Interesante omtmoetingen; puntjes op de i. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Interesante omtmoetingen; puntjes op de i. - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Interesante omtmoetingen; puntjes op de i.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

25 Mei 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Maandag 21 mei. Vandaag is het opnieuw heerlijk weer om buiten wat te doen. Ik heb met een van de zwarte werkers op de werf afgesproken dat hij mij gaat helpen om alle bouten eruit te halen waarmee de beams en de verstagingen op hun plaats gehouden worden. Dat zijn er zestig. Ik wil aan binnen en de buitenkant grotere ringen erop zetten. Als ik op de werf arriveer staat hij al te wachten. Het is Simon, dezelfde man die mij al eerder geholpen had met het schoonmaken van de ankerbakruimtes waar ikzelf niet in kan omdat het luik maar 40 centimeter breed is. We gaan aan de slag. Simon draait van binnen de moeren iets los en houdt dan vast met een sleuteltje 10 terwijl ik de bout van de buitenkant eerst voorzichtig met de dopsleutel en dan met de boormachine eruit draai. Als ze niet gemakkelijk er uit komen mag hij met een nylon hamer erop tikken totdat de schroefdraad greep krijgt op het hout en de bouten zich naar buiten laten draaien. We zijn een uurtje bezig en dan wordt hij weg geroepen. De klus waarmee hij een paar dagen bezig was met een groep mannen heeft hem toch nog nodig. Ik laat hem gaan en ga zelf verder met het boren van de gaten voor de grote U -vormige bouten die ik erbij ga zetten aan de boegen. Dat is echt een moeilijke klus om per bout twee gaten parallel aan elkaar erdoor te boren. De boortjes zijn ook te kort om er in een keer doorheen te kunnen. Pas vanaf dikte maat 7,5 mm zijn de boren lang genoeg als ik ze alleen op het laatste eindje in de machine klem. De U- bouten zijn 10 mm dik. De eerste gaten gaan moeizaam hoe goed ik ook gemeten heb. Bij het tweede stel gaten in de boeg ban de andere romp verzin ik een hulpmiddel. Als het eerste gat erdoor is steek ik daar een dun stokje doorheen dat uitsteekt. Op het oog hou ik nu de boor paralel aan dat stokje. Dat gaat veel beter. Ik kom nog maar een halve centimeter scheef uit en corrigeer dat door met een heel dun boortje vanaf de andere kant terug te boren zodat de grotere boor die ik er daarna vanaf de andere kant door boor zich de gemakkelijkste weg zoekt precies waar ie zijn moet. Jammer dat ik geen enkele opleiding er in heb of ervaring door met anderen dit soort dingen te doen. Ik verzin zelf maar steeds wat ik denk dat het beste zal gaan en vloeken in het Latijn of oud Grieks hebben ze me ook al niet geleerd. Maar als ik de tijd neem om rustig na te denken hoe ik iets zal aanpakken gaat het meestal wel goed. Ik vroeg ooit als dertien jarige aan mijn leraar Latijn wat nu nog het nut was om zulke oude - niet meer gesproken - talen te leren. Volgens hem stimuleert het je denken om in alternatieve oplossingen te denken. Dat komt omdat bijvoorbeeld Latijn over een periode van meer dan drie duizend jaar gesproken is en in die tijd hebben de woorden vaak andere betekenissen gekregen en andere uitspraak en spelling. Dus als je gaat lezen kan er staan wat je eerst denkt, maar misschien ook wel iets anders. Pas in de context van het hele verhaal ga je de meest waarschijnlijke betekenis kiezen. Ik vond er niks aan om Latijn als taal te leren. Wel die oude verhalen over hoe de mensen in die tijd leefden en dachten, maar misschien heb ik er dit dan wel door geleerd. Je zou denken dat je dit probleem beter met mijn wiskunde en natuurkunde lessen had kunnen oplossen, maar zeg mij dan maar hoe je twee rechte bouten met een handboor parallel door twee scheve planken krijgt die je niet kan verplaatsen en dievop een scheve en ongelijkmatige ondergrond staan. Hmmm misschien had ik twee assen wel kunnen bepalen door een haakse hoek op te hangen met een vrijhangend gewicht eronder. En de laatste as? Met een kompaspeiling langs de boegen? Ja, jammer dat ik daar niet eerder aan gedacht heb. Maar ja, het is toch ook goed gekomen en een beetje epoxy moet er toch in de gaten voordat ik de bouten erdoor zet en de moeren aandraai. Het ziet er prima uit. Dit biedt geweldig meer mogelijkheden om aan de voorkant van de boot een tweede voorstag te maken, of misschien ook een boegspriet. Of om ook een breidel erbij te monteren zoals aan de achterkant. Daarmee wordt mijn bootje wel hurricane bestendig. Jeff en Erik komen afscheid nemen, ze gaan terug naar Kaapstad. Jeff doet mij nog het idee aan de hand om een veiligheidspal te maken in de automatische stuurinrichting zodat die met een trekbeweging vanaf bijvoorbeeld een lijn die achter de boot hangt losgetrokken kan worden. De boot blijft dan niet rechtdoor varen maar zal zich in de wind keren en tot stilstand komen. Dat is een heel goed idee want op een boot klimmen die vaart kan heel lastig zijn. Daar zal ik verder aan gaan werken. Ik heb van het stel dat naar Mozambique gaat vertrekken een boek geleend: Pilot of Afrika deel drie. Ik ga eerst naar de supermarkt en dan terug naar de caravan en maak wel vijftig fotos van de meest relevante paginas. Deze boeken zijn van de Britse Admiraliteit en ze beschrijven de omstandigheden van weer en wind en stromingen en diepten en obstakels en havens en ankerplaatsen langs de oostkust tot en met de kust van Somalie. Ik maak fotos van de paginas over Mozambique, Tanzania Kenia en zuid Somalie tot aan Mogadishu. Dan breng ik het boek terug want ze gaan morgenvroeg varen. Ik krijg nog zes citroenen van hun eigen kwekerij van ze. De man die aan zijn heup geopereerd is gaat met hen meevaren en hij geeft mij ook zo’n Pilot te leen: oostkust van Afrika. Ook nog een boek over Short handed Sailing voor mensen die alleen of met heel weinig bemanning varen zoals de meeste echtparen dat ook altijd doen. Ik vind dat iedere zeiler en ieder pleziervaartuig voorbereid moet zijn voor singlehanded sailing want je weet nooit of je wel kunt vertrouwen dat je bemanning of je passagiers ook daadwerkelijk iets kunnen doen. Tegen de avond sta ik nog even te experimenteren met een korte boegspriet. Ik heb een dikke houten parasol staander bewaard nadat de parasol in stukken brak tijdens een storm in Botswana. Die lijkt precies te gaan passen, maar ik weet nog niet of ik wel een boegspriet zal maken. Het heeft wel een aantal voordelen, de belagrijkste misschien dat je meer ‘lift’ aan de boeg krijgt, maar je moet ook oppassen dat je niet teveel zeil gaat voeren en ieder zeil moet ook gemakkelijk en snel bediend kunnen worden en neergelaten kunnen worden. Je moet ook een boegspriet niet zo lang maken dat je niet meer veilig bij de punt kunt komen. Dan ga ik inpakken en terug naar de caravan. Ik steek de barbeque aan en ga douchen. Als ik terugkom is de barbeque precies goed. Karbonaatje erop en een Avocado van de boom op de werf en een citroen erbij en Rucola, dat hier Rocket heet. Sterke pure smaken en het was heerlijk. Om twee uur snachts wordt ik gewekt door de bushbabie en schrijf dit verhaal. Het is nu drie uur. Ik ga verder slapen tot half zeven.

Dinsdag 22 mei. Opnieuw een fijne dag met rustig en lekker weer. De mensen die vandaag vertrokken zijn voor een zeilreis naar Mozambique zullen wel een geweldige zeildag gehad hebben. Als ik om half acht bij de boot aankom staat Simon al te wachten. Hij heeft een andere man gevonden om zijn plaats in te nemen in een ploegje dat bezig is om de onderkant van een jacht te schuren en gaat zelf liever bij mij aan de slag. We zijn de hele dag bezig om de zestig bouten waarmee de beams en de verstagingen aan de boot zitten los te maken, eruit te draaien, van nieuwe grote ringen binnen en buiten te voorzien en opnieuw waterdicht erin te zetten. Ik leg steeds drie ringen van verschillende grootte op elkaar want echte dikke ringen kon ik niet kopen in roestvrij staal. Ik gebruik siliconen om elke kans op inwatering uit te sluiten. Om half vier is het klaar, op twee plaatsen na want ik durf de bouten die aan de binnenkant van de hoofdbeam zitten er nog niet uit te draaien. Daar staan spanbanden op en die houden de boot op dit moment bij elkaar. Bovendien wordt ik er te moe van en ik ben blij om ermee op te houden voor vandaag. Het was een grote klus, maar het resultaat is heel goed. Niet alleen is het veel beter zo, de grote ringen staan ook veel beter en ondersteunen het stoere karakter van de boot. Ik denk dat ik ze voorlopig van blank metaal hou met siliconenvet. Zou ik er vanuit het water uitzien als een school vissen met al die zilveren ogen? Opletten van welke zeedieren ik belangstelling trek. De samenwerking met Simon is prima gegaan, maar toch werk ik liever alleen omdat het aanpassen op kleine details vaak net het verschil maakt of iets goed zit of 200 procent goed zit. Daarom draai ik ook zelf met de dopsleutel iedere bout op dezelfde spanning. Als Simon naar huis is gebruik ik dezelfde bouten ook als scharnieren voor de schaduwtentjes. Ze zijn er precies lang genoeg voor nu ik daar aan de binnenkant backingplates heb gelijmd. Dan ruim ik alles op en sluit de boot af en ik ga nog even meten hoever de tweede voorstag voor de eerste zal komen als ik geen boegsprietje gebruik (20cm ) en als ik er wel een korte boegspiet op zou zetten ( 90cm). Met een korte boegspriet steekt de punt daarvan ongeveer 20 cm uit buiten de punten van de boegen. Als ik de boegspriet vrij horizontaal hou zou ik de highaspect fok van 9 vierkante meter als kluiver kunnen gebruiken voor de werkfok of kleine genua. Dat zal wel een flinke ‘bite’ geven op aandewindse koers. Maar misschien moet de mast dan rechterop gezet worden. Maar ik zou ook de highaspect in combinatie met de stormfok kunnen varen bij de verwachting van opkomend zwaar weer, of zoals in mijn oorspronkelijke bedoeling de Bolle Jan op de voorste stag paraat leggen en de highaspect op de tweede stag hijsen. Voor alle windkrachten en windrichtingen heb ik dan een noodsituatie klaarliggen die ik kan inzetten zonder dat ik naar de voorstag hoef te lopen om het ene voorzeil eraf te halen en het andere erop te zetten. Alle zeilen zijn geleuverd dus als ik de hijslijn los maak vallen netjes in mijn netje. Dat is veel beter dan het gebruik van een storingsgevoelige en meestal slecht gevormde rolfok. Maar er moet wel een tweede voorstag aan de mast gemaakt worden en een tweede hijslijn voor het tweede zeil. Twee hijslijnen daar is ook veiliger in geval er een zou breken. Dat geldt overigens iok voor de twee hijslijnen aan het grootzeil. Ik heb er nog niemand iets over horen zeggen op internet maar als er een hijslijn zou breken kun je dankzij dit ontwerp van Wharram nog altijd doorzeilen door een voorzeil achter de mast hijsen. Ik zal een kralenlijn gaan maken of ik moet een zakje houten kralen meenemen. Dan kan ik gewoon elk zeil als grootzeil hijsen. Ik vraag Andrew of hij tijd heeft om mij te helpen met het neerhalen van de mast morgen of overmorgen. Dan moet ik ook beslissen of ik een electriciteitskabel voor een toplicht zal trekken door de aluminium mast heen of dat ik een gewoon een batterijlampje zal hijsen aan een van de hijslijnen en dan oplaadbare batterijen gebruiken. Welke oplossing ik ook kies: er moet toch iets opgeladen worden. Maar is dat een grote zware centrale batterij of een paar kleinere om de paar dagen? Zo’n toplicht moet snachts branden als je voor anker licht. De rood/groene navigatieverlichting is hier twaalf volt dus daar moeten twaalf volt batterij(en) voor komen. Of branden LEDs ook op
Iets minder? Ik ben niet van plan om snachts te gaan varen en ik voel er ook niet voor om als een kerstboom verlicht aan de Mozambicaanse kust te liggen, maar het is wel goed om op alles voorbereid te zijn. Een olielampje met muggenolie, daar voel ik wel voor. Bestaan die stormlantarentjes ook in rood en groen? Als ik bij de camping aankom ga ik heel lang onder een warme douche staan en val zodra ik op bed ga liggen in slaap. Om half elf wordt ik weer wakker en schrijf dit verhaal. Het is nu elf uur. Ik ga wat thee zetten en verder slapen.

Woensdag 23 mei.
Vandaag opnieuw een droge en niet te hete dag. Het is hier winter nu en smorgens heel vochtig met dauw. Het duurt wel tot tien uur voordat het vocht verdampt is. Ik ga de mast laten zakken. Eerst de zware lier aan de achterkant van de auto binden met kettingen aan de trekhaak. Ik kan de lier op de achterbeam nog niet gebruiken want die beam is nog niet vastgesjort. Dan leen ik een ladder en klim in een paal die recht voor het midden van de boot staat. Daar bevestig ik een katrol in op drie meter hoogte en nog een op bijna een meter hoogte. De lange hijslijn van het voorzeil gaat door die katrollen en dan maak ik die vast aan de lijn van de lier. Dan maak ik twee zijstagen los en zet die opnieuw vast maar nu op dezelfde beam als waar de mast op staat. Dat voorkomt zijdelings wegvallen van de mast tijdens het zakken. Ik breng de lier op spanning en dan kan de voorstag losgemaakt worden. Ik vraag Andrew of hij even tijd kan maken om standby te staan bij de voet van de mast voor geval er iets mis zou gaan. Maar er gaat niets mis en de mast zakt rustig naar beneden en blijft keurig met zijn voet vast zitten aan de beam waarop hij staat. Hij draait niet weg en verschuift niet. Een goed geplaatst houtblokje en een sleuf in de mastvoet en een touwtje houden de mastvoet keurig op zijn plaats. Goed ontworpen die mastvoet James Wharram!! Ondanks de grote spanning die ik op de verstaging gezet had en de vier graden helling waaronder de mast gestaan heeft, heeft de mast ook geen enkele afdruk veroorzaakt in de houten balk waarop hij staat: goed op maat gezaagd die mastvoet Alfred Daniels !!! Ik laat de top van de mast rusten op de trapladder die ik gekocht had. Zo, het was even voorbereiding, maar de volgende keer durf ik het ook wel alleen aan op deze manier. Dan ga ik aan het werk om de kop van de mast aan te passen. Ik haal de twee dunne dyneema voorstagen die ik naar de punten had gespannen eraf. Op die plek maak ik nu een enkele voorstag van de nieuwe 5 mm dyneema lijn. De gewone voorstag van staaldraad blijft erop zitten. Alle lijnen in de kop van de mast lopen door hogedrukslang om insnijden te voorkomen. Met een dun hulplijntje lukt het me om de nieuwe vijfmilimeter lijn daar gewoon doorheen te trekken. Een mooie splits eraan en die zit vast. Wharram heeft de verstagingen gewoon met een lus om de mast heen ontworpen. Die lussen worden op hun plek gehouden met houten blokjes eronder. Maar ik heb een mast van aluminium met een losse mastkop daarbovenop. Ik wilde alle lijnen zo hoog mogelijk aan die kop zelf hebben. In plaats van houten blokjes heb ik roestvrijstalen U beugels door de mastkop gebruikt om de voorkomen dat de lussen kunnen afglijden. Alle lijnen lopen door hogedrukslang tegen schuren en insnijden. Als ik de boot achter moet laten haal ik die kop met alle lijnen er zo vanaf en berg die apart op zodat er alleen een aluminium paal overblijft. Over die paal zou je de boot ook een strand op kunnen rollen. Ik hoop dat het aluminium sterk genoeg blijft en ik heb de roestvrijstalen doorvoeren geisoleert met speciale rubbercompound. Dan maak ik de hijsblokjes voor het grootzeil los. Ik probeer ze tien centimeter hoger te zetten zodat ik het grootzeil nog iets hoger kan hijsen en het nog mooier boven de tentjes blijft. De piekeval katrol gaat naar het uiterste puntje van de kop om de hoek waaronder de hijslijn aangrijpt zo gunstig mogelijk te maken. Ik gebruik ook voor deze katrollen de vijfmilimeter lijn, zodat ze toch vrij kunnen blijven bewegen met de bewegingen van de gaffel, ook als ik de gaffel helemaal uitzwaai of zelfs voor de zijstagen zou hijsen. Ik moet er de gaatjes voor opboren. Dan moet er een nieuwe doorvoer door de mast gemaakt worden voor de tweede hijslijn voor het tweede voorzeil. Dat wordt nog puzzelen waar ik die kan plaatsen, zodat alle lijnen net vrij blijven lopen van elkaar. In de winkel vind ik twee sheeves, dat zijn mastdoorvoer katrollen. Ik hoop dat ze sterk genoeg zullen zijn. De hijslijnen lopen niet binnen in de mast maar door de mast heen en dan aan de achterkant in de zeilsleeve. Dat is omdat Wharram een houten mast ontworpen had die je zelf kunt maken. Nu ik aluminium heb zou ik de hijslijnen van de voorzeilen wel binnen in de mast kunnen laten lopen. Daar moet ik eerst nog verder over nadenken en ik ga opruimen en kipcurry eten bij de afhaalhindustaan. Ik heb al een paar dagen veel spierpijn in mijn bovenrug en schouders en mijn nek doet ook af en toe pijn. Tijd voor een servicebeurt bij de Thaise massage dames! Die knijpen en duwen net zo lang tot alles weer recht zit en zetten de uitgedroogde buitenkant in de verzorgende olie en dan voel ik me meteen al een stuk beter. Het is al donker, ik rij naar de camping, drink wat groene thee met honing en val in slaap. Om half twaalf wordt ik wakker omdat de bushbaby roept en ik ga dit verhaal schrijven. Bushbabies heten zo omdat hun roep klingt als een mensenbaby die net wakker is geworden. Het is zeker instinct van ons mensen om daarvan ook wakker te worden. Veel dieren hier maken bijzondere geluiden. De Ibissen klinken alsof ze iemand uitlachen: Haha Haha. De neushoornvogels maken een geluid dat wij maken als we weemoedig zijn. Het klinkt akelig als ze er te lang mee door gaan: Ach, Ach, Ach. Dan is er nog een vogel die ik de Roepie roepie vogel noemt omdat ie Roepie roepie roept. Het is kwart over twaalf, als iedereen verder zijn bek en zijn snavel dichthoudt kan ik verder slapen.

Donderdag 24 mei. Vanmorgen is begonnen met damp uit zee. Alles is kleddernat. Pas om een uur of negen wordt een wazig zonnetje zichtbaar en om elf uur is de dauw een beetje opgedroogd. Ik begin met de montage van de mastdoorvoeren. Er moet bovenin en onderin de mast een rechthoekig stukje uit de mast gehaald worden zodat de mastdoorvoeren daarin passen. Ik teken een contourlijntje en sla dan met een drevel een rij putjes net binnen dat lijntje. Ik neem een drie milimeter boortje en ik moet per opening 28 maal een gaatje boren langs het lijntje. Ik heb uit eerdere ervaring geleerd dat hoe meer aandacht je besteed aan de plaatsing van de drevelputjes hoe sneller en mooier het eindresultstaat. Er komt een kaarsrechte lijn gaatjes netjes op een halve milimeter van elkaar. Dan sla ik met een bijtel de stukjes aluminium tussen de gaatjes door en het middenstukje valt er vanzelf uit. Even de vijl om de ruwe randen glad te vijlen en past het perfect. De mastdoorvoer ( sheeve) moet met zes popnageltjes vastgezet worden. Ik doe rubbercompound tussen de sheeve en de mast want roestvrijstaal tast aluminium aan. Zo, dat ziet er goed uit. Nu hetzelfde aan de onderkant van de mast waar de hijslijn weer naar buiten moet komen. Maar hoe krijg ik een lijn door de lengte van acht meter mast. Uiteindelijjk rijg ik een stuk of dertig kleine moertjes van vijfmilimeter aan een nieuw en soepel dun lijntje en leidt die in de opening van de sheeve in de hoop dat ie bij het opzetten van de mast naar beneden zal zakken en ik er de dikke lijn aan kan binden en die eraan kan doortrekken. Dat is klaar. Dan ga ik nogmaals proberen of ik een verlenging kan maken aan de hijslijnen voor het grootzeil. Die lijnen heb ik te kort gekocht in Nederland. Maar die lijnen bestaan uit drie lagen: een kern van rechte ongevlochten draden, een stugge gevlochten omhulsel van de kern en een mantel van gekleurde draden. De spilts wordt opnieuw niet mooi glad. De omhulsel van de kern is zeer dicht en stug, maar ook te dun als drager van een verbinding. Dan ga ik in de winkel maar nieuwe lijnen kopen. En ook nog een erbij voor het tweede voorzeil. De mast is acht meter hoog en ik koop nu lijnen van achtien meter lengte zodat ik ook achterop kan blijven zitten om de zeilen te hijsen. Ik wil ze ook over de lier kunnen gebruiken om iets omhoog te hijsen bijvoorbeeld uit het water of met de lier de lijnen snaarstrak zetten zodat je erin omhoog kan klimmen of misschien kun je er zelfs de boot mee kantelen. Daarom heb ik ook het zesmilimeter asje in de masttop vervangen voor een acht milimeter dikke. De hijslijn voor de fok gaat nu door de nieuwe sheeves heen en de hijslijn voor de bolle jan of ander voorste zeil loopt door de eerder gemaakte mastdoorvoer. Die is sterker dan de sheeves en ik besluit om daar mijn lange zes milimeter lijn met dyneema kern in zijn geheel en besluit om die niet op achttien meter in te korten maar op 32 meter lengte te laten. Zo heb ik ook naar voren toe een ijzersterke lijn vanuit de top van de mast. Bijvoorbeeld om de mast aan te laten zakken zoals ik nu ook gedaan heb. Aan het acht milimeter boutje maak ik op advies van Andrew oogmoeren en bind daar twee dunne hulplijnen aan waaraan vlaggen en radarreflector en ankerbal of noodverlichting gehesen kunnen worden. Zo dat is ook klaar. Nu de mast naar beneden is sjor ik de andere twee beams met spanbanden vast en ik probeer of ik de boutjes van de mastbeams bevestigingen er ook uit kan halen om ze van grotere ringen te voorzien. Dat lukt, maar op een na. Na enig zoeken heb ik nog precies genoeg ringen van mediumsize en ik zal morgen nog een paar grote ringen bijkopen in de winkel want die hebben ze wel op voorraad. Dan is het al weer donker. Morgen verder en beslissen of ik nog een stroomdraad door de mast zal maken of niet . Andrew heeft de hele dag besteed om antifouling verf op het onderwater gedeelte van zijn schip te smeren. Het wordt prachtig. Hij weet niet precies hoe hoog de waterlijn moet komen maar hij heeft hem er superstrak en recht opgezet en dat laat de vorm en lengte van het schip mooi zien. 53 voet is een behoorlijk schip. Net als ik kocht hij het van iemand die er jarenlang aan gebouwd had maar niet wilde of kon afbouwen. Hij is er zelf nu al drie jaar mee bezig. Hij woont er op. Hij wil hem zo snel mogelijk in het water laten want dan is de maandelijkse huur van de ligplaats lager dan op de scheepswerf. Van de week heeft hij voor de tweede keer de motor gestart, een Perkins diesel en die loopt fantastisch, maar een grote brandstoftank zit er nog niet in. Wel heeft ie de afgelopen maanden van dik roestvrij staal een boegplaat met ankerrol en voorstag bevestigingen gelast en die erop gemonteerd en ook lange en dikke roestvrijstalen strippen om de zijstagen aan te bevestigen, met extra verstevigingsplaten aan de binnenkant. De meeste ban die klussen zijn te groot en te zwaar om door een man gedaan te worden en dan huurt ie werkers in. Op een schip van twintig ton zijn de krachten exponentieel groter omdat het schip trager reageert op windvlagen en een maximum snelheid heeft door zijn waterverplaatsing. Maar het is een prachtig ontwerp van Bruce Roberts dat relatief laag en breed is met mooie holle vlakken zodat het snel en droog zal varen op alle koersen met weinig opspattend water op het breede voordek. Een verhoogd campagnedek achterin zal enorm veel extra leefruimte binnenin het schip geven en een mooi overzicht om boven op te staan. Het is donker geworden, ik ga een kippetje eten op de club en lang douchen op de camping en naar bed. Om een uur wordt ik wakker en schrijf dit verhaal. Ik ga nog even naar buiten om een kop thee te drinken en denk nog een uurtje na over het peddelboard dat op een zeiltje in het gras ligt met het frame van de outrigger erop. Als ik de dwarleggers onder de langsleggers monteer heb ik handgreep en stabiliteit om te zitten aan de langsleggers. Maar als ik de langsleggers onder de dwarsleggers monteer heb ik meer frictie op het board en lengteversterking als het zacht of lek zou raken. Maar als ik de langsleggers bovenop leg en de onderkant ervan zou opvullen met de resten van het schuim heb ik allebei. Dat ga ik zo doen, denk ik. Nu nog iets bedenken hoe ik het transportkarretje een tweede functie kan geven: als zitje of als motorophang of roerophang of als maststeun. Maar hij moet ook gemakkelijk beschikbaar blijven als karretje, juist met het motortje. Om drie uur ga ik naar binnen om dit stukje te schrijven en verder te slapen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 344
Totaal aantal bezoekers 344155

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: