Verhalen, verhalen, verhalen 20-22 dec. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Verhalen, verhalen, verhalen 20-22 dec. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Verhalen, verhalen, verhalen 20-22 dec.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

23 December 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Donderdag 20 december.
Het is bewolkt en zelfs vrij fris vanmorgen. Wat kan het weer aan dit deel van deze kust toch omslaan. Dat komt omdat de wind uit het noorden over het warme Indische oceaanwater komt aanwaaien terwijl de wind uit het zuiden van Antarctica komt en over de koude golfstroom van de Atlantische oceaan waait. Het waait hier altijd of uit het zuiden of uit het noorden. De luchtlagen kunnen zich kennelijk ook op verschillende hoogtes bevinden. Zelfs in een kwartier tijd kan het omslaan van windkracht zeven met regen uit het noorden naar windkracht zeven met regen uit het zuiden. Ik heb dat in de maand mei nog meegemaakt. En deze week nog kwam er een storm uit het zuiden terwijl de wind op grondniveau uit het noorden woei. De heersende winden spelen ook een rol in de cultuur van de Swazi en de Zuluvolken. Ik heb als student nog een analyse gemaakt van het Inqualaritueel, dat ieder jaar wordt opgevoerd. Dat is een re-enactment van het ritueel waarmee de Swazi koning wordt geïnstalleerd. De windrichting speelt daarin een rol, want de koningsclan kwam uit het noorden en bracht de langverwachte regens mee. Vroeger werd gedacht dat de koning ook macht over het weer had. Ook van de bushmen wordt gedacht dat zij macht over het weer kunnen hebben. Ik wou dat ik macht over het weer had, dat lijkt me als zeiler wel handig. Ik heb wel een barometer gekocht want een beetje de weersverwachting begrijpen kan al een groot verschil maken. Een goede VHF radio, die ik gekocht heb, geeft ook de weersverwachtingen van de kustwachtstations door en die zijn tegenwoordig heel precies. De omslag van windkracht zeven zuid naar noord werd tot op tien minuten nauwkeurig voorspeld.
Onderweg naar de werf kom ik Mike tegen. Hij gaat de moer voor zijn aandrijfschroef ophalen. Op de werf hangt zijn boot al in de grote bok en zijn zijn zonen en een paar van zijn mannen druk bezig om de laatste handelingen aan de boot te doen. Als ik een uurtje later nog eens ga kijken komt Mike net aanrijden met de bronzen moer. Hij heeft er twee maanden op moeten wachten! En de moer past niet. De verkeerde maat opgestuurd. Wat nu? Ik trek mij strategisch terug naar mijn eigen boot en hoor nog net dat ze overwegen om de moer op te boren en nieuw draad erin te maken. Ik hoop dat dat gaat lukken want de propellers draaien in tegengestelde richting dus de schroefdraad van tenminste een van de moeren zal ook tegendraads zijn. Ik ga de afdekkleden van mijn boot halen. Dan ga ik de zeilen die ik uit Nederland heb meegenomen passen. De prachtige fok van zeilmaker Molenaar, die ik voor 40 euro op marktplaats kocht, past perfect op de binnenste voorstag. Hij is als nieuw en heeft een mooi vleugelprofiel. Hij zal ondanks zijn forse formaat mooi hoog aan de wind kunnen zeilen. Het begint te regenen dus ik laat de fok erop staan en help de nattigheid met een nog een flinke straal water uit de tuinslang. Wat is de boot vuil geworden ondanks het afdekzeil. Als het twee uur later droog genoeg is om de Molenaar fok op te kunnen bergen hijs ik de andere fok, een van zeilmaker De Vries. Dit is duidelijk een ouder zeil maar veel hoger en iets smaller. Deze past alleen aan de voorste stag nadat ik er een boegspriet op gemaakt heb. Hij loopt hoog tot in de top van de mast en de achterkant (achterlijk) loopt evenwijdig met de mast. Een high-aspect zeil wordt dat genoemd. Een heel powerfull zeil, lijkt me, al zal de benutting ervan ook afhangen van hoe strak ik de top van het grootzeil kan varen. Ik besluit om hier in de kleine baai eerst te gaan spelen met de Molenaar omdat die het meest veelzijdig is. Ik ruim de bakboordromp leeg en probeer verschillende zitposities uit. Ook bij slecht weer wil ik goede beschutting hebben en droog en comfortabel kunnen sturen. Als ik rechtop ga staan in de bakboordromp kom ik precies hoog genoeg boven het luik uit om mijn armen op de randen te laten rusten en het roer goed vast te kunnen houden. Als ik ga zitten op de twee gestapelde plastic opbergboxen die ik daarvoor gekocht heb zit ik net zo hoog. Het zonnetentje geeft dan een prettige beschutting en ook nu al terwijl het af en toe nog wat regent. Het trampolinenet van het middendek moet nog verder opgespannen worden want dat is nog iets te slap in vergelijking met het stuk dat ik voor de mastbeam heb gespannen. Ik heb aan alle kanten nog vijf tot zeven centimeter dus dat moet wel gaan. Met een laag model kunststof kampeerstoeltje kan ik ook goed op de trampoline zitten met voldoende ondersteuning van de onderrug. Voorlopig ben ik heel tevreden nu ik de boot eindelijk zie zoals ik me had voorgesteld dat ik hem wilde hebben. Dan ga ik een kippencurry eten en diesel tanken: 54 liter voor 900 Rand ( 60 euro). De brandstof is duurder geworden. Diesel kost nu meer dan benzine. Terug bij de boot ga ik het stuk gebroken multiplex van de voorste beam wegzagen. Nu het iets koeler is door de regen kan ik dat beter vandaag doen. Ik zaag en bijtel het weg over 2 meter 44 cm, de lengte van het nieuwe stuk. Daar ben ik wel een paar uur mee bezig. Dan hou ik op. Morgen ga ik het nieuwe stuk paszagen en erin zetten met epoxy. Misschien moet ik nog koperen schroeven gaan kopen. Heel voldaan rij ik terug naar de camping. Even internetten, nog een pannetje linzensoep maken en dan dit verhaal schrijven. Het is inmiddels 8 uur geworden en regent aan een stuk door. Ik lig onder het muskietennet. Alles is vochtig. De ventilatorkachel en de bus met talkpoeder moeten het comfort verhogen.

Vrijdag 21 december.
Ik was vanmorgen al heel vroeg op, half zes stond ik al in het badhuisje van de camping me te scheren, zeven uur bij de boot. Het is bewolkt en lekker koel weer. Een goede dag om de reparatie van de voorste beam af te maken. Ik maak de randen van het uitgebeitelde stuk nog wat verder schoon en overal op dezelfde diepte. Dan hang ik het nieuwe stuk multiplex ervoor in een paar lussen van elastiek. Nu kan ik langs de bovenkant van de beam de boog aftekenen op het nieuwe hout. Ik zaag het uit met de Japanse zaag die ik heb meegenomen. Dat werkt heel fijn. De tanden van de zaag staan zo dat de zaag snijdt bij de trekbeweging en niet zoals bij onze Europese zagen bij de duwbeweging. Daardoor kan het zaagstaal veel dunner zijn en gaat het zagen veel lichter en preciezer. Als de boog erin zit pas ik hem opnieuw, maar nu onder de rand waar hij uiteindelijk ook moet komen en ik teken hem nu nog preciezer af. Als ik dat heb uitgezaagd is een schuurpapier voldoende om hem er netjes in te laten passen. Ik zet het stuk vast met een paar spijkertjes en teken dan de onderkant en zijkanten af. Gelijk maar een paar extra houtblokjes binnenin maken op de plek waar de lashings over de beam lopen. Zo dat gaat ook prima. Alle dingen die ik doe heb ik nooit van iemand geleerd en ik heb ook geen algemeen technische opleiding gehad. Meestal doe ik iets voor de eerste keer. Dus dan steeds maar zelf een oplossing bedenken hoe ik iets zal doen en soms ontdek ik pas na afloop hoe ik het beter had kunnen doen. Andere keren blijk ik iets origineels te hebben bedacht zonder dat ik dat wist. Naarmate meer dingen lukken krijg je wel meer zelfvertrouwen: “Yes, we can.” “Wir schaffen das”, is het motto van deze tijd, “de maakbare samenleving”, “ de maakbare mens”, dus daar sluit ik mooi bij aan. Ik raak in gesprek met Douwe. Hij is in Pretoria geboren maar zijn moeder uit Friesland was zwanger van hem toen ze emigreerde. Hij spreekt daardoor bijna accentloos Nederlands. Hij heeft contact met zijn familie via facebook. Hij zat deze zomer in het antieke vliegtuig dat naar het museum in Lelystad gebracht zou worden en toen verongelukte. Als fotograaf/cineast maakte hij een video terwijl het gebeurde. Er waren negentien mensen aan boord en alleen de boordmechanicien overleefde het niet omdat die niet in de veiligheidsgordel bleef zitten maar tot het laatste moment probeerde de brand aan boord te bedwingen. De hydrauliekolieleiding was gebarsten en de olie zette een van de motoren in brand. Ze probeerden terug te keren maar doordat de propeller niet op neutraal kon worden gezet haalden ze het vliegveld terug niet en doken toen eerst een fabriek binnen. Dat heeft hen het leven gered want de vleugel(s) met de brandende motor brak af. Toen stuiterden ze op een aantal zandhopen totdat ze tot stilstand kwamen. Ik vraag me af of de piloot dat zo voorzien had, dan verdient hij wel een medaille. Douwe heeft nog een gesprek met een professionele hulpverlener gehad, want volgens zijn vrouw lag hij de schoppen in bed. Maar het is bij een gesprek gebleven. De meeste helden worden zelden geëerd. Toevallig was ikzelf net in het luchtvaartmuseum van Lelystad toen het bericht binnenkwam dat dit toestel verongelukt was. Het personeel daar was erover in gesprek. Ik moet nog lang nadenken over zijn verhaal en ga dan verder met mijn reparatie. Ik zoek een aantal schroefjes erbij en boor om de twintig centimeter gaatjes in de randen. Dan ga ik wat houtveredeling kopen in de winkel en smeer drie lagen aan de binnenkant, behalve de rand waar de moet de lijm komen. Dan maak ik een flinke hoeveelheid epoxy aan om de randen van de beam en ook de rand van het nieuwe multiplex in te smeren zodat ik zeker weet dat de naden rondom goed aankleven en verzadigen. Ophangen in de lussen van elastiek, met de spijkertjes op zijn plaats houden en daarna een voor een de schroefjes erin draaien vanuit het midden. Zo dat zit vast. Nu nog de buitenrand van de naden mooi afvullen en gladsmeren met de resten van de epoxy die op sommige plaatsen eruit geperst wordt. Het zit er perfect in, ik ben moe maar tevreden. Gelijk de epoxyvlekken maar weghalen met een schone bijtel, dan kan de houtveredeling erop. Eerst drie lagen en een uurtje later nog een laag. Als je niet zou weten dat die hele beam vanmorgen nog openlag zou je het niet vermoed hebben. Het is wel half vier geworden en ik hou ermee op voor vandaag. Ik ga bij Johan kijken want hij heeft nog wel wat roestvrijstalen pijpen liggen naast zijn boot. Hij heeft mooie nieuwe gepolijste pijpen gekocht voor zijn zeereling voor- en achterop zijn boot en voor zijn zonnekap. Maar ik heb liever geen gepolijste, want ik wil op mijn boot die glimdingen niet, ik ga ze schilderen. Ik vind een pijp van zes meter lengte 28 mm diamater naast zijn boot. Johan heeft ook een hydraulische pijpenbuiger in zijn werkplaatsje. Morgen verder kijken. Vanavond ga ik nog proberen te bedenken hoe ik het A -frame kan buigen. Ik moet een dubbele bocht maken en toch alles in een vlak houden. Ik ga een biertje drinken en wat eten op de club. Er wordt gewaarschuwd voor politiecontrole vanavond op alcoholgebruik. Ze gaan waarschijnlijk een fuik zetten op de toegangsweg. Dan ga ik maar wat vroeger terug naar de camping dan heb ik dat in iedere geval niet. Even internetten en dan mijn verhaal van de dag schrijven.

Zaterdag 22 december. Ik was vanmorgen om zes uur op en om zeven uur bij de boot. Allerlei constructies zitten bedenken voor de motorophanging. Het gaat een hele warme dag worden. Om half negen ben ik bij de winkel om de Seagull motor nog eens goed op te meten. Hij is mooi laag maar hoe hoog wordt ie als ie opgeklapt wordt? Hangt ie dan niet in de weg van de bedieningslijn van het grootzeil? Hoeveel ruimte moet ik vrijhouden voor de spanschroeven? De bovenkant van de ophang moet 15-20 cm lager komen dan de onderkant van de beam, dan steekt de schroef nog voldoende in het water. Als er grote golven zouden zijn komt de schroef dan niet steeds boven water? Ik ben een poos aan het meten en puzzelen hoe diverse ophangmogelijkheden gemaakt kunnen worden met de minste moeite, gewicht en kosten. Kan ik dat frame dan ook gebruiken om de mast gemakkelijker mee te laten zakken? Dan komt Nevell langs en hij zegt waarom gebruik je de twee motorophangers niet die je al gemaakt hebt? Bindt ze naast elkaar en schroef er een plank tussen en hang daar de grotere motor aan. Dan kan je ook altijd nog de kleine motor(tjes) erbij hangen. Dat gooit de richting van mijn denken van dat moment helemaal om, maar hij heeft wel een punt. Het voegt geen gewicht toe. Voor het zakken van de mast zou ik ook de boegspriet kunnen gebruiken, vooral als die langer gemaakt wordt vanaf de mastbeam 4,5 meter zoals de windsurfermast die ik er thuis voor heb liggen maar die moeilijk in het vliegtuig mee te nemen is. Ik besluit om wat te gaan eten bij de curryzaak en er nog eens op die manier over te denken. Als ik zijn advies volg ben ik wel snel klaar met de motorophanging maar hoe ga ik dan verder met de achterkant van de boot want ik moet ook nog iets maken waardoor ik veilig uit het water kan klimmen. Wordt dat dan toch een klimrek of een touwladder zoals Wharram ontworpen had? Terug bij de boot laat ik de keuze nog even open en ga ik eerst verder met het uitmeten van de trampoline voor de achterkant. Op zijn breedst is het daar 3 meter 15. Aan drie zijden komen aluminiumstokken maar aan de achterzijde een dyneema lijn. Dan moet er een opening in het net komen waardoor ik bij de motor(en) kan maar ook zelf vanuit het water erdoor kan komen. Ik
Ben er heel de middag mee bezig maar hang hem nog niet op en snij ook de opening er nog niet in. Dan meet ik de rest van het trampolinedoek om nog een stuk voor de voorste beam te gaan maken. Ik wil daar ook 100 procent veilig kunnen zitten om een zeil los te maken of het anker te hijsen of de boeg af te houden als ik ergens ga aanleggen. Ik heb er nog precies genoeg materiaal voor. Zo dat heb ik goed berekend drie jaar geleden. Erica komt langslopen en ik nodig haar uit om de trampoline die al hangt te testen. Ook met twee mensen tegelijk erop lopend voelt het zeer stabiel aan. Het gewicht en de bewegingen worden door het net geabsorbeerd en niet doorgegeven aan de andere persoon. Dus niet zoals bij een echte trampoline die juist gemaakt is om te veren. Helemaal super. Ook Erica is verbaast over dat je er zo goed op kan lopen. Ik denk zelfs dat als de boot beweegt dat het beter loopt dan een hard dek. Ik vind het ook beter dan het materiaal dat we op de kleine catamarans gebruiken. Als ik klaar ben met het snijden van het laatste stuk heb ik nog vier kleine randjes afsnijsel over, samen misschien een kwart vierkante meter. Dat is weinig als je bedenkt dat ik 20 vierkante meter doek had en dat langs ronde bootranden heb gespannen. Ik ben wel heel moe en dorstig geworden en ga een salade eten met een grote pul tapbier en een extra glas drinkwater erbij. Dan naar de caravan, douchen en even onder het muskietennet liggend mijn verhaal schrijven. Het is bijna 8 uur misschien ga ik zo nog even internetten bij de receptie en dit verhaal versturen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 251
Totaal aantal bezoekers 370081

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: