Maandag 17, dinsdag 18, woensdag 19 december 2018 - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Maandag 17, dinsdag 18, woensdag 19 december 2018 - Reisverslag uit Bronkhorstspruit, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Maandag 17, dinsdag 18, woensdag 19 december 2018

Door: Alfred Daniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

20 December 2018 | Zuid-Afrika, Bronkhorstspruit

Ha Walter, ik heb Waarbenjij.nu geen toestemming gegevens om mijn lokatie automatisch erbij te vermelden. Dan geven ze zeker standaard dit dorpje op. Ik ben er nog nooit geweest. Wel zijn er hier honderden plaatsnamen die gelijk zijn aan plaatsnamen in Nederland. Als ik bijvoorbeeld vanaf hier via de A2 naar Johannesburg rij, passeer ik afslagen naar Amsterdam, Leiden en Ermeloo. De meeste mensen in dit oostelijke derl van ZuidAfrika hebben ook Nederlandse namen en weten welke grootouder zich hier voor het eerst is gaan vestigen. Ze spreken ook liever Nederlands met mij dan Engels.

Maandag 17 december.
Vanmorgen heb ik eerst het lange electriciteitssnoer waarmee ik stroom van de verdeelkast van de camping naar mijn caravan leidt in tweeën gedeeld. Die stroomkabel is vijftig meter lang en ik heb er twee van vijfentwintig meter van gemaakt. Zuidafrika heeft vele honderden uitstekende campings. Dit is echt een kampeerders paradijs. Een grote middenklasse gaat met hun kinderen genieten van het mooie dat de natuur te bieden heeft. Caravans, vouwwagens tenten en campers zijn een hele eigen industrietak en er zijn diverse tijdschriften helemaal gericht op kampeerders. Maar buiten Zuidafrika is dat wel anders. Ik heb diverse malen op kampeerplaatsen gestaan waar er geen schaduwplekje was op minder dan vijfentwintig meter van een electriciteitskast. Daarom had ik een snoer van vijftig meter gekocht en er caravanstekkers aan gemaakt. Maar nu ik aan de boot aan het werk ben is het wel vervelend om steeds dat lange en zware snoer van de caravan af te halen en mee te nemen naar de boot. Daarom heb ik een extra beveiligde stekker en stopcontact gekocht en het snoer in tweeën gesneden. Om negen uur was ik ermee klaar en ging ik met 25 meter snoer naar de boot. Het is weer heel warm weer. Alleen in de schaduw van de bomen kan ik buiten iets doen. Ik ga de klemmen monteren die ik in Nederland gekocht heb. Daarmee kunnen de hijslijnen van de zeilen (vallen) worden vastgezet. Met deze klemmen (valstoppers) kunnen de lijnen met het overhalen van een handel meteen worden losgemaakt. Ook als daar honderden kilo’s spanning op staan, dus gewoon altijd. Het zijn dure dingetjes en misschien komt de noodsituatie waarvoor ze gemaakt zijn nooit voor. Maar als ik alleen zeil kan ik nu met een enkele handreiking alle zeilen tegelijk of elk zeil afzonderlijk meteen laten zakken. Ik wil dat omdat ik hier windvlagen heb meegemaakt die letterlijk “out of the blue” kwamen. Dan kan je niet het roer even loslaten om met twee handen een voor een de hijslijnen los te maken. Met deze klemmen (valstoppers) kan dat met een hand, desnoods allemaal tegelijk. Ik moet eerst de beste plek zoeken om de klemmen te monteren zodat de vier lijnen mooi strak en paralel langs de mast blijven. Dan een plankje daar pasmaken om de klemmen op te kunnen monteren, dan de juiste maat schroeven gaan kopen, Alles goed voorboren anders breken deze lange schroeven bij het indraaien. Dan het plankje erin lijmen en alles vastschroeven. Onder de klemmen moeten nu vier katrollen gemonteerd worden want aan het stukje verticale lijn onder de stoppers kun je niet trekken. Ook die heb ik uit Nederland meegenomen. Johan komt bij mij kijken. Hij is moe van het plamuren en schuren aan zijn boot en houdt er mee op voor vandaag. Of ik zin heb om een biertje te gaan drinken. Over een half uurtje dan. Dan komt zijn vrouw Erika ook net aanrijden. Ze heeft juist bootschappen gedaan en veel koud bier en wijn ingekocht. Dan is het beter om naar hun huis te rijden en daar een koud drankje te gaan genieten op het dakterras. Ik rij achter hen aan. Ze hebben een huis gehuurd op het terrein van de golfclub. Beschermt met poorten en poortwachters. Het is een appartement of condominium met twee verdiepingen en een groot dakterras. Beneden een entree en een keuken en badkamer en een slaapkamer, boven een vide met een ruim dakterras en een prachtig uitzicht rondom over de golfbaan en het meer dat daar aan ligt. Ze betalen er vijfhonderd euro per maand voor. Johan is nu voltijds aan hun boot bezig en hopelijk is de boot over een jaar klaar. Dan gaan ze permanent met hun boot over de wereldzeeën varen. Erika werkt via het internet dus ze zijn voor hun inkomen niet aan een vaste lokatie gebonden. Met een koud biertje en wat hapjes praten we tot acht uur over varen en over boten en over vissen en landen en verschillende culturen. Johan wil graag naar ZuidAmerika varen. Ik leer een nieuwe trick voor luie vissers zoals ik: maak je vislijn vast niet vast aan een hengel maar aan een stuk elastiek van anderhalve meter en bindt dat aan je boot. Dan wacht je tot de vis zo moe is dat ie zich zonder moeite laat binnenhalen. Als ik dat eerder geweten had had ik beter geen hengel kunnen kopen. Of kan gewoon alsnog een blikopener kopen en een paar blikjes tonijn? Oppassen dat ik niet teveel bier drink want er is in deze vakantietijd extra veel politie aan het controleren op alcohol misbruik. Als je alcoholpromillage te hoog is ga je een week de cel in! Dan maar een glas appelsap want met deze warmte en ook nog veel wind heb je wel steeds dorst. Als ik om acht uur weer bij de caravan aankom zet ik alsnog een liter groene thee. Dan ga ik even internetten en op bed liggend mijn verslag van de dag schrijven.
S’nachts wordt ik wakker van een luid telefonerende buurman en lees ik nog een stuk in het boek Homo Deus. Het hele boek gaat over de wetenschappelijke ontdekkingen die onze ideeën over wie wij zijn volledig op z’n kop zetten. De nieuwe technologie speelt in op die nieuwe inzichten in hoe onze lichamen en geest werken en gaat ons zelf en onze samenlevingen fundamenteel veranderen. Er is veel dat ook angstig maakt. Wat blijft er nog van ons over? Wat is de betekenis van ons bestaan? Blijft er voor ons nog wat over?

Dinsdag 18 december. Om zes uur kon je al voelen dat het een uitzonderlijk hete dag zou worden. Ik heb bij de boot wat rustige klusjes gedaan, de laatste schroeven in de valstoppers gedraaid, ringetjes gemaakt van plastic slang zodat de katrolletjes mooi op hun plek blijven zitten, touweindjes afknippen en afsmelten, sikaflex wegsnijden van de boegstrippen, spanlijnen op de juiste lengte maken en een oogsplits erin maken, een tweede breidel voor de tweede voorstag en verder passen en meten hoe ik de motorophanging het beste kan maken. Ik denk aan een constructie van gebogen roestvrijstalen buizen die scharnieren op de grote bouten die ik al aan de achterkant van de boot heb zitten. Een soort A-frame met de punt naar voren wijzend en de motor in de punt en waardoor ik ook de mogelijkheid heb om er een paar dwarspijpen aan toe te voegen en er een soort klimrek ontstaat om veilig aan boord te kunnen komen. Hoelang en hoe dik en hoe zwaar? Ik ben er toch de hele ochtend mee bezig en het wordt alsmaar heter. Ik dacht in de middag ga ik even naar Mike waar ik de beams gemaakt heb en vragen of hij nog een stuk marine multiplex heeft om over de voorkant van de voorste beam te lijmen zodat het gat dat die paal erin geslagen heeft afgedekt wordt en die kant meteen versterkt wordt voor als ik over die beam een anker in en uit het water wil kunnen laten. Ook komt daar de achterkant van de boegspriet tegenaan dus wat extra versterking is zeker nodig ook al was er geen gat ingeslagen. Maar Mike komt net de werf oprijden. Ik spreek met hem af dat ik morgenochtend bij zijn bedrijf langs kom. Dan ga ik maar even naar het winkelcentrum om de hitte te ontvluchten. Ik koop er ook een kwart van een grote watermeloen (1.25 euro) en eet die op de camping achterelkaar op. Hmm heerlijk zoet dat fruit hier. Ik ga douchen en val een half uur in slaap terwijl de ventilator zijn best doet om oververhitting te voorkomen. Dan maak ik de barbecue klaar want ik heb nieuwe aanmaakblokjes gekocht en wat lams karbonaadjes (twee euro voor drie ons). Maar het is nog vroeg en ik rij toch nog even naar de boot. Ik meet de hoogte van de achterbeam boven de kiel: 1 meter vijf, en boven de waterlijn 65 centimeter. Ik loop nog wat plannetjes te maken en bedenk dat ik hier in de haven en de baai aan het tweeeneenhalf PK motortje ook genoeg heb en dat ik dus eerst maar eens de ophanging die ik daarvoor al gemaakt had erop moet zetten. Als ik daarmee bezig ben zie ik tegen de windrichting in een flinke wolkenpartij uit het zuiden aankomen: een front. Het gaat stormen wordt er op de werf gezegd, mogelijk met hagel. Ik ruim alles op en leg de ladder en de trapjes plat en bind de afdekzeilen opnieuw vast. Ik ben er net klaar mee als ik de wind hoor aankomen. De bomen laten een regen van takjes en zaden vallen, de wind loeit door de masten van de boten en een stofwolk stijgt op van de kurkdroge grond. Ik kijk vanuit de auto toe of alles goed gaat en rij dan naar de camping. Maar het verkeer staat flink vast want de zomervakantie is begonnen en heel veel mensen verlaten nu ook de waterkant. Als ik bij de camping aankom is de wind alweer gaan liggen, maar het blijft stevig onweren in de verte. Het is opnieuw drukkend warm. Ik steek de barbecue aan en geniet van mijn karbonaadjes met een stuk ciabatabrood dat op de hete kooltjes liggend pas echt lekker wordt. Ze maken hier veel producten die er authentiek uitzien maar de echte smaak missen. Nog even naar de receptie lopen voor het wifi internet en maar weer een paar liter thee zetten. Je kan mer deze warmte niet genoeg drinken, maar wat drink je dan? Gekookt water (groene thee) is het veiligste en gezondste. Dan kruip ik onder mijn muskietennet om dit verhaal te schrijven terwijl de ventilator probeert voor verkoeling te zorgen. Ja, nu begint het te regenen. Het is acht uur. Eindelijk. Het onweert ook nog steeds.

Woensdag 19 december. Vandaag was het lichtbewolkt en dat heeft de hele dag iets verkoeling gebracht in vergelijking met gisteren. Om half acht was ik al bij het bedrijf van Mike. Ik heb bij hem de drie grote crossbeams gemaakt: de verbindingsbalken tussen de twee catamaranrompen. Hij heeft het hout ervoor geleverd en mij wat machines en lijmtangen ter beschikking gegeven. Zes weken lang heb ik op een van zijn zolders me in het zweet gewerkt totdat ze eindelijk klaar waren en naar de boot gebracht konden worden. Nu was van de week die paal op de voorste beam gevallen en had een gat geslagen in de triplex bekleding aan de voorkant. We gaan op zoek naar een ander stuk marine-kwaliteit triplex. Ik kies uiteindelijk voor een stuk van 9 milimeter dik en tweemeter veertig lang en veertig centimeter breed. Dit stuk is dikker dan wat er op zat, maar ik wil het oude eruitzagen en dan dit ervoor in de plaats maken. Ik vind het wel fijn dat dit dikker en dus sterker is want die beam zou best eens veel te verduren kunnen krijgen als ik het anker erover laat lopen en als ik de boegspriet er tegenaan laat steunen. We praten over zijn boot. Hij moet morgen het water in maar de nieuwe moer waarmee een van zijn aandrijfschroeven vastzit is nog niet gearriveerd uit Spanje waar de werf zit die zijn boot gemaakt heeft. Het is een Rodman speedcruiser van 12,50 meter lang. Een prachtig schip maar de twee motoren van ruim vijfhonderd pk per stuk verbruiken wel 300 euro brandstof op een dagje vissen dus dat doet ie niet zo vaak. Hij kon hem goedkoop overnemen want de vorige eigenaar kon hem aan niemand kwijt. We weten nu waardoor. Met mijn stuk hout in de achterbak rij ik terug en daarna ga ik mijn eigen motor ophalen. Het is de 2,5 PK Johnson die ik al tien jaar in de schuur had liggen en vorig jaar in een tas als bagage had meegenomen in het vliegtuig. Hij weegt maar tien kilo en verbruikt 1 liter per uur. De yamahadealer hier was zo aardig om hem voor mij in stalling te houden en vraagt er geen geld voor. Ik ga ijsjes halen voor de werknemers en spreek af dat ik probeer of ik de motor zelf kan starten, als dat niet lukt breng ik hem alsnog terug voor een servicebeurt. Ze hebben het heel druk nu de vakanties net begonnen zijn. Motoren van 150 en 200 en zelfs 300 pk zijn hier niet ongewoon.
Bij de boot hang ik het motortje aan de ophang die ik daarvoor ook bij Mike gemaak had. Zo dat ziet er goed uit. Om hier het haventje in en uit te varen is dit motortje groot genoeg. Intussen probeer ik materiaal te kopen voor de veel grotere motorophanging die ik nodig zal hebben voor de 6 PK Seagull. Bij de normale leverancier blijkt dit uitverkocht en ze sluiten vrijdag tot de eerste week van januari. Dan ga ik de trampoline monteren in het middelste deel van de boot. Eerst op zijn plaats hangen met tye-wraps, en dan aanrijgen met het dikke nylon visdraad. Het is veel werk: 150 gaatjes in de boot- en beamranden waartussen de trampoline hangt. Ik ga zitten op de plaat hout die ik net gekocht heb en die ik op de grond gelegd heb onder de trampoline. Ik moet dus boven mijn hoofd werken. Ik doe er de hele middag over maar dan kan ik op de trampoline stappen en er op rondlopen ook zijn nog niet alle eindjes netjes afgewerkt. Geweldig, voor het eerst zijn de rompen met elkaar verbonden en kan ik van de een naar de andere lopen over mijn “dek”. Het doek staat heel strak, het veert bij iedere stap zo’n tien centimeter in, maar dat loopt heel prettig omdat je blote voet er zijdelings steun door krijgt. Ik ben benieuwd hoe het zal zijn als het materiaal nat is. Erop liggen is ook heel fijn, bij het zitten glij ik nog een beetje onderuit maar misschien moeten er dan voetsteunen aan gevlochten worden of een rubber matje of de zitzakken gebruiken die ik daarvoor bij me heb. Dat ga ik morgen uitproberen. Ik ben bekaf en er dreigt weer een bui aan te komen, dus ik ruim op en leg het motortje terug in de auto. Dan eerst wat eten in de bar van het clubhuis. Hmm peri peri halve kip met doorgebakken aardappelfrietjes. Voor 4 euro kan ik zelf nauwelijks koken en met dit weer al helemaal niet. Een koud biertje (375ml) voor 1 euro 30 gaat er ook goed in. Wel een groot glas koud water erbij want dat heb je wel echt nodig bij deze temperaturen. Op de camping aangekomen even douchen en dan zet ik nog anderhalve liter thee en ook dat gaat snel naar binnen. Terwijl ik dit zit te schrijven onder de luifel van de caravan begint het heel zwaar te onweren en de regen is nu ook echt flink op gang gekomen. Het is verder windstil en drukkend weer, duizenden kikkertjes kwaken in het duinmeertje en de muggen doen hun best om door mijn barriere van antimuskieten creme heen te prikken. Als het iets droger wordt ga ik misschien nog naar de receptie waar ze wifi hebben om dit verhaal op de website te zetten. Nee, dat lukt niet. 20:00 uur het regent pijpenstelen, donder en bliksem, ik ga naar binnen.

  • 21 December 2018 - 13:06

    KeepSmiling:

    Weer indrukwekkend wat jij allemaal kunt. Ik neem er een wijntje op. Proost en tot je volgende aflevering.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 260
Totaal aantal bezoekers 345283

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: