Leeuwen en Kudus
Blijf op de hoogte en volg Fred
07 April 2014 | Zuid-Afrika, Krugersdorp
De laatste dagen ben ik smorgens steeds om zes uur de poort uitgereden. Vanaf zaterdag zijn er al veel mensen van de camping naar huis vertrokken. Het was herfstvakantie van de scholen, dus het was veel drukker dan ik gewend ben in nationale parken. Maar nu is het gelukkig heel rustig geworden, zodat ik op mijn eigen tempo de dieren kan observeren zonder dat er na een paar minuten iemand met ronkende motor naast je komt staan of er langs wil. Ik heb bijna iedere dag leeuwen gezien en de laatste dagen ook enorm veel olifanten. Op een paar honderd meter naast het kamp ligt een moeder cheeta met haar halfwas welpen al een paar dagen. De grote kudde buffels is ook dichter bij het kamp gekomen. Toen ik ze voor het eerst zag waren ze al in die richting aan het lopen, maar nu zag ik ze op twee drie kilometer van het kamp. Elke dag leer ik weer nieuwe dingen van het gedrag van de dieren, want behalve de biologische evolutie van lichaamsvormen en functies hebben de dieren ook een aangeleerd gedrag. Door ze steeds zo lang mogelijk te observeren en na te denken wat er gebeurd, wat ze eigenlijk aan het doen zijn behalve eten en in welk moment van hun leven ik ze aantref probeer ik meer van hun leven te begrijpen. Vandaag zag ik bijvoorbeeld twee Kudus, een moeder en een vrij donker gekleurd driekwart volgroeid jong, door de donkere kleur vermoed ik dat het een mannetje is, maar hij had nog geen horens. Toen ik aankwam rijden stapte het moederdier uit de bosjes en ik stopte meteen. Toen zag ik ook het jongere dier dat goed gecamoufleerd in de struiken stond en ik zou het zeker niet gezien hebben als ik niet eerst de moeder had gezien. Ze kwamen uit de bosjes vrij, maar toen ik de motor van de auto uitzette gingen ze terug de bosjes in en hoewel ik wist waar ze waren kon ik ze bijna niet meer zien zo goed gaan hun camouflage op in de omgeving. Ze bleven stil staan en alleen hun kaken bleven herkauwen. Ze keken niet naar mij, maar naar de andere kant. Ik bleef lang wachten, meer dan een half uur, maar ze bleven zo staan. Toen hoorde ik opeens het geluid van leeuwen niet verder dan tweehonderd meter in de richting van waarin de Kudus bleven kijken. Veel verder weg hoorde ik ook het keffen van hyenas. De leeuwen gromden naar elkaar dus misschien hadden ze een prooi. Ik kon ze niet zien. Ik bleef wachten en luisteren en uiteindelijk hoorde ik de leeuwen verderop, parallel met de weg maar dieper in de bossages. Toen ik de motor starte kwamen de Kudus meteen in beweging. Ze verlieten de bosjes en kwamen naar mij toe en liepen mee in de richting waarin ik reed. Uiteindelijk staken ze de zandweg over en liepen weg van de leeuwen in een richting die mij tussen de (vermoedelijke) plaats waar de leeuwen waren en hemzelf bracht. Nu denk ik dat zij gebruik hebben gemaakt van het geluid van de motor om hun eigen loopgeluid te verbergen. De wind stond al gunstig voor hen, want die kwam vanuit de richting van de leeuwen. Ik kon natuurlijk niet weten dat de leeuwen daar waren totdat ik de motor uitzette, maar zij konden niet meer bewegen totdat ik de motor opnieuw startte. En zo leer ik elke dag iets meer van de grote natuur waarin onze voorouders honderdduizenden jaren geleefd hebben. Eerat zonder vuur en zonder dat zij dieren hadden gedomesticeerd en zonder dat zij hutten en huizen bouwden en zonder dat zij plantengewassen verzorgden. De oudst gevonden sporen van landbouw zijn maar tienduizend jaar oud, de oudst gevonden nederzetting is maar vijfduizend jaar oud. Jammer dat je in Kruger niet van de paden af mag rijden en jammer dat ik niet ook snachts in het veld mag blijven maar om zes uur weer terug moet zijn in her kamp. Maar mijn reizen brengen me steeds iets verder en ik ga zeker ook naar Tanzania waar dat wel mag. Langsaamaan, want ik moet nog veel leren en ik fouten kunnen hier niet gemaakt worden zonder ernstige gevolgen.