Overnight sail - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Overnight sail - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Overnight sail

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

21 December 2019 | Nederland, Nederland

Ik ben het vorige verslag gaan posten bij de wifi van de receptie en loop dan terug naar de caravan. Gordon komt mij pas om 8 uur ophalen dus ik pak mijn spullen voor de komende twee dagen in een tas en ik ga nog even proberen of ik met de nieuw gekochte boor door het chassis van de auto kan komen. 10 mm in een keer doorboren, dan loopt de boor wel een paar keer vast, maar na verschillende pogingen met wat hogere snelheid ben ik er toch doorheen. Dan nog een gat boren door een roestvrijstalen plaatje om dat eronder te leggen en dan ga ik een stuk draadeind op maat zagen. Het past perfect. Een paar ringen en moeren erop en zo ben ik met een half uurtje werk ineens klaar. Het juiste gereedschap kan je dagen tijd en moeite besparen. Om 8 uur rijden we naar de boot en maken die klaar voor vertrek. Om 9 uur varen we op de motoren de haven uit. We hebben de spinnaker klaargelegd en dat is het enige zeil dat we nu gaan hijsen. Door de breedte van een catamaran hoeft er geen spinnakerboom in en dan is een spinnaker een gemakkelijk zeil. Met 7 en 8 knopen snelheid varen we naar het noorden langs de kust. 15 knopen wind, golven en wind in de rug. Op zulke koersen varen deze grotere catamarans het beste hoewel de bewegingen toch heel anders aanvoelen dan in een scheepje met een enkele romp. We varen tot voorbij Saint Lucia. Dat is 37 mijl. Het is een baai in een natuurgebied. Als er een harde zuidwestenwind zou staan zou ik met Mijn eigen boot daar wel beschutting kunnen vinden. Als ik alleen had gevaren zou ik zeker daar nu het anker uitgegooid hebben om morgen bij daglicht verder te varen. We varen nog iets verder door en om vier uur laten we de spinnaker zakken en hijsen een gereefd grootzeil en rollen de genua uit om de zee op te steken. Dan varen we voorbij het rif dat paralel langs de kust loopt. Het ligt op 50 meter diepte en daarna neemt de diepte snel toe tot meer dan 500 meter. De wind zakt nu verder weg tot er nog maar 5 a 6 knopen overblijft. Er schuift een dikke wolk met regen voor de zon en het regent een paar uur achter elkaar. De wind draait echter niet naar het zuidoosten zoals voorspelt was maar blijft zuidwest. We kunnen dus niet op de spinnaker terug. We blijven ver op zee om te profiteren van de stroming die daar loopt. Maar we moeten nu wel opkruisen met weinig wind. Ook na middernacht en tegen de morgen blijft de wind zwak uit het zuidwesten waaien. We houden om de beurt 2,5 uur wacht en gaan 2,5 uur slapen. Het is pikke donker en het regent een fijne motregen. We luisteren nog steeds naar de berichten van Port Control, die we hier iets verder op zee nog kunnen ontvangen. Ik vind het mijn natuurbeleving flink verstoren maar Gordon heeft er plezier in om naar de oproepen van in- en uitvarende schepen te luisteren en zich soms een beetje te ergeren aan de onverschillige of botte of langsame respons van de havendienst zelf. Met deze wind opkruisend maken we weinig voortgang op de ‘terugweg’. Op de AIS kaartplotter zien we voor de haven steeds een groot vrachtschip heen en weer varen net buiten de grens van het havengebied. Het is de Capricorn: 300 meter lang en 45 meter breed. Hij vaart 10-12 knopen. Verder liggen er 45 vrachtboten voor anker net buiten het havengebied. Waarom de Capricorn maar blijft varen is ons een raadsel maar het is niet prettig als ie teveel onze kant opkomt ook al is ie nog wel een mijl of drie buiten de collisionwarnings zone die is ingesteld op de kaartplotter. Als het daglicht wordt zien we hem ook. We besluiten om ondieper water op te zoeken om dat bakbeest te ontwijken, maar daar hebben we niet langer het voordeel van de stroming en zelfs een gering nadeel door de tegenstroom die achter het rif loopt in de zone van minder dan 50 meter waterdiepte. Nu moeten we heel wat keren overstag om maar weinig voortgang richting de haven te maken. Opkruisen op de autopilot is met deze maat catamarans in weinig wind in een korte golfslag en met geringe tegenstroom echt vrijwel onmogelijk. Maar we hebben alle tijd en het weer is steeds beter aan het worden. Om 14:00 uur zetten we een motor bij en om 15:00 uur varen we precies zoals geplanned de haven in. We hebben dan 120 mijl gevaren waarvan dus 37 naar het noorden. We ruimen de boot op en gaan een uur slapen en eten daarna het tweede deel van het meegenomen eten. Het is bijna windstil geworden. Dan rijdt Gordon mij naar de camping waar ik lang ga douchen en meteen mijn ondergoed en sokken in een emmer sop zet. Even internet en dan naar bed.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 182
Totaal aantal bezoekers 345377

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: