20-23 Harde wind en VAYANA zweeft boven het water - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu 20-23 Harde wind en VAYANA zweeft boven het water - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

20-23 Harde wind en VAYANA zweeft boven het water

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

24 Juli 2019 | Nederland, Nederland

Zaterdag 20 Juli. Storm.
Vannacht is de ZuidWester begonnen en nog steeds maar toegenomen. Tegen het middaguur heeft de storm zijn volle kracht bereikt. Ik rij morgens eerst naar VAYANA. Alles ligt er goed bij. Ik heb de tentjes met de nieuwe voor- en achterwanden omhoog laten staan bij wijze van test. Door de open structuur van het doek en door de kieren tussen het ‘dak’ en de nieuwe wandjes kan de wind er gemakkelijk uit en staat het doek zelfs niet te klapperen. Als de zon even doorkomt is het op de trampoline aangenaam rustig om te zitten of te liggen. Je voelt nog net een beetje wind en hebt door het doek aan alle kanten zicht op de omgeving. Ik ben hier echt 100% tevreden over. Blij dat ik aan het ontwerpen en bouwen van deze tentjes zoveel aandacht en tijd heb besteed. Ze geven precies die beschutting die je op deze kleine open boot nodig hebt. Als het in de zomermaanden heel heet wordt kun je niet zonder schaduw. Om mij heen liggen de grotere jachten behoorlijk te schommelen en er klinkt een orkest van geluiden door de lijnen die tegen masten slaan en ook de drijvende steigers maken herrie. Het water in de haven is zo hoog opgestuwd dat de toppen van de golven over de steigers spoelen. Ja, wat kan ik vandaag doen? Ik rij naar de stad en neem ruim de tijd om bij de grote Chineese winkel te kijken wat ze allemaal verkopen. Het lijkt nog het meest op de Action in Nederland. Uiteindelijk koop ik een boodschappenwagen vol met spulletjes, waaronder ook een brandblusser en een paar gewatteerde sokken. Toen ik gisteren heel vroeg in de ochtend met natte voeten aan boord klom kreeg ik best koude voeten. Verder koop ik ook reflecterende tape en ik denk die te gaan gebruiken om op de beginstukken van de ankerlijnen te plakken zodat ik in het donker niet in de ankerbak hoef te zoeken waar m’n lijnen beginnen. Nog een pak tie-wraps om van alles mee vast te kunnen zetten en een paar huishoudmessen en een LED lampje dat er wel handig uitziet. Een klein schepnetje en een mooie roestvrijstalen schep die licht in gewicht is. De steel van de schep is ook van rvs en heeft een handgreep. Hij is ca. 80 cm lang. Ik hoop dat ie een beetje mooi blijft zodat ik niet allemaal roest in mijn boot krijg. Hij kostte maar 200 Rand: 13.50 Euro. Een spuitbus met smeerolie en een spuitbus met textielreiniger kan ik ook goed gebruiken. Vooral de trampolines die zo stralend wit waren beginnen nu grijs en vuil te worden. Een beetje vuil vind ik niet erg want dat helpt misschien tegen de UV straling. Daarna rij ik door naar het BoltCentre: de gereedschap- en ijzerwaren handel. Ik koop er twee brandstofjerrycans van 10 liter. Ik denk dat die gemakkelijker zijn te hanteren dan de grote 20 en 25 liter jerrycans die ik nog had van de auto. Ik kijk er ook naar rvs katrolletjes maar ze hebben alleen grote maten en ik koop er wel 2 extra rvs mountainering hooks. Dat zijn een soort verbindingen die ik nog handiger vind dan D-sluitingen omdat je ze met een hand kan openen en sluiten met een schroefdraad. Ik denk dat ze ook sterker zijn dan D-sluitingen. Ik koop er ook twee 8 mm oogbouten en oogmoeren. Ik denk dat ik die door de gaten in de achterstevens ga zetten en aan die ogen de nieuwe beam ga vastsjorren. Dan ga ik bij de BurgerKing een Whopper en een milkshake eten. De wind blijft maar toenemen, ook in de stad tussen de gebouwen voel je de kracht van de wind. Ik rij terug en ga nog een keer naar VAYANA en bind nog een extra landvast aan de voorstagbreidel. Liever drie dan twee voor geval er een zou doorslijten. De wind staat pal op de boeg. Ik maak ook een plan om de afdekzeilen voor de voorkant en achterkant deze keer als ik terugga maar Nederland aan het frame van de tentjes vast te maken en die tentjes gewoon op te laten staan als ik tot december de boot moet achterlaten. Op de trampoline is het goed toeven ondanks de wind. Ik hoor opeens een luid geklapper van een voorzeil dat losschiet. Het is aan het eind van de steiger geloof ik bij Piet op zijn boot. Hij staat op het voordek maar lijkt het zeil niet onder controle te kunnen krijgen. Ik zie Ken toesnellen en ga er ook snel naartoe. Dan komen ook Hayden en een vriend erbij en ik ren terug om de pikhaak te gaan halen want de schootlijn is om het zeil gedraaid buiten bereik waardoor het zeil niet terug opgerold kan worden. Als ik terugkom hebben ze de hele furler losgemaakt en met vereende krachten lukt het om het wildklapperende voorzeil met het hele furler opdraaisysteem eraan naar beneden te halen. Dat is wel gevaarlijk op zo’n smal voordekje. Piet heeft als enige zijn jacht niet met de kop naar zee vastgelegd en de furler had al eerder problemen gegeven hoor ik van Ken. Een verkeerde keuze met grote gevolgen dus. Hopelijk blijft de schade beperkt. Dan rij ik door naar de Supermarkt en ik koop er fruit en melk. Bij de caravan drink ik de hele liter melk op. Daarna leg ik de afdekzeilen uit in het gras. Ze zijn precies goed voor wat ik wil. Ik maak de rijglijnen helemaal weer goed en rol de twee stukken doek zo klein mogelijk op. Dan rij ik nog even naar de kop van de camping met uitzicht over de zee. Ik heb een windmeter bij me. Het is een dikke 5 BF met windvlagen van 6 en 7. De windsnelheid is 30 - 45 knopen, dat is ca 55 - 80 km per uur. Het zand van de kust waait in mijn gezicht en ik kan nauwelijks blijven kijken om er een minuut video van maken. Ook de auto zit meteen onder het zand en terug bij de caravan spuit ik die met water weer schoon en ga dan zelf douchen want het zand zit in mijn ogen, mijn haren en mijn oren. Ik kook wat linzen met groenten en een paar eieren en ga die binnen opeten. Vroeg naar bed. De hele nacht blijft de wind bulderen en de caravan schud af en toe. Ik span de voorluifel met een punt bijna helemaal naar beneden en sla een zware gesmede grondpen daar in de grond met mijn hamer van 1.5 kilo. Al mijn normale haringen werden uit de grond getrokken op die punt van het grote tentdoek. De andere lijnen aan de voorkant heb ik vastgebonden aan boomwortels.

Zondag 21 Juli. Als ik vanmorgen wakker wordt is de wind afgenomen maar ik kan de golven nog horen op het strand. Het is koud en ik blijf een uurtje liggen totdat de zon iets hoger komt. Dan maak ik mijn ontbijt en rij naar de boot. Die ligt er prima bij. In de zon op het achterdek is het heerlijk genieten van de zondagochtendrust. Ik meet op hoe de nieuwe beam moet komen. Waar hij op de rompen ligt moet hij lager gelegd worden anders kunnen de helmstokken niet vrij eroverheen bewegen. Dan neem ik hem eraf en op de kant zaag ik de fairing weg op de plekken waar de beam op het dek komt te liggen. De resorcinol is haast niet doorheen te komen. Het is paars van kleur en zo taai dat het grove zaagblad van de decoupeerzaag er bijna in vastloopt en zeer heet wordt. Ook het vijlen gaat moeizaam. Als ik de beam weer op de boot leg is de hoogte precies goed. De uitsparingen vallen netjes om de bootrand heen en zullen daar bijdragen om de beam op zijn plaats te houden en ook nog meer stevigte aan de boot te geven. Ik weet nog niet hoe ik het verder zal afwerken en ben af en toe ook moe en zat om steeds nog maar aan het bouwen te zijn. Ik kijk hoe ik de windvaan op de beam kan bevestigen en waar de controlelijnen naar de roeren kunnen lopen zonder de traveller van de overloop tegen te houden. Als ik aan-de-wind zou willen zeilen met de tentjes op en met de windvaan erbij beïnvloedt het tentje aan loef dan niet de wind die in de windvaan moet blazen? Het zou beter zijn als de windvaan zo hoog mogelijk komt maar hoe doe ik dat? Of kan ik in het geval dat ik moet opkruisen en ook de windvaan wil gebruiken beter het tentje gedeeltelijk of helemaal laten zakken of alleen de zijwanden eruit halen om een vrije luchtstroom te maken? Of zal ik de twee voetplaten van de windvaan die ik al heb gemaakt ook op de beam schroeven en meer naar de zijkant zodat ik de windvaan toch kan verplaatsen als het echt moet? Ik moet er nog langer over nadenken. Ook de manier om de beam aan de boot te sjorren is nog niet zo vanzelfsprekend. De beam zelf ligt nu al goed en veilig, maar heeft het zin om de beam te gebruiken ter versterking van de boot? Als ik de sjorring verder naar buiten zou plaatsen ontstaan er driehoeksverbindingen die bijdragen aan het bijeenhouden van de achterkanten van de rompen. Hoeveel spanning en hoeveel flex kan die verbinding aan de romp dan hebben? Ik moet hier nog langer over nadenken. Ik herinner mij de scene in de Disneyfilm VAYANA over de Polynesische cultuur waarin de grootmoeder de dans van de zee uitvoert en haar armen beweegt op het ritme van een catamaran die op de golven danst. Dat zijn precies de stressen die een catamaran ondervindt. Als de voorkant van de ene romp omhoog gaat en tegelijk de voorkant van de andere romp naar beneden. En hoe die beweging zich dan doorzet in de lengte op het “ladderframe” dat een catamaran in feite is. De mast lijkt me heel belangrijk omdat die het platte vlak van het ladderframe voorziet van een derde dimensie. Daarom heb ik ook extra voorstagen van dyneema naar de punten van de rompen laten lopen en extra dyneema verstaging aan de zijkant gemonteerd die bij heel slecht weer als bakstagen op de achterkant gezet kan worden. Als ik nu ook nog aan de nieuwe achterbeam spanlijnen in een driehoek naar een laag punt aan de achterstevens laat lopen is dat ook een “derde dimensie” verbinding. Ik denk bijvoorbeeld aan de vorm van de achterbeams die ik gezien heb op de enorme catamarans en trimarans die races om de America’s Cup en aan de krachten die de roerbewegingen veroorzaken. Tegen de middag ga ik wat eten bij het curryrestaurantje. Ze hebben een DJ met goede muziek ! Als ik terug ben bij de boot pas ik een stuk schaduwdoek dat ik nog over heb. Het past precies als ‘hoog dak’ over de open ruimte tussen de twee zonnetentjes als ik voor anker lig. Zes touwtjes of stukjes elastiek zal genoeg zijn. Christiaan en zijn gezin met Dillon en zijn gezin gaan barbequen dus ik ga mijn gereedschap opbergen van de barbequeplek waar ik heb staan zagen. Ik drink een biertje mee en geef een halve doos mandarijnen voor de kinderen. Die zijn er dol op en ze zijn zo op. Dan rij ik terug naar de caravan.

Maandag 22 juli. Ik wordt vanmorgen vroeg wakker van de wind die aan de caravan staat te schudden. Maar het voelt anders dan gisterenavond. Deze wind komt van de andere kant! Dit is een noordoosten wind. Ook krachtig, maar met 180 graden richting verschil. Deze weersystemen hier zijn echt bizar. Ik blijf nog een uurtje liggen want het is koud en niet lekker om al vroeg op te staan. Dan ga ik mijn ontbijt maken en tot 2 uur middags blijf ik bij de caravan klusjes doen. Ik spuit de auto nog een keer af want er ligt weer een laagje zand op. De V-snaren moeten ook vervangen worden want een ervan piept bij het starten en wegrijden. Deze week moet ik nieuwe gaan kopen want ik heb nog maar een reserve. Ik haal een van de dollies die ik gemaakt had en waarop ik VAYANA naar het water heb gerold uit elkaar en pomp de middelste band op en zet dat wieltje meteen aan de buitenkant. Dan maak ik nieuwe stukken slang op de randen die de bootwand kunnen raken en zet die stukken slang meteen vast. Als ik VAYANA weer ga beachen ga ik proberen eerst de dollies eronder te zetten en hier op het strandje ga ik dan de zware aluminium rijplaten die ik voor de auto heb onder de dollies leggen. Hout zou ook kunnen maar die platen zijn juist gemaakt voor wegzakken van wielen in zand. Ik denk dat de boot dan hoger komt en kan wippen op de dollies en ik er gemakkelijker bij kan en meer tijd heb om te werken. Ik moet haar wel goed vastleggen zodat ze niet op de rijplaten terugrolt het water in. Dan denk ik na of het zin heeft om de windvaan hoger op de beam te zetten. Hoeveel hoger en met wat voor constructie? Uiteindelijk bedenk ik dat het eenvoudigste is om het blad dat de wind vangt langer te maken. Ik heb van hetzelfde materiaal nog meer stukken en maak dus nog een tweede blad dat 20 cm langer is en ook 8 cm breder. Daarmee is het ook de helft krachtiger: 3000 cm2 in plaats van 2000 cm2. Hoeveel kracht het moet ontwikkelen is sowieso een kwestie van uitproberen en van afstellen van de plek langs de helmstokken waar ik de lijnen naartoe zal leiden. Dat zal varieren met de roerdruk bij iedere zeilvoering. Dan rij ik naar VAYANA en ga de nieuwe beam precies passend maken en ik boor gaten waardoor ik 8 mm oogbouten ga monteren. Ik denk dat ik een elastische nylon lijn met veel spanning ga gebruiken om deze beam aan de 10mm oogbouten die al achterop de boot zitten te binden. De beam rust nu kops op de 38 mm multiplex waarvan de boegen en de stevens zijn gemaakt. Dat is heel sterk maar de afwerking moet goed zijn en er moet ook een sterke rubberplaat tussen om slijtage te voorkomen en de druk te verdelen. Had ik hier maar resorcinol ! Op het ‘achterdek’ van VAYANA is het aangenaam in de namiddagzon. Ik pas de windvaan op het midden van de beam en bedenk hoe ik die erop kan zetten en bereken dat ik dan hoe hoog ik aan-de-wind (schijnbare wind) kan varen met de tentjes nog op. Dillon had vrijdag nog gezegd dat de windvaan in het midden van de beam teveel hinder zou ondervinden van de tentjes maar de vaan staat in het midden van de achterste beam wel 2 meter haaks achter en 2.3 meter schuin achter de top van het loeftentje vandaan en zelfs theoretisch als de wind in rechte lijn door zou gaan is de vrije hoek dus nog wel 40 graden. Ik denk dat het genoeg zal zijn voor deze boot. Als het donker begint te worden ga ik opruimen en ik rij naar de supermarkt om er vlees en salade en bier en een paar zakken chips te kopen voor de barbecue met Christiaan en zijn gezin. Ik laat het grillen van het vlees over aan Christiaan maar die laat het er ondanks mijn waarschuwing te lang op liggen dus uiteindelijk is het prachtige stuk lams spareribs nog teveel geschroeid. De gezelligheid is er niet minder om en wat er over is aan vlees en bier en chips laat ik aan hen.

Dinsdag 23 juli. Het is heel rustig weer als ik wakker wordt en ik sta meteen op en rij zonder ontbijt te maken naar de jachtwerf. Ik rij de auto naar het strandje voor het clubgebouw en loop dan terug naar VAYANA die achterin de jachthaven ligt. Ik maak de aanleglijnen los en vaar met de motor naar het strandje. Het is om 7:00 uur hoogwater en ik ben net op tijd. Ik monteer de dollies met de wieltjes onder de kiel en zet ze vast spanbanden. Ik weet nog precies wat het middelpunt is van het gewicht van de boot en plaats de dollies 15 cm daarachter. Dan haal ik de grote aluminium rijplaten uit de auto. Die heb ik voor off-road rijden gekocht voor in diep zacht zand of modder maar nog nooit hoeven gebruiken. Ik schuif de rijplaten onder de wieltjes en dan ontstaat meteen het eerste probleem: hoe hou ik de drijvende boot met de wieltjes precies boven de rijplaten? Gelukkig heb ik wel een lijn aan de platen gebonden anders wordt het ook nog moeilijk om ze terug te vinden ondanks dat het water vrij helder is en maar 70 cm diep. Ik heb ankers voor en achter VAYANA maar ik moet toch gewoon 20 minuten blijven trekken en duwen voordat het water voldoende gezakt is dat ze met de wieltjes stevig op de rijplaten staat. Dan ga ik de schoonmaakspullen en de verfspullen klaarmaken terwijl het water langsaam zakt en VAYANA steeds hoger komt te staan. Als er 15 cm van de waterlijn boven het water uitsteekt begin ik die vast met een spons met kraanwater schoon te maken en als dat droog is met de antifoulingverf een eerste laag te geven. Naarmate het water verder zakt ga ik zo rondom de rompen verder met schilderen steeds een band van 10 -15 cm, totdat VAYANA helemaal boven het water uitsteekt en ik ook de kielbalk aan de onderkant kan doen. Ik smeer de verf er zo dik mogelijk op met een kwast want dat is de bedoeling van deze verf die er langsaam vanaf slijt waardoor de aangroei van algen en zeepokken er weer vanaf valt. De verf is na een of twee seizoenen zover afgesleten dat er een nieuwe laag op moet. Het is een warme dag en het is wel lekker om aan de waterkant te ‘spelen’. Om twaalf uur is de pot verf leeg en loop ik naar de winkel om er nog een kleine pot van 3/4 liter bij te kopen. Als de verf begint te drogen kan je goed zien waar er nog een plekje vergeten is of iets te dun is gesmeerd. Ik hou nog wat over in de pot want op de plek waar de dollies zitten en een steunbalkje onder de boeg om VAYANA boven het zand te houden kan ik natuurlijk niet smeren dus dat moet nog een andere dag. Maar ik ben heel tevreden over het resultaat. Als ik het nog eens moet doen zou ik de rijplaten dwars gelegd hebben want VAYANA beweegt op de ankers niet meer voor- en achterwaarts maar wel dwars. Als ik het op een ander strand zonder de rijplaten zou moeten doen is een stam van een palmboom waarschijnlijk het beste. Dat hout is vrij zacht en door zijn lengte kan de boot zich nog een beetje dwars verplaatsen voor ie helemaal vast komt te liggen en als je over de palmboom nog een stukje terug laat rollen kan je ook het laatste plekje doen. Omgekeerde bierkratjes met een plankje erin en iets zachts erop zou ook nog kunnen maar hoe hou je die op zijn plaats? Als ik de wieltjes van de dollies afgehaald zou hebben en daar een passende voetplaat op zou maken kan het misschien ook maar dan mag dat er niet vanaf breken. Ik denk dat een palmboom nog het beste zal zijn. Een roestvrijstalen strip of nog beter een koperen strip op het diepste punt van de kielen zou ook veel beter zijn. Daar ga ik in Nederland nog naar op zoek. Ik maak een paar foto’s hoe VAYANA boven het water ‘zweeft’. Dan doe ik wat kleine klusjes rondom terwijl ik wacht tot het water weer voldoende gestegen is. Het begint al aardig donker te worden als ik op de motor terug vaar de box in. De wind is opgekomen en staat nu recht van achteren dus op het laatst zet ik de motor in zijn achteruit om af te remmen. Het gaat goed maar gelukkig komen Antoinet en Piet en ook mijn overbuurman aanlopen om even te helpen. De wind is aan het toenemen, maar nu vanuit het noordoosten, dus ik leg VAYANA goed vast met dubbele lijnen achter. De overbuurman vertelt dat het uit het water halen van zijn boot en het afspuiten en nieuwe antifouling aanbrengen hem 12000 Rand gekost heeft: 800 Euro. In minder dan een jaar zat er al weer zoveel aangroei op dat hij het er zelf is gaan afkrabben. Ik heb alleen de kosten van verf en materiaal gehad samen 100 Euro. Ik ga in de bar wat eten. Ik kom er Piet en Hester en Wil en Annet tegen en we eten samen en praten. Het is gezellig druk in de bar vanavond. Dan rij ik naar de camping toe en val heel snel in slaap. Om 2:00 uur wordt ik wakker van de wind en ga dit verhaal van de dag schrijven.

  • 24 Juli 2019 - 05:38

    Ineke:

    En zo vliegen je dagen voorbij en is er nog steeds veel werk. Ik hoop dat je snel kunt varen. Gr. Ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 288
Totaal aantal bezoekers 369470

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: