Van ossenkarren en vissers
Door: Fred
Blijf op de hoogte en volg Fred
29 Januari 2025 | Zuid-Afrika, Hoedspruit
De ossen worden weer ingespannen en de ossenkar wordt gekeerd zodat de passagiers vanaf het laadplatform op de ossenkar kunnen stappen. Het bakje is niet groot. Vier mensen kunnen op de rand zitten met hun benen naar het midden. De bagage gaat in een andere ossenkar. Ik stap als eerste heel voorzichtig in. Het wiebelt en ik hou me met twee handen vast. Drie anderen stappen in. Ik wil foto’s maken dus ik geef mijn paraplu aan een meneer die na mij is ingestapt. Het plensregent dus hij is daar wel blij mee en houdt ook mij droog want het karretje is misschien maar een vierkante meter groot.
De chauffeur zit op de bok en dan gaan we rijden. Het wiebelt flink. Het is een ruw gemaakt houten bakje dat op vier spiraalveren steunt. De uiteinden van de spiraalveren zijn gewoon in een gat in het hout gestoken.
Doordat ik voorin zit kan ik mooi foto’s maken over het hoofd van de chauffeur heen en over de ruggen van de ossen. We hobbelen over de drooggevallen zeebodem en dan steeds dieper het water in. Als de kar stilstaat naast de boot komt het water tot op twintig centimeters onder de rug van de ossen. De bagage wordt eerst in de boot geladen en dan stappen wij in.
De ossenkarren gaan terug naar de kant.
De boot wordt naar het anker toegetrokken totdat het water diep genoeg is om de motoren te starten.
Het regent nog steeds maar de zee is vlak en met twee motoren van 150 pk glijden we over het water naar het zuiden. Wat zijn die Suzukimotoren stilWe steken in anderhalf uur de baai over en varen langs het strand aan de andere kant. Bij het eerste hotel stuurt de boot naar het strand en stappen de vier Portugese dames uit. Het water is kniediep. Dan varen we verder langs een vissersdorp van de Vesu-people.Het is een aparte taalgroep die alleen door vissers gesproken wordt. De Italiaanse, die in het ziekenhuisje werkt, vertelt dat de Vesu vis uitruilen tegen rijst met een landbouwend volk dat zich later in het binnenland heeft gevestigd.
Op het strand zie ik honderden Piroques liggen. Ik ben verbaasd dat het er zoveel zijn. De daken van huisjes zijn zichtbaar daarachter. Net voorbij het dorp zie ik het hotel. De boot stuurt naar het strand en de Italiaanse en ik stappen in het water en we lopen naar het strand. We nemen afscheid en ik loop het terras van het hotel op. De eigenaar staat mij op te wachten. Het regent nog steeds. Ze laten twee bungalowtjes zien. Het zijn rondavels: ronde Afrikaanse huisjes van steen met een dak van grassen. Een heeft uitzicht op zee en een ligt tien meter daarachter in de tuinen ook iets hoger op het strand. Ik weet niet wat er nog meer aan regen en wind gaat komen dus ik kies voor droge voeten envoor tweede huisje in de tuin. Het restaurant staat op het strand op tien meter van de vloedlijn !
Ik ben de enige gast. Het regent bijna hele dagen en dinsdag zelfs heeel erg hard met onweer en harde wind erbij. De rustige lagune verandert in een kolkende zee en als de slagregens losbarsten worden de golven platgeslagen en verdwijnt de horizon in een waas van water.
De eigenaar heeft zijn personeel en zijn vriend maar hij heeft verder niks te doen en hij houdt ervan om te praten, dus elke dag hoor ik meer en meer. Ik kan zelf ook soms veel praten maar als iemand veel te vertellen heeftben ik als Antropoloog/etnograaf vooral een aandachtige luisteraar. We praten elke dag een paar uur en ik leer ontzettend veel. Hij is hier al vijftien jaar en heeft het allemaal zelf opgebouwd.
Hij zegt dat ie in 15 jaar niet zoveel regen in zo’n korte tijd heeft zien vallen. Dit deel van het land is juist heel droog en sommige jaren is er helemaal geen regen gevallen. Over grote gebieden is de structuur van de bodem vrijwel ondoordringbaar voor regenwater dus die zullen nu helemaal onder water gaan lopen.
Als op dinsdag de wind tot eenstorm aanzwelt komen de piroques tegen de wind en de golven terug varen. Het is haast niet te doen. Er zijn diverse hele kleine piroques met maar een persoon aan boord. Kennelijk is het gemakkelijker om die half lopend en half zwemmend te trekken dan om te peddelen. Een van de bootjes is zelfs helemaal gezonken maar blijft toch drijven. De bootjes zijn gemaakt van balsahout dat heel licht is en heel gemakkelijk te bewerken, maar dat na een paar jaar verzadigd raakt met water. Het was me al opgevallen dat de boten allemaal zo goed in de verf en teer gezet waren in tegenstelling tot de huizen. Maar dat is dus om het zachte en poreuze balsahout te beschermen tegen het verzadigen met water. Het is wel een veilig idee dat zo’n bootje altijd blijft drijven ook al is het helemaal volgelopen met zeewater of met regenwater.
Ik kan niet vertrekken want er vaart helemaal geen speedboot meer. Het grasdak van mijn huisje raakt ook helemaal verzadigd en het begint steeds meer door te lekken. Ik mag verhuizen naar een ander huisje. Dat is een nieuw A- frame huisje met een dikker dak. Het staat op palen en heeft uitzicht op zee, maar vangt ook de volle wind. De regen slaat tegen de voorkant ondanks de veranda en het water loopt onder de deur door over de vloer naar binnen .
Ik vertel de eigenaar nog dat ik meer dan 20 jaar van mijn leven gereisd heb, maar dat ik nog nooit in mijn leven een “gewone” vakantie gehad heb, een vakantie die bestaat uit alleen maar niks doen en plezier maken of feesten. Nog nooit.
-
31 Januari 2025 - 19:14
KeepSmiling:
Eens weer wat 'anders' Fred [e-1f603]
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley