Wildlife fotograferen in Mfolozi national park. - Reisverslag uit Richards Bay, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Wildlife fotograferen in Mfolozi national park. - Reisverslag uit Richards Bay, Zuid-Afrika van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Wildlife fotograferen in Mfolozi national park.

Blijf op de hoogte en volg Fred

12 Maart 2014 | Zuid-Afrika, Richards Bay

Gisteren was ik al om zes uur wakker en al snel begonnen met inruimen. Om half acht reed ik richting het Mfolozi National Park waar ik nog voor tienen arriveerde. Het bijna honderd vierkante kilometer grote Park vormt samen met het even grote en ten noorden ervan gelegen Hsushuwe, (spreek uit sjloesjloewie) een van de grootste en oudste nationale parken van Zuid Afrika. Het is nog het exclusieve jachtgebied van Zulukoning Shaka geweest, zoals zoveel nationale parken ter wereld begonnen zijn als privee jachtterreinen van koningen. Dat brengt mij meteen even terug bij reizen in India. Daar zijn alle nationale parken begonnen als exclusieve jachtterreinen in privee bezit en onder supervisie van de plaatselijke radjas en sultans. In die tijd werd er strikt wildbeheer gedaan en opgetreden tegen poachers (stropers). Sinds de monarchien daar zijn afgeschaft en de overheid bestaat uit ambtenaren is het land door corruptie en zelfverrijking te gronde gegaan. Als er op een landkaart een nationaal park staat getekend en je gaat ernaar toe dan is er bijna niets meer van over. Zo lijkt het nu ook te gaan met Mfolozi. De wegen zijn kapot en er zijn lodges gebouwd in het eerste deel van het park en tot aan het centraal gelegen Mpila heb ik alleen een paar angstig wegrennende impala antilopen en een paar wilde zwijntjes gezien. Die antilopen in het hoge gras heb ik wel prachtig op de plaat gezet. Er was in het park geen camping toegestaan hoewel er echt ruimte genoeg was in Mpila en ik heb mijn aanhanger afgekoppeld en die dan maar daar laten staan terwijl ik de rest van mijn ronde ging rijden. Er was ook geen restaurantje en het winkeltje had nauwelijks iets te eten te koop. Toiletten verouderd en later hoorde ik van mensen die er overnacht hadden in een van de bungalows dat die ook te duur en verouderd waren. Pas helemaal achter in het park, ver van de omringende woongebieden ban mensen, waar er alleen maar gravel- en onverharde weggetjes zijn, kwam ik een fraaie rijkdom aan grote dieren tegen. Het had geregend en dan is er een grote kans op leeuwen op de weg. Zoals alle katten houden leeuwen niet van natte poten en dan lopen ze liever op het midden van een weg waar het droog is. En ja, drie leeuwinnen. Grote, volwassen dieren. Ze zagen eruit dat ze volle buiken hadden, maar toch onderweg, misschien na een jachtpartij op weg terug naar hun groep. Er waren nog een paar autos bij die ze volgden tot er een van drie leeuwinnen gescheiden raakte en de andere twee de bosjes ingingen om te wachten. Dit gaf mij een mooie kans om ze te fotograferen. Ik lette er speciaal op of ze anders dan normaal op mijn zebra-auto zouden reageren en ik denk dat ze inderdaad in het begin meer dan normaal geinteresseerd waren en allert en recht naar mij bleven kijken. Dat levert wel een paar mooie foto,s op. Verderop kwam ik een familie neushoorns tegen, vader moeder en twee halfwas, wat ook een hele leuke groepsfoto opleverde. Nog meer impalas, een paar zebras en en wrattenzwijntjes en giraffen. Wel veel olifantenpoep op de weg, maar misschien door de dichte begroeiing geen olifant gezien. Olifanten houden juist wel van water op hun huid, dus die grazen graag tussen dichte begroeing als het heeft geregend. Later nog meer keren neushoorns en ook nog een mooie foto van een vogel, een roller, die een gevangen sprinkhaan opgooit om hem te keren zodat hij hem naar binnen kan slikken. Toch bij elkaar heel heel tevreden, maar zeer vermoeiend. Het park is heel groot en de wegen zijn heel slecht dus je hebt zoveel aandacht voor de weg zelf nodig dat ik tegen vieren doodmoe werd, maar nergens een plekje om even de benen te strekken of iets te eten behalve water en biscuitjes die ik bij me had. Eindelijk terug bij Mpila en een meegenomen mango gegeten, handen wassen en even naar het toilet en toen de aanhanger aangekoppeld en dan is het nog drie kwartier rijden over zeer veel gaten in de weg tot aan de ingangspoort. Daarna nog een uur tot aan de snelweg, ook over een weg waar ze bij elk dorpje en elke schooltje een aantal gemene verkeersdrempels achter elkaar hadden aangelegd. Dat is stevig remmen en heel langzaam erover heen en dan nog een keer of vier vijf zes. Dan wer een paar kilometer met normale snelheid van zestig en dan weer die drempels. Eindelijk bij de snelweg aangekomen ben ik nog veertig kilometer in het bijna donker doorgereden tot de camping van Bushbabies. Voor de poort wachtend was het aarde donker en er werd niet open gedaan. Ik heel hard roepen en een passerende automobilist hielp mij even met de toeter. Nu weet ik dus waarvoor je een toeter nodig hebt in Afrika. Toen kwam er wel iemand aanlopen die mij meteen herkende als Nederlander. Pim is de Nederlandse eigenaar van Bushbabies. Hij heeft samen met zijn afrikaanse vrouw acht jaar geleden deze lodge met camping, onder grote oude bomen, gekocht en helemaal opgeknapt. Het ziet er allemaal heel verzorgd uit, alleen de electriciteit was in de hele buurt uitgevallen door de regenbui die ze gisteren gehad hebben en dus werkte de intercom bij de poort niet en ook de landlijn van de telefoon niet. Ja, alleen die toeter. Al gauw zit ik bij hen aan een grote tafel met gasten die bij het licht van wat olielampen praten en eten. Het is warm buiten en met een luchtvochtigheid van 85 procent. Een lekkere maaltijd en twee biertjes later stap ik nog even in het zwembadje om af te koelen in plaats van de douche zonder licht en daarna word ik erg moe en ga ik kruip ik in mijn heerlijke hutje terwijl de oerwoudgeluiden om mij heen de hele nacht doorgaan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 343
Totaal aantal bezoekers 344286

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: