Dinsdag 28 en woensdag 29 mei - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Dinsdag 28 en woensdag 29 mei - Reisverslag uit Nederland, Nederland van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Dinsdag 28 en woensdag 29 mei

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

02 Juni 2019 | Nederland, Nederland

Dinsdag 28 mei. Het was best koud vannacht. De buren op de kampsite zeggen dat er nu nachtvorst is in Johannesburg en dat ook daarom pensionado’s graag naar Kruger komen omdat het hier toch een stuk aangenamer is. Ik wacht tot het zonnetje doorkomt en ga dan de auto uit om mijn ontbijt te maken. De vogels zijn zo tam dat er zelfs een mijn auto invliegt. Een kleine neushoornvogel kan ik met mijn hand op tien centimeter naderen. Ook de eekhoorns komen bedelen om voedsel. Ik kan er een paar leuke foto’s van maken met de iphone. Dan ga ik rijden. Eerst naar het zuiden. Ik zie al diverse groepen olifanten de weg kruisen richting de rivier. Maar als ik een weggetje volg naar de rivier zie ik daar alleen wat zebra’s en impala’s en in de rivier zelf staat een sadlebilled stork te vissen. Dat zijn prachtige vogels met een lichaam als een grote ooievaar maar een knalrode snavel waarop als een zadeltje een knalgele neus zit. Na een poosje van het zicht te hebben genoten rij ik verder. Noordelijk van Mopani passeer ik de Capricorn: de Steenbokskeerkring. Even verder is de Capricorn loop, een dirtroad van 38 kilometer die weer op de asfaltweg uitkomt ten zuiden van Mopani. De kleuren van de begroeiing schitteren in het warme licht. Ik stuit op een groepje Hartebeesten, een vrij forse antilopensoort, die tot de familie van de paardantilopen gerekend wordt vanwege hun paardachtige neus en voorhoofd. Hun horens krommen zich zodat het van de voorkant gezien lijkt op een vorm van een hart. Deze groep is helemaal aan mensen in autos gewend, maar omdat er nogal wat vlees aan deze grote antilopen zit zijn ze gewild jachtdier en gewoonlijk erg schuw. Het volwassen mannetje blijft rustig op het pad staan en dwingt daardoor dat ik afrem en stop. De vrouwtjes en jongen bevinden zich in de bosjes en kunnen nu rustig oversteken. Ook zij doen geen moeite zich te verbergen in de dichte begroeiing. Het mannetje zorgt er voor dat hij steeds tussen mij en de jongen blijft. Bij de grote waterplaats staat een groep van twintig enorme olifanten. Er zit alleen water in een grote betonnen tank. De waterpompmolen is stuk. Alleen de allergrootste olifanten kunnen over de rand heen reiken om bij het water te komen. Alle kleinere olifanten en degenen met kleintjes moeten wel naar de rivier lopen. Bij de tank speelt zich een spel van dominantie en rangorde af onder de grootste mannetjes. Ik blijf er wel anderhalf uur naar kijken. Er lopen nog wat warthogs (wilde zwijnen) tussendoor die profiteren van het water dat door de olifanten gemorst wordt. Ook een groep zebra’s staat ongeduldig te hopen dat de olifanten weer de omringende vlakte opgaan om te eten. Ook de zebramannetjes vechten hun rangorde hier uit wat erop duidt dat er meerdere families uit de omringende bossen zijn gekomen die nu moeten wachten tot de olifanten klaar zijn. Na anderhalf uur wachten zie ik de olifanten niet als een groep wegtrekken maar zich opsplitsen in groepjes van drie of vier. Dat wilde ik weten en dan rij ik ook verder. Langs een rivierbedding met hoge grassen zie ik drie dode bomen staan en in iedere boom zit een visarend. Ik maak er een paar mooie foto’s. Dan kom ik terug bij de asfaltweg en rij ik door naar kamp Mopani. De receptie van het conferencecentre is nog net open en ik koop een wificode en doe mijn mail en whatsapps en post nog net mijn verhaaltjes van de laatste twee dagen voor ze sluiten. Ik koop wat spercieboontjes en diepgevroren gehakt van venison in de winkel en ga dan naar de receptie van het Kamp. Ja, ik kan nog twee dagen bijboeken. Mooi dan is dat ook weer een zorg minder. Terug op de camping zet ik een pot thee en raak in gesprek met een Nederlandse vader-en-zoon die met huurauto en tent zijn gekomen, Maarten en Thomas. Ik ga mijn eten koken en dan nog even dit verhaal schrijven. Het is acht uur, heldere sterrenhemel, geen maan en het wordt kouder. Tijd om in de auto te gaan liggen.

- [ ] Woensdag 29 mei. Vandaag blijf ik de ochtend in het lekkere zonnetje bij de auto. Ik lees een flink stuk in mijn boek Sapiens en ruim een beetje op en doe wat onderbroeken in de was en haal een lamp met zonnecelletje tevoorschijn die ik in de zon laat opladen. Hij was bestemd voor op de boot maar nu kan ik alvast testen hoelang hij moet laden en hoelang hij dan vanavond kan branden. Om half twee rij ik naar Mopani (7km) en doe er de emails en whatsapps. Ik koop er een pakje hamburgers in de winkel. Als ik het terras van het restaurant oploop staat er een hele grote groep olifanten in het stuwmeer te drinken. Dit is een groot stuwmeer, helaas staan de oorspronkelijke bomen als skeletten er nog in. De jonge olifanten spelen en ravotten in het water als mensenkinderen. Ik tel precies vijftig olifanten maar in de verte komen er nog meer aanlopen. Wat zijn ze leuk en speels. Ik blijf er wel een uur naar kijken en fotograferen en filmen. Je kan merken dat het nachts koeler is en overdag ook niet zo brandend heet. Nu gaan ze meer op het warmst van de dag in bad terwijl ze in hoog zomer vaker tot de namiddag in de schaduw van de bomen blijven en pas tegen de avond het water in gaan. Om half vijf rij ik nog naar de observatiehut die in een bocht van de rivier gebouwd is. Er liggen een aantal dikke Hippo’s te blazen in de rivier. Ook wat flink formaat krokodillen op de oever en vogels in de bomen en op de rotsen. Er komt een krokodil van drie meter heel langzaam aanzwemmen. Alleen de punt van staart zorgt voor de aandrijving. Ik maak een paar foto’s. Je kunt in deze hide ook een overnachting boeken en dat is wat twee mensen komen doen. Ze hebben hele dure fotospullen bij zich, meerdere hele lange lenzen. Dan zijn het meestal vogelaars want hoe kleiner het vogeltje hoe groter de lens. De langste brandpunt die ik nu bij me heb is 200mm op fullframeformaat en dat is meer dan genoeg voor het grotere wildlife in Kruger. Ik heb alleen deze camera en lens meegenomen omdat ze waterdicht zijn voor straks op de boot. Als ik even over vijf terugrij zie ik in de bocht van de rivier een familie giraf aankomen. Ik wacht totdat ze leuk bijelkaar staan en dat wordt mijn beste foto van de dag. Terug op de camping zijn Maarten en Thomas ook gearriveerd. Ze zijn gisterenavond met een nachtrit mee geweest en hebben een civet gezien. Verder zat de chauffeuse de hele tijd te vertellen over alle dieren en bomen. Dat is nu precies waarom ik niet graag met georganiseerde ritten meega. Ik wil naar de natuur luisteren en aandachtig observeren wat de dieren doen en niet de hele tijd hoeven aanhoren wat ikzelf al weet of zelf ook kan lezen. We verwonderen ons over de heldere sterrenhemel, terwijl om ons heen talloze dierengeluiden klinken. Olifanten staan vlakbij het kamp en trompetteren luid. Hyena’s en jakhalzen hoor ik ook. Er is vast een prooi. Vanuit de rivier hoor je de hele nacht door af en toe de hippo’s. We drinken een beker warme melk en gaan om acht uur slapen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 144
Totaal aantal bezoekers 345209

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: