Tsumkwe en nog meer Tsumkwe. - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Tsumkwe en nog meer Tsumkwe. - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Tsumkwe en nog meer Tsumkwe.

Door: FredDaniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

26 Juli 2011 | Namibië, Windhoek

Misschien zijn jullie nu wel op vakantie. Dan aan allen een fijne vakantie gewenst.

Ik ben eindelijk in Tsumkwe aangekomen. En er blijkt een internet verbinding te zijn.
Het is een kleine verzameling gebouwtjes met een heel simpel tankstationnetje op een kruising. Er is ook een Lodge met camping op twee kilometer van de kruising. Het is een koud en winderig oort.
Een plek wwar je niet langer dan een half uur zou willen blijven, maar ik ben er al 5 nachten en blijf ook vannacht nog hier.
Dit is San gebied. Er liggen een aantal San dorpjes in een gebied van 200 bij 200 kilometer.Over de grens met Botswana en in Zuid Angola nog veel meer.
De meeste dorpjes zijn verzamelingen van gammele hutjes met plastic en stukken golfplaat bekleed. Het ziet er erbarmelijk uit.
Dan zijn er een paar dorpjes die een verbond met de lodge zijn aangegaan. Uit die dorpjes is alle plastic- en ijzertroep weggedaan en de hutjes zijn weer als vanouds met gras bekleed.
Ik ga naar een zo' n dorpje toe. Het is bedoeld voor de toeristen. De enige reden voor toeristen om naar Tsumkwe te willen komen. Maar het is ook ontzettend leuk en heel interessant. De San: Jul'hoansi groep hebbben zich in orginele kleding gekleed en zitten met hun kinderen bij de hutjes bij een vuurtje. Na een kennismaking gaan we met z' n allen het " Veld" in om producten te verzamelen. Ze vertellen over het gebruik van allerlei planten en hoe ze een val maken om vogels te vangen.
Ze graven knollen op voor vanavond en een waterwortel die wel 5 liter lekker vocht en vruchtvlees bevat. Het is meer een vrucht dan een wortel. Dit is wel speciaal voor de toeristen gedaan, maar aan hun vaardigheid en gretigheid zie je dat het echt hun leven is en niet iets uit een ver verleden. Het is geen opvoering , maar een demonstratie.
Ik wilde ook nog Kaudom in, en heb een stukje geprobeerd: 25 kilometer. Het is echt diep zand en je zult alle brandstof nodig hebben die je kan krijgen. 1e en 2e versnelling rijden, sommige stukken lage gearing. Het zand is zo zacht dat ik het profiel van banden niet terugzie als ik over hetzelfde stuk weer terug ga. Dit is best link.
Dan ontmoet ik in Tsumkwe een Amerikaanse vrouw die hier vrijwillig les geeft op het schooltje en bibliotheekje. Er zijn ook twee Canadese studenten antropologie uit Toronto, die werken onder begeleiding van Richard Lee. Hij is de antropoloog die in de jaren zestig onderzoek heeft gedaan bij de !Kung San en daarover is gaan schrijven. Zijn kennis heeft het antropologisch denken over het leven van jagers/verzamelaars volken grondig veranderd.
Zijn San-citaat: " Waarom zouden we landbouw gaan doen als er zoveel Mongongo-noten groeien?" heeft bijvoorbeeld zoveel weerstand opgeroepen onder de toen leidende en geldpotten bewakende theoretici, dat het bijvoorbeeld Corrie indertijd een subsidie toekenning gekost heeft.
Volgens Lee besteden de San niet meer dan twee uur per dag aan het verzamelen van alles waarvan ze vinden dat ze dat nodig hebben.
Ook dat vonden de Calvinistische kamergeleerden toen een schandalig idee. Dat de San tevreden zouden zijn met wat ze hebben, in plaats van arme stumpers die niet anders kunnen. Dat kan niet en mocht niet waar zijn.
Lee werd afgeschilderd als een romanische halve-gare en onderzoekers die zich met zulke ideen inlieten waren ook zoiets.
Zelfs het idee om dit verder te onderzoeken werd opgevat als een belediging van de heersende theoretici.
Overigens hebben Corrie en ik toen dit onderzoek bij de Jahai jagers/verzamelaars in Maleisie op eigen kosten doorgezet. Alleen romantici zouden zoiets doen, dus in dat opzicht hebben de theoretici wel gelijk gehad.
Maar, ook wij kwamen toen tot een soortgelijk inzicht als Richard Lee, hoewel er met de kennis van vandaag nog wel heel wat meer kanten ook aanzitten.
Maar wat heeft dit inzichtje in de achtergrond van wetenschap nu met Tsumkwe te maken?.
Vanavond komt Richard Lee hiernaartoe, naar Tsumkwe. Om zijn twee Canadese studenten hier te ondersteunen.
Dus ik blijf, ondanks de kou en het stof en de droogte in ieder geval tot morgen en misschien nog wel wat langer hier.
Inmiddels er gisterenavond een tankwagen met 9000 liter diesel gearriveerd. Vanmorgen staat er een rij auto's voor de pomp. Dus doe ik nu eerst het internet in het community learning center. Ga nu maar weer eens kijken of ik al aan de beurt ben.
Tot de volgende:

Fred


  • 26 Juli 2011 - 08:55

    Yves:

    Het is hier ook koud en winderig hoor, dus voor het weer heb je het niet gedaan!

    Dat zal een leuke ontmoeting zijn morgen. Wat een mooi toeval, of bestaat dat niet...

  • 26 Juli 2011 - 20:51

    Jan Schokker:

    Graag, wordt vervolgd.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 293
Totaal aantal bezoekers 369508

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: