Veel te heet, maar toch interessant. - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Veel te heet, maar toch interessant. - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Veel te heet, maar toch interessant.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

08 Januari 2020 | Nederland, Nederland

Do. 2 en vrij. 3 januari 2020 Het zijn twee snikhete dagen. De voorspellingen zijn dat het weekeind ook zo heet gaat worden: boven de 35 graden. Al vroeg in de ochtend is het warm en broeierig door een hoge luchtvochtigheid en het is windstil. Ik begin zo vroeg mogelijk om 8 roestvrijstalen plaatjes te zagen voor de nieuwe beams. Gelukkig heb ik een paar dure ijzerzaagjes gekocht want dat maakt een groot verschil. Dan moeten er gaten van 8 mm geboord worden en ook daar bewijst goed gereedschap zijn waarde want de dure roestvrijstaalboor heeft er weinig moeite mee ook al heb ik alleen maar een electrisch handboormachientje. Dan zoek ik 8 oogbouten bijeen of ik gebruik oogmoeren met stukken draadeind. Het is zo warm dat ik een paar maal onder de douche ga en smiddags in het zwembadje probeer af te koelen. Zelfs het zwembadwater is aan het opwarmen en net niet lekker koel meer. Ik hou mijn hoed en zonnebril in het water op. Ik kan er ook nog wel mee onderwater zwemmen. Ik heb vroeger ook wel gedoken met een slappe hoed op en dat gaat prima. Het houdt je hoofd lekker koel voordat je op diepte bent en nog belangrijker als je terug komt boven water totdat je weer schaduw hebt. Bij het snorkelen is het helemaal verstandig om kleren met lange mouwen en lange broekspijpen aan te trekken en een
col of een sjaaltje om je nek te doen. Ik gebruik daarvoor nauwsluitend sportondergoed, dat dunner is en minder warm dan een duikpak. Na het zwembadje ga ik op bed liggen om siesta te houden tot een uur of vier. Ventilator aan, kleren uit en onder het muskietennet. Het muskietennet dempt de luchtstroom van de ventilator net genoeg om het niet onaangenaam te hebben in de directe luchtstroom op je huid. Voor de boot heb ik ook 12 volt ventilatortjes gekocht maar nog niet aangesloten en ook nog geen muskietennetten op maat gemaakt. Donderdagavond ben ik bij Angela en Whayne thuis uitgenodigd. Haar ouders logeren er nu. Ze hebben het huis vorig jaar gekocht en er een grote patio aangebouwd waar we nu heerlijk kunnen zitten. Natuurlijk is er ook een braaiplek met schoorsteen gebouwd en er komen gin/tonics op tafel. Dat is een heerlijke drank als het hier zo heet is. Angela maakt er een prachtige cocktail van met een blaadje munt en blauwe bessen erin. We praten de hele avond over het huis en over zeilplannen en over reizen en we eten gegrilde kippepootjes en gezonde salades erbij. Ik wist niet dat ZuidAfrikanen zoveel moeite moeten doen om een toeristenvisum te krijgen voor Europa. Ze moeten er zelfs een interview voor hebben en het is heel duur en dan is het nog maar voor een maand geldig. Voor heel Europa? Een maand toerisme? Als ze nog een keer willen komen moeten ze opnieuw op interview en veel betalen. Wat een raar gedoe is dat. De vrijdag monteer ik de roestvrijstaalen sjorogen en plaatjes op de beams. Ik ga die ogen gebruiken om de beams met sjorlijnen aan de boot vast te zetten. De rvs plaatjes zijn bedoeld om de kracht van de bouten te spreiden. Vrijdag na 3 uur begint het opeens hard te waaien en om 4 uur wordt het ook iets koeler. Ik laad de beams op het dak van de auto en rij ermee naar de werf. Ik maak rubbers op maat voor onder de beams en zaag de achterstevens van de boot op dek niveau vlak waar de beam op moet komen te liggen. Ik maak ook de helmstokken lager. Gelukkig past het allemaal net. Morgen de zaagsnedes afwerken en alles monteren en dan kan de zelfstuurinrichting windvaan die ik thuis gemaakt heb erop gezet worden en uitgeprobeerd. Ik hoop dat ie rechtstreeks aangesloten kan worden op de lange helmstokken en dat ik geen hulp-roerblad erbij hoef te maken. De roerdruk is heel gering omdat het aangehangen roeren zijn met een skeg ervoor en de helmstokken zijn 2.20 meter lang door de lengte van de canoestern. Als ik op het clubhuis aankom om te eten vraagt Brad: how are you? En ik zeg eerlijk: tired and sweaty. And also hungry and thirsty. but .... OK.

De zaterdag en zondag zijn is inderdaad net zulke dagen als donderdag en vrijdag: Veel te heet om iets te doen en hele rare rukwinden in de middaguren. In de ochtend blijf ik in de schaduw bij de caravan wat kleine klusjes doen die niet veel inspanning vereisen. Ik ga een paar keer douchen om even af te koelen en ik rij zaterdag ook nog naar de supermarkt. Wat is het daar stil. Ik heb het winkelcentrum nog nooit zo leeg gezien. “Zitten de buiken nog vol van de oudennieuw viering of is het geld op“ vraag ik de verkoopster van de kiosk? “Maandag moeten de kinderen naar school“ zegt ze, “en dan moeten ze schoolgeld betalen.” Hoeveel
is dat? Ze heeft een zoon op de middelbare school en moet voor hem eenmalig 1050 Rand betalen voor inschrijving en daarna 700 Rand per maand. Voor mensen met een laag inkomen van 30 Rand per uur is dat best wel veel, ook al zijn de basisboodschappen niet duur. S’middags hou ik siesta op bed met het raam en de deur open om wind te vangen. Pas om 5 uur als de zon wat gezakt is rij ik naar de boot. Waar ik aan de achterstevens op dek een stukje weggezaagd heb zet ik het hout nu in de grondlak, een paar rubbers die ik vanmorgen op elkaar heb gelijmd om tussen de beam en het dek te leggen ga ik passen, een paar moeren vervang ik door zelfborgende moeren. Allemaal kleine klusjes en het lijkt wel nooit op te houden. Terug op de camping ga ik zelf koken: rode linzen met uien en knoflook en paprika en champignons en een eitje erdoor. Ik heb vandaag al zeker 3 liter gedronken maar zet nog maar een liter water op om groene thee te zetten. De zondag verloopt net zo: bij de caravan maak ik de helmstokverlenging nog iets hoger door een houtblok onder het scharnier pas te maken en te monteren. Ik maak ook een houder voor een vlaggemastje op de achterkant van de helmstok aan bakboord en ik repareer een racevaantje waar de voorkant van was afgebroken. Ik bind er een steeltje van een penseel bovenop met een dun lijntje omwikkeld. Dan zet ik die drie dingen in de tweecomponenten grondverf. Eerder dit jaar heb ik aan Andrew een dikke plank van Afzeliahout gegeven. Ik had er zelf een tafeltje van willen maken maar Andrew wilde hem gebruiken voor een voetsteun onder zijn mast. Dat is natuurlijk belangrijker dan een tafeltje dus ik gaf hem weg. Andrew heeft mij vaak met adviezen geholpen en zijn bandschuurmachine uitgeleend. Hij is niet alleen de meest ervaren zeiler hier met tientallen deliveries op het moeilijke stuk kust vanaf hier naar Kaapstad, maar hij heeft ook van jongsaf aan ervaring opgedaan met de bouw van een aantal catamarans van dezelfde ontwerper als mijn boot: James Wharram. Tot mijn verbazing kwam hij daarna een teakhouten tafelblad brengen van een maatje die precies goed is voor mij. Het heeft wat beschadigingen en het komt waarschijnlijk uit dezelfde container als waar ik de Azobeplank vandaan had gehaald. Prima hergebruik dus. Ik schuur het af met waterproof schuurpapier en zet het in de jachtvernis. Zo dat wordt prachtig. Dan ga ik afkoelen in het zwembadje en een uurtje siesta op bed houden met de ventilator aan. Om 5 uur bind ik de viermeter lange crossbar met helmstokverlenging op het autodak. De helmstok zelf kan nog wel net in de achterbak met de klep open. Bij de boot aangekomen maak ik tweecomponentenverf aan en schilder de delen van de roeren op de boot. Met dezelfde verf schilder ik ook de helmstok en de crossbar en het vaantje. Maar dan in de schaduw op de wal. Zo, nu hoef ik geen twee keer verf aan te maken met harder erin en geen twee keer een kwast weg te gooien. Terwijl ik bezig ben komen Angela en haar vader Ian langs lopen in hun zwemkleding. Ze hebben de onderkant van hun boot schoongemaakt van algengroei. Ja, daar is het wel lekker weer voor. Morgen gaan Ian en zijn vrouw lyn terug naar Pretoria. Of ik nog wat kom drinken in de Sundowner bar van de Imvubulodge. Ja, even mijn werk hier afmaken en dan rij ik er naartoe. Gelukkig heb ik nog een schoon T-shirt in de auto. Met uitzicht op zee zitten we hier heel gezellig. Met Whayne praat ik over zijn werk in de mijnbouw. Hij is verantwoordelijk voor het onderhoud van de machines in 7 aan de mijn gerelateerde fabrieken. Het is een bedrijf waar ik niks van weet en nooit gezien heb dus heel interessant om wat van te leren. We zijn de laatste gasten die vertrekken.

  • 08 Januari 2020 - 09:32

    Ineke:

    Wat een schommelingen van temperatuur heb je ook in Afrika. Weer een leuk verhaal Fred. Hopelijk kun je weer snel varen. Hier nog steeds geen winter, veel donkere dagen en regen. Gr. Ineke

  • 08 Januari 2020 - 10:19

    Daan Overkleeft:

    Hoi Fred, weer een mooi verslag van al jou avonturen, je hebt het maar druk met die boot. Het enige wat ik geknutseld heb, is nieuwe lightseals in m,n oude Mamiya C220. Jij lijkt wel een soort Willie Wortel met al je bedenksels voor de boot. Is het daar altijd zo warm of heeft het ook met klimaatverandering te maken ? Groetjes Daan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 245
Totaal aantal bezoekers 369214

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: