode olifant rijdt. Kijk daarom heb je een eigen auto nodig als je echt iets wil. Bij de olifant was het nu pikkedonker en door de afstand niets meer te zien. Ik balen........
Dan rijden we een paar honderd meter op de weg terug als we naast het weggetje een troep leeuwinnen in het gras zien. Ze vreten aan een zebra. Iets verder in de bosjes ligt nog een troep aan een tweede zebra te eten. Ze maken er veel gegrom en herrie bij. Nog erger dan ik en mijn broers vroeger bij ons aan tafel. De toeristen zijn nu zo enthousiast dat ze de chauffeur zelfs na een half uur kijken niet toestaan terug naar huis te rijden.
Dan zien we hoe er uit de bosjes een grote leeuw op de troep afstormt en de eerste troep leeuwinnen vluchten over de weg naar de andere kant. Misschien is dat weggetje een soort territoriumgrens tussen de leeuwentroepen.
Heel interessant. Als we uiteindelijk moe en koud terugrijden, zien we ook nog een porcupine, een groot stekelvarken, in het licht van de autolampen. Fantastische wereld.
Na het Krugerpark ben ik doorgereden naar de Craddle of Mankind. Dat is een museum bij de grotten van Sterkfontijn. Het hele gebied daar is doorzeefd met kalksteengrotten en er wordt op een heleboel plekken fossielen van mensen gevonden en gezocht naar nog meer vondsten.
Er is een museum dat internationaal bekroond is geworden en het hele gebied is Unesco Heritage site: Maropeng. Ik vindt het museum veel te uitgebreid. Het wil de hele geschiedenis en huidige situatie van de mensheid laten zien en juist dat wat de eigen opgravingen nu zo interessant maakt en een beeld zou kunnen geven van het leven van ons aller voorouders gaat bijna verloren in de massa informatie. Ook de presentatie vind ik veel te modern om er een gevoel voor het verleden bij te kunnen krijgen. Zoals in meer antropologie musea denk ik dat de conservators en directeuren veel te weinig weten van het dagelijke leven van de mensen waarover hun museum uiteindelijk gaat. Ze zijn in hun studies teveel gericht op vondsten en voorwerpen en perioden. Maar dat zijn zaken die je ook heel goed in een boek kan beschrijven en is voor het grote publiek helemaal niet zo interessant.
Na een paar dagen ben ik doorgereden naar het Kgalagadi Transfontier Park. De toegang alleen al ligt 250 km diep in de Kalahariwoestijn. Dwz na het laatst bewoonde stadje Upington. Ik plak het grootste deel mijn voorruit dicht met alluminiumfolie, want ik rij recht naar het Noorden en dat is op het zuidelijk halfrond gezien pal tegen de zon in. Ik zie op 250 km gravelweg geen enkele andere auto. Als ik dan ineens de poort zie opduiken van de zuidelijke toegang 'Twee Rivieren' kan je haast niet voorstellen dat er ineens mensen leven in zo' n leegte. Er is camping en een receptie bij de poort e en ik heb er de volgende dag een programma geboekt en ben vervolgens drie en een halve week het gebied verder ingetrokken. Een deel ligt in Zuid Afrika, een groter deel in Botswana. De westkant is Namibie. Het is een stroomgebied van de vrijwel altijd opgedroogde Nossop-rivier. Rivierbeddingen, duinenrijen en Pan's, dat zijn opgedroogde meren. Dit is oorspronkelijk leefgebied van de San. Maar die zijn een jaar of 50 geleden gedwongen daaruit te vertrekken. Wel zielig voor die San, maar schitterend voor ons om nu zo' n gebied te ervaren met een grote wildstand, waar niet meer op gejaagd wordt.
Er zijn drie kampeerterreinen met een hek eromheen en daar kamperen dan meerdere mensen bijelkaar: zo' n 20 autos bijvoorbeeld. Verder zijn er dieper het terrein in een aantal plekken waarop slechts een auto tegelijk mag staan. Daar zijn geen hekken en dus moet je goed voorbereid zijn op gevaarlijke situaties. Elke avond hoorde ik leeuwen brullen, soms vlak achter het hek. Dus dan ben je wel blij met zo' n hek eromheen als je even naar het plashok moet. 'sMorgens om half zeven gaat het hek open en dan rijden de eerste nieuwsgierigen naar buiten in de hoop om niet alleen al het andere wild te zien maar vooral ook leeuwen, cheeta's of een leopard. Dat laatste is het moeilijkste, want die jagen alleen 'snachts. Ik heb direct al bij twee rivieren leeuwen gezien en cheeta's en van vrij dichtbij kunnen fotograferen.
Door het terrein heen loopt een gedeeltelijke verharde zandweg en die is wel voor iedere goede auto berijdbaar. Maar verder Botswana in zijn ook een paar tracks waar je alleen met een goede vierwiel drive op mag. Zo ben ik dus met mijn autootje, waarvan iedereen zegt dat die alles kan, op een zevendaagse tocht op 4 wieldrive nog 200 km dieper in de Botswana kant doorgegaan. Ik had 52 liter extra brandstof en 80 liter extra water meegenomen, want er is daar geen brandsstof en geen drinkwater en helemaal niets en niemand. Ook al het eten in blik en droog moet je dus zelf meenemen. Vooral daar heb je een aantal Pan's. Je rijdt door een soort duingebied, met wisselende vegetatie van gras tot struiken tot bomen. Die Pan's zijn dus duinpannen: ronde meertjes waar meestal geen water meer in staat. Daardoor ontstaan er daar grasvlakten waar grote grazers op afkomen. Ze zoeken er ook 's nachts de veiligheid van de open vlakte met het goede zicht en waar geluiden ver doorklinken omdat ze gejaagd worden door die grote katten. Kamperend in mijn uppie aan de rand van zo' n Pan heb ik wel veel leeuwen gehoord, ook heel dichtbij. Ik denk zo' n dertig meter van mij af in de bosjes. Ik heb ook overal sporen van leeuwen gezien in het zand, ook heel dichtbij mijn auto. Maar ik heb ze niet gezien. Ik ben wel veilig in het bakkie van mijn auto gaan slapen, want in de tent liggen met een troep leeuwen eromheen is me op dit moment nog iets te spannend. Dus gaan mijn spullen in de tent en ik in de auto, met voldoende voedsel en drinken en een plasfles in de cabine en een in het bakkie. Het was prachtig en ik heb mooie foto's gemaakt. Vanuit Kgalagadi ben ik in westelijke richting verder gegaan. In het park zijn geen landsgrenzen, maar als je aan het Westen eruit gaat be je de grens met Namibie overgestoken. Ook nog hele afstanden. Vier uur rijden per dag is een kort ritje. Meestal zit je 10 uur per dag achter het stuur.
Nu ben ik dan in Windhoek, de hoofdstad van Namibie, aangekomen. Zojuist heb ik mijn terugvlucht geboekt vanuit Windhoek naar Johannesburg, aansluitend op mijn internationale vlucht naar huis. Dan nu dus het internet en email gebeuren en als dat klaar is moet ik nog een stalling vinden voor mijn auto. Er blijven dan nog zo' n 10 dagen over. Dat is de marge die ik veilig dacht. Deze reis heb ik heel veel regen gehad. Ook midden in de Kalahari (toch 600 km ver van de laatst bewoonde wereld) regende het bijna iedere dag. Gisterenavond nog een enorme stortbui. Mijn auto ziet eruit alsof ie door een cementput gereden is en er zijn bruggen onderwater en sommige boeren die ik sprak moeten zwemmend de anders droge rivierbedding over om naar hun vee te komen. De woestijn was dus prachtig groen en in bloei en de dieren hebben een geweldige tijd en zien er gezond en blij uit. Net als ik.
Nu ga ik stoppen. weet niet waar ik weer internet heb, dus tot dan,
Fred
-
24 Maart 2011 - 12:49
Yves:
Leuk weer van je te horen. Ik kan niet wachten tot we je, met je foto's, terughebben op het cluppie -
24 Maart 2011 - 13:23
Jan Schokker:
Eindelijk. We dachten al, waar blijftíe. Is toch niet verdwaald ? Maar gelukkig alles goed met je. Het bestuur zal zeker een Daniels-avond moeten organiseren om naar jouw verhalen te luisteren en de digi's te bewonderen.
Tot schrijvens of ziens. -
24 Maart 2011 - 15:00
André:
Ha, dus geen leeuwenvoer we maakten ons al een beetje ongerust. Goed te horen dat nu (alles) naar wens gaat.
Mooi verhaal en ik kijk al weer uit naar de volgende. Goeie reis verder. -
25 Maart 2011 - 00:44
Tineke:
Bijna 20 jaar geleden heb ik gekampeerd in één van de kleinste pannen...... 'Baines Baobabs'. Je ervaart daar een verbondenheid met de natuur die je niet kunt beschrijven! Ben heel erg benieuwd naar je foto's -
27 Maart 2011 - 21:15
Jovan:
Hoi Fred,
Het is wel een geweldige belevenis.
Je verhaal is goed te volgen. We zijn natuurlijk nieuwsgierig naar al je opnames. Hier in Nederland wordt het al weer wat warmer, nog even en de winterbanden gaan er af.
De vogels zijn erg actief, het is weer lente.
Een goede reis.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley