Ik ga terug naar Nosy Komba. - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Ik ga terug naar Nosy Komba. - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Ik ga terug naar Nosy Komba.

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

08 Maart 2025 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Twee verhalen want ik heb achterstand opgelopen doordat ik geen internet had.

Deel 1. De jonge man, die in het hotel werkt, heet O. Hij komt oorspronkelijk van het eilandje Nosy Komba. Zijn uitgebreide familie woont daar. Ik wil wel een week op dat eilandje verblijven maar niet in een duur hotel. Hij gaat bellen en ik kan terecht bij zijn familie. Een broer heeft een paar kamers en zus van zijn moeder heeft een restaurantje erbij. Er is een mooie kamer met een balkon net opgeknapt en de zus kan ook heel goed koken. We maken een deal over de accommodatie voor de helft van het bedrag dat ik hier in het hotel betaal. Het eten moet ik ter plekke regelen. De vrouw die eergisteren met ons meeging heet M. Ze is een nieuw huis aan het bouwen in de hoofdstad, maar ze heeft ook wel zin om er een paar dagen tussenuit te gaan. Ik beloof de kosten van accommodatie en het eten te betalen. Dus twee dagen later gaan we met ons drieën opnieuw naar de haven met dezelfde TukTuk chauffeur. We wachten op de haven een half uur en ik maak leuk wat foto’s. Dan komt er een houten boot vol met mensen aan. De boot mag maximaal 20 mensen met hun bagage vervoeren. Met ons drieën aan boord tel ik 19 mensen waaronder twee kinderen. Iedereen krijgt een zwemvest aan en dan gaan we op weg. De zee is veel ruwer dan van de week. De golven staan dwars op de vaarrichting want we varen halve wind. De chauffeur van de boot is zeer ervaren, dat zie ik aan hoe hij de boot over de golven stuurt. De hoogste golven zijn meer dan een meter, we schommelen behoorlijk, maar door zijn snelheid en de richting van het sturen steeds aan te passen blijven de meeste passagiers toch droog. We varen nu naar de andere kant van het eiland Nosy Komba. Het is dichtbegroeid maar toch zie ik overal huisjes aan de kust en tussen de bomen. De chauffeur stuurt de boot naar een betonnen kade tussen de rotsen. Zijn assistent gooit een anker aan de voorkant uit op precies de goede plek. De boot draait om het anker en gaat nu langzaam achteruit totdat de buitenboordmotor net niet de kade raakt. De boot danst behoorlijk op de golven maar met de juiste timing om de stap te wagen en een uitgestoken hand lukt het ons alledrie om veilig uit te stappen. Dan moeten we nog een halve kilometer lopen en klimmen over rotspaadjes tussen talloze huisjes om onze bestemming te bereiken. Er lopen beekjes van de berghelling naar de zee. In de diepere poeltjes zwemmen eenden. Mooi natuurlijk nog allemaal. Soms is er een bruggetje of een boomstam over de beekjes gelegd. O. Loopt voorop en hij draagt mijn koffer. M. houdt in de gaten of ik niet struikel of weg glibber.

Het restaurantje waar we naartoe gaan is op rotsen aan zee gebouwd en het huis staat er net achter. Op de eerste verdieping is een mooie kamer met een groot tweepersoonsbed en een enkelbed. Er is een badkamer en een groot balkon met uitzicht op zee. Er zijn zitjes en hangmatten. Er is zelfs een televisie. Aan weerskanten is het openbaar strand. Wat een perfecte plek! De tante van O. vraagt of we willen eten. Ze heeft vis om te bakken. Ze maakt er een heerlijke salade en rijst en gebakken aardappeltjes bij. Het is echt buitengewoon lekker gekookt. Ze serveert een prachtige kwaliteit rijst die met kokoscrème nog lekkerder is gemaakt.De vissen zijn met kruiden gemarineerd en half gegrild en half gerookt. Ik vraag waar ze dat geleerd heeft. “Lekker koken is mijn passie,” zegt ze. En dat is duidelijk te merken.

Ik zeg dat ik vooral Malagasi stijl bij haar wil eten en toevallig is ze daar het beste in. Ze vraagt of ik gelijk wil afrekenen en dat doe ik, want ik begrijp dat als je hier woont dat je wel een heel goed leven hebt, maar dat het moeilijk is om voldoende cashgeld te kunnen overhouden. Ze heeft vast geld nodig om ingrediënten te kopen voor de volgende maaltijden. “Wat wilt u vanavond eten en hoe laat?” Wij zijn de enige gasten. Ik vraag wat haar voorstel is. “Kip met gebakken groenten en rijst.” Ik vermoed dat ze dat zelf ook lange tijd niet gegeten heeft, dus ik ga graag accoord.

Ook dat gerecht wordt die avond voortreffelijk klaargemaakt, met gebakken aubergine en heerlijke gekruide kip en cocosrijst. Voor toe een zoete banaan gekookt in caramel met verse vanille. Heerlijk. Ik reken opnieuw af om alvast de kas te spekken voor toekomstige culinaire hoogstandjes. O. gaat bij zijn ouders slapen. Zij wonen een paar honderd meter verder. Die avond vallen we moe en volgegeten in slaap. De volgende dag zetten we het feest nog even voort en de dag erop gaat M. naar huis. O. heeft het aan de stok gekregen met zijn werkgever en blijft nu hier bij zijn ouders en overige familieleden. Ik ga met hem mee naar het huis van zijn ouders waar ik kennismaak en ook daar is heel lekker gekookt en een tafel in de tuin mooi gedekt. Banana - a - coco is zijn favoriete dessert. Het blijkt geen zoete banaan maar bananen die heel zetmeelachtig zijn en die gekookt worden in cocosmelk en de saus ervan is lekker gemaakt met vanille en honing. Ik denk dat hij daar als kind mee is opgegroeid. Ze hadden zes kinderen thuis. Dan zie ik de jonge vrouw langslopen die serveerde in het hotel in Nosy Be. Zij blijkt een nichtje van O. te zijn en zij is nu ook terug bij haar familie. Dan laat hij me een huis zien dat hij laat bouwen voor hemzelf en zijn vrouw en kindje. Ik had onderweg al gezien dat er heel veel gebouwd wordt in dit dorpje. Op diverse plekken zijn huizen in aanbouwen ook toeristische accommodaties. Onderweg zagen we twee boten op het stand die vol zaten met betonijzer en met zakken cement. “Tien ton per boot” zegt O.

Ik vraag of er hier patrilocaalof matrilocaal gewoond wordt. Trekken de vrouwen na hun huwelijk in bij hun man en zijn familiegroep? Ja, dat is hier gebruikelijk. Dat is dus patrilocaal. Dat verwachtte ik al want deze mensen zijn vast vissers van oorsprong en bij vissers is de noodzaak van een ervaren samenwerkingsverband tussen broers en vaders en ooms gewoonlijk belangrijker dan een jarenlange ervaring in de samenwerking tussen vrouwen. Zulke organisatieverbanden zijn heel belangrijk om zo’n samenleving te kunnen begrijpen en er je weg in te vinden. Hij wijst mij aan waar zijn vier broers wonen.

Dan lopen we terug naar het huis waar ik verblijf. Daar staat het water nu zo hoog dat het terras van het restaurant overstoomt. Dat gebeurt elke maand met hoogtij en wind. Ik neem een paar uur rust en dan laat ik het avondeten om zeven uur serveren op het balkon van mijn kamer. Hmm gebakken inktvisjes met sperzieboontjes en gekookte aardappels en rijst. Opnieuw perfect gekookt en heel lekker. Nu ik alleen ben praat ik met de kokkin. Er zijn vier kamers hier gemaakt met totaal accommodatie voor acht of tien mensen. En dan kookt ze nog voor haar eigen gezin met man en vier kinderen plus een doofstomme ongetrouwde broer.Als alle accommodaties bezet zijn valt het niet mee om a la carte te koken in zo’n eenvoudige keuken. Goed dat ik daar ook niet om gevraagd heb. Ze heeft alleen vier houtskoolbranders en een lange tafel en een rek vol potten en pannen, bestek en serviesgoed. Ik ben een gemakkelijke klant want ik laat het aan haar over wat ze wil en kan maken. En zij heeft er nu plezier in om het voor mij extra lekker te maken. Van veel reizen wordt je vanzelf heel wijs. Ook in andere restaurants vraag ik altijd wat ze vandaag het beste kunnen maken. Want de voorraden zijn vaak klein of de koelkast is uitgevallen of de echte kok is er vandaag niet of ze hebben vandaag op de markt iets heel goeds kunnen kopen en ze zijn met hun gedachten bezig dat heel lekker te maken. Eten wat de pot schaft - dan heb je het best.

Deel 2 Nog meer onverwachte wendingen.

O. gaat terug naar zijn familie en M. komt dezelfde ochtend terug naar mij. Het zijn warme dagen en M. en ik doen twee dagen niet veel meer dan goed eten en veel slapen en een wandelingetje langs het strand en zwemmen. Er ligt een stripboek van Kuifje in het frans (TinTin). Een mooie kans om beter frans te leren. We lezen om de beurt een stukje text. Ik ben verbaasd dat zij meer moeite heeft met begrijpend lezen dan ik. Ze spreekt het frans echt veel beter dan ik, maar ik herken de woorden en text gemakkelijker. Ik maak steeds mooie foto’s van de zonsondergang en van de zeilende Dhows die langsvaren en van mensen die vissen vanaf de rotsen. Ik voel me af en toe net als Paul Gaugin op Papeete in een wereld van kleuren en een levensstijl die de mensen in Frankrijk indertijd nog nooit gezien hadden.

Elke keer wordt er weer iets anders gekookt en steeds is het weer genieten. Bijna alle producten die ik te eten krijg zijn van dit eiland zelf. Ik drink Cola-thee. Dat is gemaakt van de Cola-noot die ook in Coca-Cola zit. Het wordt hier gedronken tegen spierpijn en ook als je maag niet goed voelt of gewoon omdat het, met gember erin, erg lekker is. Ik had de noten of zaden al op de markt zien liggen maar toen wist ik niet wat het was. Iets dat ik ook niet kende maar ik ook heerlijk vind is geroosterde pompoen. De vrucht is ca 15 cm lang met zaadjes in het midden die eruitgehaald worden. Het vruchtvlees wordt in partjes gesneden en die worden geroosterd en licht gezouten. Heelijk. Lekkerder dan brood.

Twee dagen later zitten we aan een lunch van spaghetti met garnalen en geroosterde visjes. We maken plannen om vanmiddag naar het restaurant C’est la Vie te lopen waar WiFi internet is. Ik had mijn internet abonnement niet verlengd omdat er overal in de hotels gratis snelle Wifi was, maar hier dus niet. Ik zou de weg naar C’est la Vie niet meer weten, maar M. gelukkig wel.

Maar dan krijgt ze opeens een telefoontje dat haar vader is overleden. Hij schijnt het al enige tijd aan zijn hart te hebben gehad, maar is nuonverwacht thuis overleden. Haar moeder en haar zusje en haar broer zijn bij hem. Ze is er flink ontdaan van en we proberen haar een beetje te troosten. Ze gaat meteen haar spullen bijelkaar zoeken en de eigenaresse van het restaurant belt met een fransman die hier een boot heeft liggen. Over een uur gaat hij met zijn boot terug naar Nosy Be. M. mag met hen meevaren vanwege de emergency. We lopen naar het strand waar de boot voor anker ligt en dan komt de fransman met zijn compagnon ook aanlopen. Hij spreekt ook engels. Ze blijken aannemers te zijn en ze zijn bezig met de bouw van een hotel. Ze werken al twintig jaar op Madagaskar. Morgen of overmorgen komen zij met de gecharterde boot weer terug. Ik nodig hen gelijk uit voor een diner morgen in mijn restaurant. Goed voor iedereen lijkt me zo. Dan stapt M. in de boot en we zwaaien haar uit. Het is triest om een leuke tijd zo te moeten beëindigen. De eigenaresse van het restaurantje en ik lopen terug en ik vertel haar hoe ik heb opgeschept over haar kookkunsten en dat ik de twee fransen heb uitgenodigd om morgen hier te komen eten. Daar is zij zichtbaar blij mee. Dan ga dit verhaal schrijven en zij gaat zelf eten want daar was ze nog niet aan toegekomen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 196
Totaal aantal bezoekers 390178

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: