Zeilen met boegspriet en kluiver-zeil.
Door: Alfred Daniels
Blijf op de hoogte en volg Fred
02 Februari 2020 | Nederland, Nederland
Ik was al om vijf uur wakker. Het is bewolkt, ietsje koeler en er staat wind. Om zes uur ben ik bij de boot. Alles klaarmaken, brandstof bijvullen, zeilen aanslaan en om zeven uur vaar ik op de motor de jachthaven uit. Ik heb de wind pal tegen en besluit om op de motor door te varen tot voorbij de havenhoofden. De golven daar zijn kort en stijl, het water is onrustig. De motor krijgt een plens water van onderaf en hapert maar herstelt zich en blijft draaien. Bij de volgende golf van onderaf stopt ie ermee. Ik ben wel ver genoeg uit de richting van de vaargeul dus ik hijs de fok en daarna het grootzeil. Ik heb een rif in het grootzeil gebonden. Dit grootzeil heeft geen giek dus dan kan je het gewoon tot in de top hijsen met een bindrif onderin. Nu heb ik stahoogte onder het zeil waar anders de giek hangt. Ik laat het wel ietsje zakken om de aangrijpingshoek van de schoot te compenseren. Ik zou nu een veel hogere zonnetent of schaduwzeil kunnen opzetten onder het zeil. Als ik rechtop ga staan kan ik er ook gemakkelijk bij om het rif erin te binden zonder dat ik het grootzeil hoef te laten zakken. Ik moet nog iets slims verzinnen zodat ik zelfs de schoot niet los hoef te maken. Opnieuw een briljante en vooral zeer veilige keuze van de ontwerper. Hoe meer ik leer van deze boten hoe meer bewondering ik krijg voor de ontwerper. James Wharram heeft in 2019 de “Lifetime Achievement Award” gekregen van het prestigieuse britse Classic Boat Magazine. Aan de toespraak hoorde ik dat de redactie niet half begrepen heeft waarom de ontwerpen van Wharram zo origineel en briljant en super veilig en ook nog heel snel zijn. Het water is onrustig en er staat niet veel wind. Ik vaar zo hoog mogelijk aan de wind omdat ik niet weet of de wind nog gaat draaien. Op een mijl of drie van de havenmond keer ik om. Jahoor het duurt niet lang of ik moet alsnog hoog aan de wind gaan varen om terug te kunnen komen. De wind is van zuidoost naar zuidwest gedraaid. Ik haal het rif weer uit het grootzeil. Ook dat gaat razendsnel. Ik hoef alleen de reeflijntjes los te maken en de schoothoek naar de onderste ring te verplaatsen. Hoog aandewind varend haal ik de havenmond maar net en ik blijf aan de hoge wal ook al valt de wind daar even helemaal weg van achter de steenmassa van het havenhoofd. De stroming en de golven duwen VAYANA nog net naar binnen. Het begint zachtjes te regenen. Er komt ook een containerschip naar buiten varen maar ik blijf goed buiten zijn vaarroute die in het verlengde van de betonning loopt. Ik durf de motor niet te proberen want als ik dan de staart in het water doe remt de boot helemaal af en als de motor dan niet start, omdat ie net was afgeslagen, ben ik volledig stuurloos. Als ik om het gevaarlijke punt heen ben komt de wind weer een beetje terug. Goed buiten de vaargeul probeer ik de motor uit. Ja hij start weer in een keer. Waardoor zou ie dan afgeslagen zijn? Is er water in de stopknop terecht gekomen? Ik vaar naar een rustiger plekje en haal dan de kluiver tevoorschijn. Ik heb er weken van lopen balen dat de val die ik bovenin de mast gemaakt had om de kluiver te kunnen hijsen klem is geraakt door een van de zijstagen. Die stagen liggen aan de top van de mast met een lus om de mast heen. Ik heb de mastdoorvoer voor de nieuwe val net iets te hoog gemaakt en nu de lussen van de verstaging beginnen te zetten klemt ie af. Zo te zien moet ik het zodanig veranderen dat ik daarvoor de mast moet laten zakken. Dat is een rotklus want die aluminium paal weegt een ton. Nou ja: ik denk 35 kilo. Maar gisteren bedacht ik opeens dat ik kan proberen om eerst een keer de fok en de kluiver aan dezelfde fokkeval te hijsen. Voor ik vertrok vanmorgen heb ik het even geprobeerd. Gaat prima. Ik bind de tolhoeken met een harpsluiting aan elkaar en hijs beide zeilen tegelijk. Het gaat heel goed en best heel snel. Ik kan de spanning van het voorlijk van de kluiver bijregelen doordat ik daar toch een blok (katrol) heb zitten waarmee ik de kluiver naar de punt van de boegspriet kan trekken. Eerst valt de wind bijna helemaal weg, maar dan komt ie terug uit Zuidwestelijke richting met 10 tot 15 knopen. De zon komt nu ook door het wolkendek. Oh, wat reageert VAYANA goed op zoveel zeil. Ze ligt nog beter op het roer dan zonder de kluiver en ze sprint ervandoor als een beach catamaran, zoiets als een Dart. Ja, dit is alles wat ik gehoopt had en waar ik zoveel moeite voor gedaan heb. Die tien vierkante meter extra zeil van de kluiver is dertig procent meer zeiloppervlak overall en dat voel je. De kluiver waait nog ietsje zijdelings weg maar door de lengte van de boegspriet blijven de fok en de kluiver daardoor prachtig parallel. Het gaat zo lekker na het spannende en frustrerende zeilen van daarnet met die slappe wind dat ik nu in één run aandewind de grote haven invaar. In dit stuk van de baai ben ik nog niet eerder geweest. Ik vaar langs de kolenterminal aan mijn linkerkant. Ik blijf wel buiten de vaargeul om eventueel geplande activiteiten niet te verstoren voor de mensen die daar aan het werk zijn. Dan vaar ik langs de reparatiewerven aan mijn rechterkant. Op het vlakke water vaar ik nu zeker wel 9 a 10 knopen. De snelheid van een fietser schat ik in. Ik vaar door tot helemaal het einde van de baai, een kilometer of vijf. Er staan bomen in het water daar en er ligt een strandje. Bij de laatste grote rode ton ga ik overstag want ik weet niet of het plotseling ondiep zal worden en of er ook nog dode bomen onderwater staan. Ook het overstag gaan met de kluiver is een makkie. Het is zelfs gemakkelijker want de kluiver even bak-houden geeft een snelle draaiing doordat ie ver voor de punt van de waterlijn zijn kracht uitoefent. Terug varen gaat ook snel totdat ik net weer voorbij de industriehaven ben en de wind opnieuw wegvalt en begint te draaien. In plaats van lekker varen met ruime wind moet ik nu vier keer overstag op een smal gedeelte in een hele lichte wind die steeds verder draait naar zuidoost. Ik haal met de laatste slag net de ingang van het kanaal naar de jachthaven en besluit om er mee te stoppen. Ik had het wel leuk gevonden om met drie gebolde zeilen langs de jachten te stuiven maar in plaats daarvan zakt de wind zo ver weg dat ik alles moet laten zakken en de motor start. Bij de box aangekomen zet ik de draai iets te laat in en raak ik nog bijna de betonnen steiger. Mijn sterke vaarboom is net zo’n visstok als mijn vader vroeger gebruikte om zijn visbootje aan vast te binden. Daarmee kan nog net de beweging van de boot opvangen. Pff. dat ging nog maar net goed. Ik leg VAYANA vast en bind snel de zeilen op zodat ze niet kunnen opwaaien als er nog een windvlaag zou komen. Ik laat verder alles liggen en ga snel naar de schaduw op de kant want ik begin echt te verbranden ondanks de zonnebrandcreme. Ik voel mijn spieren ook behoorlijk. Ik rij naar het clubhuis en ga in de donkerhouten bar wat eten en een biertje drinken met een heel groot glas koud water erbij. Het is 14:00 uur. Na het eten rij ik naar de caravan en ga douchen en een uur op bed liggen. Pas om 18:00 uur rij ik terug naar de jachthaven om op mijn gemak de zeilen op te bergen en alles netjes achter te laten. Het was weer een hele inspanning en ik voel mijn schouderspieren terwijl ik toch best sterk ben. Maar wat ben ik blij met het resultaat. Dit is de boot aan het worden zoals ik hem voor ogen had: ze zeilt als een beachcat maar wel veilig en zeewaardig met een laag zeilplan. Vorige week las ik dat twee jonge mannen met een Tiki 26 de Atlantische oceaan zijn overgestoken. Eerst voeren ze vanuit Zuidfrankrijk naar de Canarische eilanden en daarna in twee weken naar Brazilie. Ik ben benieuw hoe ze het ‘living aboard’ ervaren hebben, want het is in de kajuitjes wel klein hoor. Hoe je zo’n boot handig indeelt weet ik nog niet. Wharram spreekt over ‘flexispace’. Mijn caravan is ook zo, maar in de praktijk komt het er vaak op neer dat je je spullen maar ergens neergooit en probeert te herinneren waar.