Swaziland
Blijf op de hoogte en volg Fred
31 Maart 2014 | Zuid-Afrika, Richards Bay
Nadat ik tien dagen lang de wekker om vijf uur had laten afgaan was ik gisteren natuurlijk ook heel vroeg wakker. Rustig ingepakt en om een uur of negen reed ik de poort uit. Op weg naar Swaziland. Een paar uur later reed ik via de zuidelijke grensovergang het land binnen. De grensposten waren prima georganiseerd en alles ging gemakkelijk. Ik nam de zuidroute in. Westelijke richting omdat de eerste Dlamini clan zich in dat gebied had gevestigd. De Dlamini zijn Bantuclans van een Nguni superclan, die in de grote Bantu expansie vanuit West Afrika eerst naar de oostkust zijn getrokken en daarna naar het zuiden van het continent. Daar stuitten de Dlamini op de militair veel krachtiger Zulus en Xhosa, die een aantal jaren eerder hetzelfde gedaan hadden en in hun opmars alleen door de boeren en de Britten waren gestopt anders hadden zij heel zuid Afrika veroverd op alle inheemse volken, van Hottentotten, Koi en de allereersten: de San of Bosjesmannen. Zowel de Zulu als de Dlamini economie was gebaseerd op veehouderij, daardoor konden zij ook zo ver weg trekken. De Dlamini konden niet verder naar het zuiden doordat daar de Zulus zaten en trokken daarom het binnenland in. Onder langs de stijle bergen, totdat zij in de lagere hellingen van de zuidrand van dit berggebied voldoende weidegronden vonden. Daar bleven ze een aantal generaties totdat zij dieper in het berggebied doordrongen en nog meer geschikte weidegrond vonden in de brede vallei waar nu de hoofdstad is. Daar stuiten zij op de Britten waarmee ze diverse verbonden sloten. Ik volgde dus min of meer dezelfde route vanuit bet zuiden via een smalle vallei steeds dieper het bergland tot aan de huidige vallei die nu het centrum an het land is. Wat precies hun route vanaf de kust geweest is moet nog verder uitzoeken maar ik heb hier weer geen internet. Als student heb ik een module Afrika gevolgd bij de inmiddels beroemde prof Adam Kuper en als examen werkstuk een analyse gemaakt van het Incwala-ritueel. Dat is het belangrijkste ritueel van de Dlamini, waarin hun trouw aan hun koning wordt bevestigd. Ik moest daar een analyse volgens de toen moderne structuralistische methode van maken, maar dat leidde ertoe dat ik helemaal niet kon begrijpen waar het ritueel volgens de Dlamini zelf over ging. Pas toen ik durfde te breken met die theorie kon ik het ritueel begrijpen zoals de mensen het zelf beleven. Misschien dat mijn moedige stap er nog toe geleid heeft dat Adam Kuper toen ook de rigide (Franse) vorm van structuralisme anders is gaan zien en hij heeft de meest verkrampte vorm daarvan bij Jarich Oosten gelaten en is naar Londen vertrokken. Zijn studenten die in Africa geïnteresseerd waren zijn daardoor flink in de kou gelaten totdat er een opvolger kwam. Helaas was die opvolger een bijzonder type, een enorme huppel-nicht, waardoor ik de hele Afrika richting achter me heb gelaten en verder ben gegaan met India en continentaal Zuidoost Azie. Dat werd mij beloofd dat verder ontwikkeld zou worden, naast Indonesie waarmee Nederland natuurlijk een lange geschiedenis deelt. Maar helaas zijn die beloften ook allemaal niet nagekomen, waardoor ik alleen maar kan zeggen dat de veelbesproken "crisis in de antropologie" er vooral een is die gemaakt is door de carrierejagerij van niet goed en niet volledig opgeleide antropologen zelf. Geen leuke werkomgeving dus en zonde van het belastinggeld en vooral ook het verlies van voortgang in de wetenschap, doordat de theorieontwikkeling is gestagneerd als ook doordat er geen echt goed veldonderzoek is gedaan waardoor er geen nieuwe data zijn verzameld, behalve dan door Corrie en mijzelf die het op onze eigen kosten hebben moeten doen en in reactie alleen maar tegenwerking hebben ondervonden. Maar nu zit ik dus in Swaziland en wel in het oudste nationale park: Mliliwane. Dit ligt dicht bij de latere vestigingsplek van de royal clans in Lobamba en tussen de beide hoofdsteden die nog later ontstonden: Manzini en Mbabane. Ik ben vandaag vanaf de camping via een 4x4 trail hoger het park ingereden. Hier is geen groot wild, alleen antilopen zebras wilde varkens e.d. De dieren zijn mensen gewend want ze laten je heel dichtbij komen. Terug op de camping spreek ik met een parkranger die snachts op patrouille gaat om stropers te pakken. Volgens hem zijn er ook veel leopards in het park maar hij ziet ze alleen snachts. Toen ik net aankwam op de camping stonden er zebras en die bleven rustig staan toen mijn zebracaravan ertussen zette. Ik praat nog een uurtje verder met de ranger en dat gaat hij op patrouille en ik ga mijn verhaaltje schrijven en dan naar bed.