Zo1-di16 Zeilen met Gordon: walvissen en een hippo - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Zo1-di16 Zeilen met Gordon: walvissen en een hippo - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Zo1-di16 Zeilen met Gordon: walvissen en een hippo

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

17 Juli 2019 | Nederland, Nederland

- [ ] Zondag 14 juli. Vanmorgen rustig aan begonnen. Ik heb nog wat stijve spieren van de actie van gisteren. Om 10 uur ben ik bij de boot. Ik neem mij voor om alle dingen die gisteren nog problemen gaven op te lossen en dan hopelijk nog in de namiddag te gaan zeilen. Genietend van de ochtendrust over het water maak ik nog twee zijwandjes voor de tentjes klaar. Ik heb net een halve meter elastiek te weinig om ook de laatste af te maken. Ik heb ook te weinig rvs haakjes want er waren er niet meer in de winkel maar ik heb nog wel een paar nylon haakjes en voor de onderste hoekpunten kan dat ook. Dan heb ik van de caravan de lange ankerlijn meegenomen. Die is 200 meter en behoorlijk zwaar: 12 mm gevlochten nylon. Ik wilde graag een lange lijn voor geval ik op zee zou moeten ankeren. Met deze lijn en de 15 meter rvs ketting 8 mm zou ik zeker tot in 40 meter diep water kunnen ankeren. Daarmee zou ik voldoende ver uit de branding kunnen blijven. Niemand wil natuurlijk op open zee ankeren omdat dat niet comfortabel is, maar ik zie het als een noodoplossing. Als ik langs de kust vaar en het lukt niet om een beschutte ankerplek te bereiken wat moet je dan? Op open zee kun je de boot laten drijven met de zeilen naar beneden en gaan slapen maar dichtbij de kust is dat te gevaarlijk. Daarom heb ik deze lange lijn gekocht want gewoonlijk hebben jachten maximaal 100 of 80 meter ankerlijn of ankerketting bij zich. Die lange lijn had ik gisteren niet bij me omdat ie zo groot is en ik had geankerd op een veel dunnere lijn. Maar nu ga ik hem in tweeën snijden. Het uitlopen over de grond van 200 meter lijn is al heel wat en geeft je een aardige indruk hoe lang dat is. De vorige reis heb ik om de 5 meter een geel draadje ingesplitst om te kunnen tellen hoeveel lijn er uitstaat. Ik splits een 12 mm rvs oog aan de kant waar het anker aan moet komen. Dat is tegen het doorschuren van de lijn. Ik moet nog even denken of ik de twee helften weer zal verbinden door er ook rvs ogen aan te maken zodat er een D-sluiting of een wartel tussen kan. Als ik klaar ben gaat er 100 meter naar de boot en aan het anker in de ankerbak. De andere 100 meter bundel ik in twee bundels want in een geheel is het te zwaar op je arm en die gaan nog mee terug in de auto. Ik heb nog een andere lijn van 100 meter 12 mm geslagen driestrengs nylon en nog een tweede anker dus er zijn nog meer opties om VAYANA zo veilig mogelijk stil te leggen. Misschien ga ik daar van de week nog rvs ogen aansplitsen. Dan ga ik kijken naar de ligging van het peddleboard. Alleen als het strak tegen de mastbeam aanligt kan ik de beide ankerluiken nog goed open en dicht doen. Maar het moet dus niet verschuiven zoals gisteren gebeurde want dan kan het de toegang tot die luiken blokkeren. Bij nog meer wind zou het misschien wel overboord gewaaid zijn. Even naar voren lopen om het peddleboard goed te leggen is geen optie. Voorlopig leg ik het vast met twee straps in het midden tussen de beams en strak tegen de mastbeam aan. Eventueel kan ik het board nog laten leeglopen en het in het outriggerframe verschuiven naar de mastbeam of het helemaal leeg laten lopen en binnenleggen. Dan blijft alleen het frame aan dek liggen. En ook dat kan nog uit elkaar als het nodig is. James Wharram heeft tientallen verhalen verzamelt in een boek van zeilers die in een van zijn ontwerpen een storm hebben meegemaakt. Ze vertellen hoe en wat ze gedaan hebben. Algemeen samengevat: alles binnenhalen wat niet buiten moet zijn. Dan ga ik de overloop van de grootschoot voorzien van bedieningslijnen. De dyneema overlooplijn zelf is alweer opgerekt door de krachten van gisteren. Zo ideaal is dyneema helemaal niet. Het blijft uitrekken tot maximaal 2 - 3 % zonder terug te veren. Nylon rekt ook uit maar is elastisch. De Dyneemavezel rekt zelf niet, maar de vlechting tot een lijn rekt uit. Ik zet twee katrolletjes die ik daarvoor uit Nederland had meegenomen aan de ‘ runner’ en leidt die naar katrolletjes op de bootrand. Dan om de uiteindelijke lengte te kunnen te meten zet ik er twee 5 mm lijnen doorheen. De klemmen die ik op de achterbeam gezet had voor de overloop bediening zijn nu in gebruik voor de motorophanging. Voor ik er nog meer klemmen bijzet en nog meer schroeven in de achterbeam zet moet ik er nog even over goed over nadenken. Een proefvaart zou misschien het beste zijn. Dan ga ik nu eerst verder met een manier om de roeren vast te kunnen zetten. Ik maak twee stukken elastiek aan het midden van de crossbar. Voorlopig zet ik er nog even twee rvs haakjes aan die ik in het trampolinedoek kan vasthaken want ik weet nog niet zeker of dit wel gaat werken. Het veilig kunnen vastzetten en heel snel loshalen van die haakjes en dus van de roeren is wel heel belangrijk zoals gisteren bleek. Misschien moet er nog sterker elastiek aan of nog langer. Misschien geen elastiek maar touwtjes met klemmen. Nog meer klemmen? Ik heb ze wel bij me. Als ik iets met twee handen wil kunnen doen of naar voren moet lopen voor de mastbeam moet moet ik de roerbediening ‘uit handen’ kunnen geven. James Wharram had in zijn boek daar twee naakte vrouwen voor, maar ik ben nog niet zover. Het wordt al laat en ik wil nog even gaan zeilen maar Christiaan zegt dat de zon al over een half uur ondergaat en dat hij gaat barbecuen en of ik een biertje kom drinken. Zondagavond. Ja de verleiding om nog te gaan zeilen is groot maar nog even tot morgen nadenken is ook niet onverstandig. Ik ruim alles op en we blijven tot 9 uur op het terras met uitzicht op VAYANA. We praten en maken grappen met een groep mensen die steeds groter wordt. Twee stellen vertrekken naar China om daar in het onderwijs te gaan werken. Voorlopig voor twee jaar. Ze hebben zich tientallen jaren ingezet voor de toekomst van ZuidAfrika maar zijn nu bang dat het land door politiek racisme en wanbeleid afglijdt zoals in Zimbabwe gebeurd is. Ik vertel nog dat ook in Europa de middenklassen onder zware druk staan. De politici beseffen niet dat het de dagelijkse motivatie en solidariteit van deze mensen is die de samenleving en het land bijeen houdt. De leiders van landen hebben teveel oog voor geld en macht en denken dat ze vanzelfsprekend op de inzet en samenwerking van actieve mensen kunnen rekenen.

Maandag 15 juli. Ik rij eerst naar de supermarkt om wat groenten en fruit te kopen en dan door naar de boot. Om de overloop voor de schoot van het grootzeil te kunnen bedienen heb ik vorig jaar al twee draaiogen met klemmen op de achterbeam gezet. Maar toen ik de buitenboordmotor moeilijk kon optrekken omdat de lijn daarvoor te dun is en de trekkracht te groot is heb ik een tijdelijke lijn erbij gezet en die op die draaiogen vastgezet. Voor de motor werkt het wel maar niet voor de overloop. Dus ik moet toch eerst dat motor optreksysteem verbeteren en daarna komen pas die klemmen vrij voor de overloop. Ik ben een flinke tijd aan het kijken en meten en puzzelen hoe ik dit ga oplossen. Dan ga ik in de winkel twee rvs katrolletjes met bronzen wieltjes erbij kopen. Daarmee kan ik in ieder geval de kracht van het gewicht van de motor halveren. Als klemmen probeer ik twee aluminium clamcleats die ik uit Nederland had meegenomen. De 5,5 mm Dyneemalijn houdt wel goed in deze clamcleats. Hij is een stuk prettiger in de hand dan de 4 mm. Lijn die er op zat. Voor de veiligheid moet er wel een stopper achter de cleats gemaakt worden. Uiteindelijk boor ik een paar gaten waar de lijnen doorheen moeten gaan lopen en waar ophanglijntjes voor de katrolletjes doorheen moeten. Ik kan er van bovenaf niet bij en breng het peddleboard in het water om op mijn rug liggend net zo lang te prutsen tot de lijnen op hun plaats zitten en vastgesplitst zijn aan de blokjes. De motor zelf hangt en scharniert aan twee simpele rechte rvs buizen die ik in een V vorm van de achterste punten van de rompen naar voren heb laten lopen en om elk van die buizen ligt nu een lijn twee keer rond met een katrolletje op de beam erboven en gaat dan omhoog door het schuine topdek van de beam heen en wordt op dat topdek vastgezet met de clamcleat die net achter het gat zit. Als een van de lijnen zou slippen of breken hangt de motor nog altijd aan de tweede. Door de buizen van achter te laten komen trekt de motor aan de buis en aan het sterkste deel van de boot in plaats van dat hij tegen iets moet duwen. Waar de buizen samenkomen heb ik een motorplank gemaakt. Het geheel hangt aan de beam met de dyneemalijnen dus de constructie is heel licht en toch supersterk en eventueel gemakkelijk te demonteren. Nu ik toch onder de trampoline lig op mijn rug op het peddleboard kijk ik meteen hoe ik van doek en sterk elastiek nog een golfbreker zou kunnen spannen voor de motorplank uit. Het moet kunnen meebewegen als ik de motor hoger optrek na gebruik of laat zakken om hem te starten. Dan span ik nog wat na aan de dikke nylon vislijn waarmee de trampolines aan de rompen en de beams hangen. De achterste trampoline heeft wat spanning verloren waarschijnlijk ook door de rek op de dyneemalijn die als een halve boog helemaal achteraan de trampoline tussen de rompen hoog houdt. Als het er allemaal goed uitziet loop ik nog een keer naar de winkel en koop twee bedieningslijnen voor de grootschootoverloop: een rode voor aan bakboord en een groene voor aan stuurboord. Ik koop ook 7 rvs kousen voor de ankerlijnen en de ankerbreidels en een grote wartel en D-sluitingen van een maat die goed om de rvs kousen passen. Deze verbindigen gaan continu schuren door de bewegingen van de boot op de golven dus ik koop het van 10 mm roestvrijstaal. Ik zet de klemmen vast met epoxy en schroeven. Dat moet eerst tot morgen drogen voordat ik het kan belasten en ga nadenken of ik het oude systeem zal weghalen of als noodstop zal laten zitten. Als laatste klusje voor vandaag rijg ik dan de controlelijnen van de overloop door. Zo, het wordt al bijna donker als ik het peddleboard weer ophijs en op het voordek vastbind. Als ik het niet had uitgeschreven had je niet kunnen bedenken dat het monteren van twee overloop bedieningslijnen een hele dag gekost hebben, zelfs zonder lunchpauze.

Dinsdag 16 Juli. Gisterenmiddag vroeg Gordon of ik zin heb om met hem mee te gaan zeilen op zijn catamaran Yapluka. Het is een ontwerp van Robertson and Caine: een Leopard 40. Vanmorgen starten we om 9 uur de twee Yanmardiesels en varen de haven uit. Het is bijna windstil en we blijven wel anderhalf uur op de motor varen voordat er een beetje wind opsteekt. Toch is er voor later op de dag 25 knopen wind voorspeld en Gordon hijst het grootzeil met een rif erin en de rolgenua driekwart uit. Op een half uurtje buiten de haven zien we een paar humpback dolfijnen. Ik heb mijn camera met telelens bij me en maak wat foto’s. Ze blijven te ver weg om er leuke foto’s van te maken. Gordon heeft de afgelopen twee jaar iets meer dan 300 zeildagen genoteerd in zijn logboek dus hij gebruikt zijn jacht veel meer dan bijna iedereen in de jachthaven. Hij woont er niet op maar heeft een huis dichtbij, misschien maakt misschien dat het verschil. Ik vind het hijsen van het grootzeil wel heel zwaar zelfs met de lier die daar speciaal voor is. Ik denk dat ik meteen zou investeren in een elektrische lier als ik zoveel zou varen. Wel heel fijn is de autopilot die met een paar drukken op de knop de boot op koers houdt zodat je alle tijd hebt om dingen te doen. De autopilot vraagt wel 4 Amp. stroom per uur, net zoveel als de koelkast dus flinke batterijen en 600 Watt zonnepanelen zijn dan wel nodig. Deze boot weegt 7 ton ! Er staat veel deining op zee en doordat er geen wind en dus geen druk in de zeilen staat schommelt Yapluka net zoveel als VAYANA zou doen. Het “hobbyhorsen” waar vaak over gesproken wordt als een nadeel van double-enders zoals VAYANA is dus niet of nauwelijks minder bij dit ontwerp. Bovendien sta je zelf veel hoger boven het water dus de slingerbeweging ervaar ik als niet minder onprettig. Alle James Wharram ontwerpen zijn double-enders: ook wel canoe-stern genoemd: de achterkant is net zo puntig als de voorkant zoals bij een kano.
Maar de voordelen van de canoe-stern heeft deze boot niet, want Gordon vaart bij minder dan 10 knopen wind altijd met minstens een motor aan terwijl ik vorige week nog ervaren heb dat VAYANA ook bij minder wind genoeg vaart maakt om zonder motor te kunnen varen en toch goed te kunnen sturen. Op Gordons dieptemeter kan ik nu zien hoe de waterdiepte langs de kust verloopt. Hij heeft vele malen langs de kust gevaren en vaart in Noordelijke richting gewoonlijk in 15 tot 50 meter diep water. Daar loopt nog een geringe tegenstroom in noordelijke richting terwijl op dieper water de stroming naar het zuiden wel 2-3 knopen kan zijn. We blijven langzaam op de motor varen en zien in de verte een paar keer walvissen spuiten of net met hun rug boven water uitkomen. Het zijn humpbackwhales: bultruggen. Om 11 uur komt er eindelijk voldoende wind om de motor uit te kunnen zetten. Nu nog het geruis en gepraat van die radio uit en dan begin ik voor het eerst een gevoel te krijgen dat we zeilen. De wind loopt op tot 15 knopen uit Noordoostelijke richting en dat is echt heel lekker. Het geeft me een gevoel dat ik met VAYANA zo in een keer naar Madagaskar zou willen doorvaren. Heerlijk om zo op zee te zijn. De kust is nog zichtbaar maar ik kijk liever de andere kant op. Door de grote kajuitopbouw blijven er feitelijk maar twee plaatsen op deze boot over waar je rondom over het water kan uitkijken: zittend op het bankje voor de bestuurder aan stuurboord en staande aan de bakboordkant zodat je over het kajuitdak kan heenkijken. Voor het kajuitdak is ook nog een heel stuk dek met trampoline maar dat nodigt niet uit om te gaan zitten. Ook op het gangboord vind ik te weinig handgrepen en voetsteun dat je zonder aarzeling even maar voren zou lopen. Dat is op VAYANA wel anders: behalve als je gaat liggen in een van de twee kajuitjes heb je overal vrij uitzicht en 35 m2 plaats dat uitnodigt om er te gaan zitten of te staan en zelfs onderuit te liggen met de kajuitwand of de schuine kanten van de beams als goed geplaatste schuine rugleuning. Het zitten op de zachte verende en luchtige trampoline is natuurlijk ook veel fijner dan op de harde rechte polyester bank of een schuimkussen bekleed met waterafstotend kunstleer.
De wind neemt snel toe naar 20 - 24 knopen en de golven beginnen zich op te bouwen. De bootsnelheid neemt toe tot 6 knopen. Aan-de-wind varend zijn de korte golven best vervelend. Ze maken nogal wat geluid tegen de verbredingsranden in de rompen. Ik denk dat die bedoeld zijn om water te keren dat anders tegen de vrij rechte wanden zou omhoogkomen. Ze geven ook iets meer binnenruimte boven de waterlijn en dragen bij aan de stijfheid van de wanden in lengterichting. Toch komt er zelfs bij deze 20-24 knopen al buiswater over de boeg en dat wordt door de wind over het ronde kajuitdak naar achteren gevoerd zodat ik een plens in mijn gezicht krijg. Het wordt ook frisser dus ik trek mijn anorak met rubberkraag en manchetten aan. We gaan nog een keer overstag en met halve wind en ruime wind is het veel comfortabeler varen. Gordon heeft sandwiches van huis meegenomen en zet koffie, ik heb een zak appels en een doos mandarijnen meegenomen. Dan zien we walvissen boven het water uitspringen. Het is heel moeilijk om ze te fotograferen want je weet niet waar ze bovenkomen. Ze springen maar een paar keer met tussenposen en de boot vaart nu met zo’n 7 knopen snelheid en veel bewegingen. Ik maak een stuk of twintig foto’s en hoop dat er een of twee goede bij zijn. Het is heerlijk om zee te zijn en pas om 4 uur varen we de havenmond weer in en nog even door tot voorbij de tweede haven. Daar ligt nog een prachtig stuk water, de Richardsbaai zelf, maar het wordt alleen gebruikt voor de vrachtboten om er te keren. We blijven in de vaargeul varen of vlak ernaast tot de laatste boei en kruisen dan in 5 slagen terug totdat we de ingang naar de jachthaven kunnen invaren. Gordon vaart meestal 50-60 graden aan-de-wind. Met VAYANA voer ik dit stuk in drie slagen ook omdat ik verder naar de oevers kon doorvaren met haar 40cm diepgang. Als we de jachthaven invaren ligt er een hippo in het water, een nijlpaard. Volgens Gordon moet je vooral savonds laat voorzichtig zijn want hij gaat vaak snachts grazen op het grasveld rond het clubgebouw. Nijlpaarden worden snel boos als je te dichtbij ze komt. We ruimen de boot op en ik nodig Gordon uit om op het clubgebouw te gaan eten. Het is er best druk en we blijven nog een uurtje langer praten. De foto’s van de springende walvissen wekken wel veel interesse want door de telelens kun je ze veel dichterbij zien. Er zijn wel een paar goede foto’s bij gelukkig. Antoinette vond het ook leuk om nog foto’s van Kruger te zien die nog op de geheugenkaart staan. Er zitten ook echt prachtige foto’s bij. Dan rij ik terug naar de caravan. Het was heerlijk om een dag op het water te zijn en ik verlang ernaar om met VAYANA langere tochten te gaan maken.

  • 17 Juli 2019 - 08:00

    Ineke:

    Fijn dat je zo genoten hebt op het water en ik ben benieuwd naar je foto's. Gr. Ineke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 203
Totaal aantal bezoekers 344200

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: