Di. 25 -do. 27 Plannen, zeilen en plannen. - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Di. 25 -do. 27 Plannen, zeilen en plannen. - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Di. 25 -do. 27 Plannen, zeilen en plannen.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

28 Juni 2019 | Nederland, Nederland

Dinsdag 25 juni. Behalve de aapjes lopen er ook twee groepen mongoesen over het terrein van de camping. Er is een familie van een kleine zwarte soort en een familie van een grotere gevlekte soort. Beide families hebben wel 15 -20 leden. Ze scharrelen op zoek naar eten door de struiken en houden contact met zachte geluidjes. Als ze open stukken grond moeten oversteken doen ze dat op een holletje achter elkaar maar niet voorspelbaar in colonne. Vanmorgen liepen vijf leden van de gevlekte soort pardoes mijn kampje binnen toen ik stil in mijn stoel zat te genieten van mijn koffie. Ik bleef doodstil zitten want ze hebben hele goede ogen en oren, maar vanuit hun laagbijdegrondse perspectief zal het voor hen niet gemakkelijk zijn om de mensenwereld hogerop te herkennen. Ze bewegen hun kopjes op en neer, ik denk om afstanden te schatten. Als ik buiten hun gezichtsveld een heel zacht geluid maak door mijn handen te verplaatsen reageren ze al meteen geschrokken. Ik denk dat roofvogels hun grootste vijanden zijn en hun bouwwijze en gedrag wordt daardoor bepaald. Hoewel ze meest op de grond hun voedsel zoeken zitten hun ogen vrij hoog op de kop en hun oortjes zijn kort en rond en staan ook rechtop. Ze hebben de kleur van takken en aarde op de grond en als ze niet lopen staan ze doodstil. Misschien dat zelfs het op en neer bewegen van de kop in plaats van heen en weer bewegen hen vanuit de lucht moeilijker te zien maakt. Als ik om negen uur bij de boot aankom is het nog lekker koel en lichtbewolkt weer. Ik ga de boot opruimen en rijg daarna stroken waterdicht doek tussen de zijranden van de trampoline tussen de mastbeam en de voorste beam. Daar had ik speciaal ruimte voor vrijgehouden bij het opspannen van die trampoline. Ik had op YouTube filmpjes gekeken waar het meeste buiswater opspat bij dit ontwerp catamaran en dat is aan de binnenzijde van de rompen voor de mastbeam. Daarom heb ik daar nu 15 centimeter brede stroken doek ingeregen. Ook komt er een beetje buiswater aan de buitenzijde van de rompen aan de voorkant en daar wil ik misschien ook nog iets gaan spannen. Dan hijs ik het grootzeil want de wind staat gunstig op de kop. Ik installeer de schoten van het grootzeil en ook die van de fok. Schoten zijn de lijnen waarmee je het zeil bedient. Kijken of de overloop nog goed vrij is als het peddelboard op de achterkant ligt. Kan de overloop blijven haken achter de koppen van de leggers van het frame? Ja. Misschien dat ik die nog iets meer kan afronden? Dan hijs ik de kleine genua (hij is 125% van de standaardfok) Bij de eerste proefvaart had ik de schoot rechtstreeks aan het schootoog vastgemaakt maar bij de 25 knopen wind die er toen stond waren we ( ik met Whayne en Angela) al niet sterk genoeg om die schoot goed aan te trekken. Daarom heb ik de schoot nu dubbel ingeregen en met ratelblokjes aan het zeil. De schootblokken (vioolblok met klem) zet ik in de hoeken bij de achterbeam vast. De schoten zijn lang genoeg. Christiaan en Antoinette komen langslopen. Als er in hun bezigheden vanmiddag tijd blijft hebben ze wel zin om een stukje mee te varen. Maar in de middag zakt de wind helemaal weg en ga ik een hamburger eten op de club en dan eerst het veiligheidsharnas en de nieuwe veiligheidslijn uitproberen. Ik heb een moderne elastische sleepkabel gekocht, zoals voor auto’s wordt gebruikt. Hij rekt mee van 1.5 naar 4 meter en er zit een soort hoes omheen. Hij blijft daardoor niet gemakkelijk ergens achter haken en valt ook niet in een lus zoals een gewoon touw. Ik zet hem met een musketonhaak vast bij de voet van de mast. Hij is precies lang genoeg om overal bij te kunnen. Daarna ga ik kijken hoe ik het grootzeil het gemakkelijkste kan reven. Ik bind het eerste rif erin. Dat gaat heel makkelijk. Als ik dan het zeil met rif en al hoger hijs, kan ik dan ook een groter zonnebeschermingsdoek onder het zeil spannen? Dit grootzeil heeft geen giek dus ik kan het met een rif erin zo hoog hijsen dat de hoek waarmee de grootschoot aan het zeil trekt weer hetzelfde is als toen het zeil niet gereefd was. Behalve dat het veiliger is zonder giek is dit ook nog een extra voordeel. Dank je wel James Wharram en Hanneke Boon! Ik ben nog een poos aan het meten en het opspannen van het schaduwdoek met elastieken en de boogstokken die ik van de lange zeillatten gemaakt had. Op ruimewindse koersen als de fok ver naar voren staat of als ik alleen op de Bolle Jan kan varen zijn er mogelijkheden genoeg, maar op aandewindse koersen als de fok naar binnen staat blijft er bij deze genua met een eenmaal gereefd grootzeil maar een meter tussen de tentjes die ik zou kunnen “overkappen”. Maar als ik het smalle kluiverzeil zou hijsen komt de schoot veel verder naar voren. Dat zeil is 75% van de standaardfok. In combinatie van dit smalle zeil en een eenmaal gereefd grootzeil zou ik misschien bij 30-35 knopen wind nog een flinke zonnetent over het middengedeelte van de boot kunnen spannen. Het ziet er veelbelovend uit maar voordat ik de schaar en lijmpot en de zak met zeilogen tevoorschijn haal moet ik het nog een keer zien en overdenken. Het wordt al om 5 uur donker en ik ruim alles op en ga terug naar de caravan.

Woensdag 26 juni. Vanmorgen ben ik pas om 8 uur wakker. Het is nog fris geweest vannacht en ik heb een dikke deken over mijn slaapzak getrokken. Na het ontbijt ga ik bij de receptie mijn internet administratie doen. Om 11 uur rij ik naar de boot. Ik heb met Christiaan en Nevil afgesproken om drie uur te gaan zeilen met VAYANA. De tussenliggende tijd besteed ik om het peddleboard op de kant te tillen. Daar zaag en vijl ik de punten van de leggers van het outriggerframe mooi rond, zodat er niet zo gemakkelijk lijnen achter kunnen haken. Daarna vervang ik de 6mm gewone moeren voor vleugelmoeren zodat ik het frame eventueel uit elkaar kan halen zonder gereedschap. Dan schroef ik met boutjes de bandspanners op een vaste plaats op de leggers vast zodat de spanbanden op hun plek blijven en ik met een hand de spanning kan regelen. Ik schuif ook het board iets op in het frame zodat de outrigger aan de achterkant gelijk loopt met de achterkant van het board. Door het gewicht van de motor zakt ie daar het diepste. Door die outriggers kan de gehele constructie ook goed op zijn kant blijven staan en ik kan het op een schouder tillen en dragen. Dat is ook heel belangrijk dus daar ben ik blij mee. Ik draag het naar het water en bind het aan de steiger en ga dan bij de Indiër een kippencurry eten. Precies om drie uur ben ik terug. Ja, Christiaan en Nevil hebben nog zin om te gaan zeilen dus ik haal de schoten tevoorschijn en we slaan de zeilen aan en varen op de motor achteruit de box uit en het kanaaltje door met aan weerskanten jachten. In het hoofdkanaal vaar ik naar het brede gedeelte waar we de zeilen hijsen. Ik zet de motor uit en VAYANA begint snelheid te maken op de zeilen en voor-de-wind varen we dan de hele haven door. Net buiten de jachthaven pikt de wind op tot 15-18 knopen en VAYANA laat zien dat ze er zin in heeft. Leuk zo’n boot die levendig reageert op vlagen door snel te accelereren in plaats van te hellen zoals een kielboot. Als je eenmaal gewend bent aan catamarans wil je niet anders meer. We varen op ruime koers totdat we bij de vaargeul voor de grote vrachtschepen aankomen en bij de groene boei daar gaan we overstag en dat gaat ook moeiteloos met deze snelheid en met het vrij vlakke water. Bij de eerste proefvaart durfde ik hier niet overstag te gaan omdat er toen nog meer wind stond en ik bang was dat het niet in een keer zou lukken. Catamarans kunnen wel eens lastig overstag gaan omdat de rompen verschillende draaicirkels maken, vooral als ze een diepe V- bodem hebben zoals VAYANA. Als ze helemaal stil komen te liggen werken de roeren niet meer en kun je alleen nog proberen te sturen met de zeilen. In geval van twijfel is het daarom veiliger om te gijpen. Maar dit keer ga ik gewoon overstag en het gaat in een keer prima. Christiaan en Nevil zijn ook allebei zeer ervaren zeilers en ze zijn enthousiast over de leuke zeileigenschappen van deze boot. We varen grotendeels buiten de vaargeul en ik leer ook van hen waar de ondieptes zitten en hoever je naar de kant kan doorvaren voordat je moet keren. Op dit stuk water worden iedere week wedstrijdjes gevaren. We varen met ruime wind naar de ingang van de tweede haven en VAYANA maakt echt goede snelheden ondanks dat ik het onderwaterschip nog niet eens schoongemaakt had. 10 knopen minstens, denkt Christiaan. Dat is niet gek bij 15 knopen windsnelheid. Dan gaan we daar ook overstag en scherp aan-de-wind terug naar de eerste groene boei. VAYANA loopt ook prima hoog aan de wind. Ondanks dat ze geen kiel of midzwaard heeft en ondanks dat ze een gaffelzeil heeft zonder giek. Ik heb de kleine genua erop staan met 385 cm onderlijk in plaats van standaardfok met 300 cm onderlijk. Dat zorgt voor een goede snelheid en snelheid is heel belangrijk. Het grootzeil laat zich zeker ook op aan-de-windse koersen goed zetten. Het water is nog wel mooi vlak hier en zonder veel stroming. We gaan opnieuw overstag maar nu laat ik haar opzettelijk stilliggen op de wind (in Irons, noemen de Britten dat). Dat was waar ik de vorige keer bij deze boei bang voor was zo dicht bij de vaargeul waar ook grote schepen doorheen komen. Maar VAYANA ligt in de wind snel stil en laat zich gemakkelijk ook achteruit varen. Dat is omdat de achterkant net zo puntig is als de voorkant. Ze begint al heel vlug snelheid achteruit te maken en dan kun je haar ook weer snel besturen en dus gemakkelijk overstag gaan of iets anders. Het is echt een fantastische boot waar je met een beetje ervaring leuke dingen mee kan doen. Dan varen we opnieuw de tweede haven in en gaan na het oversteken van de vaargeul daar overstag. Een van de grote sleepboten komt volgas terugvaren naar de haven. Hij heeft alleen een boeg- en een hekgolf dus hij vaart op zijn hoogste snelheid. Maar VAYANA weet ook wat volgas is en we spurten terug de vaargeul over en de sleper gaat ruim achter ons langs. Ik stuur opnieuw hoog aan de wind en daarna maken we nog een slag om zoveel mogelijk hoogte te winnen zodat we op het volgende kruisrak het hoofdkanaal van de jachthaven zeilend binnen kunnen gaan. Vlak voor de ingang van de jachthaven krijgen we nog een leuke golf van een groot schip achterop en VAYANA laat zien dat ze ook kan surfen. Op een leuke en soepele manier accelereert ze en blijft ze voor de golf uitglijden vrijwel zonder roerdruk. Oei, dat smaakt naar meer. Deze boot houdt van achterop komende golven en die zijn er als ik naar het noorden ga varen een heleboel. Waar we voor de wind het kanaal uitvoeren komen we nu hoog aan de wind tot halverwege de lengte van het kanaal. Dat is een heel mooi resultaat. Ik durf het nog niet aan om in het smalle kanaal een slag te maken en tegen de wind in op te kruisen. Aan weerskanten liggen dure jachten. Dus ik start de motor in een keer, zoals dat hoort bij een Seagull, en we halen de zeilen naar beneden en varen de laatste paar honderd meter op de motor en terug de box in. Daar doen de pikhaken goede dienst om de lijnen die er al liggen op te pikken uit het water en de boot in de box te trekken zonder de kanten te raken. Ik ben heel blij met alle vaareigenschappen die ik gezien heb. Deze boot vaart voortreffelijk. Het ging moeiteloos en heel leuk en ik had dit ook in mijn eentje goed gekund. Christiaan en Nevil zijn ook zeer enthousiast. De volgende week willen ze wel aan de wedstrijd meedoen met VAYANA. Het doet ze meer aan Dart zeilen denken dan aan een groter jacht. Alle goede zeilers zijn in kleine boten begonnen en weten hoe leuk dat was voordat ze eraan dachten dat ze keukens en badkamers en slaapkamers op hun boten nodig hadden.
Ik kan nog wel een paar dingen verbeteren: de overlooplijn ga ik iets inkorten zodat de hoek van de schoot onder de crossbar door iets lager wordt. Een paar controlelijnen en blokjes monteren op de traveller laten het profiel van het grootzeil wat strakker zetten bij ruime wind. Misschien ook wat plasticslang om de achterste verstaging heen om het schuren (schavielen) van het zeil ertegen te verminderen. Twee boutjes van de helmstokverlenging had ik nog moeten afzagen (was ik vergeten) of ik ga er een nylon scharnier opzetten zoals op onze catamarans thuis, want de helmdruk is heel laag. Ik kan nog een bulltalie plaatsen om het voorlijk van de fok grotere spanning te geven. En een Cunningham voor hetzelfde doel op het grootzeil. Een derde schootsteek kan ik inrijgen op de fakkeschoten zodat ik ze met minder kracht ook in een hand kan vasthouden in plaats van met twee handen en in de klem vast te zetten. Maar dat zijn vooral geavanceerde race accessoires en niet noodzakelijk als toerzeiler. Het enige waar ik niet echt tevreden mee ben is het opspatten van het water tegen de motorplank. Hoewel het al veel beter ging dan bij de eerste proefvaart vind ik het toch nog teveel en dat terwijl er geen hoge golven stonden en de snelheid ook iets lager was. Als ik het optrekmechanisme verbeter kan ik de motor nog 10 tot 15 centimeter hoger optrekken, maar zal dat wel voldoende zijn als ik in hoge golven ga varen? Zal ik dan toch maar een kuipje met vaste bodem in VAYANA gaan hangen met daarin een uitsparing voor de motor en een waterkering ervoor? Dat was het oorspronkelijke ontwerp van James Wharram en ik had gehoopt om het gewicht en het risico van uitglijden te kunnen besparen, en een hogere clearance te kunnen hebben. Maar ik had er niet aan gedacht dat het zo lastig zou worden met het opspatten tegen de voorkant van die motorplank. Ik zal er nog eens over denken. We ruimen de zeilen op en ik neem de schoten en blokken mee terug in de auto. Op de camping ga ik lekker douchen, wat eten en het ventilatorkacheltje aanzetten. Op bed liggend schrijf ik dit verhaal.

Donderdag 27 juni. Het is koud vanmorgen en ik ben niet heel vroeg op. Als de zon het wat aangenamer maakt ga ik bij de caravan de VHF radio-zender klaarmaken. Deze nieuwste generatie radio’s zijn veel kleiner en veel energiezuiniger geworden. Deze is ongeveer even groot als de eerste mobile telefoon die ik ooit zag in Amerika. Een telefoon zonder draad? Echt waar? Ik heb in deze catamaran geen middenkajuit dus ik heb lang getwijfeld of ik deze radio in een van de kajuitje zou inbouwen of verplaatsbaar zou houden. Voorlopig kies ik voor de verplaatsbare optie. Ik heb voor allebei de rompen van de boot een 12 volts stopcontact meegenomen (6,5 Amp’s) en vanmorgen maak ik daarom een 12 volts stekker aan de radio. Het is net als in de cigarettenaansteker in een auto, maar dan waterdicht. Daarna maak ik van een stuk polycarbonaat een iets grotere voetplaat onderaan de ophangbeugel van de radio. Nu kan ie daarop blijven staan en kan ik hem meenemen in de romp waar ik wil zijn. De antennedraad is lang genoeg en die laat ik vanuit de mast gewoon opgerold zodat ie naar elke kant kan worden meegetrokken. Ik test de radio-zender uit in de auto en hij doet het goed ook al heb ik daar nog geen antenne. Die ga ik er nog wel bijkopen want nu ik deze radio heb lijkt het me wel handig om hem ook vanuit de auto te kunnen gebruiken. Deze radio heeft ook GPS ingebouwd en ontvangt ook speciale weer-waarschuwingen en er zit een automatisch alarm op.
Als ik daarmee klaar ben rij ik naar de boot. Het is half twee. In de zon is het nu heel warm geworden. Ik maak wat plannen maar ga eerst even op het clubhuis wat water drinken en in de schaduw blijven. Terug bij de boot snij ik een stuk dikke waterslang van 1.60 in de lengte open en boor er een aantal gaatjes in. Die past perfect over de bootrand en kan met een paar tie-wraps erop vastblijven. Dan trek ik met een hand het peddleboard met de outriggers tegen de bootrand op en zo op het achterdek. Nau, die glijdt echt prima over de slang! Moeiteloos en zeer snel.
Dan haal ik een nieuw meegenomen zware kwaliteit regen- en zonnezeiltje uit de auto en span die tussen de opstaande zonnetentjes in. Uiteindelijk kies ik ervoor om alleen zes gaatjes te boren in het frame van die tentjes en het nieuwe doek met haakjes daaraan te hangen. Het is meteen aangenaam onder dit ‘kajuitdak’. Het nieuwe doek heeft goed versterkte randen en met band ingenaaide stalen ogen en het hangt helemaal horizontaal. Ik hoop dat het ook met veel wind nog te gebruiken is. Christiaan vraagt of ik een biertje kom drinken en nadat ik alles opgeruimd heb blijven we met 7 personen en een paar kinderen nog de hele avond praten en er wordt nog gebarbecued ook. Ik praat veel ook met Dilon die een opleiding in naval engineering en marine architecture heeft gedaan in Southampton en die in zijn eigen bedrijf vooral catamarans bouwt en verbouwt. Hij is erin opgegroeid. Christiaan adviseert mij om als ik ervoor klaar ben mijn eerste tocht naar Inhaca te maken. Dit schiereiland voor de kust van de grote baai van Maputo heeft mooie natuur in het achterland (elephantcoast) en een aantal resorts en een guesthouse direct aan de kust. Het is 200 mijl varen vanaf Richardsbaai. Ik zou daarvandaan terug kunnen varen of eventueel de boot daar in beheer kunnen achterlaten en zelf terugvliegen of met de bus terugkomen. Als ik klaar ben en het weer zit mee moet dat in de maand die ik nog heb te doen zijn. Daar gaan we morgen of van de week verder over praten.

  • 28 Juni 2019 - 17:52

    Henk:

    Bijna zo ver. Goede vaart en ik volg je. Groet Henk

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 227
Totaal aantal bezoekers 344145

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: