Ma-di-wo. 3-4-5 juni - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Ma-di-wo. 3-4-5 juni - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Ma-di-wo. 3-4-5 juni

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

05 Juni 2019 | Nederland, Nederland

Maandag 3 juni. Vanmorgen rij ik naar het noorden richting Kamp Shingwedzi. Ten noorden van Mopani rij ik eerst een weggetje naar een viewpoint in. Het is er prachtig, met hoge bomen en uitzicht op een bocht in de rivier maar ik zie er helemaal geen dieren. Dan is het nog 40 kilometer over de asfaltweg tot de afslag langs de Shingwedzirivier. Vijf kilometer na de afslag kom je bij een viewpoint die Red Rocks genoemd wordt. Een diepe kloof met uitzicht op een prachtige steenhelling van rode rotsen aan de overkant en in de diepte een tweetal meertjes of zijn deze meertjes ook nog delen van een opgedroogde rivierbedding? Ik ben benieuwd hoe het er hier uitziet na hevige regenval als de rivieren wel 10 meter en meer kunnen stijgen. Ik maak een aantal fotos, ook met de iPhone die een prachtig breed beeld geeft dat van voren tot achter scherp is. Precies wat je wilt hebben bij landschapsfotografie. Op de rotsen in de diepte loopt een volwassen Kudu mannetje dat mooi laat zien hoe groots het landschap echt is. Een stukje verder fotografeer ik twee families Giraffen, die ook al zo mooi in een zanderige rivierbedding staan. Twintig kilometer verder kun je de rivierbedding oversteken en loopt het pad aan de andere kant van de rivier terug. Hier staan enorme oude bomen met verweerde stammen en grillige wortels die proberen de hoge zandoever van de buitenbocht bijeen te houden. Waar dat door erosie niet gelukt is zijn de bomen in de rivierbedding gestort en ook daar kunnen ze nog tientallen jaren lang de kracht van de wind en het water breken. Het is een schitterend oerlandschap. Na vijftig kilometer rijden en talloze fotostops kom ik weer uit bij de asfaltweg. Het is te laat om nog door te rijden naar kamp Shingwedzi en daar wat te gaan drinken dus ik rij terug naar Mopani waar ik om vier uur aankom. Een tochtje in Kruger kan zo gemakkelijk zeven of acht uur rijden worden. Gelukkig kan mijn ultrazuinige dieseltje de hele dag in de derde of vierde versnelling blijven rollen, helling op en helling af op nauwelijks meer dan stationair toerental. Daar is ie voor gebouwd: dat is off-road rijden en dus niet de Parijs-Dakar, want dat is racen met een rescue helikopter en een servicewagen achter je aan. Terug in Mopani ga ik de Wifi doen en dan een milkshake drinken op het terras. Als ik terugrij staan er wel tien autos bij de afslag van de asfaltweg naar kamp Mopani. Dan kan alleen betekenen dat er leeuwen te zien zijn. Ja hoor vijf leeuwen liggen te genieten van de avondzon midden op een stukje open terrein waar altijd een kudde zebra’s iedere dag staat. De zebra’s houden de leeuwen goed in de gaten en blijven op een meter of vijftig afstand. De leeuwen zullen overdag heus niet in actie komen. Terug op de camping even snel douchen want ik ben uitgenodigd om te komen eten bij twee families die elkaar al vijftig jaar kennen. Op vakantie koken ze om de beurt en eten ze vorstelijk aan gedekte tafels met meegebracht vlees en wijn en allerlei lekkere bijgerechten. De mannen zijn ook klassieke autoliefhebbers die proberen het erfgoed van ZuidAfrika in stand te houden. Verhalen te over tot 10 uur s’avonds en dan kruipen we vermoeid en voldaan in ons bed.

Dinsdag 4 juni. De families Diederiks en Devov’s waar ik gisterenavond mee gegeten heb hebben mij uitgenodigd om hun kampsite te delen. Daar ben ik blij mee, want Don en Maria vertrekken deze ochtend naar hun volgende reservering in Letaba. Nu verander ik mijn reisplan en blijf nog een paar dagen hier. Om negen uur rij ik opnieuw in de richting van Shingwedzi. Al snel stop ik de auto voor een lilac-breasted Roller die dichtbij in een struik zit en net als ik klaar voor ben voor een foto vliegt hij op. Het wordt een prachtige foto. Op 10 km ten noorden van Mopani zie ik een groep hartenbeesten in de bosjes wachten om over te steken. Zo te zien gaan ze naar de rivier aan de andere kant en ik zie er ook zebra’s bij en een paar Wildebeesten. Vlakbij is een viewpoint over een stukje van de rivier en ik rij ernaar toe en wacht. Er staan al waterbokken en er komen twee buffels van de andere oever naar beneden. Na een kwartiertje wachten komen ook de hartenbeesten en de anderen dieren aanlopen. In de schaduw van grote bomen is het een idyllisch tafereel. De camera staat niet stil en ik wring me in allerlei bochten om de beste kijkhoek te hebben. Het is hard werken want ik schiet 180 foto’s in twintig minuten tot het tafereeltje voorbij is. Dan rij ik door naar Shingwedzi en stop alleen voor een paar grote olifanten die net mooi in de begroeiing naast een grote boom staan. De grotendeels droge rivierbedding van de Shingwedzirivier is omgeven door enorme bomen, die met hun schaduwen de oevers en de zanderige rivierbedding een mooie sfeer geven. Er ligt een groep hippos diep in de rivierbedding langs het water te zonnen. Ze zijn helemaal roze van het warme zonnetje. De Hippo kan niet zweten maar zijn huid wordt extra doorbloed als hij warmte moet opnemen of juist afgeven aan de buitenlucht. Er ligt ook een kleintje bij die nog lichter roze gekleurd is. Vanuit het restaurant zie ik een grote groep olifanten in de verte de rivierbedding afdalen om te gaan drinken en te spelen. Ze moeten wel driehonderd meter door het zand lopen voordat ze bij het water zelf zijn. Hun voeten werpen het zand op en het is tegenlicht dus je moet hier snel eten en snel je milkshake naar binnen slurpen als je niet teveel moois wil missen. Ik koop in het winkeltje nog wat fruit en ga dan terugrijden. Ik heb nog twee en een half uur maar dat is niet teveel voor deze 60 kilometer. Ik neem nu de dirtroad langs de andere rivieroever die mij al twintig kilometer in de groede richting zal brengen. Onderweg een aantal giraffen en ik maak ook prachtige landschapsfoto’s want het namiddag licht komt nu van rechts. De RedRocks kun je ook vanuit een viewpoint vanaf deze kant zien liggen. Dan kom ik weer uit op de asfaltweg en moet ik stevig doorrijden om echt op de laatste minuut de poort van de camping binnen te gaan. Ik ga eerst douchen en dan bij de kampgenoten een biertje drinken. We blijven nog een paar uur praten en eten en dan gaan we vermoeid om negen uur naar bed. Om half zes wordt ik alweer wakker omdat er mensen op de camping beginnen in te pakken en stipt om zes uur wegrijden.

Woensdag 5 juni. Ik val nog even opnieuw in slaap en wordt dan om half acht wakker. Eerst mijn ontbijtje klaarmaken en koffie zetten. Om half negen rij ik door de poort, die je zelf open en dicht moet doen op deze camping, en ga ik opweg naar Mopani. Ik doe de emails en koop in de winkel drie flessen goede wijn om mijn kampgenoten te compenseren voor de genoten gastvrijheid en het lekkere eten. Bij de receptie betaal ik voor de accomodatie als derde persoon op hun kampsite en dat scheelt wel 15 euro per dag. Daarna rij ik door naar de bocht in de rivier waar ik gisteren zolang en zoveel heb staan fotograferen. Als ik daar aankom staan er geen andere auto’s en ik zie ook geen dieren behalve een grote waterbok die ligt te rusten. Op goed vertrouwen blijf ik een kwartier wachten en dat wordt beloond. De ene na de andere groep dieren komt drinken en spelen in de schaduw van de grote bomen. Ik zie zelfs een grote bruine roofvogel die komt aanvliegen. Een half uur later ontstaat er een gevecht in de boom en ik zie de bruine roofvogel met een andere vogel tezamen al vechtend tegen de grond vallen. Daar gaat het gevecht door terwijl mijn camera hard aan het werk is. Als er even een moment is dat ik de foto’s uitvergroot kan terugzien zie ik dat de roofvogel door een hele grote uil is aangevallen. De uil lijkt het gevecht te gaan winnen en drukt de roofvogel tegen de grond terwijl hij zelf steeds blijft opkijken of er geen andere roofdieren zijn die van deze gelegenheid gebruik willen maken. Dan daalt er een groep olifanten in de rivierbedding af. Ze negeren de vechtende vogels totdat een kleuterfant heel moedig op de vogels afkomt. De uil vliegt weg maar de bruine roofvogel kan al niet meer vliegen en wordt vertrappelt door de olifant. Hij blijft daar gewond maar nog wel met zijn kop opgericht liggen totdat de olifanten verderop gaan staan en de uil terugkomt en er snel een einde aan maakt. Als er andere olifanten dichterbij komen pakt de uil zijn prooi op en vliegt ermee weg. Ik denk dat ik wel honderd foto’s van alleen al dit gebeuren gemaakt. Daarna kwamen er nog groepen waterbokken en zebra’s en impalas en wilde varkens en wildebeesten zelfs sabelantilopen de rivierbedding afdalen om te drinken. In het water staan twee sadlebill storks te vissen. Toen ik om half twee oververhit en vermoeid wegreed naar Mopani had ik 830 foto’s gemaakt. Dat is wel een dagrecord want de andere dagen maakte ik tussen de 250 en 400 foto’s per dag. Met een milkshake op het terras zit ik nu even af te koelen en schrijf ik snel dit verhaal.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 200
Totaal aantal bezoekers 345336

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: