Multifunctioneel denken - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Multifunctioneel denken - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Multifunctioneel denken

Door: Alfred Daniels.

Blijf op de hoogte en volg Fred

21 Mei 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Dinsdag 15 mei. Het is nu acht uur in de avond. Vannacht is het begonnen te regenen en het is niet meer droog geweest. Ik sta op de hoogste duintop van dit terrein maar zelfs bij mij staan er af en toe plassen onder de voortent. Ik ben de hele dag bij de caravan gebleven. Goed dat ik gisteren het blanke hout van de boot nog in de clearcoat gezet heb en alles heb voorbereid op veel regen. Ik heb gisteren bij de winkel een nylon rolletje gekocht zoals dat gebruikt wordt in ankerconstructies en op trailers. Er zit een gat voor een as in van 10 mm diameter. Maar ik wil hem over een buis van 25 mm diameter hebben. Ik sla eerst een houten stokje in die as en boor daar dan een nieuw asgat van drie milimeter doorheen. Zo, daarmee kan ik mijn 25mm houtboor centreren. Het gaat perfect. Dan zaag ik de rol half door en leg hem een kwartiertje in de electrische waterkoker: au bain Marie. (betekent dat: in bad met Maria?) Met rubberen handschoenen aan kan ik hem wel om de buis wringen. Maar hij moet er weer vanaf. Nog een uurtje vijlen en schuren want ik had met een 28mm boor of een 30mm boor moeten boren en die heb ik niet. Zelfde truuk nog een keer en hij zit perfect. Ik denk niet dat de zaagsnede nog dichtgelijmd hoeft te worden. Verder kan ik met dit weer niks anders doen. Ik heb de auto met de achterkant onder de tent gereden dus ik kan nog wel de laadbak van de auto opruimen. Dan ga ik binnen de caravan opruimen met de electrische kachel in de hoogste stand. Heerlijk kacheltje, dat drijft het vocht er wel uit. Veel denken, plannen maken, oplossingen zoeken, maar met deze stromende regen kan ik niet veel anders. Gedwongen rustdag dus. Ik heb ook geen zin om te gaan rijden, dus ik maak een franse uiensoep met veel knoflook, gember en ....zwarte linzen. Ik had vanmorgen wat linzen en wat havermout in koud water gezet. De havermout is goed te eten zonder te koken, de linzen blijven wat rauwig smaken, maar worden wel zacht genoeg om te eten. Als noodransoen prima te doen dus. Allebei kunnen lekker gemaakt worden met noten, rozijnen, dadels, cranberries honing en vers fruit. Maar ook uien, tomaten, olijfolie en heel veel soorten groenten hoeven eigenlijk helemaal niet gekookt te worden. Wij zijn in onze opvoeding gewend dat al het eten gekookt wordt, maar geen enkele andere diersoort doet dat. Wel oppassen met wormen en bacterien, maar twintig minuten minder koken per dag hoeveel energie bespaart dat? Hee er bonkt iets tegen de caravan. Wat zou het zijn? Ik ga even buiten kijken maar ik zie niks. Vandeweek vloog er een vogel tegenaan. Hij is zeker slecht te zien met dat grijze doek er overheen. Ieder uur komt er weer een regen en windfront over. De grote boom waar mijn caravan half onder staat laat dan een gordijn van waterdruppels vallen.
Het is nu 4 uur in de ochtend. Voor het eerst in meer dan 24 uur regent het niet. Ik ben vannacht iedere twee uur wakker geworden. Steeds als er weer een front met veel harde windvlagen binnenkwam. Om 10 uur, om 12 uur, om 2 uur en nu weer. Zou die southwesterly ooit ‘normaal’ waaien? Ik heb daar wel wat stress van. Of lijkt het door het geluid van de bomen erger dan het is? Van de week nog maar eens gaan praten met de ervaren zeezeilers hier en voorlopig zorgen dat mijn materiaal 100 procent wordt en geen haast maken. Kan het ook 200 procent? Maar het goede van het ontwerp van mijn boot is juist dat de windvang zo gering is. Dat is een belangrijke factor in zeewaardigheid. Heel anders dan de hoge bomen of de hoge vouwcaravan. Misschien moet ik er een nachtje in gaan slapen om te voelen hoe ik dan die windstoten ervaar. Vandaag - weer of geen weer - naar de boot. Half zes. Het is nog steeds droog. Ik ga van de gelegenheid gebruik maken om naar het toiletgebouw te lopen. De grote plassen water die ik gisterenmiddag overal lagen zijn al helemaal weg. Deze camping ligt op duingrond en door al die bomen en struiken absorbeert de grond het water snel. Als ik terugkom bij de caravan valt wel op dat je de wind hier harder hoort. Ik sta op een duintop omgeven door bomen. Half acht, het begint weer te regenen.

Woensdag 16 mei. De hele ochtend heeft het nog geregend. Met de paraplu op ga ik nog even de auto wassen. Ik hoef alleen maar wat wasmiddel op een spons te doen en te vegen, de natuur heeft de rest geregeld. Als ik tegen de middag de poort uitrij om naar de boot te gaan zie ik dat het duinmeertje wel tweemaal zo groot is geworden. Bij het restaurantje van de lodge met camping dat ‘In the Reeds’ heet ( in het riet) staat een bord dat je moet oppassen voor krokodillen. Wat zullen die ook tevreden zijn met al dat water erbij. Op een ondergelopen grasveldje vlakbij de club staat een grote vogel, het lijkt wel een marabou. Ik denk dat ie allerlei diertjes staat op te pikken die de zondvloed niet hebben overleefd. Op het terrein van de bootwerf staan ook nog flinke plassen maar rond mijn boot is het aardig droog. Ik zie dat het dek van beide rompen helemaal vol zit met zwarte pikkels en strepen. Ik had het zwart wel eerder gezien maar door het water is het allemaal gaan uitlopen. Het gaat er heel moeilijk vanaf. Vooral op het antislipdek sta ik wel twee uur te schrobben met een borstel en zeep. Het is er nog niet allemaal vanaf. Eerst dacht ik dat het van de bomen kwam, maar de stukken die meer onder de boom staan hebben minder van deze zwarte pikkels. Volgens diverse mensen is het coaldust: stof van de kolencentrale die aan de andere kant van de haven staat en energie levert voor de aluminium smelterij. Wat een troep en wat zit dat er vast op. Het lijkt ook wel een olie te bevatten want de strepen zijn paars. Ook met heel hard schrobben krijg ik het er niet helemaal vanaf. Ik ga naar de winkel op de werf. Zij hebben allerlei schoonmaakmiddelen, ook van Akzo speciaal voor deze interdek antislip, maar ik weet niet of er iets bij is dat deze kolentroep eraf krijgt. Ik vraag een van de mensen die veel op werf werkt en hij adviseert aceton te proberen op een hoekje. Maar dat wordt wel gebruikt op polyester en dan ook heel aggresief, omdat het de polyester aanvreet, dus dat doe ik nog niet. Morgen wat parafine proberen. Als het coaldust is bevat het teerresten en dat zijn carbonmoleculen. En parafine is een rafinage product van aardolie dus misschien lukt het daarmee om die pikkels op te lossen. In de winkel koop ik maar gauw nog een tarp van 2,5 bij 3,5 meter erbij en een aantal kunststof ringen. Van de week moet ik daarvan dan nog meer afdekzeiltjes gaan knippen die strak over de dekjes passen. Ik kijk ook naar sloten of grendels waarmee ik de luiken kan afsluiten. Ze hebben een groot assortiment, maar war is nu het beste voor dit type luiken die over een rand vallen en dan plat op het dek aansluiten? Eerst nog beter over nadenken voordat iets koop en een email sturen naar Hanneke. Dan bestel ik nog honderd meter lijn om de lashings mee te maken. Van de honderd meter dyneema die ik bij me had is nog maar vijfendertig meter over en dat is niet genoeg. Bovendien vond ik de 4 mm dyneema teveel insnijden in de lashingspunten van de verstaging dus ik bestel 5 mm dik. Voor het peddelboard koop ik een klein ankertje. Uiteindelijk is dat ook een bootje en moet het dus net zo veilig zijn als de grote boot. Grappig als ik het kleine ankertje van 2 kilo naast de grote van 7,5 leg. Als ik terugloop naar de boot is het droog geworden. Een visboot die op een trailer staat krijgt nieuwe buitenboordmotoren. Twee Suzuki moteren van ieder 300 PK. De naam van de boot is Selfish, maar daar kunnen ze nu ook wel Flyingfish van maken! Ik zet mijn tentjes op en hijs het grootzeil. Ook dat wordt vuil van de troep die uit de lucht komt en van de bomen valt. Er staat nog wind en ik probeer hoe hoog het zeil komt als ik het ga reven. Ik zie dat ik gemakkelijk een van de drie zijstagen die ik aan iedere kant heb gemaakt kan losmaken en achteraan de punten van de rompen kan vastzetten. Wharram had twee zijstagen aan iedere kant ontworpen, maar ik zie heel veel voordelen van drie, dus ik heb er een derde bijgezet. De gaffel van het grootzeil kan nog vrij langs die stagen naar de punten toe bewegen als ik het zeil gereefd heb in het tweede en derde reef. De stagen aan de achterkant maken de boot nog veel sterker dus dat is zeker een optie als de zee heel ruw is. Wat ook goed zou zijn is twee kruislingse lijnen vertikaal tussen de rompen aan de achterkant. Als de achterkant van de ene romp dan in een golfdal zakt wrikt ie niet aan de beams maar trekt ie de andere romp mee aan die lijnen. Ik moet om te ankeren toch een middenpunt voor de ankerlijn maken ( breidel) dus ik besluit om dat te doen met een roestvrijstalen ring waaraan ik niet twee maar vier lijnstukken maak. Twee daarvan ga ik dan naar onderen spannen zo laag mogelijk dat ze toch nog vrij van het water blijven en twee zo hoog mogelijk aan de achterpunten van de rompen. Dan ga ik wat eten bij het curryrestaurantje. Als ik terugkom bij de boot ruim ik alles op. Hee het grootzeil laat zich nog mooier opbinden als ik een lijn span door de reefogen. Een meneer die zijn hele jacht inclusief al het beslag en katrollen zelf gemaakt heeft komt even kijken bij mijn tentjes. Hij is onder de indruk van de functionele eenvoud van Wharram ontwerpen, maar dit had ie ook nog nooit gezien.
Thuis bij de caravan splits ik vier lijnstukken aan een roestvrijstalen ring voor de breidel. Ik neem 8 mm dyneema, want die lijn ga je natuurlijk ook vastgrijpen als je gaat zwemmen en dan is het fijn om een dikke en zachte lijn te pakken. Dyneema heeft geen rek dus dan hoef ik er niet veel spanning op te zetten om het gewenste resultaat te bereiken. Ik zet ze twee aan twee aan een D-sluiting, dan kan ik ze ook nog losmaken en ergens anders toepassen, bijvoorbeeld als hijspunt voor de hele boot, of eraf halen tegen diefstal als ik de boot ergens moet achterlaten.
Ik ga nog even internetten en dan naar bed. On vier uur wordt ik wakker en schrijf dit verhaal.

Donderdag 17 mei. Na regen komt zonneschijn. Maar vandaag wel erg aarzelend. De wolken trekken langzaam weg en even denk ik dat we nog een portie water erbij krijgen, maar het blijft droog. Ik rij naar de boot. Ik had gisteren de schaduwtentjes ophoog gezet en laten staan, aan de bakboordromp ook het luik open gezet. Er is geen druppel water binnengekomen, maar het tentje aan stuurboord heeft niet goed afgestroomd want er hangt een flinke bel water in het doek. Ik denk wel vijf liter. Als ik die er uit duw kan ik mooi kijken hoe het water wegstroomd en waar ik een emmer of een jerrycan eronder zou moeten zetten om het op te vangen als drinkwater. Het loopt ook door een zeilring in het doek dus daarin kan ik misschien later een echt aftappunt maken. Volgende keer de tentdakjes iets minder horizontaal zetten. Dan ga ik verder en zet de lange zeillat in boogvorm tussen de tentframes en haal het tarpdoek van 2,5 bij 3,5 meter uit zijn verpakking. In de hoeken maak ik lussen van elastiek en dan past het precies tussen de frames en overkoepelt het de ruimte tussen de tentjes. Met een tyewrap zet ik de twee middenringen vast asn de boog van zeillat en aan de voorkant is het mooiste als ik die middenringen met een elastiek naar beneden span. Ik hijs het grootzeil. Het past er nog wel overheen maar het zou mooier zijn als dat nog tien centimeter hoger gehesen zou kunnen worden. Daarvoor moet de mast naar beneden om het hijsblokje hoger op te hangen, dus dat doe ik nu nog niet. Ik laat het zeil de hele dag hangen want het is bijna windstil weer. Ik zet nog een tweede boog erbij in het midden, maar die blijft alleen mooi gebogen staan als ik er een stok onder zet. Misschien nog iets maken aan het frame om hem tussen te klemmen of gewoon helemaal niet. Ik kijk waar het doek nog bevestigingspunten aan de zijkanten heeft en span daar ook elastiek naar toe. Het staat nu superstrak en kan van de zijkanten geen wind vangen. De elastieken laten zich gemakkelijk om de hoeken vastzetten en ik denk dat de overkoepeling met een beetje oefenen heel gemakkelijk en snel op te zetten zal zijn. Heel tevreden met het resultaat berg ik het op. Dan ga ik proberen om het grootzeil schoon te maken met een spuitbus kunststof interieur reiniger voor autos. Dat gaat vrij goed. Het doek knapt er ook van op en wordt er soepeler en vochtafstotend van. Ik heb alleen niet genoeg voor het hele zeil. Van de week eens kijken waar ze dit nog meer verkopen. Dan spoel ik het zeil na met de tuinslang. Behalve het vuil dat zich met de reiniger goed laat verwijderen zitten er ook plekken met zwarte pikkels op die er niet vanaf gaan. Dan zie ik dat een van mijn buren aan dek van zijn kielboot met een slijptol een stuk van zijn biminitop eraf slijpt. Ik vraag hem voorzichtig te zijn omdat mijn auto daar ook vlak naast staat. Hij antwoord dat het roestvrijstaal is en geen roestvlekken geeft. Ik zeg dat dat kan inbranden op de lak en hij antwoord dat het al koud is als het beneden is. Ik rij snel mijn auto weg daar en veeg een aantal zwarte deeltjes van de slijpschijf van de motorkap. Hij gaat gewoon door met slijpen. Zou die idioot ook de schade aan mijn bootdek en zeil veroorzaakt hebben? Juist de kant van mijn boot die het dichtste bij zijn boot is heeft de meeste zwarte troep op het dek. Ik ben wel heel boos en ook ontdaan van zijn reactie, maar wat doe je in zo’n geval? Met zo’n botkop nu ruzie maken zal weinig zin hebben. De schade aan het dek en het zeil zal achteraf misschien moeilijk te bewijzen zijn. Die man is dinsdag gearriveerd en toen regende het de hele dag zo hard. Ik ben toen de hele dag niet bij de boot geweest. Heeft ie toen ook al iets gedaan?
Ik weet even niet hoe ik hier het beste mee verder kan gaan. Dan ga ik de breidel die ik gisteren gemaakt heb opmeten. Het beste effect op de vermindering van de tordatiekrachten is als ik de hoeken van de kruisverbinding zo groot mogelijk zou maken, dus aan weerszijden zo laag mogelijk een oogbout erbij zetten en de bovenste lijnen zo hoog mogelijk vastzetten. De bovenste lijnen spannen met lashings moet voldoende zijn. Ik besluit om eerst de rek uit de lijnen te halen. Ik zet de grote lier vast met kettingen aan een boom en de breidellijnen twee aan twee aan een andere boom ook met een stuk ketting. Dan langzaam op spanning draaien. Er zit geen elasticiteit in dyneema dus er is geen gevaar dat er iets kan terugspringen. Als de lijn snaarstrak staat ga ik er op zitten om te voelen of het laatste restje rek eruit is. De lijnen worden perfect rond en glad. Bij het tweede stel lijnen breekt de ketting waarmee ik ze aan de boom gebonden had. Het was een zesmilimeter ketting. Op de lier snijdt de lijn diep in de rol met lijn die daar al opgedraaid zat. Eigenlijk moet je dus als je zo’n lier gebruikt om je auto uit de modder te trekken eerst alle lijn van de lier afrollen voordat je hem begint op te draaien. Dat heb ik nu niet gedaan. De lier is zwaar en als ik hem weer opberg heb ik flink hard gewerkt. Het wordt al donker en ik laat het zeil zakken en doe er een extra stuk doek omheen voor geval die idioot morgenvroeg verder zou gaan. Ik ruim alles op en sluit de luiken want er komt vast nog meer regen vannacht. Dan ga ik eten in het restaurant van de club en lees nog een stuk in het boek ‘ Practical boating’ van Kals. Veel goeie tips daarin. Op de camping lekker lang douchen en op bed liggend schrijf ik het eerste stuk van dit verhaal. Om 3 uur wordt ik wakker omdat het begint te regenen en schrijf ik het tweede stuk aan dit verhaal.

Donderdag 17 mei. Na regen komt zonneschijn. Maar vandaag wel erg aarzelend. De wolken trekken langzaam weg en even denk ik dat we nog een portie water erbij krijgen, maar het blijft droog. Ik rij naar de boot. Ik had gisteren de schaduwtentjes ophoog gezet en laten staan, aan de bakboordromp ook het luik open gezet. Er is geen druppel water binnengekomen, maar het tentje aan stuurboord heeft niet goed afgestroomd want er hangt een flinke bel water in het doek. Ik denk wel vijf liter. Als ik die er uit duw kan ik mooi kijken hoe het water wegstroomd en waar ik een emmer of een jerrycan eronder zou moeten zetten om het op te vangen als drinkwater. Het loopt ook door een zeilring in het doek dus daarin kan ik misschien later een echt aftappunt maken. Volgende keer de tentdakjes iets minder horizontaal zetten. Dan ga ik verder en zet de lange zeillat in boogvorm tussen de tentframes en haal het tarpdoek van 2,5 bij 3,5 meter uit zijn verpakking. In de hoeken maak ik lussen van elastiek en dan past het precies tussen de frames en overkoepelt het de ruimte tussen de tentjes. Met een tyewrap zet ik de twee middenringen vast asn de boog van zeillat en aan de voorkant is het mooiste als ik die middenringen met een elastiek naar beneden span. Ik hijs het grootzeil. Het past er nog wel overheen maar het zou mooier zijn als dat nog tien centimeter hoger gehesen zou kunnen worden. Daarvoor moet de mast naar beneden om het hijsblokje hoger op te hangen, dus dat doe ik nu nog niet. Ik laat het zeil de hele dag hangen want het is bijna windstil weer. Ik zet nog een tweede boog erbij in het midden, maar die blijft alleen mooi gebogen staan als ik er een stok onder zet. Misschien nog iets maken aan het frame om hem tussen te klemmen of gewoon helemaal niet. Ik kijk waar het doek nog bevestigingspunten aan de zijkanten heeft en span daar ook elastiek naar toe. Het staat nu superstrak en kan van de zijkanten geen wind vangen. De elastieken laten zich gemakkelijk om de hoeken vastzetten en ik denk dat de overkoepeling met een beetje oefenen heel gemakkelijk en snel op te zetten zal zijn. Heel tevreden met het resultaat berg ik het op. Dan ga ik proberen om het grootzeil schoon te maken met een spuitbus kunststof interieur reiniger voor autos. Dat gaat vrij goed. Het doek knapt er ook van op en wordt er soepeler en vochtafstotend van. Ik heb alleen niet genoeg voor het hele zeil. Van de week eens kijken waar ze dit nog meer verkopen. Dan spoel ik het zeil na met de tuinslang. Behalve het vuil dat zich met de reiniger goed laat verwijderen zitten er ook plekken met zwarte pikkels op die er niet vanaf gaan. Dan zie ik dat een van mijn buren aan dek van zijn kielboot met een slijptol een stuk van zijn biminitop eraf slijpt. Ik vraag hem voorzichtig te zijn omdat mijn auto daar ook vlak naast staat. Hij antwoord dat het roestvrijstaal is en geen roestvlekken geeft. Ik zeg dat dat kan inbranden op de lak en hij antwoord dat het al koud is als het beneden is. Ik rij snel mijn auto weg daar en veeg een aantal zwarte deeltjes van de slijpschijf van de motorkap. Hij gaat gewoon door met slijpen. Zou die idioot ook de schade aan mijn bootdek en zeil veroorzaakt hebben? Juist de kant van mijn boot die het dichtste bij zijn boot is heeft de meeste zwarte troep op het dek. Ik ben wel heel boos en ook ontdaan van zijn reactie, maar wat doe je in zo’n geval? Met zo’n botkop nu ruzie maken zal weinig zin hebben. De schade aan het dek en het zeil zal achteraf misschien moeilijk te bewijzen zijn. Die man is dinsdag gearriveerd en toen regende het de hele dag zo hard. Ik ben toen de hele dag niet bij de boot geweest. Heeft ie toen ook al iets gedaan?
Ik weet even niet hoe ik hier het beste mee verder kan gaan. Dan ga ik de breidel die ik gisteren gemaakt heb opmeten. Het beste effect op de vermindering van de tordatiekrachten is als ik de hoeken van de kruisverbinding zo groot mogelijk zou maken, dus aan weerszijden zo laag mogelijk een oogbout erbij zetten en de bovenste lijnen zo hoog mogelijk vastzetten. De bovenste lijnen spannen met lashings moet voldoende zijn. Ik besluit om eerst de rek uit de lijnen te halen. Ik zet de grote lier vast met kettingen aan een boom en de breidellijnen twee aan twee aan een andere boom ook met een stuk ketting. Dan langzaam op spanning draaien. Er zit geen elasticiteit in dyneema dus er is geen gevaar dat er iets kan terugspringen. Als de lijn snaarstrak staat ga ik er op zitten om te voelen of het laatste restje rek eruit is. De lijnen worden perfect rond en glad. Bij het tweede stel lijnen breekt de ketting waarmee ik ze aan de boom gebonden had. Het was een zesmilimeter ketting. Op de lier snijdt de lijn diep in de rol met lijn die daar al opgedraaid zat. Eigenlijk moet je dus als je zo’n lier gebruikt om je auto uit de modder te trekken eerst alle lijn van de lier afrollen voordat je hem begint op te draaien. Dat heb ik nu niet gedaan. De lier is zwaar en als ik hem weer opberg heb ik flink hard gewerkt. Het wordt al donker en ik laat het zeil zakken en doe er een extra stuk doek omheen voor geval die idioot morgenvroeg verder zou gaan. Ik ruim alles op en sluit de luiken want er komt vast nog meer regen vannacht. Dan ga ik eten in het restaurant van de club en lees nog een stuk in het boek ‘ Practical boating’ van Kals. Veel goeie tips daarin. Op de camping lekker lang douchen en op bed liggend schrijf ik het eerste stuk van dit verhaal. Om 3 uur wordt ik wakker omdat het begint te regenen en schrijf ik het tweede stuk aan dit verhaal.

Vrijdag 18 mei. Het is vandaag bewolkt en regenachtig weer maar uiteindelijk blijft het nog net de hele dag droog. Ik ben al vroeg bij de boot, ook omdat ik wil voorkomen dat die buurman alsnog verder gaat met zijn slijptol (grinder). Ik ga verder werken aan de breidel die aan de achterkant moet gaan komen. Ik draai 8 mm oogbouten in de houten stompen die zijn blijven staan toen ik de handgrepen daar wegzaagde. Grote ringen moeten een beetje op maat gezaagd worden om mooi te passen op de vorm van de stomp. Dan teken ik de plaats op waar de onderste oogbouten moeten komen. De buurman komt aanrijden en gaat naar het achterdek van zijn boot waar ik hem aanspreek over zijn gebruik van de grinder naast mijn auto en boot. Hij blijft ontkennen dat daar iets mis mee is en zegt dat ie er gewoon mee door zal gaan. En vervolgens verzint hij zo’n beetje elke drogreden om mij te beschuldigen en zelf geen verantwoordelijkheid te nemen. “Het is hier nu eenmaal een scheepswerf. Zijn auto stond vroeger daar geparkeerd. Mijn auto is toch maar een oude bak. Ik moet maar terug naar Nederland”. Ik blijf gelukkig goed beheerst en ga nergens op in en zeg alleen dat ik zijn houding en argumenten onbegrijpelijk vind, maar dat ik niet meer schade aan mijn auto of boot wil dus dat ik dan zijn gedrag moet rapporteren bij de manager op het kantoor. Ik loop eerst naar de winkel en koop twee roestvrijstalen ogen voor aan de breidellijnen. De 5 mm dyneemalijn die ik besteld had om de lashings van te maken is er al. Het ziet er prachtig uit, wat een goede beslissing om dat te bestellen. 100 meter is een hele rol, maar dat heb ik ook nodig want er zijn twaalf lashings met ieder zes omwikkelingen van 6-8 meter lijn. Die lashings zijn van essentieel belang in het bijelkaar houden van de twee rompen dus daar wil je alleen het beste materiaal voor gebruiken. Deze lijn kost me bijna 150 Euro maar als je de kwaliteit ziet ben ik heel blij dat ik er geen lijn van 75 of 100 euro voor heb gekocht. Hij is 15 maal sterker dan een staalkabel van dezelfde dikte. Stel je voor dat je 15 staalkabels van 5mm dikte zou bundelen. Ik reken uit dat ie dus even sterk is als een staalkabel van bijna 20 mm dikte. (de wortel van de (diameter in het kwadraad maal 15) Hij is super slijtvast en UV bestendig, neemt geen vocht op en is schimmelvrij en blijft glad. Ik twijfel nog of ik de ‘frappings’ de omwikkeling van de lashing zelf van nylon zou maken. Nylon heeft juist wel veel elastische rek dus daarmee zou je het losser worden van de verbinding doordat het dyneema iets oprekt zonder terug te veren misschien beter kunnen opvangen dan als ik de hele verbinding van alleen dyneema zou maken. Ik vraag me af wat James Wharram daarvan zou vinden. Dan ga ik op het kantoor met de manager praten en vertel wat er gebeurd is met de buurmans gebruik van een grinder naast mijn boot en auto. Hij zegt dat hij zal gaan praten met die buurman. Terug bij de boot pas ik de lashingslijn hoe die zal komen. Dat gaat ook nog eens heel mooi worden want de grijze lijn past als kleur prachtig bij mijn wit met grijze dekjes en hij valt precies plat in de gleuven die ik in de versterkte beamkoppen heb gemaakt. Dan ga ik verder met de breidel en splits er nog twee ogen aan op de uiteindelijke lengte van twee van de vier lijnstukken. Die lijnstukken moeten aan oogbouten komen die door de romp van de boot heengaan aan de sterke achtersteven. Ik wil de breidel eraf kunnen halen tegen diefstal en het zou ook mooi zijn als ik hem gemakkelijk kan bijspannen, zodat ie als een kruisversterking werkt. Het zou helemaal top zijn als ik hem iets losser en langer kan maken als ankerbreidel. Ik zaag wigvormige houtblokjes om die aan weerszijden van iedere bout op de boot te plakken. Twee plak ik er al op. Ik moet nog nadenken hoe ik het gat voor de bout er mooi recht doorheen krijg want ik heb geen kolomboormachine om die gaten door de blokjes eerst 100 procent recht te krijgen. Hoe dan ook is dat stuk van de achtersteven grotendeels epoxy en om elke kans op inwatering te voorkomen zal ik de gaten met siliconevet vullen. Dan ziet het ernaar uit dat het de rest van de dag droog zal blijven. Ik wil het zeil gaan hijsen en verander de lijnen aan de gaffel zodat het nog iets hoger gehesen kan worden. Ook daar heb ik een aanpassing moeten maken want de zeilmaker heeft geen opening in het zeil gemaakt waardoor de piekeval direct op de gaffel vastgezet had kunnen worden. Ik heb daar nu een dyneema lijn voor gebruikt en die langs de gaffel gebonden over het zeil heen. Ik maak die lijn langer door hem verder naar voren aan de bout vast te zetten en ik span hem strakker langs de gaffel. Dat scheelt ongeveer vijf centimeter. Als ik het zeil nog iets hoger wil kunnen hijsen, in verband met de ruimte eronder voor de tentjes, zal de mast naar beneden moeten om de hijsblokjes zelf nog iets hoger te hangen. Dat komt van de week nog. Het zeil ziet er door mijn schoonmaakbeurt al veel beter uit. Tegen donker ruim ik alles op. Het is vrijdagavond barbeque en ik praat met mensen die uit Kaapstad gekomen zijn. Ze willen een duikbedrijf gaan opzetten in Mozambique en hebben daarvoor een Wharram zeilboot hier gekocht. De een is boekhouder en vennoot in het duikbedrijfje, de ander is meegekomen als technicus en is zelf eigenaar/oprichter van een bedrijf dat rubberboten fabriceert. Ze gaan die boot hekemaal laten verbouwen. Ik ga morgen eens kijken bij de boot die ze gekocht hebben. We praten nog wat door tijdens het eten en dan ga ik terug naar de camping.

Zaterdag 19 mei. Vandaag is het zonnig en helder weer, maar toch valt er af en toe een bui met fijne regendruppels. Als ik de werf oprij zie ik net de mensen waarmee ik gisteren zolang heb gepraat ook arriveren. Ik ga even bij hun boot kijken. Het is een ontwerp dat ontleend is aan de ontwerpen van James Wharram, met diepe V vormige rompen en beams en dekken die tussen de beams zijn opgehangen, maar de rompen zijn van polyester gebouwd en de roeren en de opbouw zijn ook niet origineel. Jeff staat instructies te geven wat ze gaan inspecteren en vandaag gaan doen. Ze hebben deze boot net gekocht en gaan hem verbouwen om er voor acht tot twaalf scubaduikers accomodatie op te maken. Ik zeg even gedag en ga dan verder met mijn boot. Ik meet zo goed mogelijk op en boor dan de gaten door de achterstevens waar de oogbouten doorheen moeten. Uiteindelijk is het het nog spannend of de boor er mooi recht doorheen gaat. Gelukkig gaat het helemaal goed en kan ik de plankjes aan andere kant ( backing plates) oplijnen. Dan lijm ik ze vast en zet er een dunne bout doorheen om alles op z’n plaats te houden totdat de lijm morgen droog genoeg is om het definitieve gat erdoor te kunnen boren. Een spannend klusje met de beperkte kennis en hulpmiddelen die ik heb. Dan komen de drie mannen uit Kaapstad bij mijn boot kijken. Jeff is zijn hele leven met boten bezig geweest. Zijn bedrijf ontwerpt en bouwt grote rubberboten voor de industrie en het leger en de reddingsdiensten. Hij kijkt meteen naar alle vitale punten op de boot. De andere man heet Erik. Hij is de accountant die de financiele kanten van hun project begeleidt. De derde man komt uit Richardsbay. Hij heeft een Van de Stadt 28 in de jachthaven en is architect. Ze bekijken mijn boot en zijn enthousiast over het ontwerp en de bouw. We praten verder over ontwerpers van catamarans en Jeff vertelt over zijn ervaring met de toepassing van drijfankers als een methode om een hurricane te overleven op zee. Ik had al twee drijfankers gekocht. Twee kleine van verschillende maten in plaats van een enkele grote en in zijn ervaring is een serie kleintjes het beste omdat de krachten op een enkele veel te groot en abrupt zijn. Ik vraag hem ook waar hij de ankerketting en ankerlijnen zou laten op mijn boot en hij adviseert om die gewoon in losse tassen te houden en alleen aan te koppelen als je ze nodig hebt. Aparte tassen vind ik wel een goed idee maar ik wil als solozeiler wel graag een noodrem onder handbereik hebben dus ik denk aan een serie van tassen die ik aan de achterbeam naast het anker kan ophangen. Daarin kan ik dan ook andere spullen onder handbereik houden. Ik denk dus aan een of meerdere fietstassen zoals de krantenbezorger ze heeft. Leuk detail is dat ik als jongen van 13 anderhalf jaar een krantenwijk had en toen met het verdiende geld een zeilboot gekocht heb. Het was het eerste eigen gezit in mijn leven. Dan gaan we verder met ons werk en als ik een paar uur later nog een keer bij hun boot kom kijken hebben ze de houten dekken eraf gesloopt. Er zit houtrot in de planken waar ze vastgeschroefd hebben gezeten. Ze inspecteren nu de plaatsen op de beams ter plekke van de schroeven. Ik adviseer ze Balau te nemen in plaats van meranti. Ik vind zelf dat ze wel wat snel begonnen zijn om de dekken te verwijderen, nu hebben ze geen werkruimte op de boot meer. Ze willen met duikers en hun duikspullen vanuit Maputo gaan varen naar het rif en dan vanaf daar met rubberbootjes gaan duiken. Het zal mij benieuwen of deze boot daarvoor groot genoeg is ( 42 voet) en voldoende drijfvermogen zal hebben, want hij is van polyester gebouwd en polyester is zwaarder dan multiplex/epoxy waarvoor dit ontwerp gemaakt is. Ik ga verder aan mijn eigen boot en maak nog wat backingplates voor de scharnieren waarmee tentjes vastzitten. Ik had de mast nog willen laten zakken, maar er staat een auto te dichtbij geparkeerd dus dat moet later maar. Verder regent het steeds een beetje vaker en steeds een beetje meer, dus het is lastig om klusjes te doen met het electrische gereedschap. De man die aan zijn heup geopereerd is komt elke dag nu langslopen. Het gaat al veel beter met hem. Hij is een heel ervaren schipper die gewend is op een kleine boot te leven en hij geeft me een paar handige tips over koken en de gevaren van toiletgang overboord en zal mij wat boeken en kaarten van de kust van Mozambique lenen. Een ander stel loopt al twee dagen met boodschappen te zeulen. Ze vertrekken dinsdag of woensdag naar Vilanculos in Mozambique. De man is medeeigenaar/directeur van een grote citrusfruit kwekerij: Sinaasappels, citroenen, grapefruits, blauwe bessen. Hij zegt: dat is wat “cruising is all about”, spullen van en naar je boot brengen. Ik vraag of ie geen boodschappenwagentje heeft. Thuis, maar een wieltje is kapot. Ik besluit om een stevig boodschappen wagentje of een opvouwbaar bolderwagentje aan boord mee je nemen. Kan ik daar misschien de wieltjes opzetten die ik gekocht heb voor de trollies om de boot mee in en uit het water te halen? Of kan ik de trollies zelf daarvoor gebruiken? Hoeveel heb ik nodig? Ik zie ze ook veel wijn aan boord brengen en dat wil ik niet. Het zou wel leuk zijn om nog een derde functie voor die wieltjes te hebben, want ik wou ze ook al als fenders (stootkussens) gaan gebruiken. Ik schuur nog de laatste beamkop op maat en ik zaag alvast de groef voor de lashing er in en ik haal de beam van zijn plaats en plak er nieuwe rubbers onder. Dan begint het steeds harder te regenen en ik pak snel alles in en ga bij de Hindustaan eten. Daarna terug naar de boot om het grootzeil te laten zakken. Ik heb een hangmat van patachutedoek meegenomen die ik al tientallen jaren op reizen bij me heb. Hij werkt ook als regenzeil en is van twee lagen doek gemaakt. Als het koud wordt kun je er ook inliggen als in een tentje. Ik probeer of ik die ook multifunctioneel als zeilhoes zou kunnen gebruiken. Hij past heel goed en laat zich gemakkelijk vastbinden. Ik laat hem er voorlopig even omheen zitten. Dan is het donker en ik ben moe. Bij de caravan sluit ik de stroomkabel opnieuw aan en ik ga meteen even op bed liggen en val in slaap tot een uur of twaalf. Dan schrijf ik dit verhaal. Het is nu twee uur en ik ga het licht uitdoen en verder slapen. Morgen zondag. Hopelijk is de regen dan voorbij.

Zondag 20 mei. Het gaat een heerlijke zonnige dag worden met een klein windje en niet te heet. Ach waren alle dagen maar zo, wat heb ik veel geleden door in die hitte te werken. Op de camping haal ik het grote zonnedoek van de caravan af en ik leg het peddelboard opnieuw uit in het gras met de outrigger en de motorsteun erbij. Ik had bedacht dat ik de dwarsarmen en de motorsteun nog onderling ga verbinden met twee aluminium delen in de lengte. Zoals een ladderframe. Die lengtedelen komen dan onder de achterste arm om meer wrijving op het boord te krijgen. Ik denk dat ik er zacht rubber onder ga plakken. Maar hoe zal die delen verbinden zodat ze gemakkelijk demontabel zijn maar mijn board niet kunnen beschadigen? Nog verder denken. Dan maak ik plek vrij op de gemetselde barbeque om een plankje diagonaal in de lengte door te zagen zodat ik het kan gebruiken als backingplates voor oogbouten aan de boegen van de rompen. Daar zitten al oogbouten, maar ik ga er aan weerszijden nog een bijzetten zodat ik een dubbele voorstag kan voeren. Dan kan ik twee voorzeilen tegelijk klaar heb ben liggen in plaats van het ene zeil te moeten afhalen voordat het andere kan worden aangehaakt. Voor een single handed zeiler is dat veel veiliger omdat je het roer niet hoeft los te laten om van voorzeil te wisselen. Dan maak ik nog twee oogsplitsen in de breidellijnen. Het is veel werk geweest zo’ n breidel met deze dubbele functie. Het zijn vier lijnstukken die vanuit een centrale ring lopen. Acht oogsplitsen zitten er al aan de lijnstukken. Als het klaar is ga ik naar de boot. Ik monteer de breidel op zijn plaats. Dat ziet er heel goed uit. Dan meet ik de backingplates op die ik net gezaagd heb en zaag en schuur ze pas met het vlak van de rompen. Ik maak epoxylijm klaar en zet ik ze met twee kleine schroeven en een lijmtang vast. Zulke moeilijke klusjes wordt ik steeds beter in. Erik komt vragen of ik met hun wil komen lunchen op het clubhuis. Dat doen we. Mooie verhalen, ook van Bushie en zijn zoon die bij ons zijn komen aanschuiven. Verhalen van eerste zeezeilreizen en hoe ze ertoe gekomen zijn. In de middag werk ik nog verder aan de achterste beam totdat ook die helemaal klaar is op wat bijlakken na. Dan maak ik in de opstaande rand van de kajuitluiken een uitsparing zodat ze mooier over de rails gaan glijden. Ik ga even kijken aan boord bij de mensen die van de week naar Mozambique gaan vertrekken. Ze hebben een snel schip. Een 15 meter lange aluminium racer die verbouwd is naar toerschip door er een kleiner zeilplan op te zetten en een hefkiel en zes ton ballast in het schip zelf erbij. Het is wel fijn dat ze nu met opgetrokken kiel maar 90 centimeter diepgang hebben. Ik leen een boek van ze met informatie over de condities langs de kust van Mozambique. Ik wil er een aantal fotos van gaan maken. Bij donker hou ik op en komt Erik vragen of ik met hen wil gaan eten in een restaurant in de tweede haven. We spreken af over een uur en ik ga naar de camping om de stroomkabel aan te sluiten en een warme douche te nemen en mij te gaan verkleden. Bij de pizza marinata praten we ditmaal vooral over antropologie en over onze (Corrie en ik) onderzoekingen bij jagers/ verzamelaarsvolken. Het was gezellig en dan rij ik terug naar de caravan. Er komt meer wind op. Ik schrijf nog een stukje van dit verhaal en ga slapen. Als ik om vier uur wakker wordt schrijf ik nog het tweede stuk.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 288
Totaal aantal bezoekers 345439

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: