Wo22-Za25:’t is een beestenboel hier - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Wo22-Za25:’t is een beestenboel hier - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Wo22-Za25:’t is een beestenboel hier

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

26 Mei 2019 | Nederland, Nederland

Woensdag 22 mei. Vanmorgen doe ik in bed liggend nog wat emails. Pas om 8 uur ga ik naar de prachtig gedekte ontbijttafel. Yvonne en William houden van Britse klasse en behalve een overvloed aan lekkere gerechtjes wordt alles ook nog eens opgediend op linnen met tafelzilver. Het eitje wordt nog even vers gebakken. Ik praat aan de gezamenlijke ontbijttafel met een Indias stel die met hun 14 jarige zoon een rondreis door ZuidAfrika gaan maken. De andere gasten zijn al vertrokken. Dan neem ik afscheid en ga rijden. Met een koffiepauze halverwege rij ik in een keer door naar Malelane, de dichtstbijzijnde zuidelijke entree tot het Kruger Nationaal Park. De weg is 320 km en gedeeltelijk tolweg en het rijdt gemakkelijk door. Totaal ben ik 14 Euro tolgeld kwijt. Het tweede deel van de weg gaat door de prachtige Drakensbergen. Eigenlijk zou ik hier nog veel langer willen rondkijken maar ook deze keer trekt de call-of-the-Wild harder. Malelane ligt langs de snelweg en heeft een enorm groot winkelcentrum. Ik haal bij de SuperSpar een wagen vol boodschappen en rij dan nog een paar kilometer door over dezelfde snelweg naar de poort van Kruger. Als ik uitstap om naar de receptie te lopen doe iets heel doms. Ik druk routinematig het portierslot in maar de autosleutels zitten nog in het contactslot. Nu kan ik de deur niet meer openmaken en mijn auto niet meer in. Bij de receptie roepen ze een kleine Ranger op die met een stuk ijzerdraad tussen de deurrubber door probeert de grendelknop omhoog te trekken. Maar het lukt niet. Intussen maak ik bij de receptie mijn boekingen in orde. Er komen nog vijf Rangers bij maar geen van hen lukt het om met het ijzerdraad de deur open te krijgen. Uiteindelijk komt er een met een nagelvijltje aan een zakmesje. Hij steekt die in het slot en opent zo het portier. Een hele opluchting maar ook grote verbazing. Ik ga maar nooit meer op weg zonder nagelvijltje. Ik ben wel heel blij en geef ze 100 Rand (6.50 Euro) om met elkaar wat cola te kopen. Dat vinden ze leuk want ze zijn in dienst en mogen geen geld aannemen, maar dit is precies gepast. Ik hoor dat er op tweehonderd meter voorbij de poort twee luipaarden in een boom gespot zijn. Ze hebben een antilope de boom in gesleurd. Als ik op die plek aankom staan er een stuk of vijf auto’s te kijken. De boom staat te ver van de weg om er een aardige foto uit te halen. Met mijn lange telescoop had het wel gelukt maar die heb ik nu niet bij me. Opgewekt rij ik naar mijn eerste overnachtingskamp dat maar drie kilometer van de poort is. Het ligt aan de rand van het park langs de rivier. Aan de overkant van de rivier liggen landbouwvelden. Op de camping staan twee Nederlandse stellen en ik zit al gauw met een glaasje wijn erbij gezellig te praten. Het is heerlijk weer en ze gaan barbequen. Ik had bij de SuperSpar kant en klare kipstukken gekocht dus die kan ik nu wel even Donderdag 23 mei. Ik blijf lekker lang uitslapen en maak dan op mijn gemak mijn ontbijtje. Ik probeer mijn spulletjes nog wat handiger te organiseren en als de Nederlandse stellen vertrekken verhuis naar hun plek onder grote bomen en zet nog een achterkleptentje over de achterkant van de auto. Ik ga lekker lang douchen en scheren en haren wassen en lees een stukje in een boek dat ik op de luchthaven gekocht heb. Het heet Homo Sapiens en is het eerste deel van een serie waarvan ik de vorige reis het tweede deel gelezen heb: Homo Deus. De onderwerpen zijn natuurlijk mijn vakgebied en daardoor zie ik dat de schrijver er teveel zijn eigen verhaal van maakt. Hij houdt er kennelijk van om zijn lezers te shockeren met ontluisterende uitspraken en hij vermengt graag als een dominee zijn begrip van het verleden met zijn commentaren op het heden. Toch inspirerend voor mij om kritisch te lezen en altijd weer een wonder hoe andere mensen de resultaten van honderd jaar onderzoek ook kunnen interpreteren. Grappig om te ontdekken hoe ze daarbij onbewust de bias van hun eigen cultuur uitdragen terwijl ze juist zo hun best doen om ‘het verhaal’ en ‘de waarheid’ te vertellen. Rustdag vandaag. Ik wordt wel gestoord van het geluid van een grote oogstmachine waarmee de boer aan de andere oever bezig is. Maar dat betekent ook dat de oogst rijp is en dat dit misschien wel de beste plek is om dieren te zien. En jahoor het duurt niet lang of ik hoor olifanten en zie grote groepen fanten langs de andere rivieroever lopen. Ze zijn op de terugweg. Met hun buiken volgevreten lopen ze achter elkaar aan langs de rivier naar een doorwaarbare plek. Daar steken ze de rivier over en lopen het Nationale Park weer in. Olifanten laten zich niet tegenhouden, en zeker niet als het om eten gaat. Om half vier ga ik nog een rit maken en besluit langs de rivier te blijven rijden. Over hetzelfde pad terugrijdend naar de camping zie ik een groepje buffels uit de rivieroever omhoog klimmen. Het zijn allemaal volwassen stieren. Ik kan wel raden wat die gedaan hebben. Het lage licht kleurt de verdrogende begroeiing met goud- en bruin- en roodtinten. Ik zet de camera een halve stop naar overbelichting om voldoende doortekening in de zwarte vacht van de buffels te krijgen. Vlak bij de ingang van de camping fotografeer ik nog een groepje kleine zwarte mongoesen en een paar kwartels (francolins). Dan ga ik wat eten koken en nog een keer douchen en mijn bed opmaken waar ik op mijn rug liggend dit verhaal schrijf. Ik hoor in de verte hyena’s en vanuit de rivier hoor ik de diepe bassen van Hippo’s. opwarmen. Deze mensen zijn al heel lang aan het reizen. Het is een stel van mijn leeftijd met een compleet tot camper verbouwde Landcruiser en een jonger stel die zich in Mozambique hebben gevestigd en daar een kitesurfschool zijn begonnen. Zij waren eerst met een auto vanuit Nederland maar Kaapstad gereden en onderweg besloten om zich te gaan vestigen in Mozambique. Nu zijn alle papieren rond en hebben ze in ZuidAfrika een andere auto gekocht voor hun bedrijf. Geweldig dat er nog zulke ondernemende jonge mensen zijn! Ik ga zeker bij ze op bezoek als ik langs kom varen met mijn boot. We blijven tot een uur of tien praten en dan kruip ik voor het eerst in mijn nieuwe bakkie. Muskietennet over de open klep. Zo ben ik 9 jaar geleden ook begonnen. Het gaat nog steeds prima.

Vrijdag 24 mei. De ochtend begint heel rustig. Ik heb geen zin om heel vroeg op te staan ook al maakt de natuur iedereen bij het eerste licht wakker. Het is bewolkt weer en een prettige 20 graden. Na mijn Afrikaanse standaardontbijt van koffie en havermoutpap met vruchten en een eitje erin meegekookt, pak ik het achterkleptentje in dat ik uit Nederland had meegenomen. Handig ding dat ik ook op de boot denk te kunnen gebruiken omdat de twee zijflappen dan naar weerszijden over de kajuitluiken heen gespannen kunnen worden. De stokken heb ik thuisgelaten want ik heb in de auto wel zes aluminium uitschuifstokken liggen die ik ooit in Windhoek (Namibie) kocht. Dan ga ik een stukje naar het Noorden over de asfaltweg en neem linksaf de dirtroad langs de Mlambanerivier. Op de asfaltweg kom ik al twee puberolifantjes tegen die samen op pad zijn. Ze zijn heel nieuwsgierig en komen op enkele meters dichtbij. Op de dirtroad hoor ik twee rammelgeluiden aan de auto: de linkerzijklep vibreert waarschijnlijk bij een bepaald motortoerental. Dat is irritant. Mijn rol rubber was niet groot genoeg om ook de onderkant van die kleppen te beplakken dus heb ik het laatste restje van de rol op de bovenkant geplakt. Maar ik hoor ook een rammel aan de linkervoorzijde van de auto. Het klinkt als een versleten rubber van de schokbreker. Ik rij nog een paar kilometer door. Ik kom een tegenligger tegen die stopt en de chauffeur zegt dat ie net twee rino’s zag aan de rechterkant van het pad en dat ie daarom gekeerd is. De rivier bevindt zich links van de weg en als je alleen rijdt en je speurt de rivierbedding af kun je gemakkelijk iets missen aan de andere kant. Dus ik keer ook om en zie de koppen van de rino’s net uit de bosjes komen. Prachtig hoe ze daar staan in het zonlicht dat af en toe door de grijze bewolking komt. Het zijn twee netvolwassen dieren die nog snel en abrupt in hun bewegingen zijn. Ze reageren op de andere auto en komen daardoor mijn kant op. Ik zet altijd meteen de motor uit als ik een plekkie met goed zicht heb gevonden. Rino’s hebben slechte ogen maar ze luisteren en ruiken goed. Als ik op een helling sta laat ik de auto ook vaak rollen zonder de motor te starten. Met zo’n oud model auto zonder electronica kan dat nog. Na een poosje aarzelen draven de rino’s de weg over en verdwijnen ze in de begroeing langs de rivier. Ik keer de auto weer op een stukje met lage begroeing langs het pad. Een niet te lange wielbasis is dan wel handiig. Ik rij nog een kilometer verder. Ik sta nog een poosje stil om een groepje impala’s te fotograferen. Impala’s zie je overal en de toeristen rijden er meestal snel langs op zoek naar leeuwen en luipaarden. Maar ik ben na al die jaren nog steeds verrast door hun schoonheid en als het licht mooi is ga ik fotograferen of het nu een leeuw of een leeuwerik of een leeuwenbekje is. Dan keer ik de auto want ik maak me teveel zorgen over de schokbrekerrubber. Ik besluit om maar meteen door te rijden het park uit en het stadje Malelane in. Onderweg naar de supermarkt zie ik al een winkel van Autozone. Ja, ze hebben boven- en onderbushings. Mooi maar dan heb ik voor de onderbushings ook een tweede sleutel nr. 17 nodig en wat handcleaner. Ze hebben ook Shell Helix motorolie voor highmilage diesels en een oilpan die de olie meteen in een jerrycan opvangt. Prima daar was ik ook aan toe. Bij de supermarkt koop ik een aansteker en wat suiker voor in de koffie en wegwerphandschoenen en een snijplank en nog wat klein spul. Wat is het vreselijk druk hier, vrijdag, dan hebben veel mensen het weekloon ontvangen. De zwarte bevolking koopt grote pakken vlees: worst en kipstukken in vijfkilo verpakkingen. Ik ga bij de KFC ernaast een portie kip eten: hmm. Ze hebben er Wifi maar mijn Iphone waarschuwt dat ik die niet moet vertrouwen en dus lukt het niet om mijn mail te checken en mijn verhaaltjes van gisteren en eergisteren te posten. In Kruger is Wifi maar in twee kampen verkrijgbaar en de dichtstbijzijnde is 80 kilometer naar het noorden. Ik rij terug het Nationale Park in, dat groter dan de helft van Nederland is. (20.000 km2, 350km lang van zuid naar noord en 60 km breed). Ik rij nu naar het kamp BergenDal dat maar 10 km van de poort is en waar ik de komende twee nachten gereserveerd heb. Onderweg stop ik voor drie grote zwarte loopvogels: the southern ground hornbill en voor een groepje olifanten die prachtig naast een reusachtge boom staan en ook voor drie puberfanten die ruzie maken wie er als eerste in het modderpoeltje mag. Ik stop voor wilde zwijnen die op een stukje grasland grazen en voor een grote groep impala’s die opnieuw schitterend in het lage zonnelicht staan. Met zoveel dieren zou het me niet verbazen als er ook leeuwen en luipaarden hier in de buurt zijn.
Dan rij ik het kamp in. Ik ben hier al vaker geweest. Ik ga bij de receptie inchecken en met een ijsje in de hand kijk ik uit over het water dat ontstaan is door een kleine stuwdam. Het is een meertje van honderd meter breed en driehonderd meter lang. Even later komt er een rino aangelopen die eerst een poosje staat te drinken en zich dan omkeert om achterstevoren in het water te gaan liggen, met zijn zware kop rustend in het ondiepe water langs de oever. Hij zucht ervan en ik voel met hem mee. Als ik vijftig meter richting de dam loopt zie ik daar een familie waterbokken die net hebben gedronken en nu wachten de eersten tot ook de laatste genoeg heeft en zich bij hen aansluit. Het zijn twee moeders met vier jongen. Ze staan minder dan 15 meter bij mij vandaan en blijven lekker lang wachten dus ik heb alle tijd om mooie plaatjes te maken.
Als ik terugrij de camping op is alles vol. Ik moet twee keer een rondje rijden om onder een dichte struik nog een plekje te vinden. Nu hoef ik ook geen tentje op te zetten en kan ik de buitenwereld met zijn lichten en herrie een beetje afschermen door de auto ervoor te zetten terwijl ikzelf onder de struik mijn stoeltje en tafeltje opzet. Een eekhoorn en een paar vogels in mijn struik zijn voor mij genoeg. Ik kook mijn potje en ga vroeg naar bed. In de auto liggend heb ik weinig last van de party die honderd meter verder nog een uurtje doorgaat. Bij de receptie aan de poort hadden ze gezegd dat alles volgeboekt is vanwege “maand voor de pensionado’s”. Die krijgen deze maand mei half geld toegang en accommodatie als ze van te voren boeken en een hele maand blijven. Mooi initiatief, ik wou dat ik dat eerder geweten had. Dit is hun laatste weekeind dus daarna zal het hopelijk rustiger worden.
Zaterdag 25 mei. Vannacht hoor ik een leeuw brullen. Opnieuw heb ik geen zin om heel vroeg op te staan en blijf ik net zolang liggen tot ik moet plassen. Dan een ontbijtje maken en een stuk in mijn boek lezen. Daarna ga ik de nieuwe topbushings op de schokbrekers monteren. Dat is heel simpel en in een half uurtje klaar. Ik had gisteren al kruipolie op de bouten gespoten. Deze bushings zijn van geel polyurethaan. Ik doe heel rustig aan vandaag. Ik ben echt aan het acclimatiseren en ook mijn kampeerroutine met alleen de auto is nog niet optimaal. Tegen de middag ga ik een dutje doen in de auto. Dan kan ik meteen ook voelen hoe warm het aluminium dak wordt. Met het grote luik open is het prima uit te houden in deze tijd van het jaar. Ik bedenk hoe ik de binnenkant van het dak nog kan isoleren met kunststof kanaalplaat. Dat is maar een centimeter dik. Tegen drie uur ga ik met mijn camaratas lopen naar de receptie waar ook de drinkplaats aan de dam is. Er ligt een olifant in het water op dezelfde plek waar gisteren de neushoorn lag. Er staan nog wat olifanten bij te drinken. Dan zie ik een grote groep waterbokken aankomen. Ik tel er 11. Als de meeste olifanten het bos inlopen komen de waterbokken drinken. Prachtig om er zoveel tegelijk te zien als ze behoedzaam naar het water buigen. Er zitten ook krokodillen in dit water maar de grootste die ik zag was net iets meer dan twee meter dus die kan geen waterbok aan. Achter de waterbokken komen drie Nyala’s naar het water. Het is een jong mannetje een vrouwtje en een kind. Een van de olifanten komt heel dichtbij gelopen aan deze kant van het water. Daar is het terras gebouwd met een rechte muur van drie meter hoog. Ik maak een hele reeks foto’s op drie meter afstand recht in het gezicht van de olifant als die omhoog reikt om bij de bladeren van de bomen te komen. Dan komen er nog een paar wilde zwijntjes drinken. Als het verder rustig blijft ga ik om vier uur nog een kort ritje maken. Het lage licht zet het landschap in prachtige warme herfsttinten en het enige wat ik zoek is nog een paar mooie diertjes om het landschap tot leven te brengen en de afmetingen te laten zien. Het zijn weer impala’s die net op tijd mijn foto’s opfleuren. Een eind verderop aan de andere kant van de weg zie ik een grote kudde buffels. Ze trekken richting de rivier waar de boer aan de andere kant aan het oogsten is. Ik denk dat ie vannacht bezoek krijgt. Ik heb vanmorgen ontdekt dat niet de aluminium plaat rammelde, maar de uitlaat. Twee van de ophangrubbers zijn gescheurd en de achterpijp is van de potdemper aan het scheuren. Het is een vervelend geluid. Morgenochtend kijken of ik de uitlaat met ijzerdraad op zijn plaats kan houden, want ik wil verder Kruger in en niet eerst nog een keer eruit voor die uitlaat. Als ik mijn eten kook zak ik ook nog door de zitting van campingstoeltje heen dus moet ik dat tussendoor ook nog repareren. Ja, de boel begint oud te worden en ik moet steeds vaker gaan uitkijken naar vervanging. Ik heb in de winkel van dit kamp hamburgers van Blesbok gekocht. Heel veel game-animals worden ook op farms gefokt voor hun vlees. Het vlees van deze blesbokken smaakt verrassend goed. Dan ga ik bij het lucht van een klein lampje dit verh


  • 26 Mei 2019 - 08:56

    Gaston Corbeau:

    Hallo Fred,

    Zo dat is weer een mooi hoofdstuk van het begin van je nieuwe boek. Ik heb het met aandacht gelezen. Houwe zo, maak er een fijne vacantie van. Ik zie het Krugerpark zo voor me,. Ik heb het ook helemaal doorgereisd.
    Succes
    Gaston

  • 26 Mei 2019 - 09:29

    KeepSmiling:

    Hoi Fred. Weer een 'aanschouwelijk' verslag.Maar ik dacht dat je ging varen, tis dus rijden. Goede reis dan en tot je volgende verslag.
    Jan

  • 26 Mei 2019 - 18:37

    Yolanda Van Kats:

    lieve Fred,
    Hans Claessen heeft jou berichten via mij door gekregen. Ik ben geen nurd op de computer. Kan jij ook zorgen dat hij ,je leuke reis verslagen kan krijgen. Zijn mail adres is: ClaessenHans@xs4all.nl. Hij zouhelemaal geweldig vinden. Ik kijk weer uit naar je leuke verslagen.
    Groetjes,Ruud en Yolanda van kats.

  • 27 Mei 2019 - 19:05

    Yolanda Van Kats:

    Lieve Fred,
    Is dit al gelukt? Ik heb alzoveel leuke mail contact met hem. Zou zonde zijn als je hem overslaat. Hij zou dit zo leuk vinden.
    Groetjes,Ruud en Yolanda van Kats.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 344
Totaal aantal bezoekers 370293

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: