De laatste loodjes. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu De laatste loodjes. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

De laatste loodjes.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

10 Juni 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Woensdag 6 juni. Gelukkig is het rustiger weer geworden. Ik plak nieuwe rubbers onder de draagvlakken van de voorste beam en maak in de hoeken ruimte om de lashingslijn door te voeren. Dan rij ik naar de stad om verf te kopen. Ik koop een halve liter creamwit zoals er al op de bootdekjes zit en een halve liter zilvergrijs. Allebei tweecomponentenverf. Dan een achttal penselen om de letters en decoratie mee te schilderen en een rol tape. In de winkel kom ik een oudere man tegen die net zo’n auto heeft als ik. Hij weet waar ik misschien nieuwe zijpanelen voor de achterbak kan vinden. Hij heeft er zelf ook een nodig. We wisselen telefoonnummers uit. Dan stop ik bij een electronicazaak. Ik vraag advies over batterij en zonnepanelen. Met een oplaadsnelheid van boven de 2,5 ampere per uur moet je een paneeltje van ongeveer 50 watt hebben. Er zijn vier soorten: opvouwbaar, in vier delen opvouwbaar, gewoon plat en heel erg plat overloopbaar. De duurste is met regelaar 240 euro de goedkoopste 75 euro. Gezien de kleine maat kan ik net zo goed een eenvoudige platte nemen. Ook die kan ik wel onderdeks opbergen of in het deksel van een van de kajuitluiken ophangen. Hij adviseert eerst een batterij te kopen en dan een bijpassend paneeltje. Ik ga er weer mee verder als ik terugkom in november. Dan zie ik op de hoek een winkel die een grote voorraad schuimplaten voor matrassen net binnenkrijgt. Het is een soort outlet “van alles wat” winkel. Ik koop er een volschuim plaat van 190 bij 90 en 7,5 cm dik. Niks erop, want hij moet toch nog op maat gesneden worden en als ie nat wordt droogt ie ook makkelijker. Dan hebben ze een hoge kwaliteit dekzeil van zilverkleurig polypropyleen. Ik had er heel graag een paar meer van gehad of een grotere maar ze hebben er maar eentje en die is 235 bij 175. Ik koop hem toch. Dan ga ik een whopper eten en terug naar de boot. Ik verf wat beschadigingen en ook de bijgewerkte hoekjes en zet dan de voorste beam op zijn plaats en lash die vast met dyneema, maar nog zonder de sjorring van nylon. Op tien meter na is hiermee mijn 5mm dyneemalijn op. 12 keer 7,5 meter. Dat klopt precies. Het is half zes en het wordt al snel donker. Een man heeft een Queen Macerel gevangen van ruim een meter lang. Hij lijkt inderdaad op een grote makreel maar ze zwemmen niet in grote scholen, zegt hij. Het zijn geweldige vechters en het is hard werken om ze binnen te krijgen. Zou bij ons de makrelen vroeger ook zo groot geworden zijn? Dan rij ik terug naar de camping. Daar maak ik de ‘wintersoep’ klaar die ik gisteren gekocht had. Ik had ook een pakje spirulina gekocht. Dat is gedroog en gemalen zeewier. Dat lijkt me ook zeer geschikt als groente vervanger aan boord. Ik doe er een eetlepel van in de soep. Met wat periperi poeder en een beetje zout smaakt de soep best. Ook zonder koelkast en misschien zelfs zonder opwarmen of koken kan ik dit wel eten. Wat roggebrood erbij en een paar banaantjes en een halve pot groene thee met honing. Gezond en energierijk eten is toch wel de reden dat ik elke dag zoveel energie heb om zo hard te werken. Smorgens veel koolhydraten en vocht in de havermout als voedsel voor de spieren en savonds meer eiwitten om in de rust na afloop van het werk de spieren te laten groeien. Ik ben in deze drie maanden duidelijk sterker en zeker ook energieker geworden en afgevallen. Zo’n bootje bouwen is toch gezonder dan thuis voor de buis met een koelkast vol dikmakers. Het motiveert je tot actie en je houd er nog een mooie boot aan over.
Donderdag 7 juni. We gaan nog verder de winter in en het wordt nu elke dag iets frisser vooral in de ochtenden. De zon blijft overdag ook laag maar de temperatuur overdag is daardoor ook heel fijn. Wel loop ik nu iedere dag met lange broek en een vestje. De laatste loodjes wegen het zwaarst luidt het spreekwoord. Bij het bootje bouwen begrijp je waarom dat zo is. Als het bijna klaar is kom je alle dingen tegen die nog net niet helemaal klaar waren. Ook de foutjes ontdek je pas aan het eind. Daar gaat weer een halve dag op aan iets dat klaar leek te zijn. En wie weet wat er nog meer komt. Ik heb ook besloten om niet haastig door te gaan maar vanaf vandaag elke dag tijd te maken voor het achterlaten van de boot en de auto en de caravan. Opruimen, inruimen, afdekzeiltjes maken, de enorme troep aan losse onderdeeltjes en bakjes en zakjes organiseren. Ook zaag ik met een ijzerzaagje de matras op maat zodat die in de boot kan en niet in de auto of caravan bewaard hoeft te blijven. Dan even proefliggen en dat is best heel comfortabel. Hij is 190 lang en 70 breed dus dat is groot genoeg. Aan het hoofdeind kan ik rechtop zitten en dan is er nog dertig centimeter vloer totdat het breedste en diepste deel van de boot begint, dat is de ruimte onder het grote kajuitluik. Doordat de houten scheepswanden schuin staan is het op vijftig centimeter boven het matras al 120 breed. Het voelt prettig en zeer beschermd aan, maar er moet wel betere ventilatie komen anders wordt het gauw te warm. Ik plooi het doek van de zonnetentjes over de kajuitdakjes heen en probeer een afdekzeiltje over de achterdekken. Ik zou het op maat kunnen knippen en strak erover kunnen spannen maar dat is veel werk en eigenlijk nog vrij krap, want de roeren passen er dan niet onder. Even wachten tot morgen of de bestelde afdekzeiltjes van drie bij drie meter nog komen. Op de werf zijn ze een nieuwe stootrand aan het maken op een boot die gebruikt is als bevoorradingsschip voor de industrie. Ik ga eens bij ze kijken en krijg een blok schuim van ze en een strook hele sterke vinyl die daar omheen gespannen wordt als een stootkussen. Misschien op de uiteinden van de beams of aan een steiger? Dan maak ik ook een praatje met de eigenaar van de winkel. Hij heeft een Seagull buitenboordmotor in zijn etalage gezet. Die is nog nieuw en nooit gebruikt. En het is een langstaart motor. Hij had hem eigenlijk als vintage decoratie daar gezet, maar hij zou wel heel mooi bij mijn boot passen. Wil hij hem ook verkopen? Hij zal erover denken. Seagull is een Brits merk van voor de oorlog. Het zijn oersterke werkmotoren met een laag toerental, een 3 op 1 overbrenging en een grote vierbladschroef die gehakt maakt van zeewier en troep in het water. Zeg maar de Landrover of Toyota Hylux onder de buitenboordmotoren. Die motoren zijn vrij ongevoelig voor de kwaliteit van de brandstof en kunnen dagen achtereen zwaar belast worden en ook een onderdompeling kunnen wel doorstaan zonder dat het motorblok breekt. Gietijzer en brons in plaats van aluminium. Met zo’n motor kan ik echt overal varen, ook in sterkstromend en vervuild rivierwater, moetassenen rietvelden of door velden met zeewier langs de kust. Morgen nog eens goed kijken welk type het precies is. Dan hou ik vroeger op en ga wat eten in de bar van het clubhuis terwijl ik nog een hoofdstuk lees in het boek van Kals: practical boating. Het gaat over navigatie op de sterren. Bij het licht van de sterren rij ik terug naar de camping want het is een heldere nacht en begint nu al frisser te worden.
Vrijdag 8 juni. De laatste week is ingegaan. Ik ben begonnen om het vertrek te plannen. Vanmorgen nog wel eerst naar de supermarkt om mijn ontbijtspullen aan te vullen en heerlijk fruit te kopen. Ze hebben prachtige mandarijnen en ik koop anderhalve kilo voor twee euro. Lekkere zoete bananen voor 75 eurocent per kilo. Heerlijk dat fruit dat aan de boom kan blijven hangen tot het rijp is. Bij de boot ga ik verder met de lashings van de voorste beam totdat die ook helemaal klaar is. Wat is dat veel werk geweest. Om de touwen op spanning te brengen bind ik er elke paar slagen een takel aan. Zo ben ik wel anderhalf uur per lashing bezig geweest en het zijn er twaalf. Nu dat klaar is haal ik de spanbanden van alle drie de beams af. Zo, dat is voor het eerst dat ik de boot zo zie. Wat is ie mooi. Iedereen die er langs loopt zegt dat het zo’ n mooie boot is. Dat heeft me wel gemotiveerd om er zoveel tijd aan te spenderen. Als ik de voorpunt van de ene romp licht aanraak reageert de achterkant van de andere romp onmiddellijk. Eindelijk zijn de twee rompen samen een boot geworden. Jammer dat de mast nog niet klaar is. Ik wacht op de VHF antenne, die ik besteld heb en op de bracket waarmee die op de mast gezet kan worden. In de namiddag rij ik terug naar de camping. Het is smorgens en overdag veel te vochtig geweest dus dan ga ik nu maar het opblaasbare peddelboard leeg laten lopen en oprollen. Wat gaat dat gemakkelijk. Hij past zo in een speciale rugzak. Ideaal ding. Ik sprak nog met de winkeleigenaar over dat motortje. Hij zal de papieren ervan opzoeken. Ik koop in de winkel een zeekaart van de kust van Durban tot de grens met Mozambique. En ik koop ook een drie meter lange bamboestok. Dat is handig als peilstok en als vaarboom en als pikhaak, speer, tentstok, fokkeloet of van-alles-wat. Tegen donker is er de vrijdagavond barbeque. Ik bestel weer een T-bone bij de braaimeester, die ik Mr. T noem en ook een drankje aanbied. Dan praat ik lang met het gezinnetje uit Botswana die een enorm grote catamaran gekocht hebben om daarmee te gaan chartervaren in de Seychellen. Ze dachten wel een week of drie nodig te hebben in Richardsbay maar zijn nu al acht maanden hier. Eerst hadden ze water in allebei de machinekamers en nu is er weer een keerkoppeling stuk. Alles is heel groot, heel zwaar en heel duur. De kinderen moesten van school en krijgen nu thuisles wat voor hun moeder ook een hele opgave is. Ze zitten vanavond met wel twintig kinderen aan een grote tafel want er wordt een verjaardagsfeestje gegeven. Hun zoontje van tien raced de hele dag met zijn fietsje over de werf, dus de kinderen vinden het niet erg dat de boot nog niet klaar is.

Zaterdag 9 juni. Ik ben al vroeg op en om half acht bij de boot. Vandaag heb ik met Jarrett afgesproken dat hij de naam en decoratie op mijn boot gaat schilderen. Als hij arriveert heeft hij wat tekeningen en prints bij zich. Hij heeft deze week gestudeerd op de symboliek van de polynesische kunst en ook de Disney animatiefilm gezien waarvan ik zo onder de indruk was dat ik hem tweekeer heb gezien. Alle ontwerpen van James Wharram zijn geinspireerd op de Polynesche kunst van scheepsbouw. Als jonge ontwerper vroeg hij zich af hoe de Polynesiers duizenden zeemijlen hebben kunnen varen om hun eilanden te bereiken terwijl ze geen ijzer hadden om hun schepen bijeen te houden. Daardoor is hij gaan nadenken over een manier van ontwerpen waarbij de kracht op de materialen zo laag mogelijk blijft. Die Polynesche inspiratie is hij zijn leven lang blijven toepassen en uitdragen in een tijdschrift en in zeereizen naar Polynesie waar hij boten aan de bevolking heeft geschonken in hoop hen te inspireren om hun kennis en cultuur van grote zeereizen opnieuw leven in te blazen. De ontwerpen die hij gemaakt heeft hebben ook allemaal een Polynesische naam. Jarret begint om het verf oppervlak licht op te schuren en maakt dan met krijt een schets op de buitenkant van de bakboordromp. Het wordt veel groter dan ik gedacht had maar de vormen zijn heel vloeiend en natuurlijk. Het lijkt zelfs of de boot er langer door wordt. Zelfs van de krijtschets voel ik dat er een enorme kracht van uitgaat en een nog sterkere individualiteit ontstaat. Werd de boot eerst geroemd omdat ie zo mooi is hoor ik nu dat de langslopende buren het woord : “spectaculair” gebruiken. Ikzelf ga intussen werk maken van een beschadiging die ontstaan is toen ik de rompen aan het uitlijnen was. Ik had een stok van drie en een halve meter tussen de handgrepen aan de boegen gelegd voor de maat maar die stok schoot aan een zijde los en wipte als een hefboom de houten handgreep aan de andere boeg kapot. Ik had het er weer opgeplakt maar het bleef me ergeren dus nu de puntjes op de i gezet worden maak ik ook een geheel nieuwe boegplaat met een nieuwe handgreep. Ik zaag en boor en vijl net zo lang totdat ik de vorm er goed in heb. Maar ik zet het er nog niet op want Jarrett is aan die boeg bezig. De buren komen picknikken dus ik ruim ook mijn zaagspullen van de picknik plaats weg en ga niet verder. Dan neem ik de maten van de randen waar de trampoline langs gespannen moet worden en ik rij naar het Builders Warehouse. Ze hebben hun voorraad houten stokken aangevuld maar de langsten zijn twee meter en ik heb er minstens zes nodig die twee en een halve meter lang zijn dus ik besluit om ze dan maar allemaal in aluminium te nemen. Dat blijft ook mooier glad en slijt dan minder op het materiaal van het doek want het trampolinedoek moet eromheen gezoomd worden aan de randen zodat het strak opgespannen kan worden. Dan nog zoeken om rubberen einddopje te vinden. Met tien aluminium stokken en 24 dopjes in de auto ga ik eerst even een milkshake halen bij de BurgerKing en dan terug naar de werf. Jarrett is net vertrokken en ik probeer even de stokken uit en ik probeer ook hoe ik van het hardschuim dat ik gekregen heb stootkussens zou maken op de uiteinden van de beams. Het laat zich gemakkelijk zagen met een ijzerzaag en ook heel goed schuren met de bandschuurmachine. Ik maak een stootblokje van vijf centimeter dik en dat ziet er mooi uit. Zou het voldoende zijn om het erop te lijmen? Ik kan er gemakkelijk wat meer maken als reserve. Of moet er nog steviger materiaal omheen? Maar dan krijg ik die mooie vorm er niet meer in. Zou ik er ook rubber op kunnen lijmen? Het wordt donker en ik ga een biertje drinken op het clubhuis. Er is een rugby wedstrijd tussen Zuid Afrika en Engeland op tv. De bar zit bijna vol. ik blijf niet lang want ik ben moe en ik ga op de camping lekker lang douchen en naar bed.



Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 375
Totaal aantal bezoekers 369875

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: