Spannend - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Spannend - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Spannend

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

05 December 2024 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Vanmorgen sta ik heel vroeg op en begin mijn kampje op te breken. Om zes uur rij ik de poort uit. Ik volg de noordoever van de crocodile river richting de poort bij Malelane, waar ik mijn reis in Kruger ook begonnen ben. Deze route is 50 kilometer. Ik blijf niet al te lang staan bij wild onderweg, want ik wil vandaag bij Malelane de poort uit en dan nog 320 kilometer tot halverwege de afstand naar Richardsbay. Maar dan zie ik ineens Wilde honden vlak langs het zandpad in het gras liggen. Ze trekken zich niks van mij aan en ik kan tot enkele meters dichtbij komen. Ze zien er zo lief uit als een Hollandse huishond, maar het zijn de meest gevreesde jagers van Afrika. Ze jagen altijd in een troep en de zes die hier liggen zijn zeker om een of andere reden afgescheiden van de grote troep. Ze kijken ook steeds in de verte en luisteren aandachtig. Ik denk om te horen wat de grote troep aan het doen is. Wilde honden doen aan drijfjacht. Ze rennen net zolang achter een prooidier aan tot het neerstort. Ze wisselen elkaar af bij het opjagen. Misschien waren deze zes niet fit genoeg om aan de drijfjacht mee te doen. Ik denk dat als ze horen dat de troep een prooi heeft ze eenvoudigweg in de bosjes verdwijnen om zich bij de troep te voegen. Daarom rij ik na een kwartiertje verder. Een half uur verderop zie ik ineens neushoorns bij een modderpoel: Rhrinoceros. Het is een vader en een moeder en een jong van misschien een jaar oud. Ik zet meteen de motor uit en rol langzaam nog iets dichterbij. Ze zien mij niet. Rhino’shebben geen goede ogen voor ver zicht. Eerst gaat moeder in het modderbad en dan komt de kleine erbij liggen. Zo, nog even omdraaien voor de andere kant totdat er een lekkere laag modder op de huid blijft plakken. Dat geeft verkoeling en bescherming tegen de zon en tegen parasieten. Met hun dikke lijf en korte poten kunnen rino’s zich niet gemakkelijk krabben of poetsen of schoonlikken en ze hebben ook geen handige slurf zoals olifanten. Alleen de ossepikker vogels zijn hun beste vrienden want die eten de insecten en parasieten op die zich in hun huidplooien nestelen. Als moeder en kind weglopen gaat vader in bad. Hij is heel efficient: eerst op de linkerzijkant en even doorrollen tot ie op zijn rug ligt en dan omdraaien en hetzelfde aan de rechterzijkant. Dan komt ie uit de modderpoel en loopt achter moeder en kind aan de bosjes in. Wauw, het is de eerste keer van vijf weken in Kruger dat ik Rhino’s zie. Bij mijn eerdere reizen zag ik ze veel vaker. Een kilometer voor de poort zie ik een grote groep vogels bij elkaar staan. Ik denk eerst dat het gieren zijn maar door de verrekijker zie ik dat het allemaal Maraboes zijn. Het zijn er meer dan vijftig, misschien wel honderd. In de bomen zitten er nog meer. Maraboes zijn een soort grote en zwaargebouwde ooievaars. Dan spreiden ze ineens allemaal tegelijk hun vleugels. Ik begrijp pas wat ze doen als ze een paar minuten later opvliegen. Minstens de helft van de groep vliegt tegelijk omhoog en ze cirkelen in de thermiek net boven mij. Ze stijgen snel met weinig moeite. Dus ze voelden de thermiek en testten of ie al sterk genoeg was! Wat een spectaculair gezicht. Het is te ver weg om te zien of ze bij een prooi stonden.

Ik rij door naar Malelane poort en ga daar mijn banden op spanning brengen. Voor het wasbord oppervlak op de zandwegen moest ik de druk terugbrengen naar 1,4 Bar want anders is het niet te doen: de auto rammelt kapot en het is heel oncomfortabel.Ik breng ze nu terug naar 1.8 Bar en dat is voor deze lichte auto wel genoeg op de Afrikaanse binnenwegen. Bij het winkelcentrum van Malelane ga ik diesel bijtanken en dan verder. De weg slingert de bergen in. Het is hier prachtig. Bossen, valleien, fruitboomgaarden. Dan nog hoger totdat ik op de glooiende hoogvlakte kom waar vooral gras groeit en koeien grazen. Helaas komt er een grote omleiding over een heel slecht wegdek met duizend potholes. Het zijn vooral de hele zware vrachtwagens geladen met erts uit de mijnen die het wegdek kapotrijden. Overal waar ze schakelen bij het optrekken of afremmen is het wegdek opengetrokken. Dus op hellingen als ze omhoog moeten en in stadjes als ze moeten remmen en weer optrekken bij een kruising. Onbegrijpelijk dat zulke zware ladingen over openbare wegen vervoerd worden.

Uiteindelijk kom ik om half vier aan bij een lodge die ook een kleine camping heeft. Prachtig op tijd om uit te rusten en mijn bed op te maken. Het is koel hier, ik trek mijn jack aan. Ik ga vis en chips eten bij de foodgaleries die gebouwd zijn bij een nieuw tankstation aan de overkant van de weg. Op de camping arriveren nog vier Nederlanders die met twee campers onderweg zijn naar Kruger. Voor een van de stellen is het de eerste keer. Moeilijk om je er dan toch een voorstelling van te maken. Hadden ze mijn reisverhalen maar gelezen! Ze zijn angstig, maar ze willen wel een bezoek gaan brengen aan Soweto, al werd hen dat sterk afgeraden. “Als je in Parijs bent ga je dan ook naar de Banlieu’s ? Als je in Los Angeles bent ga je dan ook naar South Central? Als je in Groningen bent ga je dan ook naar Ter Apel? “ zeg ik.

Ik rij om 7 uur bij de lodge weg. Het is vandaag nog 317 kilometer. Even bijtanken. Goh, ik heb 28 liter gebruikt gisteren voor 320 kilometers. Rustig toeren met maximaal 80 kilometer per uur.

Ook vandaag rij ik weer stukken wegdek waar de potholes verschrikkelijk zijn. Gelukkig heb ik een sterke auto en nieuwe banden en ik rij niet hard. Behalve de potholes zijn er bij de dorpjes en stadjes ook verkeersdrempels. Ze zijn soms niet met borden of strepen aangegeven en ze zijn heel hoog. Bij een fruitstal langs de weg koop ik een kilo leeches en anderhalve kilo mango’s en een kilo druiven en twee ons pecannoten en twee ons macademia’s. Alles bij elkaar 10 euro. De eigenaresse wil zo graag mijn auto kopen!

Bij de afdaling naar de kust voel je dat het al warmer wordt.

Om 14:00 uur rij ik Richardsbay binnen. Even op de teller kijken: 4200 kilometer sinds ik hier vertrok, waarvan 3000 in Kruger. Wat is het toch prachtig groen en subtropisch hier. Veel bomen en struiken staan in bloei.

Ik haal de caravan uit de stalling en zet hem op de camping. Ik ga bij mijn boot kijken. Die ligt er goed bij zo te zien. Al snel komen de aapjes kijken en dan ook een hele grote groep Mongoezen. Ze zijn verbaasd dat er ineens iets op dit plekje staat ik blijf stil zitten en ze zien mij niet. Ze gaan midden op het grasveldje in de zon liggen. Er komen er meer en meer bij. Ik schat wel honderd. Veel kleintjes ook. Ik fotografeer en film ze met de Iphone vanuit mijn stoel. Als ze weer in de bosjes verdwijnen ga ik curry eten bij het restaurantje aan de haven.

De volgende dag was ik de auto en ook mijn kleren en ik ga bootschappen doen. Met wel een uur sproeien spoel ik langzaam de modder en olifantenpoep van mijn auto. Er zijn heel weinig mensen op de camping. s’avonds duik ik in het zwembadje. Wel het mooiste zwembad van deze reis.

De volgende morgen haal ik de bak van de auto leeg en ik maak de binnenkant schoon met soda. Het aluminium gaat er mooi van glanzen want het is Oxalic zuur. Wel heel goed uitspoelen met de tuinslang. Aan water is hier geen gebrek. Ze hebben een eigen waterput (borehole) en het is heel schoon duinwater. Elk half uur hou ik weer een pauze, want de luchtvochtigheid is hoog.

Ik haal mijn bril op bij de opticien en mijn caravanluifel die gerepareerd is haal ik op bij de zeilmaker. Dan nog een verlenging van mijn simkaart en bij de apotheek wat cream voor mijn hoofdhuid en zeep met Neem en Turmeric.


  • 09 December 2024 - 11:33

    KeepSmiling:

    wel wat kilometerjes, maar dan zie je ook wat. bedankt.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 89
Totaal aantal bezoekers 373998

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: