Duiken - Reisverslag uit Krugersdorp, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Duiken - Reisverslag uit Krugersdorp, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Duiken

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

16 Maart 2015 | Zuid-Afrika, Krugersdorp

Nieuw verslag. Duiken. Na twee nachten op de camping van de bushbabylodge ben ik 100 km naar het noorden gereden. De asfaltweg is uitstekend, maar vanwege de vele verkeersdrempels doe je er toch nog twee en een half uur over. Als er geen potholes zijn bouwen ze drempels! De camping ligt in een natuurreservaat. Beschermd wetlandbos en beschermd onderwaterrif. Het is een zeer dicht begroeid bosgebied direct aan zee. Er is een wirwar van smalle zandpaadjes en daaraan liggen campeerplaatsen uitgehakt in de dichte begroeing. Veel privacy maar wel een gevoel dat je door de begroeing bent ingesloten. Achterin is een duikcentrum gevestigd. Hoewel de camping bijna leeg is heb ik moeite om voor een persoon een betaalbaar plekkie te krijgen. (10 Euro per nacht) Anders moet ik voor vier personen gaan betalen. Zonder 4x4 auto kun je deze camping niet veilig oprijden, zo smal zijn de zandpaadjes en zo mul is het zand. Maar mijn auto en caravan voelen zich hier helemaal op hun gemak. Mensen komen hier om te duiken of te gaan vissen. Aan het begin is een parkeerplaats en daar kun je auto achterlaten om het strand op te gaan. Alleen tractoren en speciale autos mogen het strand oprijden om boten in het water te laten. Er zijn meerdere duikcentras en er wordt af- en aangereden met grote rubberboten om te gaan duiken en ook met sportvisboten met bossen zeevishengels aan boord. Er staan wel vijftien tractoren op het strand en tientallen trailers. Alle boten hebben twee buitenboordmotoren. De kleintjes twee keer vijfenzeventig PK de grotere twee keer honderdvijftig PK. Ik rij door naar het duikcentrum en schrijf me daar in. Ik was hier vorig jaar ook en een paar mensen kennen mij nog. Op woensdag en donderdag maak ik twee duiken per dag. Op vrijdag, zaterdag en zondag neem ik de duiklokaties die het verste wegliggen en dan duik ik maar een keer. Het is dan een uur varen heen en een uur varen weer terug. De afvaarten zijn zeer spectaculair. De duikers verzamelen om zes uur smorgens bij het duikcentrum. Met hun uitrusting worden ze in een grote aanhanger achter een tractor naar het strand gereden. Daar is een grote tent ingericht en zijn de persluchtflessen al naartoe gebracht. Daar maakt iedereen zijn eigen duikset klaar en die worden dan ook per tractor naar de boot gebracht. De duikers trekken hun duikpakken en duikschoenen aan. Dan krijgen ze instructie over de veiligheidsvoorschriften en de planning van de duik door de duikmaster. De groep wordt ingedeeld zodat iedereen een eigen duikbuddy heeft. Dan lopen ze naar de boot en houden die vast als ie door een tractor in het water wordt geduwd met een lange stang tegen de achterspiegel. De duikers houden de boot op zijn plaats in de golven totdat hij diep genoeg ligt dat de motoren naar beneden kunnen en die dan kunnen worden gestart door de schipper. Dan klimt iedereen snel aan boord en zet zijn voeten onder voetbanden. Iedereen krijgt een reddingsvest en instructie om zich vast te houden aan de greeplijnen. De brandinggolven zijn twee tot twee en een halve meter hoog. Ze komen niet recht op het strand aanrollen, maar van de rechterkant af evenwijdig aan dit stukje strand. Daarom kunnen de boten alleen hier het water in. De golven krullen precies hier om en storten zich dan in een massa schuim en borrelend water. Als iedereen op de gangboorden van de boot zit met zijn voeten vast en zijn handen vast en zijn reddingsvest om, geeft de schipper gas en vliegt de boot met enorme snelheid voorwaards om de krul van de hoge golf voor te zijn. Hij vaart parrallel met de golf totdat er een gedeelte is dat nog niet omkrult en dan wipt hij de boot net op tijd over het randje. Dan de volgende golf nog een keer en de daaropvolgende nog eens. Timing is everything! Soms kan de schipper geen lager gedeelte vinden en dan moet ie die golf voor blijven en terugstormen richting strand totdat die golf is omgekruld en hij door de schuimmassa heen kan varen naar de volgende breker. De schippers zijn allemaal zwarte afrikaners die een lange opleiding hebben gehad en dit elke dag doen, maar het zijn toch ware kunstenaars dat ze dit durven en kunnen. Buiten de branding leggen ze de boot even stil en dan gaan de reddingsvesten af. Dan varen we naar onze duikplek op tweemijl of vijfmijl of zevenmijl of negen mijl, want zover liggen deze riffen vanaf het startpunt gemeten, parallel aan de kust. Onderweg naar het sevenmile-reef of het ninemile-reef zien we bijna altijd dolfijnen spelen in de golven. Dan gaan we even met de snorkels op in het water om te kijken of ze zin hebben om te spelen. Op de duikplek aangekomen wordt de boot weer stilgelegd en trekt iedereen zijn flessen en vinnen, loodgordels en maskers aan. Voor mij dan ook nog mijn onderwatercamera. Op teken van de duikmaster laten we ons allemaal tegelijk achterover in het water vallen zodat de fles die op je rug zit het eerste in het water terecht komt en niet het gewicht daarvan op je lichaam of in je nek valt. Een snelle check of iedereen goed in het water ligt en dan laten we ons langzaam naar het koraalrif op de bodem zakken.
Zo ik heb even mijn schrijven onderbroken om naar de strandopgang te rijden. Ik reed heel voorzichtig want het pad is hobbelig en tussen mijn benen op de vloer van de auto staat een volle pan kippesoep. Die stond zojuist te pruttelen toen ik mijn verhaal begon te schrijven. Ik heb hem maar meegenomen want de Vervet aapjes op de camping zijn heel brutaal en klimmen zelfs door het raam van je caravan of auto nog naar binnen. Ze lusten de soep waarschijnlijk niet maar ze kunnen de hele boel omver trekken en je kamp in een puinhoop veranderen. Daarom berg ik alle voedsel meteen op in de auto en hou ik de deuren en de klep steeds dicht. De overvolle pan stond het vlakste op de bodem en in het midden van de wagen. Ik zit nu op het terras van het enige beachrestaurantje. Het is zondagmiddag drie uur maar het is dicht want de duikers en vissers zijn allemaal al weg. Er is een windkracht vijf opgestoken en er zijn prachtige witte koppen op de donkerblauwe golven gekomen. Gewoonlijk is er smorgens rustig weer met weinig wind en daarom vertrekken de boten zo vroeg. De aapjes en ik zijn de enige teleurgestelde gasten op het terras, maar er lopen nog wel een paar mensen langs het strand te wandelen of staan met een hengeltje te vissen.
Terug naar het duiken. De diepste plek is hier ongeveer dertig meter maar de meeste duiken gaan tussen de twintig en vijftien meter. Dan kan je ongeveer 45 minuten duiken totdat de fles met samengeperste lucht nog maar 50 bar druk heeft. Die laatste 500 liter lucht heb je nodig om in een langsaam tempo omhoog te komen en dan halt te houden op vijfmeter onder het oppervlak en daar drie minuten te wachten totdat de samengeperste stikstof die in die lucht zat ook de weefsels van je lichaam heeft verlaten. Dat heet decompressietijd.
Ik heb vanaf mijn achtiende gedoken en een intensieve training voor de veel moeilijkere Nederlandse omstandigheden gehad, maar ik ben gewoon een recreatieve duiker die alleen het water ingaat als er iets moois is om te fotograferen en als het water niet te koud is. Hier is het zevenentwintig graden en dus groeit er koraal met alle prachtige vormen en gekleurde vissen en onderwater dieren van een rif. Het is niet de top van de onderwaterbestemmingen maar als je toch in de buurt bent is het wel heel erg leuk. Geen grote haaien en walvissen hier, maar vandaag zag ik een hele grote tandbaars. Hij was wel minstens anderhalve meter lang en zestig centimeter hoog. Zijn bek is zo groot dat je hoofd en twee onderarmen er wel inpassen. Maar ik kwam voorzichtig dichterbij. Hij keek mij rustig aan en kwam toen lanzaam langszij zwemmen. Hij kwam zo dichtbij dat ik bang was dat ie binnen de dertig centimeter scherptebereik van de camara zou komen. Maar ik zwom niet en maakte geen snelle bewegingen. Zo zweefden we zij aan zij als goede vissevrienden een poosje samen in de flauwe deining met onze lichamen op maar enkele centimeters langs elkaar. Om te kunnen fotograferen zonder dat ik hem met mijn elleboog zou aanraken had ik iets meer ruimte nodig en uiteindelijk kon ik met de 25mm groothoeklens een paar fotos maken van zijn/haar enorme kop. Inmiddels hadden de andere duikers deze situatie ook opgemerkt en toen zij dichterbij kwamen met hun GoPro cameraatjes op stokstatiefjes voor zich uitgestoken ging de baars er rustig en waardig vandoor.
En zo is er behalve het genieten van het prachtige onderwaterlandschap met zijn veelgekleurde vissen en koralen iedere duik ook wel iets dat juist die duik weer speciaal maakt. De ene keer een leuke school gekleurde vissen die toestaan dat je er middenin zwemt, de andere keer een prachtige grote pijlstaartrog of een adelaarsrog die wegzwom van de groep duikers en precies naar mij toe omdat ik half achter een rots stil lag. In zijn kielzog een lipvis en een kleine haai. Omdat het water niet al te helder is en er met zes of acht duikers al gauw wat turbulentie en zweefvuil in het water ontstaat moet ik meestal heel dicht op mijn onderwerp kruipen en dat vraagt om heel behoedzaam en rustig te zwemmen. Eigenlijk moet je je nauwelijks bewegen en toch op de goeie plek en in de goeie positie ten opzichte van het licht en het onderwerp terechtkomen. Door in te ademen en je adem vast te houden kun je stijgen, door uit te ademen en te wachten voor je weer inademt kun je dieper zakken. Dan goed kijken door de camara en wachten op het juiste moment totdat ook de compositie goed of leuk is. T'is best moeilijk en best wel inspannend werken, maar het loont wel. Als de andere duikers savonds fotos kijken en van elkaar zien kunnen ze nauwelijks geloven dat ik de mijne tijdens dezelfde duik heb genomen. Maar zij zien natuurlijk wel eens een dier dat ik dan net niet gezien heb want ik probeer steeds stroomopwaards van hen te blijven om helder water te hebben. De meeste duikers blijven bovendien op een paar meter afstand van het rif omdat ze bang zijn voor de dieren die ze niet goed kennen of omdat ze hun zwemtechniek niet voldoende beheersen om dichtbij te komen en toch niks aan te raken. Sommigen weten juist heel veel van de vissen en zijn ermee tevreden om een nieuwe soort vis te hebben gezien, net als er vogelaars zijn die tevreden zijn met identificatie van een bepaalde soort vogel. Aan hen vraag ik vaak wat die of die vis op de foto nu eigenlijk is.
Ik het inmiddels een beetje jammer dat ik steeds in dezelfde maanden van het jaar hier ben. Ik zou liever nog vaker en nog langer hiermee bezig zijn. Maar dat is iets om nog aan te gaan werken in de toekomst hoop ik.
Nu hou ik op met schrijven. Ik ga een stukje langs de vloedlijn wandelen en dan terug naar mijn pan met kippesoep.

  • 16 Maart 2015 - 18:07

    Walter Daniels:

    Beste Fred,

    Het klinkt super in dat heerlijke warme heldere water. Ik kom er ook net uit, was iets anders :)

    Geniet en tot gauw.

    Walter

  • 18 Maart 2015 - 22:16

    Jovan:

    hoi Fred,

    Door je verhaal leef ik met je mee. Geweldig die onderwater wereld, die voor velen onbekend is. Het lijkt mij heel spectaculair om zo door de golven van de branding heen te gaan, dat doet de adrenaline stromen.
    Dan daarna de rust onder water. Iedere keer weer een nieuwe ervaring.
    Fijn dat je ons laat meeleven in je avontuur.
    Blijf genieten, dan genieten wij weer van je verhalen.

    Groeten, Jovan.

  • 23 Maart 2015 - 17:54

    Jan Schokker:

    Fred,
    niet altijd een reactie op een bericht van jou. Maar blijven schrijven dan kunnen wij blijven genieten van je 'avonturen'.
    KeepSmiling
    Mvg Jan Schokker

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 545
Totaal aantal bezoekers 369425

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: