Interesante omtmoetingen; puntjes op de i.
Door: Alfred Daniels
Blijf op de hoogte en volg Fred
25 Mei 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit
Dinsdag 22 mei. Opnieuw een fijne dag met rustig en lekker weer. De mensen die vandaag vertrokken zijn voor een zeilreis naar Mozambique zullen wel een geweldige zeildag gehad hebben. Als ik om half acht bij de boot aankom staat Simon al te wachten. Hij heeft een andere man gevonden om zijn plaats in te nemen in een ploegje dat bezig is om de onderkant van een jacht te schuren en gaat zelf liever bij mij aan de slag. We zijn de hele dag bezig om de zestig bouten waarmee de beams en de verstagingen aan de boot zitten los te maken, eruit te draaien, van nieuwe grote ringen binnen en buiten te voorzien en opnieuw waterdicht erin te zetten. Ik leg steeds drie ringen van verschillende grootte op elkaar want echte dikke ringen kon ik niet kopen in roestvrij staal. Ik gebruik siliconen om elke kans op inwatering uit te sluiten. Om half vier is het klaar, op twee plaatsen na want ik durf de bouten die aan de binnenkant van de hoofdbeam zitten er nog niet uit te draaien. Daar staan spanbanden op en die houden de boot op dit moment bij elkaar. Bovendien wordt ik er te moe van en ik ben blij om ermee op te houden voor vandaag. Het was een grote klus, maar het resultaat is heel goed. Niet alleen is het veel beter zo, de grote ringen staan ook veel beter en ondersteunen het stoere karakter van de boot. Ik denk dat ik ze voorlopig van blank metaal hou met siliconenvet. Zou ik er vanuit het water uitzien als een school vissen met al die zilveren ogen? Opletten van welke zeedieren ik belangstelling trek. De samenwerking met Simon is prima gegaan, maar toch werk ik liever alleen omdat het aanpassen op kleine details vaak net het verschil maakt of iets goed zit of 200 procent goed zit. Daarom draai ik ook zelf met de dopsleutel iedere bout op dezelfde spanning. Als Simon naar huis is gebruik ik dezelfde bouten ook als scharnieren voor de schaduwtentjes. Ze zijn er precies lang genoeg voor nu ik daar aan de binnenkant backingplates heb gelijmd. Dan ruim ik alles op en sluit de boot af en ik ga nog even meten hoever de tweede voorstag voor de eerste zal komen als ik geen boegsprietje gebruik (20cm ) en als ik er wel een korte boegspiet op zou zetten ( 90cm). Met een korte boegspriet steekt de punt daarvan ongeveer 20 cm uit buiten de punten van de boegen. Als ik de boegspriet vrij horizontaal hou zou ik de highaspect fok van 9 vierkante meter als kluiver kunnen gebruiken voor de werkfok of kleine genua. Dat zal wel een flinke ‘bite’ geven op aandewindse koers. Maar misschien moet de mast dan rechterop gezet worden. Maar ik zou ook de highaspect in combinatie met de stormfok kunnen varen bij de verwachting van opkomend zwaar weer, of zoals in mijn oorspronkelijke bedoeling de Bolle Jan op de voorste stag paraat leggen en de highaspect op de tweede stag hijsen. Voor alle windkrachten en windrichtingen heb ik dan een noodsituatie klaarliggen die ik kan inzetten zonder dat ik naar de voorstag hoef te lopen om het ene voorzeil eraf te halen en het andere erop te zetten. Alle zeilen zijn geleuverd dus als ik de hijslijn los maak vallen netjes in mijn netje. Dat is veel beter dan het gebruik van een storingsgevoelige en meestal slecht gevormde rolfok. Maar er moet wel een tweede voorstag aan de mast gemaakt worden en een tweede hijslijn voor het tweede zeil. Twee hijslijnen daar is ook veiliger in geval er een zou breken. Dat geldt overigens iok voor de twee hijslijnen aan het grootzeil. Ik heb er nog niemand iets over horen zeggen op internet maar als er een hijslijn zou breken kun je dankzij dit ontwerp van Wharram nog altijd doorzeilen door een voorzeil achter de mast hijsen. Ik zal een kralenlijn gaan maken of ik moet een zakje houten kralen meenemen. Dan kan ik gewoon elk zeil als grootzeil hijsen. Ik vraag Andrew of hij tijd heeft om mij te helpen met het neerhalen van de mast morgen of overmorgen. Dan moet ik ook beslissen of ik een electriciteitskabel voor een toplicht zal trekken door de aluminium mast heen of dat ik een gewoon een batterijlampje zal hijsen aan een van de hijslijnen en dan oplaadbare batterijen gebruiken. Welke oplossing ik ook kies: er moet toch iets opgeladen worden. Maar is dat een grote zware centrale batterij of een paar kleinere om de paar dagen? Zo’n toplicht moet snachts branden als je voor anker licht. De rood/groene navigatieverlichting is hier twaalf volt dus daar moeten twaalf volt batterij(en) voor komen. Of branden LEDs ook op
Iets minder? Ik ben niet van plan om snachts te gaan varen en ik voel er ook niet voor om als een kerstboom verlicht aan de Mozambicaanse kust te liggen, maar het is wel goed om op alles voorbereid te zijn. Een olielampje met muggenolie, daar voel ik wel voor. Bestaan die stormlantarentjes ook in rood en groen? Als ik bij de camping aankom ga ik heel lang onder een warme douche staan en val zodra ik op bed ga liggen in slaap. Om half elf wordt ik weer wakker en schrijf dit verhaal. Het is nu elf uur. Ik ga wat thee zetten en verder slapen.
Woensdag 23 mei.
Vandaag opnieuw een droge en niet te hete dag. Het is hier winter nu en smorgens heel vochtig met dauw. Het duurt wel tot tien uur voordat het vocht verdampt is. Ik ga de mast laten zakken. Eerst de zware lier aan de achterkant van de auto binden met kettingen aan de trekhaak. Ik kan de lier op de achterbeam nog niet gebruiken want die beam is nog niet vastgesjort. Dan leen ik een ladder en klim in een paal die recht voor het midden van de boot staat. Daar bevestig ik een katrol in op drie meter hoogte en nog een op bijna een meter hoogte. De lange hijslijn van het voorzeil gaat door die katrollen en dan maak ik die vast aan de lijn van de lier. Dan maak ik twee zijstagen los en zet die opnieuw vast maar nu op dezelfde beam als waar de mast op staat. Dat voorkomt zijdelings wegvallen van de mast tijdens het zakken. Ik breng de lier op spanning en dan kan de voorstag losgemaakt worden. Ik vraag Andrew of hij even tijd kan maken om standby te staan bij de voet van de mast voor geval er iets mis zou gaan. Maar er gaat niets mis en de mast zakt rustig naar beneden en blijft keurig met zijn voet vast zitten aan de beam waarop hij staat. Hij draait niet weg en verschuift niet. Een goed geplaatst houtblokje en een sleuf in de mastvoet en een touwtje houden de mastvoet keurig op zijn plaats. Goed ontworpen die mastvoet James Wharram!! Ondanks de grote spanning die ik op de verstaging gezet had en de vier graden helling waaronder de mast gestaan heeft, heeft de mast ook geen enkele afdruk veroorzaakt in de houten balk waarop hij staat: goed op maat gezaagd die mastvoet Alfred Daniels !!! Ik laat de top van de mast rusten op de trapladder die ik gekocht had. Zo, het was even voorbereiding, maar de volgende keer durf ik het ook wel alleen aan op deze manier. Dan ga ik aan het werk om de kop van de mast aan te passen. Ik haal de twee dunne dyneema voorstagen die ik naar de punten had gespannen eraf. Op die plek maak ik nu een enkele voorstag van de nieuwe 5 mm dyneema lijn. De gewone voorstag van staaldraad blijft erop zitten. Alle lijnen in de kop van de mast lopen door hogedrukslang om insnijden te voorkomen. Met een dun hulplijntje lukt het me om de nieuwe vijfmilimeter lijn daar gewoon doorheen te trekken. Een mooie splits eraan en die zit vast. Wharram heeft de verstagingen gewoon met een lus om de mast heen ontworpen. Die lussen worden op hun plek gehouden met houten blokjes eronder. Maar ik heb een mast van aluminium met een losse mastkop daarbovenop. Ik wilde alle lijnen zo hoog mogelijk aan die kop zelf hebben. In plaats van houten blokjes heb ik roestvrijstalen U beugels door de mastkop gebruikt om de voorkomen dat de lussen kunnen afglijden. Alle lijnen lopen door hogedrukslang tegen schuren en insnijden. Als ik de boot achter moet laten haal ik die kop met alle lijnen er zo vanaf en berg die apart op zodat er alleen een aluminium paal overblijft. Over die paal zou je de boot ook een strand op kunnen rollen. Ik hoop dat het aluminium sterk genoeg blijft en ik heb de roestvrijstalen doorvoeren geisoleert met speciale rubbercompound. Dan maak ik de hijsblokjes voor het grootzeil los. Ik probeer ze tien centimeter hoger te zetten zodat ik het grootzeil nog iets hoger kan hijsen en het nog mooier boven de tentjes blijft. De piekeval katrol gaat naar het uiterste puntje van de kop om de hoek waaronder de hijslijn aangrijpt zo gunstig mogelijk te maken. Ik gebruik ook voor deze katrollen de vijfmilimeter lijn, zodat ze toch vrij kunnen blijven bewegen met de bewegingen van de gaffel, ook als ik de gaffel helemaal uitzwaai of zelfs voor de zijstagen zou hijsen. Ik moet er de gaatjes voor opboren. Dan moet er een nieuwe doorvoer door de mast gemaakt worden voor de tweede hijslijn voor het tweede voorzeil. Dat wordt nog puzzelen waar ik die kan plaatsen, zodat alle lijnen net vrij blijven lopen van elkaar. In de winkel vind ik twee sheeves, dat zijn mastdoorvoer katrollen. Ik hoop dat ze sterk genoeg zullen zijn. De hijslijnen lopen niet binnen in de mast maar door de mast heen en dan aan de achterkant in de zeilsleeve. Dat is omdat Wharram een houten mast ontworpen had die je zelf kunt maken. Nu ik aluminium heb zou ik de hijslijnen van de voorzeilen wel binnen in de mast kunnen laten lopen. Daar moet ik eerst nog verder over nadenken en ik ga opruimen en kipcurry eten bij de afhaalhindustaan. Ik heb al een paar dagen veel spierpijn in mijn bovenrug en schouders en mijn nek doet ook af en toe pijn. Tijd voor een servicebeurt bij de Thaise massage dames! Die knijpen en duwen net zo lang tot alles weer recht zit en zetten de uitgedroogde buitenkant in de verzorgende olie en dan voel ik me meteen al een stuk beter. Het is al donker, ik rij naar de camping, drink wat groene thee met honing en val in slaap. Om half twaalf wordt ik wakker omdat de bushbaby roept en ik ga dit verhaal schrijven. Bushbabies heten zo omdat hun roep klingt als een mensenbaby die net wakker is geworden. Het is zeker instinct van ons mensen om daarvan ook wakker te worden. Veel dieren hier maken bijzondere geluiden. De Ibissen klinken alsof ze iemand uitlachen: Haha Haha. De neushoornvogels maken een geluid dat wij maken als we weemoedig zijn. Het klinkt akelig als ze er te lang mee door gaan: Ach, Ach, Ach. Dan is er nog een vogel die ik de Roepie roepie vogel noemt omdat ie Roepie roepie roept. Het is kwart over twaalf, als iedereen verder zijn bek en zijn snavel dichthoudt kan ik verder slapen.
Donderdag 24 mei. Vanmorgen is begonnen met damp uit zee. Alles is kleddernat. Pas om een uur of negen wordt een wazig zonnetje zichtbaar en om elf uur is de dauw een beetje opgedroogd. Ik begin met de montage van de mastdoorvoeren. Er moet bovenin en onderin de mast een rechthoekig stukje uit de mast gehaald worden zodat de mastdoorvoeren daarin passen. Ik teken een contourlijntje en sla dan met een drevel een rij putjes net binnen dat lijntje. Ik neem een drie milimeter boortje en ik moet per opening 28 maal een gaatje boren langs het lijntje. Ik heb uit eerdere ervaring geleerd dat hoe meer aandacht je besteed aan de plaatsing van de drevelputjes hoe sneller en mooier het eindresultstaat. Er komt een kaarsrechte lijn gaatjes netjes op een halve milimeter van elkaar. Dan sla ik met een bijtel de stukjes aluminium tussen de gaatjes door en het middenstukje valt er vanzelf uit. Even de vijl om de ruwe randen glad te vijlen en past het perfect. De mastdoorvoer ( sheeve) moet met zes popnageltjes vastgezet worden. Ik doe rubbercompound tussen de sheeve en de mast want roestvrijstaal tast aluminium aan. Zo, dat ziet er goed uit. Nu hetzelfde aan de onderkant van de mast waar de hijslijn weer naar buiten moet komen. Maar hoe krijg ik een lijn door de lengte van acht meter mast. Uiteindelijjk rijg ik een stuk of dertig kleine moertjes van vijfmilimeter aan een nieuw en soepel dun lijntje en leidt die in de opening van de sheeve in de hoop dat ie bij het opzetten van de mast naar beneden zal zakken en ik er de dikke lijn aan kan binden en die eraan kan doortrekken. Dat is klaar. Dan ga ik nogmaals proberen of ik een verlenging kan maken aan de hijslijnen voor het grootzeil. Die lijnen heb ik te kort gekocht in Nederland. Maar die lijnen bestaan uit drie lagen: een kern van rechte ongevlochten draden, een stugge gevlochten omhulsel van de kern en een mantel van gekleurde draden. De spilts wordt opnieuw niet mooi glad. De omhulsel van de kern is zeer dicht en stug, maar ook te dun als drager van een verbinding. Dan ga ik in de winkel maar nieuwe lijnen kopen. En ook nog een erbij voor het tweede voorzeil. De mast is acht meter hoog en ik koop nu lijnen van achtien meter lengte zodat ik ook achterop kan blijven zitten om de zeilen te hijsen. Ik wil ze ook over de lier kunnen gebruiken om iets omhoog te hijsen bijvoorbeeld uit het water of met de lier de lijnen snaarstrak zetten zodat je erin omhoog kan klimmen of misschien kun je er zelfs de boot mee kantelen. Daarom heb ik ook het zesmilimeter asje in de masttop vervangen voor een acht milimeter dikke. De hijslijn voor de fok gaat nu door de nieuwe sheeves heen en de hijslijn voor de bolle jan of ander voorste zeil loopt door de eerder gemaakte mastdoorvoer. Die is sterker dan de sheeves en ik besluit om daar mijn lange zes milimeter lijn met dyneema kern in zijn geheel en besluit om die niet op achttien meter in te korten maar op 32 meter lengte te laten. Zo heb ik ook naar voren toe een ijzersterke lijn vanuit de top van de mast. Bijvoorbeeld om de mast aan te laten zakken zoals ik nu ook gedaan heb. Aan het acht milimeter boutje maak ik op advies van Andrew oogmoeren en bind daar twee dunne hulplijnen aan waaraan vlaggen en radarreflector en ankerbal of noodverlichting gehesen kunnen worden. Zo dat is ook klaar. Nu de mast naar beneden is sjor ik de andere twee beams met spanbanden vast en ik probeer of ik de boutjes van de mastbeams bevestigingen er ook uit kan halen om ze van grotere ringen te voorzien. Dat lukt, maar op een na. Na enig zoeken heb ik nog precies genoeg ringen van mediumsize en ik zal morgen nog een paar grote ringen bijkopen in de winkel want die hebben ze wel op voorraad. Dan is het al weer donker. Morgen verder en beslissen of ik nog een stroomdraad door de mast zal maken of niet . Andrew heeft de hele dag besteed om antifouling verf op het onderwater gedeelte van zijn schip te smeren. Het wordt prachtig. Hij weet niet precies hoe hoog de waterlijn moet komen maar hij heeft hem er superstrak en recht opgezet en dat laat de vorm en lengte van het schip mooi zien. 53 voet is een behoorlijk schip. Net als ik kocht hij het van iemand die er jarenlang aan gebouwd had maar niet wilde of kon afbouwen. Hij is er zelf nu al drie jaar mee bezig. Hij woont er op. Hij wil hem zo snel mogelijk in het water laten want dan is de maandelijkse huur van de ligplaats lager dan op de scheepswerf. Van de week heeft hij voor de tweede keer de motor gestart, een Perkins diesel en die loopt fantastisch, maar een grote brandstoftank zit er nog niet in. Wel heeft ie de afgelopen maanden van dik roestvrij staal een boegplaat met ankerrol en voorstag bevestigingen gelast en die erop gemonteerd en ook lange en dikke roestvrijstalen strippen om de zijstagen aan te bevestigen, met extra verstevigingsplaten aan de binnenkant. De meeste ban die klussen zijn te groot en te zwaar om door een man gedaan te worden en dan huurt ie werkers in. Op een schip van twintig ton zijn de krachten exponentieel groter omdat het schip trager reageert op windvlagen en een maximum snelheid heeft door zijn waterverplaatsing. Maar het is een prachtig ontwerp van Bruce Roberts dat relatief laag en breed is met mooie holle vlakken zodat het snel en droog zal varen op alle koersen met weinig opspattend water op het breede voordek. Een verhoogd campagnedek achterin zal enorm veel extra leefruimte binnenin het schip geven en een mooi overzicht om boven op te staan. Het is donker geworden, ik ga een kippetje eten op de club en lang douchen op de camping en naar bed. Om een uur wordt ik wakker en schrijf dit verhaal. Ik ga nog even naar buiten om een kop thee te drinken en denk nog een uurtje na over het peddelboard dat op een zeiltje in het gras ligt met het frame van de outrigger erop. Als ik de dwarleggers onder de langsleggers monteer heb ik handgreep en stabiliteit om te zitten aan de langsleggers. Maar als ik de langsleggers onder de dwarsleggers monteer heb ik meer frictie op het board en lengteversterking als het zacht of lek zou raken. Maar als ik de langsleggers bovenop leg en de onderkant ervan zou opvullen met de resten van het schuim heb ik allebei. Dat ga ik zo doen, denk ik. Nu nog iets bedenken hoe ik het transportkarretje een tweede functie kan geven: als zitje of als motorophang of roerophang of als maststeun. Maar hij moet ook gemakkelijk beschikbaar blijven als karretje, juist met het motortje. Om drie uur ga ik naar binnen om dit stukje te schrijven en verder te slapen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley