Ik ga Kruger uit. - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Ik ga Kruger uit. - Reisverslag uit Hoedspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Ik ga Kruger uit.

Door: Fred

Blijf op de hoogte en volg Fred

20 November 2024 | Zuid-Afrika, Hoedspruit

Gisterenavond kwam er een grote hagedis langs het hek lopen. Van kop tot staart zo’n 70 centimeter. Hij is op jacht naar een bepaald soort vliegjes of vlindertjes. Ik ken deze niet maar ze hebben een dik achterlijf. In een paar minuten tijd eet hij er wel twintig op. Er loopt ook een duikerbokje rond. De schillen van mijn avocado vindt ie nog heel lekker. S’nachts hoor ik een leeuw brullen. Hij is heel ver weg. Het geluid is wel vijf mijl ver te horen. Als het elektrische hek hier niet was zouden die leeuwen en andere grote dieren over het kamp lopen. In Botswana is dat ook zo. Daar hebben de campings geen hekken. Toch even goed opletten als je daar naar het toilethuisje moet. Weet je zeker dat je je tanden niet naast de tent kan poetsen?

Ik maak een korte tocht, een route langs een ander deel van de rivier die eindigt bij een observatiehut. Onderweg zie ik een grote mannetjes baviaan langs de weg zitten. Hij is vast de leider van een familiegroep die wil oversteken.Ik stop op afstand en wacht. Ja, ze steken vanuit de bosjes één voor één de weg over dus ik kan ze tellen: Jongeren die aan het dollen zijn, vrouwtjes met babies op hun rug, jong-volwassenen die als wachters aan de buitenkant lopen. Zeker 55 dieren met kleintjes meegerekend. De weg loopt verder langs de rivier met zijpaadjes naar de oever. Jammer dat er geen uitzichtpunt is van waar ik de bavianen in de rivierbedding kan zien. De rivierbedding begint aardig vol te lopen met water en meteen al groeien er hele velden van waterplanten met lichtpaarse bloemen. Het uitzicht is mooi maar ik zie heel weinig dieren. Hier en daar wat waterbokken en impala’s. Ik hoor hippos maar ze zullen tussen de planten liggen. De route heen en terug is 50 kilometer. Om 12 uur ben ik weer terug in het kamp. Het is warm en ik ga eerst een milkshake drinken op het prachtige terras met uitzicht op een breed gedeelte van de rivierbedding. S,middags komt er een groep met meerdere auto’s en caravan naast mij staan. Het zijn Honorary Rangers en ze hebben een meeting met vergadering. Ze doen allerlei vrijwilligerswerk in de Nationale Parken. Minimaal 50 uur per jaar. In deze sector zijn er 200 honorary rangers, in alle SAN parken tezamen wel 2000.Ze ruimen vuil op en helpen de beroepsrangers. Ze doen klein onderhoud en ze controleren en verwijderen ook strikken. Ze vertellen dat ze aan de westkant van Kruger jaarlijks wel 20.000 strikken van ijzerdraad verwijderen…..”maar na een week later staan ze er weer”. De stropers verkopen het vlees en daarom wordt het alleen maar erger. Ook olifanten en buffels en giraffen kunnen door die strikken gedood of vreselijk gewond raken. Ze vinden ook regelmatig dieren die niet opgehaald zijn en liggen te verrotten op die plek. De anti-poaching units die in het park patrouilleren zijn dus niet voldoende. De overheden treden niet op of zijn juist zelf erbij betrokken. Ik heb de indruk dat voor de enorme omvang van dit gebied ik veel te weinig kuddes heb gezien. Ik zie wel groepjes van 10 of 15 zebras, maar geen honderden of duizenden dieren zoals op films van Kenia of Tanzania. Net zo met Wildebeast en bisons. Alleen olifanten en giraffen zijn er veel. Die passen natuurlijk niet in de achterbak en op een barbecue! Als je liefde voor de natuur verwacht bij andere mensen dan de Europese middenklassen ben je niet realistisch. De wildgebieden die er nog over zijn in Azie en Europa is omdat dat privee jachtterreinen waren van de adel en van de koningen. Zij handhaafden hun privee jachtterreinen en hielden de wildstand op peil om hun gasten op welgevuld en gratis tafelen te fêteren.

De volgende morgen rij ik het Kruger Park uit. Zo’n 500 meter buiten de poort heb ik eindelijk weer internet. 75 kilometer naar het zuiden ligt Hoedspruit. De asfaltweg is goed onderhouden en er wordt best hard gereden hier. Aan weerskanten staat een elektrisch hek want aan weerskanten zijn grote gamefarms. Oostelijk het enorme Timbavati en ten westen van de weg zijn er meerdere gamefarms. Het verbaast mij hoe droog het hier nog is. Verder naar het westen is een bergketen. Die zal de regens wel tegenhouden, waardoor het hier nog zo droog is. Ik had gedacht bij A. en J. te overnachten maar nu ik weer internet heb hoor ik dat morgen pas thuiskomen. Dan ga ik eerst een nachtje op de camping staan. Maandag rij ik Hoedspruit in. Eerst naar de Toyotagarage. De hoofdmonteur luistert naar het gekraak in de stuurkolom en we maken een afspraak voor woensdag. Dan rij ik door naar de Outdoors en Kampeer winkel. Ik koop er een zilvercoated reflexiedoek van 3 bij 4 meter. Dat doek geeft de allerbeste schaduw, maar het is kwetsbaar. Als je het bovenop een steviger dekzeil spant blijft het nog het langste goed. Dan koop ik ook een halogeen zoeklicht. De sterkste, met een bereik van 1500 meter. Hij is op 12 volt, bedoeld voor auto- of bootbatterij. Ze hebben zo eentje ook met een oplaadbare batterij ingebouwd maar die kost bijna 300 euro. Deze is 80 euro. Voor als je te voet gaat heb ik een sterke hoofdlamp en ik koop ook nog een krachtige zaklamp erbij voor een tientje. Die hoofdlamp is het beste op de campings want overal waar je kijkt heb je dan licht. Alleen als er veel insecten zijn komen die ook op het licht af en vliegen tegen je hoofd. Dan is een gewone handlamp weer iets beter. Dan rij ik door naar het huis van A. en J.

Wat is het toch een prachtig huis. Op de grote veranda zitten we lekker koel. Ik heb twee coabattabroden en een hele grote watermeloen en een kilo rumpsteak meegenomen van de supermarkt. In het Nederlands noemen we dat Dikke Lende biefstuk. Het behoort hier tot de duurste vleessoorten en kost tien euro voor een kilo. In de middag maken we een heerlijke lunch ervan en om 4 uur gaan we een gamedrive maken over het terrein. Er zijn hier 30 huizen gebouwd langs een rivier op een terrein van 1400 hectaren. Het wild loopt vrij rond. Ook leeuwen en luipaarden en hyena’s en olifanten en giraffen en neushoorns, krokodillen en talloze vogels. We zien al snel Kudu’s en giraffen en een grote hagedis die een holletje heeft in een termietenheuvel. Dan zie we ook vier rino’s en tegelijk vier grote zwarte neushoornvogels. De zonsondergang met uitzicht over een klein meertje is spectaculair.

J. heeft een paar wildcameras opgehangen bij een kleine drinkplaats die zij in de tuin hebben gemaakt. Vanmorgen staan er prachtige beelden op van 30 mongoesen die gisterenavond kwamen drinken en van een grote roofvogel, die in alle rust een bad neemt.We gaan s’avonds eten bij de buren en vanmorgen gaat J. met P gierennesten in kaart brengen. Het blijkt hier een belangrijk broedgebied te zijn. “ doe de groeten aan de gieren” wordt dus letterlijk bedoeld. !

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 37
Totaal aantal bezoekers 369182

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: