Dag van de arbeid; afgewezen door een vrouw; vrij. - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Dag van de arbeid; afgewezen door een vrouw; vrij. - Reisverslag uit Johannesburg, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Dag van de arbeid; afgewezen door een vrouw; vrij.

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

06 Mei 2018 | Zuid-Afrika, Johannesburg

Maandag 30 april. De dag begint koel, winderig en met buien. Hollands weertje. Ik ga vroeg naar de werf. Eerst bij de winkel naar binnen. Nee de ankerlijn is er nog niet. Had ik ook niet verwacht met deze vrije dagen ertussen. Ik kijk naar navigatieverlichting. Ze hebben zoveel soorten dat ik nog niet kan kiezen. Een kleine boot moet rood licht aan bakboord voeren en groen licht aan stuurboord en wit licht achterop. Dat mag ook bijelkaar in een driekleurig licht bovenop de mast. Maar zo’n licht bovenop de mast mag je niet gebruiken als je op de motor vaart. Dan moeten die drie lichten op boothoogte te zien zijn. Als een boot snachts voor anker ligt moet er een rondschijnend wit licht in de mast branden. Hmmm, Voor een kleine boot is licht in de top van de mast natuurlijk het beste te zien, maar dan moet ik voor gebruik met de motor toch nog een setje op dekniveau erbij kopen. Er moet dan ook een stroomdraad met koppelingen door de mast heen naar boven. Er zijn heel veel modellen te koop: opbouw en inbouw, LED en er zijn ook losse LED lampjes te koop om erin te zetten in plaats van het bollampje. Ik kan nog niet beslissen. Eerst nog eens kijken waar ik het dan zou kunnen plaatsen zodat ze niet in de weg hangen en waar de draden moeten komen. Ik hou niet van gaten boren in mijn boot. Kan het ook anders? Dan kijk ik naar scharnieren voor de zonnetentjes. Ook daarvan zijn er meerdere soorten maar ik zie nog niet meteen wat voor mijn vierkante staanders het meest geschikt zou zijn. Kennelijk maakt iedereen de buiskappen van ronde buis behalve James Wharram. Heb jk wel scharnieren nodig? Ik verlaat de winkel met een hoofd vol informatie maar met lege handen. Dan zie ik eindelijk de eigenaar van een heel interessant scheepje. Het heet Eskimo en is duidelijk gemaakt voor de Noordelijke wateren. Ik ha even een praatje maken. Inderdaad komt de boot uit Alaska. De oorspronkelijke eigenaar ook. Die schijnt er heel veel jaren op alle zeeen mee gevaren te hebben en is toen overleden. Toen is de boot in andere handen gekomen, heeft een aantal jaren stil gelegen en is verkocht aan de huidige eigenaar. Die knapt hem nu op en wil ermee naar Kaapstad. Het is een Spitsgat sloep. Alles van polyester, maar het ziet er uit als hout. 9,5 meter lang en hij weegt 10 ton. De wanden zijn wel vijf centimeter dik, zegt de eigenaar. De schroefas ligt horizontaal, dus de motor ligt diep in het midden. Lange kiel, aangehangen roer met een zool. Gebouwd in 1980 maar ik denk een klassieker voor de eeuwigheid. Ik wens hem het beste en ga verder met mijn eigen boot die op dit moment misschien 600 kilo weegt. Een tank kan sterk zijn en overal komen, maar een goedgebouwde quad ook! Bovendien hou ik van snelheid. Met weinig wind is het fijn als je gemakkelijk van iedere zuchtje wind kan profiteren, in plaats van op de motor te moeten varen, maar als je met dit onbestendige weersysteem twee of drie keer zo snel kunt oversteken is dat ook veiliger en comfortabeler dan dat je het slechtste weer moet trotseren omdat je te langzaam bent en twee keer zo lang onderweg bent. Ik denk dat mijn boot minstens tweekeer zo snel vaart als die zwaargebouwde boot. Wat ik in een dag bij licht kan varen moet hij een dag en een nacht over doen. Ik werk nog aan de hardhoutblokken waarmee ik de koppen van de beams heb ‘ingepakt’. Als deze lijm nu goed hard is kan ik met de bandschuurmachine de ideale vorm erin brengen en met de speciale supergladde epoxy die ik van Inyabulo gehad heb de lashings oppervlakken gaan opzetten en dan helemaal glad afwerken. Het is al veel werk geweest die beamkoppen en nu dus nog niet helemaal klaar. James Wharram heeft gelijk: iedere afwijking van de originele bouwplannen leidt tot enorm veel tijdverlies. Om half vier ga ik een curry eten en rij ik door naar de Builders market voor nog een vierkante aluminium. De schaduwtentjes, de crosbar tussen de roeren en het frame van de outrigger maak ik tegelijk van aluminium. Ik kijk ook nog naar ladders en trappen, want die zijn net opnieuw binnengekomen. Wharram heeft een soort touwladder als zwemtrap ontworpen aan de achterkant ban de boot. Ik weet niet of ik dat wel een prettige plek vind en of niet te wiebelig zal zijn, hoewel ie aan de onderkant ook vasthangt, zoals een laaghangende touwbrug. Bovendien hou ik niet zo van smalle latten of plankjes om op te staan als je met gevoelige voetzolen uit het water moet klimmen. Ze hebben hier ook trappen en ladders met polyester staanders en aluminium tredes. Ze zijn iets zwaarder dan trappen helemaal uit aluminium, maar misschien is dat wel prettig in het water. Natuurlijk moet er dan wel weer een soort scharnier bedacht worden. Een vaste trap of ladder vangt ook meer krachten van golven dan een touwladder. Als ie lang genoeg is kan ie misschien overdwars tussen de rompen vervoerd worden. Dan ga ik eerst nog tanken bij de Shell. Dat is pas de tweede keer sinds ik gekomen ben. Zoweinig kilometers heb ik gereden. Tijdens de gamedrives in Kruger moest ik iedere drie of vier dagen tanken. Op lange doorreis iedere twee dagen. Dat geld gaat nu weer op aan bootspulletjes. Dan rij ik terug naar de camping. Het is fris. Ik maak nog een wandelingetje over het terrein, ga douchen en dan op bed liggend mijn verhaal schrijven.

Dinsdag 1 mei. Dag van de Arbeid. Heerlijke koele dag met weinig wind en lichte bewolking. De kampeerders die voor een lang weekeind gekomen zijn beginnen in te pakken. Ik ga heel vroeg naar de werf. De werkers hebben ook vrij of tenminste een halve dag dus hier heerst ook een rust waarnaar ik zolang verlangd heb. Prima omstandigheden om geconcentreerd aan de schaduwtentjes te werken. Ik meet waar ik zal zagen en het scharnierpunt zal plaatsen. Dan haal ik de frames, zoals ik ze eerst gemaakt had, uit elkaar en zaag ze af op de nieuwe lengte. Ik ga ook de bovenleggers vervangen door vierkante buisprofielen. De vrijkomende rechthoekige kokerprofielen met mooie afgeronde randen ga ik gebruiken voor de crosbar tussen de helmstokken. Als de winkel opengaat koop ik daar kunststof verbindingshoeken voor de vierkante profielen. En ik zoek ook wat lectuur uit zoals: “Symbolen en afkortingen op zuidafrikaanse zeekaarten”, en twee delen van een serie flipcards die je helpen bij het herkennen van situaties. Ik koop: “buoyage system” ( iedere kaart heeft een afbeelding van een boei en op de achterkant staat wat die boei aangeeft) en ik koop “rules of the road” iedere kaart geeft een situatie van schepen die elkaar ontmoeten en op de achterkant staat de voorrangsregel. Wat bestaan er ontzettend veel soorten boeien zeg. Dat ze daar geen gebruiksvriendelijker systeem voor kunnen bedenken. Dan kijk ik nog een keer naar het duurste masttoplicht, de Optolamp en ik laat even een kopie maken van de beschrijving die erbij zit. Het heeft als extras een sensor waardoor het automatisch aangaat in het donker en hij heeft ook een naar boven schijnend noodlicht. Dan kun je aandacht vragen van een vliegtuig. Hij zou ultra zuinig zijn met stroomgebruik. Hij kost wel 350 euro en dat is 300 euro meer dan een setje deklampen. En als er in dat ding een lampje stuk gaat? Moet ik dan de mast laten zakken? Ik koop wel het 7,5 kilo zware Bruce anker. Er is er nog maar een in deze gewichtsklasse en die lijkt mij de beste voor mij. Eerder iets te zwaar dan te licht voor mijn boot, maar wel mooi compact. Ik koop ook nog een schuimrol erbij voor op de outrigger. Dan koop ik een aantal kwastjes want met die kleine klusjes gaat dat hard. Dus 7,5 kilo zwaarder en 100 euro lichter ga ik naar de boot. Daar maak ik de onderdelen van de frames voor de zonnetentjes schoon en schuur ze licht op. Dan zet ik alles in de primer. Mooi werkje dat de ‘zondagrust’ van de dag niet teveel verstoord. De primer is vrijwel onmiddelijk droog. In mijn nieuwe plan ga ik ook de andere twee leggers van de frames vervangen en die gebruiken voor de outrigger. Maar die nieuwe leggers heb ik nog niet gekocht, dus het heeft nu geen zin om verder te gaan anders moet ik ook twee keer gaan schilderen. Ik probeer een van de koppen van de beams in profiel te schuren. Dat gaat heel goed met die grote machine maar het maakt wel veel herrie op de vrije dag dus ik besluit om de rust te respecteren en daar morgen mee verder te gaan. Het is al donker als ik nog bezig ben. Niet klaar, morgen verder. Dan komt er een familie terug die op de vrije dag van de arbeid lekker is gaan vissen met hun boot. Ze hebben vier prachtige Dorades van meer dan een meter lang en vier Tonijnen van ieder een kilo of vijf gevangen. Ook nog een zestal kleinere vissen. De jongens leren hoe ze de vis moeten schoonmaken. Dat is nog een kunst op zich. Elke soort vis heeft zijn eigen techniek nodig en het stropen van de huid is best zwaar werk. Wel leuk voor jongens om zo op te groeien. Een van de leuzes op hun T-shirts is: “ZuidAfrika is niet voor watjes”. Ik pak mijn spullen in. Ik ben flink moe van mijn besteding van de Dag van de Arbeid. Als je voor jezelf aan het werk bent: dan arbeid je nog eens hard. De bezitloosheid zoals een Boeddha heb ik wel gekend, ook heerlijk, maar die tijd is nu alweer jaren geleden. Gelukkig is het clubrestaurant open en kan ik een halve kip met frietjes en salade bestellen. Ik begin af te vallen. Ik vertel de jonge zwarte kokkin dat ik moe en hongerig ben, of ze ook een recept heeft dat ik minder hard zou werken. “U moet een vrouw nemen” zegt ze. Toch wel goed zo’n dag om over arbeid na te denken vanuit verschillende culturen.

Woendag 2 mei. Vandaag is het bijna windstil en heel drukkend vochtig weer. Ik ga vroeg naar de boot en bekijk nog eens het werk van gisteren. Dan meet ik de exacte lengte van de crosbar tussen de helmstokken en zaag die op maat en boor er gaten in voor de verbinding met de helmstokken. Dat ziet er helemaal goed uit. Dan rij ik naar het Builders Market, de plaatselijke bouwmarkt en ik koop er nog twee aluminiumprofielen voor de leggers van de zonnetentjes. Ik probeer ook diverse ladders en trappen uit om te voelen hoe stevig en comfortabel ze zijn om met blote voeten op te klimmen. Een langere trap met brede aluminium treden en polyester staanders voelt het beste. Ik besluit die te kopen om aan boord te gebruiken als zwemtrap en als klimtrap. Handig als ik ga droogvallen met laag water of als ik in de mast moet zijn of in een boom of tegen een andere boot op moet klimmen enz. Hij is ook te gebruiken als steun onder de mast als ik die zou laten zakken, als loopplank enz op de boot of als hulp als ik over rotsen of een koraalbodem zou moeten lopen. enz. Met een paar eenvoudige aanpassingen wordt het dus een echt expeditie trapladder. Hij is net niet lang genoeg om overdwars op de rompen te kunnen liggen. Maar wel geschikt om er gemakkelijk wat stukken rubber op te plakken om beschadiging van stoten te voorkomen en misschien ook aan de bovenkant stukken schuim in te plakken om hem drijfvermogen te geven. Terug bij de boot zet ik hem op en probeer hem uit. Dat voelt heel veilig. Omdat ie zo lang is, tweemeter vijf en dertig, heb je ook goed grip met je handen. Hij zou goed in de lengterichting van de boot voor de mast kunnen liggen bovenop de beams. Als ik de steun met plankjes dicht zou maken heb ik er een stevige zitplek van. Zo’n loopbrug wordt vaak toegepast op grotere catamarans om naar de voorstag te komen bij heel slecht weer en ook om de ankerketting overheen te leiden zonder dat de trampoline beschadigt. De staanders zijn breed en de treden vallen helemaal binnen het profiel van de staanders, dus er steken geen scherpe randen uit. De kop, de versterkingen en de voeten zijn van plastic. “Industrial quality, made in SouthAfrica”. Hij geleidt ook geen electrische stroom, staat er op. Prima. Na mijn denkwerk ga ik op uitnodiging even aan boord theedrinken op een leuke catamaran. Hij is maar 9,5 meter lang maar heel compleet en comfortabel als een live aboard huisje. De eigenaar heeft hem nu drie jaar maar al erg veel geld en tijd moeten investeren om allerlei problemen op te lossen. Er zit ook wel heel veel op en aan zo’n boot. Hij heeft zes slaapplaatsen, maar onvoldoende draagvermogen voor zoveel mensen. Hij zegt dat veel zeilers vanuit Inhaca rechtstreeks oversteken naar Madagaskar. Je hebt dan altijd halve wind omdat de wind uit het noorden of uit het zuiden komt. “Maar de stroming staat van noord naar zuid”, zeg ik. “Beland je dan niet tussen de punguins op antarctica”. Ja, maar rond de zuidpunt van Madagaskar staat de wind altijd zuidoost dus wordt je daar naar het noorden teruggeblazen. Het is een oversteek van vier dagen varen op die manier en ankeren is er niet bij. De hoogte van de golven weet hij niet. Vooralsnog is dat niet mijn plan. Bovendien is de kust van Mozambique ook prachtig. Hij zegt dat zijn boot erg schommelt in de lengterichting. Hobbyhorsing (hobbelen) wordt dat genoemd. Tja, bijna iedere korte boot heeft dat, net als een jeep met korte wielbasis. Mijn boot zou dat ook hebben, zeker omdat het onderwatergedeelte in de lengterichting symetrisch is. Ik adviseer om in zijn geval het verplaatsbare gewicht meer achterin te brengen: water en brandstof bijvoorbeeld en ook om een kleiner grootzeil te varen en een groter voorzeil aan zijn boegspriet. Maar hij heeft alleen de standaardfok en de boegspriet nog nooit gebruikt. Dan ga ik verder aan de frames werken. Ik zet ze wel in elkaar maar het wordt te laat voor schilderen en monteren op de boot. Ik ga alles opruimen en naar de camping. Douchen, schone kleren en naar het restaurant van de lodge om te internetten.

Donderdag 3 mei. Lekker koel weer. Ik ben bij de caravan begonnen om de nieuwe schuimrol die ik gisteren gekocht heb in de lengte doormidden te zagen. Toen heb ik een helft bovenop de outrigger geplakt. Zonder echt gewicht toe te voegen heb nu dus het drijfvermogen met de helft vergroot. Misschien was het niet nodig maar “baat het niet, het schaadt ook niet.” Aan de onderkant zou ik eventueel ook nog een halve schuimrol kunnen bijplakken, maar misschien moet er dan ook een lat onder als een soort kiel tegen beschadiging. Daarna ben ik naar de boot gereden. Er zijn veel klusjes, maar omdat het koel is en flink waait uit het zuidwesten kies ik ervoor om met de grote schuurmachine de hardhouten blokken waarmee ik de beamuiteinden heb opgevuld te gaan afschuren totdat ze weer in model van de beam zijn. Met de stevige wind in de rug waait het schuurpoeder een van mij af. Het is zwaar werk en ik ben er de hele dag mee bezig. Bij elkaar opgetelt zijn die versterkte uiteinden twee meter lang, en ze zijn door al die houtblokken 20 centimeter breed en 20 centimeter dik geworden. Daarvan moet minstens een derde deel weggeschuurd worden om de oorspronkelijke driehoeksvorm van de beams weer te benaderen. Het gaat nog regenen ook maar ik hoef er maar heel even voor op te houden. Na zes uur schuren, ongeveer een uur per beamkop, zit het profiel er aardig in. Met een schaafmachine was het wel iets sneller gegaan, maar die heb ik niet. Misschien kan er later nog meer vanaf, maar de lijnen waarmee de beams aan de boot gebonden gaan worden kunnen nu glad om de koppen en die zijn erg sterk geworden door dat Balau hardhout. Morgen nog eens kijken en denken hoe ik verder zal gaan. Ik ga opruimen en doe nog wat kleinere klusjes totdat het donker wordt. Dan haal ik de trap tevoorschijn. Ik pas de hem in allerlei posities op en om de boot. Ik denk dat ik hem toch middenvoor bovenop de mastbeam en de voorbeam ga bevestigen. De steun komt dan bovenop te liggen en die ga ik opvullen met plankjes tot een loop brug. Daar kan ik ook op zitten om bijvoorbeeld het anker op te trekken. Zo heb ik er het meeste voordeel en gebruiksgemak van. Ik denk dat de trap tien kilo weegt, het anker zeveneneen half, de ketting zeventien. De ankerlijn tien of vijftien. Morgen nog eens kijken. Ik kan ook een Wharramdesign touwladder aan de achterkant maken om bij het originele ontwerp te blijven. Dan laad ik de aluminium frames voor de schaduwtentjes in de auto. De achterklep moet ervoor open blijven dus ik besluit om op de club wat te gaan eten. Daar kan ik de auto in het zicht van de poortwachter parkeren. Terwijl ik zit te wachten op het eten schrijf ik dit verhaal. Het wordt weer halve kip periperi met frietjes en salade. Voor vijf euro toch wel veel waar voor het geld. Als ik aankom bij de caravan bliksemt het en net als ik onder de douche stap om het stof van mij af te wassen begint het hard te regenen. Grappig dat het regenwater klettert op het dak terwijl ik onder de warme douche sta. Ik blijf maar lang onder de douche staan want ik hou er niet van om nat te worden ! Zou ik op mijn boot op zee juist in de regen gaan zitten of op de trampoline gaan liggen om lekker te kunnen afspoelen met het regenwater? En dan weer droog worden onder de tentjes die ik nu aan het maken ben! Die moeten trouwens ook als opvang van regenwater gaan dienen dus ga ik het doek onder de frameprofielen spannen zodat ik opstaande randen in de lengte heb als een goot en dan een aftappunt aan de zijkant. Ik ga water warm maken met een solar campingdouche. Zo’n douche van een zwarte plasticzak. Ik heb die wel eens eerder gebruikt in de Kalahariwoestijn. Tegen de middag was het water zelfs te heet en moest ik bijmengen. Als het droog is buiten loop ik terug en ga op bed het tweede deel van dit verhaal opschrijven. Het dondert nog in de verte en het druppelt nog wat na.

Vrijdag 4 mei. Het is lekker koel met een stevige bries en veel zon. Ik ga de aluminium frames voor de schaduwtentjes schilderen. Eerst de twee nieuwe leggers in de primer en dan alles in de witte lak. Het lijkt niet veel werk maar het zijn vier frame delen en die zijn van vierkant en van U vormig profiel. Als de tentjes op het dek liggen passen de vierkante in de U vormige zodat er niet teveel buizen op elkaar worden gestapeld. Goed idee James Wharram ! Dan heb ik nog halfronde profieltjes waarmee ik het doek mooi strak erop ga zetten. Tenslotte verf ik de crosbar netjes bruin. Ik ben om zeven uur begonnen en om twaalf uur klaar. Van de week heb ik andere muggen repellent gekocht. Deze had ik vroeger ook: Tabard: “keeps bugs from bugging you” staat erop. Het is een cream inplaats van een spuitbus dus je wordt met het opbrengen niet eerst zelf vergiftigd door een wolk van fijne druppeltjes die uit spuitbussen komt. Gevaarlijke dingen: spuitbussen. Komen vast ook veel longziekten door, denk maar eens aan haarlak, dat is een wolk lijmdruppeltjes die je om je hoofd spuit ! De Tabardcream stinkt wel even, maar de cream zelf voelt goed aan op de huid. Je handen en polsen zijn bij het schoonwrijven ook meteen beschermd. Als ik aan het werk ben wordt ik niet meer gestoken. Ik zag hoe een vrouwtjesmug mij inspecteerde of ik een geschikte bloeddonor voor haar eitjes zou zijn. “Hmmmmm hij voelt wel lekker warm aan, maar hij stinkt me teveel.” Goedzo mug, opzoemen ! Dan ga ik naar de winkel. Ja, mijn lijn is gearriveerd. Het is een pakket van wel tien kilo misschien wel vijfien. Maar hij ziet er mooi uit, zacht aan de handen en soepel maar toch goed grip doordat ie achtstrengs gevlochten is. Ik vraag aan het meisje van de winkel of ze hem even wil uitrollen om te laten zien dat het echt 220 meter is. Ze kijkt me verbijsterd aan voordat ze beseft dat het een grapje was. Nou nog iets bedenken hoe ik de ankerbak moet gaan inrichten want bij het ophalen van het anker komt de natte lijn er eerst in en dan daarbovenop de ketting en daarbovenop het anker. Hoe krijg ik het vocht er dan uit? Of moet de lijn eerst een poosje op de trampoline blijven liggen in een bak of zak met gaatjes? Net als met de ventilatie had de ontwerper aan zulke inrichtingszaken wel wat meer aandacht mogen besteden. Bij coastal cruising hoort nu eenmaal ankeren en in Groot Brittanie zal dat nog in modderig water zijn ook. Dan ga ik bij de boot kijken. Ik merk dat de bovenkant van de beams erg gevoelig zijn voor beschadiging door krassen, stoten en butsen. Ik had de bovenste lat beter van Balau kunnen maken in plaats van Meranti. Of zou ik iets overheen moeten maken? Hier adviseren de ontwerpers een afdekking van epoxy, maar dat heb ik nog niet gedaan, want ik dacht dat moet dan een flinke dikke laag zijn anders butst het hout eronder nog en dan komt er lucht tussen waardoor het misschien gaat rotten. Eerst maar een rubber matje eronder. De rest van de middag ga ik schuren aan de beamkoppen want daar is de wind precies goed voor. Tegen donker begint de vrijdagavond barbeque. De braaimaster maakt weer een heerlijke T-bone steak voor mij. In Nederland een van de duurste stukken vlees, hier in de supermarkt zag ik ze liggen voor minder dan twee euro vijftig voor een van 350 gram. In het restaurant van de club betaal ik 6,50 met frietjes en salade erbij. Dan terug naar de camping waar ik de ankerlijn voorlopig een plekje geef.

Zaterdag 5 mei. Bevrijdingsdag in Nederland. Het is een mooi woord: Vrijheid. Geen mens zal dat ontkennen, maar ook bijna niemand vraagt zich af hoe vrij we eigenlijk zijn. We kennen de vrijheid alleen als het tegengestelde van lichamelijk gedwongen te worden of mishandeld te worden. Verder zijn we net als de mensen in de grot in het verhaal van Plato: we hebben ons geschikt in het leven dat we kennen en willen liever niet gestoord worden in onze tevredenheid. De regering zegt dat we vrij zijn en de regeringsbureaus voor planning en statistiek zeggen dat we gelukkig zijn, dus zijn we vrij en we zijn gelukkig.
Het is een dag met mooi weer vandaag. Ik rij eerst naar de supermarkt. Mijn ontbijt ingredienten zijn op en ik heb ook geen fruit meer. Bovendien wil ik vanavond zelf koken. Op het grasveldje naast het winkelcentrum is een kleine braderie. Even kijken en iets lekkers kopen bij deze ‘vrije’ ondernemers. Ik zie er geen stalletjes met gekleurde vrije-ondernemers, alleen blanken en hindustanen. Dan rij ik door naar de stad en koop in de bouwmarkt nog twee lange aluminium planken. Nog even naar het Boltcentre, nee hoor mijn binnenbandjes zijn er nog niet. Ze waren wel op voorrraad maar niet geleverd. Hij zal er nog een keer over bellen. Dat wordt dan de zesde keer bellen voor hem en de derde keer rijden voor mij voor drie bandjes van twee euro per stuk ! Elkaar onnodig bezig houden, leidt ook niet tot vrijheid ! Ook de beloofde aanvulling van roestvrijstalen bootspullen is nog niks aan gedaan. Dan rij ik terug naar de boot met een paar rollen rubbertape en een grote veil. Ik ga nu even echt werk maken van het klaarmaken van de achterste beam en aan het eind van de middag is ie (bijna) klaar. Ik ga opruimen en iets vroeger terug naar de camping om de barbeque op te stoken. Dan op bed dit verhaal schrijven en nu ga ik eerst nog even douchen. Ik ben al meer dan vijf weken hier elke dag aan het werk zonder een vrije dag.

  • 08 Mei 2018 - 13:59

    Ineke:

    Het blijft maar werken! Ik hoop dat je nu ook snel wat vakantie kunt nemen. Groetjes ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 344
Totaal aantal bezoekers 344193

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: